MAARTEN DE BOE - 1e Nationale Asduif Zware fond oude 2023

Liefhebber: 

De duivenwereld kijkt met grote ogen naar Schendelbeke. Maarten De Boe wint de 1e Nationale Asduif zware fond bij de oude duiven. Als een komeet flitsend naar de top! Met een ploegje tweejarige duiven verbaast Maarten de Belgische duivensport. Zijn ‘Little Sonja’ zet Schendelbeke op de duivenkaart! Op twee jaar tijd van ‘zero’ naar ‘hero’. Hoe doe je dat?

Wel, Maarten haalde hiervoor zijn mosterd bij twee grote kampioenen, Hendrik Mortier en Dirk Martens. We doken gretig in dit verhaal en brachten de drie samen voor een interessante babbel. Drie toppers, drie meningen, dat kon niet anders dan voor vuurwerk zorgen!

Maarten met zijn leermeesters Hendrik Mortier (l) en Dirk Martens (r).Wie is wie?

Voor we met de deur in huis vallen een korte introductie. Vooreerst hebben we uiteraard Maarten De Boe. Deze schooldirecteur uit Schendelbeke stapte twee jaar geleden terug in de duivenwereld. Voorheen speelde hij als 12-jarige jonge gast al een zestal jaar op de snelheid. Daarnaast is hij ook geen onbekende in de duivenwereld. Wie is nog niet langs geweest bij ‘Columba Pigeon Photography’ om foto’s te laten maken van zijn beste duiven? 
Tweede in het rijtje is Hendrik Mortier. Deze gepensioneerde onderwijzer uit Brugge wordt door iedereen graag gezien. Allé dat denk ik toch. Wie kan daar kwaad op worden? Hendrik is ook een steengoed duivenliefhebber. Naam en faam creëerde hij onder andere met de twee broers ‘Frulle’ en ‘De Kleinen’. Zij zorgden ervoor dat iedereen plots de weg naar Sint-Kruis kende. 
Derde en laatste aan tafel is Dirk Martens. Deze adviserende arts uit Deinze speelde lange tijd samen met vader Cyriel. Na het overlijden van Cyriel ging Dirk alleen verder. Op de zware fond staat Dirk jaarlijks garant voor topnoteringen. Met zijn ‘Super Sonja’ lukte hij de beste Belgische duivin op 3 internationale vluchten in 2019. 
En zo is iedereen echt bijgepraat en kunnen we de aanpak van Maarten ontrafelen.

De kolonie

Maarten speelt graag met veel duiven. De duiven zijn vrij compact gehuisvest. Op een twaalftal lopende meter hokken huizen 185 jonge duiven en nog een 100-tal speelduiven. 
Maarten: ‘Ik speel mijn duiven op nest. Hierbij korf ik zo goed als altijd het koppel in. Voor elk van mijn hokken staat een volière die dag en nacht openstaat. Dat geeft veel zuurstof aan de duiven en zorgt ervoor dat de duiven vrij dicht op elkaar kunnen gehuisvest worden. Een leuk ‘wist-je-datje’, al mijn vliegduiven zitten in jonge duivenbakken. Zo kan ik meer koppels een nestbak geven. Ik heb speciaal kleinere nestschotels moeten kopen hiervoor. Kortom hoe meer ik er kan testen, hoe meer goeie ik er hoop uit te halen. De duiven worden hier zeer snel aan de tand gevoeld. Ze worden als jonge duif voor de leeuwen gegooid. De jongen die ik bijvoorbeeld begin augustus speende, vlogen de najaarsvluchten met de grote mand. Zo hoop ik op een korte tijd een goeie selectie te maken en verder op te bouwen.’
Dirk: ‘Ik denk dat Maarten hierbij zeer nauw aansluit bij mijn visie op de duivensport. Duiven moeten hier snel aan de bak. De hokken te Deinze zitten dan ook altijd zeer goed vol.’
Hendrik: ‘Mijn ideeën hierover vormen de tegenpool van Maarten en Dirk. Mijn hokbestand bestaat momenteel uit 94 duiven. Ik speel liever op klassiek weduwschap. Wanneer er weinig duiven op het hok zitten, heb ik ze beter in de hand. Dat helpt om te zoeken naar manieren om de motivatie aan te wakkeren. Ik wil altijd de volle controle behouden. Ik heb schrik dat teveel duiven mij de controle zou doen verliezen.’

De duif

Bij het samenstellen van een kolonie baseerde Maarten zich hoofdzakelijk op twee rassen. Hij haalde zowel duiven bij Hendrik als bij Dirk. De enige voorwaarde, ze moesten rechtstreeks uit de allerbesten afstammen. 
Maarten: ‘Ik haal enkel de zogenaamde ‘eerste generatie’-duiven op mijn hok. Dat is één van de hoekstenen van mijn visie. Door de keten kort te houden, heb ik in mijn ogen meer kans om de goede genen aan boord te halen. Ik wil ook geen wildgroei aan verschillende rassen. Dus ik koos ervoor om twee topmelkers te zoeken met stevige resultaten. Zo kwam ik bij Hendrik Mortier en Dirk Martens terecht. Dirk heeft eerder krachtpatsers op zijn hok, stevig gespierde bonken die ook in de rug lang aanvoelen. De duiven van Hendrik zijn op dat vlak helemaal anders. Ze zijn vaak ietsje kleiner en fijner, maar bijzonder pienter.’
Hendrik: ‘Ik kan dat alleen maar beamen. Wist je dat ‘Frulle’ en ‘De Kleinen’ door een befaamd keurder drie jaar op rij werden afgekeurd. Ik heb op zijn advies de broers en zussen verwijderd. Gelukkig wou ik deze twee kleppers eerst aan de tand voelen. Het bleken echte toppers te zijn. En ondertussen tonen ze in de nakweek eveneens topduiven te zijn.’
Dirk: ‘Eén kenmerk van een duif kan nooit bepalend zijn. Het is de combinatie die belangrijk is. Trouwens na het uitruien heb je veel mooie duiven. Na een aantal zware vluchten voel je bij sommige duiven plots wel een aantal zwakke punten. Op het hok van ‘Super Sonja’ zaten zeker 100 jonge duiven. Voor het seizoen zou ik haar er nooit uitgekozen hebben. Achteraf...’
Maarten: ‘Als we nu over één kenmerk spreken dat mij enorm intrigeert, dan zijn het de ogen. Als fotograaf heb ik er al enorm veel de revue zien passeren. Ook de boeken met de theorie ken ik van buiten. Ik moet wel zeggen dat het in de praktijk omzetten nu wel nog niet tot successen heeft geleid. Twee superogen op elkaar bracht geen vuurwerk. Er is met andere woorden meer nodig om een goede duif te kweken.’
Dirk: ‘De goeie komen uit de goeie! Dat is mijn moto. Daarin zal ik nooit meer dan één generatie zonder vliegprestaties overslaan. Elke generatie ertussen maakt het een stuk moeilijker. Het is trouwens de reden waarom een vliegcarrière bij mijn topduiven nooit lang duurt. De toppers gaan snel naar de kweek omdat ik er voldoende jongen uit wil.’
Hendrik: ‘Toch, die eerste generatie-kweek is niet onmiddellijk een succes. Uit ‘Frulle’ en ‘De Kleinen’ zijn rechtstreeks nog niet zoveel goeie gekomen. Maar een generatie verder zijn er referenties met hopen.’
Dirk: ‘Je moet die twee toppers eens onmiddellijk tegen nieuwe lijnen koppelen. Dat zal zeker vonken geven!’
Maarten: ‘In ieder geval, mijn succes zit hem vooral in het kruisen van de kolonie van Dirk met deze van Hendrik. Het kruisen van kinderen van hun toppers gaf mij onmiddellijk zeer veel bruikbare duiven. Ik had natuurlijk het geluk dat ‘Little Sonja’ daar in mijn eerste kweekjaar tussen zat. En daar moet ik wel bekennen dat zij van in het begin mijn favoriet was. Zij heeft echt alle eigenschappen die ik in een duif zoek. Ze combineert dit met een ongelooflijk sterk karakter. Zij was trouwens degene die bij super warm weer vlak onder de platen ging zitten, waar de temperatuur dik boven de 40 graden was. Maar dat leek haar niet te deren. De andere kropen braafjes naar de lagere regionen op het hok.’

Het hok van de oude en jaarse duiven.De verzorging

Maarten combineert een drukke job als directeur met duivenfotografie. Daarnaast verwacht ook een kroostrijk gezin aandacht van hem. Dit betekent dat duivensport vooral efficiënt dient beoefend te worden. Veel tijd wordt er niet vrij gemaakt voor extra verzorging. De basis moet voldoende zijn.
Maarten: ‘Ik probeer mijn duiven niet teveel in de watten te leggen. Wanneer ze in de reismand gaan, moeten ze ook in minder steriele goten drinken. Dus het water verschijnt bij mij in grote drinkfonteinen op het hok. Wel verzuur ik steevast het drinkwater. Hiervoor gebruik ik graag ‘Intestinal Top’ van Versele-Laga. Ook ‘Daflor’ verschijnt met regelmaat in de drinkpot. Ik ben daar heel tevreden over. Verder start ik pas met extra ondersteuning wanneer de internationale vluchten op het programma staan. Ik probeer dit overzichtelijk te houden. Het schema ‘700-1000 kilometer’ van Röhnfried bevalt mij hierin zeer goed. Dit schema heb ik dit jaar voor het eerst gebruikt. Qua voeding luister ik naar het advies van Wim Boddaert en gebruik ik vooral de ‘Plus I.C.+’-mengelingen van Versele-Laga. En voor mij werkt dit.’
Dirk: ‘Ik kan de aanpak van Maarten zeer goed begrijpen. Het verzuren van het drinkwater is bij mij ook legio. Ik doe dit met ‘Wonder Pigeon’. Het drinkwater wordt daarentegen maar 1x per week ververst. Daarnaast hecht ik veel belang aan grit en vitamineral. Dit krijgen ze elke dag vers.’
Hendrik: ‘Het verwengehalte zal bij mij een stuk hoger liggen dan bij deze twee heren. Elke dag ben ik daar met de lepel om na het eten de duiven grit en veldkoek in hun nestbak te geven. Soms doe ik dit twee keer per dag. Het verzuren doe ik vooral bij mijn kwekers. Hier gebruik ik eveneens ‘Intestinal Top’. Ze krijgen daar zachte pluimen van.’ 

Spelsysteem

Het spelsysteem kwam daarnet al ter sprake. Maar nu gaan we er even dieper op in. De jonge duiven worden bij Maarten snel opgeleerd. Bij voorkeur gaat het naar een nationaal als jong. Dit jaar werd gezien de weersomstandigheden een uitzondering. Jonge duiven worden niet verduisterd en gaan met weinig pluimen gewoon de mand in bij deftig weer. Qua motivatie wordt niets gedaan. De jongen duiven blijven gewoon door elkaar zitten. Als jaarling worden de duiven op nest gespeeld. Das het moment dat het moet. Ze worden in februari gekoppeld om te broeden. Daarna worden ze gescheiden en krijgen ze nodige vliegkilometers te verwerken. Het koppelen gebeurt in functie van de internationale vluchten.
Maarten: ‘Graag speel ik mijn jaarlingen en oude op een jong van circa twee dagen. Dit lukt mij meestal, behalve op Narbonne jaarlingen. Daar gaan de jaarlingen standaard mee op eieren omdat de tijd te kort is. Alle duiven vliegen twee internationale vluchten per jaar, ook de jaarlingen! Agen en Narbonne als jaarling vormen een stevige basis voor Pau als tweejarige. Bij inkorving op de internationale vluchten speel ik ook graag op safe. Ik ga langs bij Wim Boddaert ter controle en in functie van de noodzaak krijgen de duiven drie à vier dagen een gezondheidskuur.’
Dirk: ‘Het nestspel is ook mij genegen, evenals de snelle opeenvolging van vluchten. Naar de dierenarts ga ik evenwel nooit, tenzij voor de verplichte inentingen. Wel behandel ik tegen tricho voor en tussen de internationale vluchten. Wat betreft de jonge duiven neig ik wel eerder naar het later kweken. Ik voel mezelf daar comfortabeler bij. ’
Hendrik: ‘ik ben eerder van de trage aanpak. Maar ik bewijs dat ook dit een goed systeem is. Zo hebben mijn jonge duiven maar een 4-tal snelheidsvluchtjes gevlogen in hun geboortejaar. Als jaarling worden ze gewoon verder opgeleerd tot en met de fondvluchten. Ik speel hierbij op klassiek weduwschap met de doffers. De duivinnen blijven thuis. Met deze tragere aanpak hoop ik mijn doffers langer mee te kunnen geven op de internationale vluchten. Bij mij vliegen ze tot ze ongeveer 7 à 8 jaar oud zijn. Ik wil geen enkel duif verliezen door mijn eigen schuld. Ze moeten topfit aan de start komen en niets wordt aan het toeval overgelaten. Hiervoor ga ik steevast bij Wim Boddaert langs. Ik vertrouw hier op zijn kennis en kunde.’

Volières achter de speelhokken.De resultaten

De resultaten tonen het grote gelijk aan van Maarten. Zo behaalt Maarten in de vereniging ‘Denderbond Ninove’ een prijzenpercentage van 50% op de zware fond, 17% van de prijzen hiervan zijn per tiental. 
Pau lokaal oude duiven (102 duiven): 1, 4, 6, 8... (6/19)
Agen lokaal oude duiven (175 duiven): 12, 13, 14... (8/13)
Agen lokaal jaarlingen (227 duiven): 1, 3, 8, 15, 19, 22... (22/45)
Marseille lokaal oude duiven (48 duiven): 4, 8... (4/5)
Narbonne lokaal oude duiven (127 duiven): 1, 9, 16... (7/9)
Narbonne lokaal jaarlingen (206 duiven): 4, 9, 11, 25... (15/35)
Perpignan lokaal oude duiven (145 duiven): 2, 4, 12, 19... (6/8)
Maarten: ‘Ik ben zeer tevreden met de behaalde resultaten. Het is pas mijn tweede jaar op de zware fond en mijn eerste jaar met oude duiven. Ik had nooit verwacht om dit niveau al te behalen. Mijn absolute primus is natuurlijk ‘Little Sonja’. Zij was de vaandeldraagster in 2023 en eigenlijk ook al in 2022. Als jaarling vloog zij al naar een 68e nationaal op Agen. Dit jaar toonde ze met een topnotering uit Vierzon haar grote vormpeil. Ik had zeer veel vertrouwen in haar voor Pau. Het werd een bijzonder zware editie waarbij maar 18 duiven de dag zelf het hok bereikten in België. Om 22u40 dook ‘Little Sonja’ half in het duister naar het hok. Een moment dat ik nooit zal vergeten. Dit resulteerde in een 13e nationaal. Na Pau maakte ik haar klaar voor Narbonne. Opnieuw wou ik haar inkorven op een jong van twee dagen. Hierdoor bleef ze wel vrij lang thuis. Dirk gaf aan dat dit misschien net iets te lang zou zijn. Dat bracht mij wel wat aan het twijfelen. Maar op dat vlak ben ik koppig en ik dreef mijn wil door. Gelukkig voor mij toonde ze een geweldig vormpeil. Het zou alles of niets worden, dat was mijn gevoel. De dag van de lossing op Narbonne was er eentje met dichtgeknepen billen. Het goot water, en met die westerwind dacht ik dat we er niet aan te pas zouden komen. Toen ‘Little Sonja’ om 19u51 dwars door de regen naar het hok stormde was ik volledig van de kaart. De volgende uren waren echt een roes. Ik kan niet beschrijven wat er op dat moment allemaal door mij heenging. Op deze Narbonne lukte ze een 6de nationaal.’

‘Little Sonja’ realiseerde voor Maarten effectief het summum in de internationale duivensport:
1e Nationale Asduif zware fond oude duiven KBDB 2023
1e Europese Asduif duivinnen 2 internationale vluchten 2023
1e Provinciale Asduif zware fond oude duiven KBDB Oost-Vlaanderen 2023
1e World Best Pigeon marathon 2023
3e Europese Asduif 2 internationale vluchten 2023

Deze topduivin heeft het ook van geen vreemden. Zij is een toonbeeld van de kweekstrategie te Schendelbeke. De vader ‘Pietro’ is afkomstig van het hok Dirk Martens. Hij is een zoon van vliegwonder ‘SuperSonja’. Zij scoorde in 2019 de beste Belgische duivin op 3 internationale vluchten. Zij zat toen gekoppeld op een zoon van de 1ste Belgische Asduif Sint Vincent (3 jaar) van Injon-Van Rie. De moeder van ‘Little Sonja’ is een dochter van ‘De Kleinen’ van Hendrik Mortier. ‘De Kleinen’ scoorde in 2017 de beste Belgische duif op 3 internationale vluchten. Hij zat toen gekoppeld op een dochter van volle broer ‘Frulle’, de andere topduif van Hendrik. Deze vloog in 2017 naar de 8ste nationale asduif zware fond KBDB. We zien bij ‘Little Sonja’ het beste van Dirk gekruist worden met het beste van Hendrik. Het resultaat werd een vliegwonder!

Op naar 2024

Op dit moment bekomt Maarten nog altijd van de absolute schok die zijn topduivin veroorzaakte. Dit evenaren wordt bijzonder moeilijk. Dat besef is er zeker.
Dirk: ‘De prestaties van Maarten met mijn duiven hebben me wel op scherp gezet. Het doet me beseffen dat ook bij mij topprestaties als deze tot de mogelijkheden behoren. In 2024 gaan we dan ook nog een tandje bijsteken! De prestatie van Maarten motiveert me in ieder geval.’
Hendrik: ‘Ook in Brugge gaan we de lat terug een duwtje proberen omhoog te krijgen. We kunnen niet achterblijven naast deze twee tenoren. Schrijf maar op, ‘Hendrik is opnieuw wakker geschud!’’
Maarten: ‘Ik besef dat evenaren onmogelijk is. Maar op één of andere manier proberen we wel het seizoen 2023 te bevestigen. Ik noem mij op dit moment zeker nog geen vaste waarde op de zware fond. Deze adelbrieven kunnen Hendrik en Dirk wel al voorleggen. En ik, ja ik wil het ook wel graag worden. Hiervoor gaan we de komende jaren verder op zoek naar hoogtepunten! Maar naast het sportieve is ook vriendschap heel belangrijk. Met Dirk en Hendrik heb ik er twee goede vrienden bij. En dat is voor mij nog veel belangrijker. Maar uiteraard klop ik hen volgend jaar met alle plezier op de internationale vluchten. Ik blijf natuurlijk een winnaar!’
De reactie van Maarten is typerend. Recht door zee, maar bijzonder gul voor wie hem dierbaar is. Maar eenmaal het spelletje dichterbij komt, is ook de winnaar in hem present! Diezelfde winnaarsmicrobe zien we ook bij Hendrik en Dirk. Hun huid zal duur verkocht worden. We kijken uit naar de volgende ‘battle’ in deze driestrijd. Maar we kijken ook met veel bewondering naar deze gegroeide vriendschap. Het is mooi dat dit ook in deze moeilijke tijden nog bestaat!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.