De oorlog in Vlaanderen en de reisduiven (deel 11 en slot)

De Duif in de Eerste Wereldoorlog

De Oorlog in Vlaanderen en de Reisduiven 11
Uit mijn Dagboek

De Duif, 5 juni 1919

(10e Vervolg)

Het was in November 1914 toen de Duitschers de eerste duivenhokken in beslag namen – ’t geschiedde te Thielt – ’t waren de hokken van de HH. Loosvelt en Pallijm en nog twee anderen. Al seffens wierden de dieren afgericht in alle richtingen en den toegang van de hokken werden aan burgerlijke personen verboden.

De verzenders staken de duiven in dubbele korven en een motocycletterijder bracht ze dicht achter ’t front, dragers brachten ze dan van granaatput tot granaatput in de eerste lijn zoo ze van onderstanden voorzien was. Zeer dikwijls gebeurde ’t dat van beide zijden duiven krijgsgevangen gemaakt werden. De dieren werden in dit geval met gesneden slag op de militaire hokken bewaard. Niet zelden werden duiven door gas gedood, om zulks te voorkomen liet de legeroverheid dicht-sluitende kisten maken – iets wat evenwel van weinig voordeel geweest is.

De Duif in de Eerste WereldoorlogDe ontvanger der duiven moest een ontvangstbewijs teekenen – ’t was immers vastgesteld dat vele duiven geëten werden of door de soldaten gehouden werden. Iedere Compagnie ontving in den beginne twee duiven zonder reserve. Later evenwel werd dit getal op 4 en zelfs op 8 verhoogd, ingevolge de mindere of meerdere bedrijvigheid. Tot in 1915 werden de duiven onveranderlijk in den voormiddag om ’t zelfde uur gelost, ze droegen hulzen in aluminium waarin papieren berichten staken; die hulzen werden in 1917 door lijnwaden tubetjes vervangen die bij middel van een presknopje aan den voet werd vastgehecht.

Die nieuwigheid duurde toch niet lang, daar men vaststelde dat het verlies van duivenberichten geenszins verminderde. De bezorgers der duiven op de militaire hokken waakten de komst der duiven af en telephoneerden den inhoud der berichten naar den opperbevelhebber. Meest waren die nieuwsjes zonder belang: ze meldden het uur der loslating, de nummers der duiven die met ’t zelfde bericht vertrokken waren en dan den eigenlijken inhoud: b.v. De toestand onveranderd – Verstoringsgeschut in ’t voor of in ’t achtergelande – enz. enz. Soms waren de maren uitsluitelijk in cijfers en alleen ’t onderschrift van den kommandeerenden officier was in gewoon geschrift. – Veelal schenen de duiven enkel tot controol gebruikt te worden. In enkele gevallen brachten de duiven teekeningen van te-verlaten of te-nemen deelen van loopgraven mede – duidden den stand van de artillerie of ligging van blokhuizen en loopgraven van den vijand mede – In dit laatste geval was bijzonderlijk de verdienste der reisduiven gelegen.

Geloof niet dat de duiven steeds deze berichten van de eerste maal ter bestemming brachten. Toen de Duitschers door onzinnig gebruik de duiven van Thielt dat gespeeld hadden, namen ze eenige hokken van Iseghem en Ingelmunster in beslag. Ze meenden: de afstand van den (?)rezenberg te Thielt is te groot en er werd besloten: De naaste hokken, Iseghem en Ingelmunster, gaan in ’t front en de duiven van Thielt halen de aangebrachte berichten naar deze laatste plaatsen. ’t Duurde maanden eer de legerovergheid de domheid van dezen maatregel erkende, en op ieder militair hok een telefoon legde. Zeer dikwijls telefoneerde men van uit de eerste loopgraven, dat de duiven losgelaten waren, en als ze dan eens aangekomen waren, werd den inhoud der mare naar Thielt overgetelefoneerd: waren het teekeningen, ze werden er in der haast heengebracht.

De kamers door die duitsche heeren betrokken waren voor ons niet toegankelijk: ’t lag daar immers steeds een armeebevel, ’t hing daar een tableau aanwijzende waar er werkende en reservehokken ingericht waren waardoor men ook al rekenen kon hoeveel troepen aan ’t front werkzaam waren, ’t hingen daar geheime kaarten met kanon- en mitrailleuzenstellingen enz. – Aldus waren de soldaten verplicht ons buiten te houden. Iemand die nieuwsgierig was en een goed oor bezat kon evenwel de berichten dikteeren als ze met den telephon overgeseind werden. Het ware al te langdradig moest men een overzicht maken van een reeks aldus gevangen berichten en mijn bezigheden laten het niet toe.

Ik eindig bijgevolg een reeks artikelen die ‘k aan <<DE DUIF>> beloofd heb en druk den wensch uit dat mijn duiven, zoo ‘k er nogmaals bezit toch nooit meer tot militarische doeleinden zouden gebruikt moeten worden: Zulks bracht me meer hertzeer bij dan mijn veroordeeling en gevangenschap.
H.L.


De Duif in de Eerste Wereldoorlog

Aankomst van in Holland geïnterneerde Duiven

De Duif, 17 april 1919

Den 31 Maart l.l. bracht het Ministerie van Oorlog ter kennis van den heer luitenant generaal Dossin, militair geattacheerde bij de Belgische legatie in Den Haag, dat de teruggaaf der in Holland geïnterneerde Belgische reisduiven mocht gebeuren op het grensbureau van Esschen, door tusschenkomt van den Militairen goeverneur der provincie Antwerpen, die daarvoor de noodige onderrichtingen zou geven.

Aangezien er hier alleen kwestie was van reisduiven, toehoorende aan burgers, verwittigde de achtbare militaire goeverneur onzer provincie (altijd welwillend jegens ons sport) den heer Advocaat James Levita, Voorzitter van de Beschermingsmaatschappij der Reisduif, om zich met de heer De Belder, Afgevaardigde van den Belgischen militairen Duivenhokkendienst naar Esschen te begeven ten einde ontvangst van de duiven te nemen.

Het was den 8 April, ten 1 uur namiddag dat den heer James Levita en den heer De Belder te Esschen samen kwamen met Sergeant Van Aalst, afgevaardigd door den heer Kolonel Directeur van den Rijkspostduivendienst der Nederlanden en de teruggaaf plaats had. Deze duiven kwamen van Middelburg, Oostburg, Breskens en andere gemeenten en hoorden gedeeltelijk toe aan liefhebbers van de provincie Antwerpen. De eigenaars werden door de zorgen van de <<Beschermingsmaatschappij>> verwittigd en zullen welhaast tot hunne groote voldoening, terug in bezit hunne duiven zijn.

Noot der Redaktie – Wij nemen de gelegenheid waar, het Ministerie van Oorlog te bedanken, alsook de heeren Officieren, Generaals, die alles in ‘t werk stelden om ons door den oorlog zo getroffen sport ter hulp te komen.

Hulde en dank aan Hun in naam onzer duivenliefhebbers.


De Duif in de Eerste Wereldoorlog

De Duif in de Eerste WereldoorlogDe Voordrachten

De Duif, 8 mei 1919

Naar wij vernemen gaan eenige onzer oude verzenders herbeginnen met voordrachten in te richten voor het opleeren onzer duiven.
Stappen worden aangewend bij de bevoegde overheid en er wordt eenen gunstigen uitslag voorzien. Voorwaar, een verheugend nieuws voor onze liefhebbers.
Zoo geraken wij toch stilaan in gang!


Ons Sport herleeft!

De Duif, 8 mei 1919

Sedert enkele weken worden hier te Antwerpen en omliggende, door sommige maatschappijen, kleine prijsvluchten ingericht zoals van Aalst, Dendermonde, Gent, enz.
’t Schijnt dat deze nog al nog al goed van stapel loopen. Zoo hoorden wij dat er op eenen prijskamp uit Gent verschillige poels tot 10 fr. genomen waren en een der prijswinnaars over de 300 fr. wegkaapte!
Zooals men ziet gaat het er hevig toe. Verschillende bonden zijn reeds bezig hunne drachten op te stellen daar zij van bevoegde zijde de verzekering hebben gekregen hunne verzendingen en prijskampen heel kortelings te mogen beginnen.
Wat zal’t er gaan spannen!


Monument aan de Oorlogsduif te Brussel

Het Monument aan de Oorlogsduif te Brussel werd onthuld in 1931 en herdenkt de "oorlogsduif" en de gevallen duivenliefhebbers van de Eerste Wereldoorlog. Nog ieder jaar op 11 november, de dag van de Wapenstilstand, komen de KBDB en La Colombe Joyeuse een krans leggen.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.