WILLY DANIELS - 1e en 2e Nationale Asduif Grote halve fond jaarse 2020

Liefhebber: 

“Zijn daden benne groot!” 

Als je oud genoeg bent, dan heb je ongetwijfeld vroeger op jeugdkamp gezongen van "Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein, zijn daden benne groot, zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de Zilv'ren Vloot!". 
Als je dan toch de beroemde Hollandse kaper niet kent of nooit zong over de "Spaanse matten en appeltjes van oranje", geen nood, want hier gaat het vandaag over Willy Daniels uit Kessel. Ook een kaper, maar dan van kopprijzen en eretitels. En over Daniels zou ik willen zeggen met een parafrase op Piet Hein: zijn kolonie is klein maar zijn daden "benne" groot! Of als je het liever hebt: zijn ego is klein, maar zijn prestaties zijn immens. Wie Willy ooit ontmoette, weet wat we bedoelen en weet dat hij, ondanks zijn overrompelend spel met zijn kleine kolonie, de eenvoud zelve is gebleven.

De hokken van Willy Daniels.
De bescheiden installatie in Kessel: links twee hokken voor telkens 8 duivinnen en achteraan de hokken voor een 60-tal jongen. De duivinnenhokken zijn blijkbaar ideale hokken met... golfplaten als dakbedekking. 
Overdag vertoeven de duivinnen in de ondertussen beroemde volières. De duiven mogen vooral geen tocht ondervinden. Van de volières is enkel de voorkant open en bovendien liggen de hokken daar goed ingesloten en afgeschermd voor de wind.

In het spoor van Maurice Voets

Maurits of Maurice Voets was net als onze gastheer woonachtig in Kessel, sedert 1976 deelgemeente van Nijlen. Samen met de al even bekende Karel Schellens zette hij Kessel op de wereldkaart zoals dat heet, toch de wereldkaart van de duivensport.
De duiven van Maurice waren erg gegeerd in zijn beste jaren en menigeen is er wel mee gevaren. Tot op heden vind je zijn naam nog terug in tal van pedigrees van goede en uitstekende duiven. Enkele van zijn bekendere duiven waren de Genopte Witslab, Dikke Genopte, Blauwe Bourges (3 nat.), de Witte Bourgesduivin, de Jonge As 77, de Blauwe As en natuurlijk zijn nestmaat de Lichte Bourges. Uit die Lichte Bourges en zijn broers zijn naderhand nationale winnaars, asduiven en olympiadeduiven voortgekomen. Ook en misschien vooral bij Daniels, maar dat vertellen we zo.
De Lichte Bourges 6263512-86 was een fenomeen met een erelijst om u tegen te zeggen:
4 nat. Bourges 13.798 d. 
35 nat. Bourges 29.048 d. 
6 Dourdan 1115 d. 
3 Etampes 1231 d. 
9 Etampes 1072 d. 
3 Dourdan 2240 d. 
13 Dourdan 1778 d.
Moeder van de Lichte Bourges was de oude soort van Voets; zijn vader was De Pol (soort van Ranne Goris x André Yskout, een verre neef van Theo) via Pol Seymus uit Herenthout.
Voets had ze natuurlijk ook van dorpsgenoot Schellens, o.a. uit een broer van de Nationaal, verder van Flor Vervoort, Walter De Rijck, Louis Deleus, Flor Engels, Louis Deweerd enz. Hij had een voorkeur voor goede duiven van goede spelers niet al te ver uit de buurt, want daartegen wil je toch winnen. 
Willy Daniels zal overigens deze filosofie overnemen: zoek het niet te ver... Denk nu vooral niet dat het een vreemdelingenlegioen was bij Voets: hij had zijn basiskern en daar zat veel Louis Deleus in uit de lijn van de Maes I en zijn illustere zoon de Vooruit, van zijn provinciale winnaar Châteauroux en uiteraard ook van De Fenomenale die een directe Stoces was.

Afstamming van (hier een broer van) de illustere Lichte Bourges van Maurice Voets.
Afstamming van (hier een broer van) de illustere Lichte Bourges van Maurice Voets in zijn eigen handschrift. Willy kreeg ze bij Voets van de beste, van de Lichte Bourges zelf, van zijn broers, van de fameuze Witslab, van de Chabot, van de pure Witte soort. Het waren natuurlijk ook niet allemaal goei of superkwekers. Maar als je er al één treft zoals de Witte 066 van 99, dan ben je de koning te rijk. Hij werd grootvader van de Olympiade 37 maar daarna ook stamvader van de hele kolonie.

De mens Maurice Voets

Voets woonde in de Rozenstraat in Kessel op amper 300 meter van Willy Daniels. Willy kon de duiven van Voets zien vallen vanuit zijn tuin. Voets was zowat een generatie ouder dan Willy en was al bij de betere van zijn tijd, toen Willy Daniels met de duiven startte in Kessel in 1977-78. Bij Voets kwam er vaak volk over de vloer, potentiële kopers, waaronder heel wat Duitse liefhebbers, maar ook geïnteresseerde kijkers, “letters” zoals dat heet. Daarbij waren vaak vitessers uit de buurt die bij Voets gingen kijken naar de duiven die van wat verder moesten komen. Eén van die vitessers was een zekere Willy Daniels. Want inderdaad, van huis uit was Willy een pure vitesser. Dat was zo bij vader Frans Daniels en dat was ook zo bij Willy Daniels wanneer hij met de duiven begon in Kessel. Quiévrain en Noyon... iets anders kenden hun duiven niet. Willy is niet te beroerd om toe te geven dat vader een heel gewone en hijzelf ook een matige duivenspeler was. Dat zou pas veranderen nadat de duiven van Maurice Voets hun intrede deden en dat was pas in de jaren ’90.
“Maurice was een stille, innemende mens,” typeert Willy hem. Ze konden het goed met elkaar vinden en Daniels werd een trouwe “letter” als de duiven bij Voets van Dourdan of Orléans of Bourges moesten vallen. Er groeide een stille vriendschap en zo verhuisde er af en toe al eens een duifje of een koppel eitjes van de Rozenstraat naar de Veldstraat.

Kliniek

“Ik denk niet dat ik Maurice Voets nog heb weten gaan werken,” vertelt Willy. En inderdaad, Maurice die toch een kleine 20 jaar ouder was dan Daniels, sukkelde erg met zijn gezondheid. Hij was niet enkel hartpatiënt, maar had ook veel rugpijn en zag af van de reuma. Toen hij eind jaren ’90 een tijdlang opgenomen werd in de kliniek, was hij maar al te blij dat hij in Willy Daniels een toegewijde en betrouwbare buur had, die al die tijd zijn duiven kwam verzorgen. Voets was hem daar ook erg dankbaar voor en bezorgde hem nog meer van de duiven, nu ook van zijn Lichte Bourges en zijn broers. “Ik kreeg zelfs een broer van de Lichte Bourges mee naar huis om er mijn goesting van te kweken en wellicht is dat het belangrijkste keerpunt geworden in mijn duivenloopbaan,” mijmert Willy Daniels nog na.
Willy zette de broer Bourges tegen een jaarse duivin van Mariën-Royberghs en daar werd zijn stamvader uit geboren: de Witte 6188066-99. In de stambomen van Daniels staat die Witte 066 steevast vermeld als “Grootvader Olympiade”, maar dat was niet zijn enige wapenfeit. Overigens was die duivin van Mariën-Royberghs een dochter van hun Dikke Voets. Het bleef in de familie.
Dat wit zat er fel in bij de duiven van Voets. Af en toe werd zelfs een hele witte geboren. Maar uit die witte en felle bonte werden daarna even goed terug blauwe en geschelpte gewonnen.
De duiven van Maurice Voets werden totaal verkocht in 2001 en Maurice zelf... die overleed op de operatietafel bij de ‘zoveelste’ heelkundige ingreep... 

Er was heel wat activiteit rond de diamantbewerking in de Kempen, zo ook in Nijlen en Kessel.
Er was heel wat activiteit rond de diamantbewerking in de Kempen, zo ook in Nijlen en Kessel. (afbeelding: Kempens Diamantcentrum)

Het steentje

Het “steentje” is een soort koosnaam voor de diamantindustrie, de verzamelnaam van slijpers, klievers, snijders en uiteraard ook slijpersbazen, makelaars en handelaars. Antwerpen mag dan wel de “Stad van het steentje” worden genoemd, dat belet niet dat er ook behoorlijk wat activiteit rond het steentje is, vooral was, in de Kempen rond centra als Nijlen, Berlaar, Lier (vakschool met opleiding ‘diamantbewerking’) en Kessel. Willy Daniels is ook zo een gepensioneerde diamantbewerker. Hij werkte vrijwel zijn hele carrière bij Van Dessel in Kessel, een klein familiebedrijf. René Mariën en André Royberghs waren ook diamantbewerkers. En Maurice Voets? Ja, die was ook diamantslijper, maar door zijn wankele gezondheid was hij vroegtijdig op pensioen gegaan “op de ziekenkas”. Van Karel Schellens is ook bekend dat hij in de diamantwereld zat, maar dat was op het zakelijk niveau waar veel geld mee gemoeid was. Schellens die “slijpersbaas” was, zat er dan ook warmpjes in en kon zich gemakkelijk een dure duif veroorloven. “Daar was niet tegen te bieden als hij zijn zinnen had gezet op een duif,” weet Willy nog.
Vandaag is de diamantbewerking in de Kempen verworden tot cultureel erfgoed, de kleinere slijperijen zijn verdwenen en veel van de arbeidsintensieve activiteiten zijn verhuisd naar de lageloonlanden.

Naar de halve fond

De grootste kentering die Voets teweeg bracht - naast de inbreng van misschien wel 20 rasduiven - was dat hij Daniels overtuigde om toch ook zelf eens wat verder te spelen. Voor een vitesser is “boven Parijs” gaan spelen een hele stap, maar vrij snel bleek dat die duiven dat goed genoeg konden.
In die tijd was er nog een lokaal in Kessel, maar door de snelle daling van het aantal leden is die lokale bond, zoals zoveel andere, opgedoekt. Nu speelt Daniels in de Duivenbond Bevel, waar er een mooi spel is, waar de concurrentie hard is en waar ingekorfd kan worden van Quiévrain tot en met de grote fond.
Het lukte Daniels aardig op de halve fond, en één van de exponenten van dat experiment was duif B6231037-05, later bekend als de Olympiade 37. Hij schitterde op de KHF met podiumplaatsen van Melun, Dourdan, Pithiviers...
“Wie weet zouden die duiven dat bij hem ook kunnen van Bourges, Argenton...? Dat konden ze toch bij Voets...” En Willy besloot de proef op de som te nemen en gaf de Blauwe 037 toch maar eens mee naar Châteauroux en Argenton. Van beide vluchten won hij de 1ste lokaal en de 5de provinciaal om daarna de kroon op het werk te zetten met een nationale overwinning, weer uit Argenton en dat tegen 5206 duiven. Alles samen was dat goed genoeg om België te vertegenwoordigen op de Olympiade in Dortmund.
Het is duidelijk dat Willy Daniels hierna nooit meer terug een pure vitesser zal worden.

De nestbroer

De Olympiade 37 werd verkocht maar gelukkig beschikte Willy nog over zijn nestbroer, de 038, en deze zal een raskweker blijken. De twee nationale asduiven van 2020 stammen er overigens van af: Louka, 2 nat. Asduif Jaarse 2020 is er zelfs nog een kleindochter van. Finne die eerste nationale asduif werd in 2020 stamt er ook van af, zij het iets verder.
Moeder van Louka is Aske I, B6201845-12, in 2012 Asduif in de Union en in 2014 Asduif in de Fondclub Bevel. En Aske I is zoals u al begreep een dochter van die Nestbroer. Zussen van Aske I waren Aske III en vooral Stefany, een revelatie op de grote halve fond met
2 Bourges 5691 d.
4 Châteauroux 5070 d.
6 Vierzon 9004 d.
15 Argenton 3383 d.
Waarmee ze 2 prov. Asduif Grote Hafo werd.
En Willy Daniels? Die had de smaak van de grote halve fond nu wel helemaal te pakken en zegt dat ook zelf: “De resultaten van de Askes en Stefany hebben mij helemaal over de brug gehaald om mij van dan af vooral toe te leggen op de nationaals.”

Toch vitesse

Dat Willy Daniels zich nu 100% toelegt op de grote halve fond, betekent niet dat hij geen respect meer heeft voor het vitessespel. Zo gaat hij nog af en toe naar de snelheidsduivels van Gert Heylen kijken in Berlaar wanneer hij zelf geen duiven verwacht. Gert beheerst het vitessespel als een virtuoos en dat al sinds vele jaren. Er zit overigens een flinke portie bloed, of genen als u wil, van de duiven van Gert in die van Willy Daniels. En Daniels heeft daar zo zijn eigen inzichten over: “Het is goed om af en toe een snelheidsduif in je stam te brengen, ook als je de halve fond speelt. Bij die duiven zijn snelheid en oriënteringsvermogen er als het ware ingebakken, en recht en snel vliegen moeten toch ook de duiven die van 500 km komen.”
Zo was de moeder van zopas vermelde Aske I en III en van Stefany van twee kanten Gert Heylen. Aan moeders kant kwam dat Heylenbloed wel via De Meyer en Zoon, die destijds met hun beroemde Zot het snelheidsspel in Kessel domineerden. Die Zot, B6135770-00, won zo maar 14 eerste prijzen en was een halve Gert Heylen uit een sneeuwwitte duivin.
Willy haalde door de jaren heen een viertal duiven bij De Meyer, waarbij een zus en een zoon van genoemde Zot, en neem van mij aan dat dit de perfecte aanvulling zal blijken voor zijn Voetsduiven. “De basis van mijn kolonie is Voets en De Meyer,” vat Willy Daniels het zonder omwegen samen.
Zo was ook de grootmoeder van de Olympiade 037 een duif van De Meyer en Zn.

Nageslacht Broer Lichte Bourges
(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Nikki

Met de Zoon van de Zot, ring B6044289-07, was het helemaal bingo bij Daniels. Gepaard aan een halfzus van de vader Olympiade (anders gezegd, een dochter van de Witte stamvader 066) gaf die Zoon Zot een handvol excellente duiven, waarvan Nikki de meest opvallende was natuurlijk. Op haar palmares:
1 nat. Châteauroux 18.604 d.
4 prov. Vierzon 10.480 d.
33 nat. Bourges 22.663 d.
51 nat. Bourges 16.859 d.
81 nat. Guéret 12.592 d.
175 nat. La Souterraine 7176 d.
277 nat. Bourges 19.655 d.
Haar naam deelt Nikki met de dochter van Willy en Any.
Maar Nikki had ook een broer, en een man als Daniels noemt die dan ook gewoon ‘Broer Nikki’... Maar een gewone is het niet, want vader van Sakira, B6051147-13, de duivin van wellicht één van de beroemdste kweekkoppels van de laatste 10 jaar: Florus x Sakira, of de ouders van Sara en Nadine. Als u Sara en Nadine niet kent, dan leefde u wellicht op een andere planeet in de gloriejaren 2016 en 2017 toen beide zussen 1 nat. Asduif GHF werden.

Florus

Sakira komt, zoals vermeld, uit die broer Nikki en die kwam uit de genoemde Zoon Zot van De Meyer. Maar ook de moeder van Sakira was een halve De Meyer plus nog eens 25% Gert Heylen. Om nog maar eens te zeggen dat de invoer van de snelheidsduiven een meesterlijke zet was van Willy Daniels.
Een andere meesterlijke zet van Daniels was het bijhalen van Florus, de doffer van het kweekkoppel. In de winter van 2012-13 kocht Daniels een bon van streekgenoot Alfons Hens. Naast die bon spraken ze af om ook nog een duifje te ruilen, en dat werd Florus, B6314344-13. Het was een kleinzoon van de Zute van Alfons, maar ook kleinzoon van de Limo, 4 nat. Limoges van 17 546 duiven. Er zat nog soort in van Henderickx en Zoon uit Berlaar.
Florus kwam tegen Sakira te staan en een wereldkoppel was geboren.
De eerste treffer was Sara B6034008-15. Zij werd 1 nat. Asduif GHF KBDB 2016 met
1 nat z. Issoudun 3586 d. (5 nat. 11.984 d.)
2 nat. Argenton 11.780 d.
28 nat. Bourges 19.889 d.
45 nat. Châteauroux 18.167 d.
119 nat. Argenton 10.753 d. 
Een jaar later doet haar volle zus, B6064083-16, toen nog Selin, het kunstje over en wordt 1 nat. Asduif GHF KBDB in 2017. Op haar erelijst:
1 iprov. Vierzon 4854 d.
3 nat. Argenton 22.645 d.
8 nat. Châteauroux 4421 d.
67 nat. La Souterraine 16.613 d.
73 nat. Châteauroux 26.695 d.
120 nat. Châteauroux 14.955 d.
De kranten en de media stonden bol van het nieuws van deze nooit geziene prestatie: 2 duiven uit hetzelfde koppel die nationale asduif worden. De boel ontplofte pas helemaal toen de duivin Selin, ondertussen herdoopt naar Nadine, met veel poeha voor een recordbedrag verkocht werd. Die “poeha” kwam wel niet van Willy, dat moge duidelijk zijn.
En Willy... hij blijft er redelijk filosofisch bij: “Als ze u zo een zot bedrag aanbieden voor een duif, ja dan is het niet wijs om die duif niet te verkopen... Voor gewone werkmensen als wij, was dat een leuke spaarpot!”

Nog Nikki

Naast Nikki en haar broer (grootvader van Sara en Nadine), kwam uit de Zoon Zot ook nog Kiara, een volle zus van Nikki, 1 nat. Châteauroux. En wat doet Kiara? Die zet Kaat op de wereld, op haar beurt goed voor
1 nat. Châteauroux 9540 d.
9 nat. Argenton 12.449 d.
86 nat. Bourges 19.889 d.
59 nat. Châteauroux 10.442 d.
Het is duidelijk dat Daniels iets heeft met Châteauroux, vanwaar hij al drie keer de nationale palm binnenhaalde.
Die derde keer was op conto van duivin B6082129-14, Any, genoemd naar de vrouw van Willy. En Any won
1 nat. Châteauroux 5886 d. (snelste van 27.051 d.)
6 nat z. La Souterraine 1740 d.
12 nat. Châteauroux 25.710 d.
44 nat z. Guéret 5821 d.
Any is licht ingeteeld naar de Witte 066 en is kleindochter van een zus van de Olympiade. U ziet: het hangt allemaal aan elkaar daar bij Daniels, en telkens komen we ook terug bij die Lichte Bourgessoort van Voets. Willy voegt er wel aan toe dat hij geen echte inteler is. Hij kweekt wel af en toe binnen de familie, maar dan in verwijderde familiekweek.

ERELIJST WILLY DANIELS
1e Nat. Argenton 5022 oude 2008
1e Olympiadeduif Halve fond Dortmund 2009
1e Algemeen Kampioen Antwerpse Fondclub 2013
1e Algemeen Kampioen Antwerpse Fondclub 2015
1e Nat. Châteauroux 5868 jaarse (snelste 27.051 d.) 2015
1e Nat. Châteauroux 18.604 oude 2015
1e Nat. Châteauroux 9540 jaarse 2016 (snelste 16.390 d.)
2e Nat. Argenton 12.449 d. (1e Nat Z. 3619 d.) 2016
1e Nat. Asduif Grote halve fond jaarse 2016
1e Superstar van het Jaar Gouden Duif Fond 2016
1e Nat. Kampioen Grote halve fond jaarse 2016
1e Interprov. Vierzon 4853 jaarse 2017
1e Nat. Asduif Grote halve fond jaarse 2017
1e Nat. La Souterraine 15.939 jl. 2020 (snelste 25.408 d.)
1e Nat. Asduif Grote halve fond jaarse 2020
2e Nat. Asduif Grote halve fond jaarse 2020
2e Nat. Kampioen Grote halve fond jaarse 2020

2020

Na de verkoop van Nadine werd er wel eens gefluisterd dat Willy Daniels niet snel zou terugkomen nadat hij zijn beste duivinnen had verkocht. 2020 zal het tegendeel meer dan bewijzen. Nu wint Willy niet enkel de 1ste nationale asduif, maar ineens ook de tweede nationale asduif erbij. De klasseduivinnen die hiervoor zorgden hebben we al even vermeld: Louka en Finne.
Louka, ring B6030207-19, is geboren uit samenkweek met Paul Huls. Haar vader is Zeno, door Paul gekweekt uit een zoon van Natalia (1 nat. Bourges voor Dirk Van Dyck) x de nestzuster van de Bolt van Leo Heremans. Het kan slechter.
Zeno was gepaard aan Aske I, zoals u ondertussen weet een dochter van de nestbroer Olympiade 037. Louka werd in 2020 2 nat. Asduif GHF KBDB met deze erelijst
4 nat. Bourges 22.502 d.
21 nat. Guéret 12.888 d.
74 nat. Argenton 26.085 d.
61 nat. Issoudun 18.176 d.
111 nat. La Souterraine 15.939 d.
205 nat. Châteauroux 33.833 d.
De hoofdvogel bij de nationale asduiven GHF Jaarlingen was echter voor haar hokgenote Finne, B6030104-19, met deze straffe erelijst:
1 nat. La Souterraine 15.939 d. 
11 nat. Issoudun 18.176 d. 
28 nat. Argenton 26.085 d. 
60 nat. Guéret 12.888 d.
Maar het bijhorend verhaal is al even straf... Nadat Finne de 1ste nationaal won uit La Souterraine, had ze nog 1 kopprijs te weinig om in aanmerking te komen voor nationale Asduif. Ze had al 3 topcoëfficiënten: 0.0063, 0.0319 en 0.1073... Dus als ze nog een keer vroeg kwam... En Willy gaf ze mee naar Guéret. Iedereen in zijn omgeving verklaarde hem zot of toch minstens roekeloos. En dan kwam Guéret. Er viel een eerste duif in Kessel, dan een tweede en een derde, maar geen Finne. “De angst sloeg me toch een beetje om het hart,” verklapt Willy nu... “Ik was dan ook superblij toen Finne hier dan toch als vierde duif landde. En dat was nog goed genoeg voor de 60 nationaal!” En dus met een coëfficiënt van 0.4655 meer dan goed genoeg voor de nationale titel.

Systeem

Willy Daniels is zelf overtuigd dat het vooral de kwaliteit is van de duiven die het hem doet. Hij heeft immers helemaal geen gesofistikeerd systeem, wel enkele basisregels. De belangrijkste voor hem is: lichte voeding. Ondanks het feit dat zijn duivinnen tot 10 keer mee moeten naar de grote halve fond, is Daniels geen voorstander van straffe kost. Zijn duivinnen moeten recupereren op een lichte dieetmengeling met vooral padi (ongepelde rijst), dari, cardy, tarwe en kleine Cribs maïs. Ze mogen wel hun buikje rond eten en daarna wordt de rest van het voer weggenomen. Naar de inkorving toe wordt daar nog ongeveer één vierde mais aan toegevoegd en de laatste dag worden ze nog opgevoerd met een energierijke mengeling, lees vetrijk voer.
Willy is wel voorstander van elektrolyten bij thuiskomst en daarna bijna dagelijks Avidress+ in de drinkpot. “Blijf vooral van de antibiotica af,” geeft hij nog mee als ultieme raad, “Je kunt er wel mee pieken, maar het blijft niet duren...” De antibiotica bij Daniels heten “natuurlijke weerstand, veel zuurstof en vooral tocht vermijden”... Qua extra’s moeten zijn duiven het hebben van de gewone dingen zoals biergist, melkpoeder, lookolie... Niks wereldschokkends dus.
Tot daar in een notendop het systeem van een melker pur sang. Wel - en dat zeggen we met het grootste respect - toch een beetje een melker van de oude stempel: no nonsens, weinig duiven en weinig poespas... Willy start elk seizoen met 16 duivinnen op weduwschap, oude en jaarlingen inbegrepen. De (relatief) kleine korf... en toch... begin er maar tegen!

Relativeren

Wat ons wellicht het meeste opviel tijdens ons gesprek is het relativerend vermogen van Willy Daniels. De successen zijn hem echt niet naar het hoofd gestegen. “Ge moet met uw voetjes op de grond blijven,” zegt hij hier zelf over, “voor ge het weet kan het voorbij zijn...”
En nog: “Ik heb met de duiven al veel geluk gehad... dat ik zo aan die duiven van Voets kwam, de duif van Fons Hens die een superkweker wordt, de nakweek van de Zot van Frans en Jurgen De Meyer, de samenkweek met Paul Huls waar Louka uit komt, de samenkweek met Jos Verberck waar dan Finne van voortkomt... ik heb al veel chance gehad.”
En hoe Daniels de toekomst ziet? “We doen voort zo goed als we kunnen. Maar elk seizoen is nieuw, zelfs elke wedstrijd is onvoorspelbaar... We zien wel wat 2021 brengt.”
En wij vertrekken met de vraag in ons achterhoofd: kun je nu echt zoveel geluk hebben.. of zou er toch ook veel finesse en kunde bij zijn? We denken vooral het tweede.
Het was in elk geval een fijn gesprek met een fijne mens, een fijne melker. 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.