STEFAAN LAMBRECHTS - 1e Nationaal Kampioen Grote halve fond Jonge duiven 2020

Liefhebber: 

Nijlen – Nijlen was vroeger de diamantslijpersgemeente bij uitstek en heel wat mensen verdienden het beleg op hun boterham dank zij “het steentje”. Ook de duivensport kende er een grote bloei en duivenbond Nijlen kon op een respectabel aantal leden rekenen.

Melker in de picture is niemand minder dan Stefaan Lambrechts (43) die de laatste jaren hoge ogen gooide in de nationale duivensport. In 2015 haalde zijn topduivin “Lincia” met veel bravoure de titel van 1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven binnen. In 2018 deed “Venus” de stunt nog eens over en werd op haar beurt 1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven. In 2020 werd hij dan 1e Nationaal Kampioen KBDB Grote halve fond jonge duiven.

Stefaan Lambrechts is van beroep duivenmelker. Partner en vriend Kevin helpt waar nodig is. De kinderen zijn nog wat te jong om te helpen op de hokken maar er is wel interesse op een speelse manier.
Corona zorgde er voor dat er minder bezoek kwam van buitenlandse melkers en dat liet zich ook gevoelen in de verkoop. Maar dat is eerder bijzaak, zegt Stefaan. Als we deze tijd maar vlug achter ons kunnen laten en terug het normale leven opnemen. Het is natuurlijk ook jammer dat na een jaar vol inzet er geen nationale en provinciale kampioenendagen zijn.
Stefaan Lambrechts: “We moeten voorzichtig zijn en nu we toch moeten thuis blijven vlot het werk beter op onze nieuwe locatie in Nijlen. Voorlopig wonen we nog in Berlaar waar ook de kwekers nog zitten. Maar de vliegduiven worden al enkele jaren gespeeld op de nieuwe locatie in Nijlen.
Berlaar oogstte de laatste tijd heel wat bekendheid, zeker met Gaston Van de Wouwer op radio en televisie. Nijlen was vroeger een van de grootste duivenbonden in België. Maar het aantal leden daalde van 425 leden in 1960 tot 40 leden in 2020. We zijn met niet veel meer maar wel met een groep duivenmelkers die goed aan elkaar hangt. Wij spelen de kleine halve fond in Nijlen en Bevel en de grote halve fond in Bevel.”  

De riante hokken in Nijlen.
De riante hokken in Nijlen.

Een blitzstart

“Vader was zeker geen goede duivenmelker maar hij is wel een goede hulp geweest toen ik nog naar school ging en ging werken. Hij voerde uit wat ik van hem verlangde, niet meer niet minder. Ik denk dat dit mijn grote troef was! Wanneer ik het duiveneten klaar zette zou hij nooit een korrel meer geven al waren de duiven nog zo hongerig. Zo kon ik perfect alles sturen.
Van zodra ik kon lopen zat ik al op de duivenhokken bij mijn oom Cyriel Lambrechts die ook mijn buurman was. Ik zag en leerde veel daar. Toen ik 9 jaar oud was kreeg ik van hem een klein hokje dat in de hoek van de tuin stond. Het was nog meegekomen van de boerderij van bij mijn grootvader. 
In 1987 is alles begonnen met een 6-tal duiven. In dat jaar kreeg ik wat jonge duiven van mijn twee ooms Cyriel en Emanuel Lambrechts. En het was direct raak want ik maakte een superjaar. Ik won als 11-jarig manneke dat jaar 200.000BF (€5000) met een inleg van 25 euro per week en dat was voor mij als kleine beginner heel veel geld. Wat denk je zelf? Ik was verkocht en de duivenmicrobe had me te pakken.
Van 1987 tot en met 2008 werd er enkel snelheid gespeeld met jonge duiven en ik heb goed mijn plan getrokken in ons klein maar sterk verbond. Vanaf 2009 heb ik een nieuw avontuur opgezocht... de halve fond. We speelden de halve fond met de duivinnen en de doffers nog op de snelheid. Het was direct een succes op de kleine halve fond en op één jaar kregen we meer naambekendheid dan 20 jaar matig tot goed spel op de snelheid.

De jaren 2010, 2011 en 2012 waren de laatste jaren dat ik nog snelheid speelde en dat ik me toch had opgewerkt tot een van de betere snelheidsspelers uit de regio. Dus tijd om verder te gaan en in schoonheid de “vitesse” achter me te laten.
Het is begonnen in 2010 met de 6e Nat. Asduif KBDB Snelheid wat toch niet zo gemakkelijk was in een klein verbond met weinig duiven. En tot op heden heb ik me elk jaar wel ergens kunnen klasseren in een nationale ranking. Toch iets waar ik trots op ben met als hoogtepunten...
2013:
2e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jongen.
2015:
1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jongen met de laagste coëfficiënt ooit
2018:
1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jongen
2020:
1e Nat. Kampioen Grote Halve Fond Jongen
1e Prov. Kampioen Grote Halve Fond Jongen
3e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jongen

Wij spelen de jongen op de schuifdeur en de oude doffers en duivinnen op het klassiek weduwschap.”

Deze resultaten werden behaald op alle nationale wedstrijden voor jonge duiven van 2018 tot 2020:

  • Er werden 12 wedstrijden gevlogen
  • Er werd 10 x gestart met de eerste duif in top 44
  • Er werd 44 x top 100 gevlogen 
  • 1e Nat. Kampioen Grote halve fond jonge duiven KBDB 2020
  • Er werden gemiddeld 67 duiven gespeeld per wedstrijd met 50% prijspercentage

Basis van de kolonie

“Ik ben gestart met duiven van mijn twee ooms Cyriel en Emanuel en vanaf 2005 ben ik links en rechts wat gaan bijhalen. Dat begon bij Geert Lambrechts, Hallaar (geen familie). Daarna volgden Gert Heylen, Berlaar (2007), Jos Van Loock, Berlaar (2007). In 2007 werd er aan samenkweek gedaan met Robin Van Leuven, Berlaar. Later nog duiven van Bart Henderickx, Berlaar (2008), Alex Dockx, Berlaar (2008), Dirk Van Den Bulck, Grobbendonk (2009), Jelle Roziers, Itegem (2010). In 2013 en 2014 werd een ronde uit vliegers gehaald bij Dirk Van Den Bulck. Meer recent kwamen er nog duiven bij van Silvain Verherstraeten, Herentals (2016) en Rudi Van Reeth, Herenthout (2015).
Al deze liefhebbers hebben mijn oude soort duiven een serieuze boost gegeven. Vanaf 2010 is mijn liefhebberij in stijgende lijn gegaan en tot op heden is dat de basis van mijn kolonie.”

Binnenzicht van het hok van weduwnaars.Klassiek weduwschap

Met 30 doffers wordt het klassiek weduwschap gespeeld en die worden half februari gekoppeld en broeden 5 tot 7 dagen. Zij worden opgeleerd tijdens het broeden en worden dan verder 1x per week gelost op 40 of 70 km. In volle seizoen komen de doffers tweemaal daags een uur los voor de training. Op het einde van het seizoen wordt er maar 1x daags meer getraind. Tijdens de twee maand na het broeden werden de doffers “lichtjes” verduisterd.
In het begin van het seizoen komen doffers en duivinnen bij de inkorving niet samen. Naarmate het seizoen vordert gebeurt dat wel. Na aankomst van de halve fond blijven de partners tot ‘s avonds samen. Vanaf de langste dag worden de doffers bijgelicht tot einde seizoen.

Weduwschap met duivinnen

Met 22 duivinnen wordt het klassiek weduwschap gespeeld met een partner die thuis blijft.  Ze worden ook begin maart gekoppeld en worden na het opleren ook gans het seizoen 1x per week weggevoerd tot 40 of 70 km. Er wordt één maal per dag een vol uur getraind. Gedurende gans het seizoen blijft het op de hokken van de duivinnen duister. In het begin komen de duivinnen bij de inkorving niet samen met hun partners maar naar mate het seizoen vordert gebeurt dat wel. Na thuiskomst van de halve fond blijven duivinnen en doffers tot ‘s avonds samen. 
De duivinnen verblijven op een hok met gewone woonbakken. De onderste rijen woonbakken worden tijdens de week gesloten en alleen de twee bovenste rijen staan open. Deze worden met tussenschotten in 3 smalle vakken verdeeld wat het onderling paren voorkomt. In het begin van de week worden de duivinnen iets lichter gevoederd.

300 jonge duiven

Er worden jaarlijks zo’n 300 jonge duiven gekweekt. Het spel met de jonge duiven is voor Stefaan altijd een passie geweest. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 22 à 23 dagen. Direct nadat de jongen gespeend worden wordt er gestart met het verduisteren van 17 u tot 9 u tot de langste dag. Vanaf 21 juni wordt er bijgelicht tot einde seizoen.
De laatste jaren worden de jongen intensiever opgeleerd. Ze “trekken” minder dan vroeger en dat waarschijnlijk omdat de groep te groot is. Het opleren gebeurt vooral in het begin op een voorzichtige manier. De jongen worden 5 x op 1 km gelost tot de stress van de mand verdwenen is. In totaal worden de jongen een tiental keren met de wagen weggevoerd. Vanaf de eerste Quiévrain worden ze dan nog 1x per week weggevoerd tot 40 of 70 km of soms ook niet.
De jongen worden verdeeld over 8 hokken en in het begin komen ze hok per hok los. Wanneer ze al “trekken” wordt er om de 5 minuten een hok jongen gelost. Eerst komen de jonge duivinnen aan de beurt. Wanneer die terug binnen zijn komen de jonge doffers los. De jongen trainen zoveel mogelijk in de voormiddag.
Na de eerste provinciale wedstrijd voor jonge duiven wordt de schuifdeur ingevoerd. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen heel even samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot ‘s avonds.
Naarmate het seizoen vordert komen er meer en meer kartonnen dozen en wegkruipbakjes op de hokken om de jongen te motiveren. De jongen worden vooral gespeeld op kleine en grote halve fond.

Een perfect voedersysteem

De doffers en duivinnen worden iedere week gespeeld. Bij aankomst van een wedstrijd wordt er alleen snoepzaad gevoederd en er zijn elektrolyten in het drinkwater. ‘s Avonds wordt er vetrijke mengeling verstrekt. Op zondag en maandag krijgen de duiven ‘s morgens niets te eten en ‘s avonds een lichte mengeling. Op dinsdag en woensdag wordt het sportmengeling voor de doffers en een lichte mengeling voor de duivinnen. Op donderdag wordt het ‘s morgens sportmengeling voor doffers en duivinnen en ‘s avonds vetrijke mengeling voor beide. Vrijdag (inkorving) om 10 u worden de voederbakken gevuld met een vetrijke mengeling voor doffers en duivinnen en ze krijgen eten tot aan de inkorving.
In het begin van de week gaat er proteïne over het voeder van zowel doffers als duivinnen. Op dinsdag gaat er “Extra Energie” + “Conditiepoeder” + “Amino Forte” over het voeder. Op woensdag wordt het dan “Extra Energie” + “conditiepoeder” + “Vita Tonic” over het eten. Op donderdag gaat er “olie” over het voeder.
De jonge duiven volgen in grote lijnen hetzelfde voederschema als de oude duiven.

HIGHLIGHTS 2017-2020
1e Nat. Kampioen Grote Halve Fond Jonge KBDB 2020
1e Prov. Kampioen Grote Halve Fond Jonge KBDB 2020
1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge KBDB 2018
1e Prov. Kampioen Kleine Halve Fond Jonge KBDB 2017
3e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jonge KBDB 2020
3e Nat. Asduif Grote Halve Fond 7 KBDB-races 2019
7e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jaarlingen KBDB 2018
9e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jaarlingen KBDB 2020
9e Nat. Asduif Kleine Halve Fond KBDB 2017
10e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jaarlingen KBDB 2018
10e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge KBDB 2019
11e Nat. Asduif Kleine Halve Fond 4 KBDB-races 2019
12e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge KBDB 2018
18e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jonge KBDB 2020

Gele druppels

Er wordt in principe medisch niet veel ondernomen. Het meeste moet de melker zelf zien en weten en heel wat zaken worden onder controle gehouden door het “verzuren” van het drinkwater.
Stefaan Lambrechts stelt zijn vertrouwen in de dierenartsen Henk de Weerd en Vincent Schroeder. Voor aanvang van het vliegseizoen worden de duiven “zuiver” gezet van trichomonas. In de loop van het seizoen wordt er dan maandelijks een trichopil opgestoken. Op aanraden van de dierenarts wordt er behandeld tegen luchtweginfecties. Op de dag van aankomst van een wedstrijd gaan er gele druppels over het voeder. 
Elk jaar zijn er bij de jonge duiven problemen met “one eye cold”. Er werden al veel zaken uitgeprobeerd maar de oplossing is nog steeds niet gevonden.
Wanneer adeno de kop opsteekt maar de symptomen zijn niet dramatisch dan wordt er een paar dagen weinig gevoederd. Een paar weken voor aanvang van het seizoen wordt er 10 dagen behandeld tegen paratyfus en daarna wordt er ingeënt.
Tegen one eye cold werd er al veel geprobeerd maar nog niets gevonden dat echt helpt. Geduld hebben is de boodschap.
Tegen paramyxo wordt er tweemaal behandeld. Eén maal bij het spenen van de jongen en een maand later wordt deze inenting herhaald.

Prima hokken

Er wordt gespeeld op 65 m vlieghokken die onderverdeeld zijn in 10 compartimenten. Dat zijn er 8 voor de jonge duiven 1 voor de oude duivinnen en 1 voor de oude doffers. Het zijn tuinhokken waarvan de wanden en het plafond geïsoleerd zijn. Het dak van de hokken is licht afhellend naar voor en vooraan is een strook van 10 cm voorzien voor de verluchting. In het plafond op het hok is er een beperkte verluchting. De hokken hebben schuiframen waardoor de duiven  los komen maar ze komen binnen via de spoetnik. De duiven zitten allemaal op houten roosters en de hokken zijn voor 90% uitgerust met mesttransportbanden.
Vooraleer de jongen na het spenen op de hokken komen wordt er grote kuis gedaan met Dettol of Javel en daarna wordt ook de gasbrander gebruikt. In de loop van het seizoen staat er een drinkpot op het hok terwijl de andere staat te drogen. 

Weinig nieuwe inbreng

De kwekers worden ca. half december gekoppeld. Met de kwekers heeft Stefaan 2 à 3 jaar geduld naargelang de afstamming. Er worden momenteel nog zeer weinig duiven bijgehaald. Er wordt niet veel meer aan familiekweek gedaan. In 2018 was dat anders toen ik mijn oude verkocht heb om zo mijn oude lijnen een beetje op het hok te houden.

Selectie op prestaties

“De vliegduiven worden geselecteerd op de prestaties. Onbevlogen broers en zusters van toppers moeten aan alle eisen voldoen om te kunnen blijven.
Een goede eigenschap voor een topduif is dat alles in verhouding is. Bij de gemiddelde duif op mijn hok is de verhouding goed maar ik zou ze nog iets kleiner willen krijgen. Er zit nog teveel “sprint” in. Ze moeten het toch allemaal meesleuren!
Het is mooi als je een goede duif hebt met een mooie afstamming. Maar ik ben toch even blij met die goeie duif. En wie weet wordt dat niet na enkele jaren wel een belangrijke afstamming?”

Enkele toppers

  • “Casa 86” NL20-1062086 heeft een belangrijke bijdrage geleverd in het behalen van het nationale kampioenschap en is tevens 3e Nationale Asduif Grote Halve Fond Jongen  met 5e nat Chateauroux 20789 d, 3e Sermaises 2182 d, 70e nat. Bourges 28551 d, 114e nat. Chateauroux 15322 d, 2443e nat. Argenton 23280 d. Het is een rechtstreekse van Henk Simonsz (NL) uit 19-986 “Simba” (Goorbergh-Couwenberg) x 17-032 “Spikkel 32” (Gert Rotman).
  • “344” B20-6014344 is 4e Prov. Asduif Grote Halve Fond en 18e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jongen met 69e nat. Argenton 23280 d, 49e nat Chateauroux 15322 d, 22e Fay-aux-Loges 2805 d, 482e nat. Bourges 28551 d.
  • Geertje” B19-6091121 werd 9e Nationale Asduif Kleine Halve Fond Jaarlingen met 2e Sermaises 2010 d, 2e Sermaises 920 d, 3e Sermaises 439 d, 6e Melun 355 d en 19e Sermaises 3735 d.

Een speciaal geval

Het is een speciaal geval, dit duifje B19-6091121, weet Stefaan te vertellen. Het duifje werd gekocht door Bart en Nance Van Oeckel van Geert Lambrechts en tot 2 keer toe crashte ze in Nijlen. Ze werd opgehaald door Bart Van Oeckel maar bij de 2e keer is er in onderling overleg besloten deze toch maar hier te laten zitten. Als jonge duif raakte “Geertje” geen papier maar toch werd ze weerhouden vanwege het verhaal en ergens geloofde ik gewoon in dit duifje. Vanaf de 2e vlucht als jaarse is ze gaan presteren en is er niet meer mee gestopt, lacht Stefaan zijn tanden bloot. 

RESULTS 2020
31.8 Melun (315 km) 2581 jonge:
1-2-9-11-12-13-13-13-16-17-20-23-39-40-41-54-60-61-64-66-69-70- 71-73-76-82-84-97-97-101-104-128-130-131-134-155-159-163-164-168- 169-191-200-202-227-229-230-234-241-248-249-254-255... (105/173)
31.8 Melun (315 km) 355 oude:
2-5-6-10-12-14-17-20-24-25-32-33... 19/26
12.9 Nationaal Chateauroux (550 km) 15.322 d.: 
44-47-49-50-51-64-94-113-160-165... 

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.