Liefhebber:
Onderwerp:
Nijlen – Nijlen was vroeger de diamantslijpersgemeente bij uitstek. Het "Diamantpad" (30 km lang) herinnert nog aan de hoge vlucht die "het steentje" in de vorige eeuw hier nog maakte. Ook de duivensport kende er een grote bloei en nog steeds kan de duivenbond Nijlen op een respectabel aantal leden rekenen.
Blikvanger van afgelopen seizoen was niemand minder dan Stefaan Lambrechts (41) die zijn derde seizoen als professionele duivenmelker met glans afwerkte. In 2015 haalde zijn topduivin “Lincia” met veel bravoure de titel van 1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven binnen. In 2018 deed “Venus” de stunt nog eens over en werd op haar beurt 1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven. Maar de oogst in de nationale kampioenschappen was nog imposanter met ook nog 12e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven, 7e en 10e Nat. Asduif kleine halve fond jaarse en 8e Nat. Kampioen kleine halve fond jonge duiven. Een formidabele prestatie als u het ons vraagt !
Een magnifieke start
Voor één keer was vader geen duivenmelker. Stefaan Lambrechts werd door zijn nonkels Cyriel Lambrechts en Emanuel Lambrechts met de duivenmicrobe besmet. Hij had grote interesse voor duiven en voor hij kon lopen zat hij reeds op het duivenhok. Op een stuk landbouwgrond stond een klein hokje dat als opslagruimte dienst deed maar toen Stefaan 10 jaar oud was kreeg hij dit hokje en mocht er zijn eerste duiven op onderbrengen. We schrijven 1987 en met vier duiven werd er begonnen aan een duivenmelkercarrière die later een enorme explosie van klasse zou kennen. In 1988 zorgden de beide nonkels voor een ploegje van 30 jonge duiven om mee te spelen. De jonge Lambrechts lukte een superseizoen met meerdere eerste prijzen. Als 11-jarige knaap speelde hij met een startkapitaal van 1000 BF op het einde van het seizoen 200.000 BF bij elkaar. Dat was een fortuin voor deze kleine bengel en toen had hij de smaak wel echt te pakken.
In 1989 werd het oude hok van 4 m uitgebreid tot 8 m en stilaan ging Stefaan met meer duiven spelen. Hij heeft in die periode altijd goede duiven gehad maar de echte kopvliegers ontbraken en in 2007 werden de eerste duiven bijgehaald van Jos Van Loock, Berlaar. Dat jaar werden er ook duiven gehaald bij Gert Heylen, Berlaar. De combinatie “Blauwe Gert” x “Van Loockduivin” werd het stamkoppel van Stefaan Lambrechts.
In 2009 werden er 3 duiven bijgehaald van Dirk Van den Bulck, Grobbendonk waarmee er formidabel gelukt werd. Verder was er nog een inbreng van Geert Lambrechts, Hallaar en Bart Hendrickx Berlaar. Daarna werden nog enkelingen bijgehaald van Robin Van Leuven, Berlaar; Alex Dockx, Berlaar; Eric Volkaerts, Berlaar; Rudy Van Reeth, Herenthout en Sylvain Verhestraeten, Herentals.
In 2010 werd er nog een tiental duiven bijgehaald van Dirk Van den Bulck. Die werden op het kweekhok geplaatst en gekruist met de eigen duiven. Dirk kwam ook enkele duiven bij Stefaan halen.
In 2011 werd een directe Stefaan Lambrechts vader van de 1e Olympiadeduif van Dirk Van den Bulck. Bij Dirk werd die moeder van “De Kittel” of de 1e Nat. Asduif Snelheid 2013. Dit werd een zeer bekende duif en dat betekende voor Stefaan de eigenlijke start van duivensport op hoog niveau.
Dirk en Stefaan waren goed met elkaars duiven en in 2013 en 2014 werd een ronde jongen van de weduwnaars bijgehaald en enkele duiven uit de kwekers. Ook het buitenland kreeg nu interesse voor de Lambrechtsduiven !
In 2012 werden de eerste duiven verkocht aan Willem de Bruijn (30 stuks) en Willem heeft Stefaan wereldberoemd gemaakt. Andere Nederlanders volgden in zijn spoor en er gingen duiven naar Hans & Evert-Jan Eijerkamp, Brummen (ze vlogen fantastisch als jaarling), naar Herman Pouw, Utrecht (kende een superseizoen) en naar Kas Meijers, Ootmarsum die er zijn 1e Olympiadeduif uit fokte.
Van 1987 tot 2008 werd er alleen snelheid met jonge duiven gespeeld. Vanaf 2009 werd er alleen met jonge duiven op de kleine halve fond gespeeld en dat was meteen al een superjaar. In 2017 werd voor het eerst met jaarlingen gespeeld.
Ook op eigen hok verzamelde een geweldig presterende vliegploeg een resem titels in de nationale kampioenschappen.
2010
6e Nat. Asduif snelheid jonge duiven
2011
10e Nat. Kampioen snelheid jonge
2013
2e Nat. Asduif kleine halve fond jonge
2015
1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge
9e Nat. Asduif kleine halve fond jonge
14e Nat. Asduif kleine halve fond jonge
2016
14e Nat. Asduif kleine halve fond jonge
2018
1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge
12e Nat. Asduif kleine halve fond jonge
7e Nat. Asduif kleine halve fond jaarse
10e Nat. Asduif kleine halve fond jaarse
8e Nat. Kampioen kleine halve fond jonge
Jaarse doffers verduisterd
Stefaan Lambrechts kwam aan de start van het seizoen 2018 met 30 jaarse duivinnen en 30 jaarse doffers die beide op het weduwschap gespeeld werden, 300 jonge duiven en 70 koppels kwekers.
De jaarse doffers werden begin maart voor de eerste keer gekoppeld en hebben alleen maar gebroed. Zij werden opgeleerd tijdens het broeden en werden dan verder gans het vliegseizoen 1 x per week gelost op 40 of 70 km.
In volle seizoen kwamen de doffers tweemaal daags een uur los voor de training. Op het einde van het seizoen werd er maar 1x daags meer getraind. Tijdens de twee maand na het broeden werden de doffers “lichtjes” verduisterd. In het begin van het seizoen kwamen doffers en duivinnen bij de inkorving samen en daarna niet meer maar er was geen verschil te merken in de prestaties. Na aankomst van de halve fond bleven de partners tot ‘s avonds samen.
Jaarse duivinnen op weduwschap
De 30 jaarse duivinnen werden ook op het klassiek weduwschap gespeeld met een partner die thuis bleef. Ze werden ook begin maart gekoppeld en werden na het opleren ook gans het seizoen 1x per week weggevoerd tot 40 of 70 km. Er werd één maal per dag een vol uur getraind. Gedurende gans het seizoen bleef het op de hokken van de duivinnen duister. In het begin kwamen de duivinnen bij de inkorving ook samen met hun partners maar daarna niet meer. Na thuiskomst van de halve fond bleven duivinnen en doffers tot ‘s avonds samen.
De duivinnen verblijven op een hok met gewone woonbakken. De onderste rijen woonbakken worden tijdens de week gesloten en alleen de twee bovenste rijen staan open. Deze worden met tussenschotten in 3 smalle vakken verdeeld wat het onderling paren voorkomt. In 2018 waren er twee duivinnen met elkaar gepaard maar ze bleven presteren.
Een grote ploeg jongen
Er werden 300 jonge duiven gekweekt uit de kwekers en het spel met jonge duiven is altijd de passie geweest van Stefaan Lambrechts. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 21 dagen. Vroeg spenen maakt de jonge duiven veel rustiger op het hok dan wanneer dat gebeurt op latere leeftijd aldus onze nationale kampioen.
Eén week nadat de jongen gespeend werden werd er gestart met het verduisteren en dit tot eind mei. Vanaf 21 juni werd er bijgelicht tot einde seizoen.
Het opleren van de jonge duiven gebeurt vooral in het begin op een voorzichtige manier. De jongen worden 5 x op 1 km gelost tot de stress van de mand verdwenen is. In totaal worden de jongen een tiental keren met de wagen weggevoerd. Vanaf de eerste Quiévrain worden ze dan nog 1x per week weggevoerd tot 40 of 70 km.
De jongen worden verdeeld over 8 hokken en in het begin komen ze hok per hok los. Wanneer ze goed “trekken” wordt er om de 5 minuten een hok jongen gelost. Eerst komen de jonge duivinnen aan de beurt. Wanneer die terug binnen zijn komen de jonge doffers los.
Twee weken voor Bourges wordt de schuifdeur ingevoerd. Bij het inkorven worden de deuren open gezet, de manden worden gehaald en er wordt meteen begonnen met de duiven in de mand te zetten. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot ‘s avonds. Ook werd er een ploegje jonge duiven op het echt weduwschap gespeeld. Maar in 2019 wordt het geweer van schouder veranderd. Alle jongen zullen op de schuifdeur gespeeld worden en de oude en jaarse doffers op het totaal weduwschap. Belangrijk voordeel bij het totaal weduwschap is dat je minder duiven nodig hebt.
Melun | 1758 jo | 2, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12, 13,14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 26, 27, 29, 32, 33, 34, 34, 36, 37, 39, 40, 41, 42, 44, 46, 49, 50, 51, 53, 54, 55, 56 , 57 enz. (99/109) |
Chateauroux IV | 12.885 jo | 11, 16, 17, 26, 27, 38, 40, 48, 83, 89, 110, 116, 117, 154, 222, 320, 322, 342, 353, 374, 382, 383 enz. (65/94) |
Chevrainvilliers | 2128 jo | 1, 2, 3, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 19, 21, 22, 24, 25, 26, 33, 35, 38, 40, 41 enz (71/95) |
Bourges II | 1e Zone B1 7.514 j.d. 1e Zone B1 2.836 jl. |
1e Nat. Asduif “Venus”
“Venus” B18/6156231 werd de 1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven 2018. Deze duivin werd slechts 4x gespeeld en won in haar korte carrière 2e Chevrainvilliers 1.645 d, 3e Chevrainvilliers 1.303 d, 4e Melun 1.563 d, 5e Melun 902 d en verzamelde hiermee een coëfficiënt van 1,1173.
Het is een licht geschelpte duivin uit de middelmaat. Het is een mooie, rustige duif die steeds vlot binnen liep bij aankomst van een wedstrijd. Het is een geweldig gespierde duif die op de schuifdeur gespeeld werd maar ze had wel geen partner. Maar dat weerhield haar niet om de nationale titel op een magistrale wijze binnen te halen.
Voedingssupplementen
De jaarse doffers en duivinnen worden iedere week gespeeld. Bij aankomst van een wedstrijd wordt er alleen snoepzaad gevoederd en er zijn elektrolyten in het drinkwater. ‘s Avonds wordt er vetrijke mengeling verstrekt. Op zondag en maandag krijgen de duiven ‘s morgens niets te eten en ‘s avonds een lichte mengeling. Op dinsdag en woensdag wordt het sportmengeling voor de doffers en een lichte mengeling voor de duivinnen. Op donderdag wordt het ‘s morgens sportmengeling voor doffers en duivinnen en ‘s avonds vetrijke mengeling voor beide. Vrijdag (inkorving) om 10 u worden de voederbakken gevuld met een vetrijke mengeling voor doffers en duivinnen en ze krijgen eten tot aan de inkorving.
In het begin van de week gaat er proteïne over het voeder van zowel doffers als duivinnen. Op dinsdag gaat er “Extra Energie” + “Conditiepoeder” + “Amino Forte” over het voeder. Op woensdag wordt het dan “Extra Energie” + “conditiepoeder” + “Vita Tonic” over het eten. Op donderdag gaat er “olie” over het voeder.
De jonge duiven volgen in grote lijnen hetzelfde voederschema als de jaarse duiven.
Gele druppels
Stefaan Lambrechts stelt zijn vertrouwen in de dierenartsen Henk de Weerd en Vincent Schroeder. Voor aanvang van het vliegseizoen worden de duiven “zuiver” gezet van trichomonas. In de loop van het seizoen wordt er dan maandelijks een trichopil opgestoken.
Op aanraden van de dierenarts wordt er behandeld tegen luchtweginfecties. Op de dag van aankomst van een wedstrijd gaan er gele druppels over het voeder.
Elk jaar zijn er bij de jonge duiven problemen met “one eye cold”. Er werden al veel zaken uitgeprobeerd maar de oplossing is nog steeds niet gevonden.
Tegen paratyfus wordt er 10 dagen behandeld en daarna wordt er ingeënt.
Moderne hokken
Er wordt gespeeld op 40 m vlieghokken die onderverdeeld zijn in 10 compartimenten. Dat zijn er 8 voor de jonge duiven 1 voor de jaarse duivinnen en 1 voor de jaarse doffers. Het zijn tuinhokken waarvan de wanden en het plafond geïsoleerd zijn. Het dak van de hokken is licht afhellend naar voor en vooraan is een strook van 10 cm voor de verluchting. In het plafond op het hok is er een beperkte verluchting. De hokken hebben schuiframen waardoor de duiven los komen maar ze komen binnen via de spoetnik. De duiven zitten allemaal op houten roosters en de hokken zijn voor 90% uitgerust met mesttransportbanden.
Vooraleer de jongen na het spenen op de hokken komen wordt er grote kuis gedaan met Dettol of Javel en daarna wordt ook de gasbrander gebruikt.
Kopprijzen tellen
Van de 60 jaarse doffers en duivinnen bleven er aan het einde van de rit welgeteld 10 over en van de 300 jongen kregen er 80 een verlengd verblijf. De selectie gebeurt alleen op de behaalde resultaten. Het moeten kopvliegers zijn en 3 wedstrijden op 6 in de spits geeft een voldoende. Broers en zusters van de toppers mogen zonder presteren naar het kweekhok maar na 2 à 3 jaar moeten er resultaten zijn. Het zijn uiteraard vooral de beste vliegers die op het kweekhok komen.
Graag met veel duiven
Wat betreft groot of klein, oog en vleugel wordt er aan compensatiekweek gedaan. De bedoeling is de perfecte duif te fokken
De gouden bloedlijn doorheen de kolonie wordt gevormd door de duiven van Dirk Van den Bulck die voor 80% de dienst uitmaken. En wat de prestatiedrang betreft is Stefaan nog boordevol ambitie.
Stefaan Lambrechts: “Ik ben tegen de inkorfbeperking en speel graag met veel duiven. Eigenlijk zouden we moeten blij zijn dat er nog melkers zijn die met een grote ploeg spelen. Met veel duiven spelen is zeker niet gemakkelijk. Het betekent meer werk en ge moet ogen op uw rug hebben om alles te zien wat er reilt en zeilt op het duivenhok. Een grote groep goed laten trainen is zeker niet eenvoudig. Het enige voordeel is dat wanneer je met een grote ploeg duiven speelt die de conditie te pakken heeft er stuntuitslagen in de maak zijn.
Auteur: