Liefhebber:
Onderwerp:
Heusden-Zolder – Heusden-Zolder is een gemeente in de provincie Limburg en ontstaan door de fusie van de gemeenten Heusden en Zolder. De Omloop van Terlaemen is er een bekend racecircuit. In 1964 werd er de eerste formule 2-race georganiseerd maar door de veiligheidsproblemen van Spa-Francorchamps kwam de Omloop van Terlaemen begin jaren zeventig in aanmerking voor de Grand Prix Formule 1 van België.
Na de heropening van Spa-Francorchamps voor de formule 1 kwam de Grand Prix voor het laatst naar Zolder in 1984. De Omloop van Terlaemen werd internationaal bekend door het verongelukken van Gilles Villeneuve die in botsing kwam met de wagen van Jochen Mass. In 1969 en 2002 werd het Wereldkampioenschap op de weg er georganiseerd en Harm Ottenbros en Mario Cipollini zwaaiden er met de bloemen.
Afgelopen seizoen zwaaide de tandem Schroyen-Henderix er nu met de bloemen nadat ze een knap seizoen 2016 bekroonden met de titels van 1e Nat. Kampioen Kleine Halve Fond Jonge duiven KBDB en 1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge duiven KBDB.
Fernand en Jacqueline
Fernand Schroyen (67) en Jacqueline Henderix vormen de tandem Schroyen-Henderix in de duivensport maar ze zijn ook een tandem voor het leven. Om het met de woorden van Fernand te zeggen... in beide zijn ze succesvol.
Vader was helemaal geen duivenmelker maar nonkel Francois en nonkel Jef waren dat wel. Als klein manneke was Fernand al gefascineerd door duiven. In 1979 is hij met “slachtduiven” gestart maar helemaal niet door zijn liefde voor de gevleugelde atleten. Hij was visser en in het visvoer om de vissen te lokken wordt er duivenmest gemengd. Kort daarna is hij met vissen gestopt en werd duivenmelker met slechte duiven zegt hij zelf. Hij kreeg een koppel duiven van een werkmakker en dan ging het iets beter.
In die periode heeft Fernand veel duivenboeken en duivenkranten gelezen en na verloop van tijd stond zijn besluit vast. Hij zou zorgen voor betere duiven want met goede duiven moest het gebeuren.
Hij bezocht ook de verkopingen van Sportblad “De Duif” overal ten lande en zijn eerste aanwinsten kwamen van Frans Van Aert, Genk (duiven van Van Hove-Uytterhoeven)... Piet Van de Aa, Bakel (Klak x Borgmans)... Yvan Stockmans, Lummen... Jan Grondelaers, Opglabbeek... Willy Van Thillo, Beerse en Frans Maes, Beerse.
In 2006 werd een ronde jongen aangekocht bij Jules Lens, Putte waarmee zeer goed gelukt werd. Deze aanwinsten werden succesvol ingekruist in de eigen stam. Met Yvan Stockmans, Lummen worden er nog jaarlijks duiven uitgewisseld. De 1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond komt uit eieren die bijgehaald werden bij Francois Custers, Koersel uit de combinatie Francois Custers x eigen soort Schroyen-Henderix.
1e Kampioen West jonge duiven De Witpen, Lummen 1e Kampioen West-Limburg jonge |
Oude doffers van Mettet tot Gien
Fernand start het seizoen met een ploeg van 7 oude en jaarse doffers, 14 oude en jaarse duivinnen, 60 jonge duiven en 7 kweekkoppels. Hij is een “alles-speler”... van Mettet tot La Souterraine, met zowel oude als jonge duiven.
De ploeg oude doffers wordt ingezet op de wedstrijden van Mettet tot Gien. Ze vliegen rond 15 augustus hun laatste wedstrijd en daarna worden geen late jongen meer gefokt. Ze werden een eerste keer gekoppeld op 1 december en hebben dan een koppel jongen groot getrokken. Daarna volgde er geen tweede koppeling meer.
Er wordt ‘s morgens en ‘s avonds zo’n 1/2 u tot 3/4 u getraind. Vanaf half maart wordt er in 7 etappes opgeleerd tot 30 à 40 km. De doffers worden volgens het klassiek weduwschap gespeeld. De prestaties van de doffers waren minder goed dan bij de duivinnen.
Duivinnen op jaloezie
Voor aanvang van het vliegseizoen trekken 7 duivinnen van de ploeg van 14 een koppel jongen groot. De 7 andere duivinnen broeden daarna 6 à 7 dagen. Er zijn dus 7 doffers voor 14 duivinnen en de dametjes worden op de “jaloezie” gespeeld. Zo heeft iedere doffer twee duivinnen. Bij de inkorving van de “gewone” vluchten in de aanloop naar de grote halve fond komen alleen de beste 7 duivinnen 1u samen met hun doffer. Voor de grote halve fond komen de twee duivinnen samen met 1 doffer en wordt het “jaloezie” ten top. Op de keper beschouwd werd deze spelmethode een tegenvaller want er gingen twee uitstekende duivinnen verloren.
Fernand zal de zaken voor komend seizoen anders aanpakken. Hij zal zijn duivinnen spelen op wedstrijden met twee verschillende momenten van inkorving zodat alle duivinnen een doffer in hun nestvak krijgen. Op die manier verhuist de jaloezie een beetje naar het achterplan.
Drie hokken jonge duiven
Er worden 60 jongen gefokt uit kwekers... weduwnaars... en duivinnen. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 22 dagen en krijgen onderdak op 3 hokken. Op hok 1 komen er 8 à 10 jonge doffertjes waarmee het weduwschap zal gespeeld worden. Zij worden gepaard met kweekduivinnen en duivinnen van voedsterkoppels maar er worden geen nestjes gebouwd. Van bij het spenen van de jonge doffers worden die getraind om snel binnen te lopen wanneer de baas roept... of op de plank en binnen. Dat vergt heel wat werk. Van zodra het weer het toelaat worden de jongen in een 15 tal etappes opgeleerd.
Wanneer de paarlust zijn intrede doet komen doffers en duivinnen samen tot ze gepaard zijn. In die periode komen de jongen niet los. Wanneer de koppeltjes gevormd zijn worden de jonge doffers gedurende een week tweemaal per dag opgeleerd. Vrouw Jacqueline roept ze dan meteen binnen want er mag niet geslenterd worden. Daarna zitten de jonge doffers op het weduwschap en worden dan in principe niet meer tussendoor weggevoerd. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen niet samen. De doffers vliegen Mettet en Chimay en worden op woensdag en zondag gespeeld en hebben een prima seizoen achter de rug.
Op hok 2 worden er 8 à 10 jonge duivinnen op het weduwschap gespeeld met de kweekdoffers als partner. Ook de duivinnen worden in 15 beurten opgeleerd. Wanneer de duivinnen paarlustig worden (duurt iets langer) dan worden de doffers op het hok gebracht. Dit zijn doffers die op dit hok een nestvak gehad hebben wat de zaken een stuk gemakkelijker maakt. Er wordt nauwgezet toegezien dat de jonge duivinnen niet leggen. Eens goed gepaard worden de duivinnen zoals de doffers gedurende een week tweemaal per dag weggevoerd. Daarna gaat de doffer weg en begint het weduwschap. Zij vliegen het gamma van Mettet tot Gien en komen bij de inkorving niet samen.
Op hok 3 worden er ongeveer 40 jongen met de schuifdeur gespeeld. Wanneer ze paarlustig worden gaan doffers en duivinnen afzonderlijk en er wordt geprobeerd om de jonge duivinnen niet te laten leggen. Ook zij worden 15 keer weggevoerd bij het opleren maar doffers en duivinnen komen niet meer samen tot Bourges. Vanaf de grote halve fond komen ze 2 u samen bij de inkorving. Doffers en duivinnen worden tussendoor tweemaal per week weggevoerd en worden met een tussenperiode van 15 minuten gelost. Jacqueline roept de eerste bende jongen (doffers) binnen en laat ze eten. Dan worden de jongen meteen doorgeschoven naar een ander hok en wordt de tweede bende (duivinnen) opgewacht. De jonge duiven trainen tweemaal daags wanneer ze niet weggevoerd worden.
Wanneer het heel warm weer is trainen de jongen die op de schuifdeur gespeeld worden niet aan huis. Ze worden ‘s morgens om 6.45 u in Heverlee gelost om de grote hitte te vermijden. Deze jonge duiven pakken de wedstrijden aan van Sezanne tot La Souterraine. Zij hebben het best gepresteerd van alle jonge duiven.
De jonge duiven kregen in maart 2016 af te rekenen met een soort adeno en 12 duiven moesten opgeruimd worden. Fernand heeft 5 weken aan een stuk dagelijks het hok geschroeid met de vlam om een nieuwe besmetting te vermijden.
De “vollemaantheorie”
Fernand is een volgeling van de vollemaantheorie van wijlen André Christiaens. De duiven moeten zo gekoppeld worden dat de eieren uitkippen in de periode van volle maan tot 10 dagen na volle maan. Hij volgt deze theorie al meer dan 20 jaar en kende vanaf toen veel minder verliezen. Hij overtuigde zijn vriend Ludo om hetzelfde te doen en ook bij hem zijn er veel minder verliezen en betere prestaties.
Dit betekent dat de kweekduiven iedere keer moeten “los” gezet worden en opnieuw moeten gekoppeld worden om jongen te hebben bij volle maan. Dus nooit geen twee nestjes na elkaar.
Fernand heeft ook daar een mouw aan aangepast. De kwekers worden gekoppeld om jongen te hebben met volle maan... maar deze eieren worden bij voedsterkoppels ondergeschoven. De kweekduiven worden gescheiden en worden opnieuw gekoppeld om jongen te hebben bij volle maan en die brengen ze zelf groot. Dat zijn dan de jonge duiven waarmee gespeeld wordt.
20.8 Sezanne | 521 d. | 77e (1e get.) | 75e (2e get.) |
13.8 Sezanne | 944 d. | 38e (1e get.) | 60e (2e get.) |
30.7 Gien | 381 d. | 3e (1e get.) | 1e (2e get.) |
24.7 Sezanne | 4316 d. | 3e (1e get.) | 5e (2e get.) |
Mengeling aanpassen
Fernand voedert zijn duiven één sportmengeling die aangepast wordt met superdieet naargelang het programma... de voorspelde wind... of de temperatuur van de dag. De jongen van hok 3 worden in principe iedere week gespeeld. Op zaterdag bij thuiskomst wordt het sportmengeling met elektrolyten in het drinken. Op zondag en maandag wordt het superdieet met thee van look + gember + kruidenthee die tot en met woensdag verstrekt wordt. Op dinsdag wordt het ‘s morgens 1/2 sportmengeling + 1/2 superdieet en ‘s avonds 100 % sportmengeling. Op woensdag wordt het 100 % sportmengeling en op donderdag (inkorving) wordt het ‘s morgens superdieet + zonnepitten zoveel als ze maar willen. In de namiddag worden er nog zonnepitten + kempzaad + pindanoten bijgevoederd. Deze mengeling wordt verstrekt aan oude en jonge duiven behalve aan de snelheidsduiven die meer superdieet krijgen.
Basisgezondheid
Er worden heel weinig medicijnen gegeven aan de duiven want het stokpaardje van Fernand is “basisgezondheid”. De duiven zitten heel de winter buiten in de volière en wie dat systeem niet kan volgen moet verdwijnen voor het seizoen begint.
De oude en jaarse doffers en duivinnen worden 10 dagen tegen tricho behandeld wanneer ze broeden. De jonge duiven worden in principe niet behandeld maar Fernand heeft zelf een microscoop waarmee hij zijn jongen om de 14 dagen onderzoekt op trichomonas. De “trichogevallen” worden individueel behandeld met een trichopilletje wat echter heel weinig moest gebeuren. Tegen luchtweginfecties werd helemaal niet behandeld.
Maar ook in Heusden-Zolder hebben de gele druppels hun intrede gedaan. Bij duiven die de grote halve fond vliegen worden gele druppels toegediend bij inkorving en aankomst van een wedstrijd. Ook wordt er oogzalf toegediend bij iedere wedstrijd.
1e Nationale Asduif
De B16/2178654 “De 1e Asduivin” werd met veel brio 1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge Duiven KBDB. Zij behaalde deze titel met 1e Gien 900 d., 3e Gien 381 d., 3e Sezanne 4316 d. en 2e Sezanne 1535 d.
Het is een blauwe duivin uit de middelmaat en geboren uit geruilde eieren van Francois Custers, Koersel. Ze is bovendien goed gespierd... heeft een goede vleugel... en ze heeft een ijzersterke basisgezondheid. Ze gedraagt zich heel normaal op het hok maar het heeft lang geduurd vooraleer ze wilde paren. Ze vloog de eerste drie snelheidsvluchten geen prijs maar eens gepaard vloog ze steeds naar de kop. Zij zat op hok 3 en werd met de schuifdeur gespeeld en was gepaard met een jaarse doffer.
03.9 Sezanne West | 1535 d. | 2 |
16.7 Gien West | 900 d. | 1 |
24.7 Sezanne Prov. | 4316 d. | 3 |
30.7 Gien West | 381 d. | 3 |
Prima hokken
Fernand Schroyen beoefent zijn duivensport op 20 m vlieg- en kweekhokken. Het zijn allemaal tuinhokken die in hout opgetrokken zijn. Het zijn droge hokken waarvan alleen de bodem geïsoleerd is. De verluchting (10 cm) gebeurt via de oversteek van het dak voor- en achteraan.
In het plafond van de hokken is er een verluchtingstrook voor de duiven van 1 m breed. Er zit geen glas in het dak en voor alle hokken is een volière gebouwd. De duiven zitten dag en nacht buiten in de volière en alleen de weduwnaars mogen binnen overnachten. De hokken worden elke dag gepoetst maar er is weinig werk aan wanneer de duiven buiten zitten. De drinkpotten worden één maal per week gereinigd en de andere dagen wordt er gewoon bijgevuld.
De goeie duif
Fernand : “Ik hou uiteraard van een duif met een mooi palmares maar zeker ook van een duif die altijd gezond is en weinig of nooit medicijnen nodig heeft. Verder verkies ik een duif met een goede keel en een gesloten oog. Ik hou niet van te korte duiven. Een duif moet goed gespierd zijn maar mag zeker niet vet zijn. Onder duiven die makkelijk vet worden heb ik nog nooit goede gevonden. Het zwart pigment in de pluimen moet zwart en niet grijs zijn.”
Het kweekhok
Het mini-kweekhok wordt bevolkt met 7 koppels kwekers. Een sterkhouder in de kweekvolière is ongetwijfeld :
B06/6140491 “Den 91” x B12/5054442 “Asduif” (8e nat. Asduif Grote Halve Fond 2013). “Den 91” heeft heel veel nakomelingen met verschillende duivinnen. Hij is een dominante kweker. Met de “Asduif” werd hij vader van B16/2178651. Die heeft als jonge duif niet goed gepresteerd maar geniet toch alle vertrouwen. Het is een duif uit een topkoppeling !
Ander goed kweekkoppel is :
B09/5041745 “De 745” x B10/5123034 “Bourgesduivin”. Dit koppel zette veel goede vitesseduiven op de wereld met o.a. B08/5041018 en die won 110 prijzen waaronder 11 eerste prijzen. B11/5042018, eveneens uit dit koppel, werd 1e Prov. Asduif Snelheid 2011 en werd ook 1e Asduif van “Ken uw Kot” in 2011.
Downloads:
Auteur: