Liefhebber:
Onderwerp:
Heusden-Zolder – Een gemeente in de provincie Limburg, in 1977 ontstaan door de fusie van de gemeenten Heusden en Zolder. De mijn van Zolder gaf werk aan heel wat mensen en zorgde voor welvaart in de regio. In 1923 is men daar begonnen met het ontginnen van steenkolen en in 1992 ging de mijn van Zolder als laatste dicht in de Benelux. De vele buitenlandse mijnarbeiders waaronder vooral Spanjaarden, Italianen en Turken vormden de grondslag van een multiculturele samenleving. De blikvanger van de gemeente is nu het racecircuit van Zolder en grote namen zetten hun namen op de erelijst van de Omloop van Terlaemen zoals het circuit ook genoemd wordt.
De duivensport kende er ook een hoge vlucht maar nu is het aantal duivenmelkers tot een 15-tal gedaald. Blikvanger daar is ongetwijfeld de tandem Schroyen-Henderix die in 2016 al de titel van 1e Nationale Asduif Kleine Halve Fond Jongen binnenhaalde. Afgelopen seizoen evenaarde hij deze prestatie en nam opnieuw de asduiftitel Kleine Halve Fond Jongen voor zijn rekening. Fernand Schroyen (70) was bovengrondse mijnwerker bij de mijn van Heusden-Zolder en geniet nu van een welverdiend pensioen en van een ploegje duiven dat bij momenten de vonken liet spatten.
7e Melun | 5943 d. |
2e Fay-aux-Loges | 3972 d. |
4e Sens | 3269 d. |
1e Sourdun | 300 d. |
Topduiven aan de basis
De nonkels Jef en Francois waren duivenmelkers en Fernand als klein manneke toonde wel interesse voor duiven. Maar duiven achter in de tuin houden mocht niet want daar was geen geld voor zegden vader en moeder.
Fernand is in 1973 getrouwd en in 1979 met duiven begonnen. Naast de duiven had hij ook een passie voor honden en in die jaren was er een beetje een tweestrijd tussen zijn twee hobby's.
Hij is eigenlijk gestart met “slachtduiven” maar enkele duiven kwamen niet in de kookpot terecht maar op een hokje dat Fernand in elkaar geknutseld had. Zo groeide de interesse en hij trad na verloop van tijd toe tot de duivenmelkergilde en duiven van Ramaekers x Vansweefelt zorgden voor de eerste successen.
Na een onderbreking van een paar jaar (1991-1992) volgde de “echte” start in de duivensport. Met verbetenheid schuimde bij alle duivenverkopingen af van Hasselt tot Antwerpen en formeerde met zijn aanwinsten een solide basis voor het wenkend succes. In zijn speurtocht liet hij zich niet verblinden door blitse pedigrees maar duiven met een goed palmares die dan nog hun kwaliteiten doorgaven kregen de voorkeur. Hij kocht zich geen kofferbak vol duiven maar telkens werd er eentje op de kop getikt maar dan wel eentje dat er mocht zijn !
De basis van Fernand Schroyen werd voornamelijk gevormd met een doffer van Piet van der Aa, Bakel (Klak/Borgmans). Daarmee was hij geweldig gelukt en de beste duiven komen nog steeds uit de combinatie van der Aa x William Geerts. Verder nog duiven van Jan Grondelaers, Opglabbeek, Noel Lippens, Aarsele, Willy Van Thillo, Beerse (Van Elsacker-Jepsen), Frans Van Aert, Genk (Van Hove-Uytterhoeven / Hofkens / M. Vandevelde / Seymus) en Frans Maes, Beerse.
In 2004 hield Fernand Schroyen een totale verkoop en 12 late jongen van de oude basis werden doorgehouden. Daarna volgde nog de inbreng van duiven van Ivan Stockmans, Lummen en een ronde jongen aangekocht bij Jules Lens, Schriek. Deze basis zorgde voor de successen van de laatste jaren.
De stand van de maan
Fernand Schroyen komt aan de start van het seizoen met een ploeg van 14 weduwnaars, 16 duivinnen op weduwschap, 60 jongen en 8 kweekkoppels.
De weduwnaars worden gekoppeld volgens de stand van de maan zodat de jongen uit het ei kippen bij volle maan. Volgens Fernand bestaan er ingewikkelde theorieën over het kweken volgens de stand van de maan maar het enige voordeel is dat er minder duiven verloren gaan.
Een hok weduwnaars (7) wordt gekoppeld op 10 december en er worden twee jongen groot getrokken. Het tweede hok (7) wordt gekoppeld begin maart en daar wordt maar één jong groot getrokken. Nadien volgt er geen tweede koppeling meer.
Na het spenen van de jongen begint de dagelijkse training. In het begin 1x per dag ‘s morgens. Vanaf mei worden het twee trainingsbeurten per dag van 45 minuten. In Heusden-Zolder wordt er nooit opgeleerd met de verenigingsmand.
In 10 à 15 beurten worden de duiven met eigen vervoer opgeleerd tot 40 à 45 km. Eens opgeleerd worden ze tussendoor niet meer weggevoerd. De weduwnaars worden gespeeld van Chimay tot Argenton. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen 15 à 20 minuten samen het ganse seizoen. Bij thuiskomst van de grote halve fond blijven ze dan een halve dag samen. Fernand speelt het klassiek weduwschap in zijn eenvoudige vorm.
Dag en nacht in de volière
De 16 duivinnen zijn op twee hokken ondergebracht. Eén hok van 8 duivinnen trekt 2 jongen groot in het vroeg. Na het spenen van de jongen gaan ook de duivinnen van het hok en komen de andere acht duivinnen op hetzelfde hok en mogen daar dan 8 dagen broeden. Na het kweken en broeden komen alle duivinnen op het vlieghok met schabjes. De duivinnen verblijven doorgaans dag en nacht buiten in de volière voor de hokken. Ze trainen 1x per dag probleemloos 1,5 u. Ook de duivinnen worden met eigen vervoer in 10 etappes opgeleerd tot 45 km.
De eerste 5 à 6 wedstrijden worden de duivinnen gewoon van het hok genomen en in de mand gezet. Van zodra er ingekorfd wordt op Sourdun (8 duivinnen) en Momignies (8 duivinnen) worden de duivinnen bij de inkorving ook gewoon van het hok genomen maar bij thuiskomst gaan ze naar het kweekhok waar ze een paar uur met hun doffer samen blijven. Van zodra er ingekorfd wordt voor Melun komen de duivinnen in de voormiddag samen met hun doffer. De doffer wordt terug weggenomen en de duivinnen kunnen daarna rustig ingekorfd worden.
De stress van de mand
De jonge duiven worden gekweekt uit vliegers en kwekers. De eerste ronde eieren van de kwekers worden bij stopkoppels onderlegd. De kweekduiven zitten dan 2 weken los en worden gekoppeld om bij de volgende volle maan kippende eieren te hebben. Ze trekken dan deze ronde zelf groot.
De jongen worden gespeend aan 22 dagen en doffers en duivinnen blijven samen op hetzelfde hok. Er gaan 8 jonge doffers op een afzonderlijk hokje en deze worden op het weduwschap gespeeld met oude partners.
De 8 jonge doffers worden niet verduisterd. De andere jongen worden verduisterd vanaf 1 maart tot 25 juni van 16.30 u tot ‘s morgens 8 u. Daarna wordt er bijgelicht en de langste dag wordt aangehouden.
Ook de jonge duiven worden in 15 etappes met de wagen opgeleerd tot 45 km en ook zij komen niet in de verenigingsmand bij het opleren. Gedurende 4 dagen worden de jongen na de training binnen geroepen, ze worden gevoederd, en worden dan verplicht te drinken uit de drinkbakken die aan een verzendingsmand op het hok zijn opgehangen. Het is de bedoeling dat ze wennen aan de verzendingsmand en de drinkbakken en dat zo de stress van de mand verdwijnt. Daarna begint het opleren. De jonge duiven worden gespeeld van Momignies tot Argenton. De 8 jonge doffers op weduwschap worden alleen gespeeld op Momignies, Mettet (woensdag) en Soissons.
Van zodra de verduistering opgeheven is wordt de schuifdeur ingevoerd. Er komen heel wat kartonnen dozen en wegkruipbakjes op het hok waarin het jonge volkje kan stoeien. Bij de inkorving op donderdag worden de jongen op woensdag op 45 km opgelaten en bij inkorving op vrijdag worden ze op donderdag opgelaten op 45 km. Dan komen doffers en duivinnen een paar uur samen. Op de dag van de inkorving komen de jonge doffers en duivinnen niet meer samen en kunnen rustig ingekorfd worden. Bij aankomst van een wedstrijd blijven de jongen ook een paar uur samen.
Asduif “De Chloé”
De 1e Nationale Asduif Kleine Halve Fond Jonge Duiven luistert naar de naam “De Chloé” B19/5052957. Het is een goed gebouwde geschelpte witpen duivin. Ze is achteraan goed gesloten en heeft een zachte pluim en een mooie vleugel. Ze heeft niet echt een “kweekoog” maar wel een goed “vliegoog” zegt Fernand. Het is een rustige duif die voor de eerste keer gepaard was toen ze de mand in ging voor Fay-aux-Loges en ze won de 2e prijs provinciaal tegen 3972 d. Ze verzamelde een knap palmares met 7e prov. Melun 5943 d, 17e Soissons 1959 d, 8e Momignies 1909 d, 4e Sens 939 d, 2e prov. Fay-aux-Loges 3972 d, 4e prov. Sens 3269 d, 1e Sourdun 300 d
Hoofdmengeling “Galaxy Light”
De hoofdmengeling is “Galaxy Light” van Beyers. Deze mengeling wordt “lichter” gemaakt met superdieet en “zwaarder” gemaakt met eigen gekweekte maïs naargelang de wedstrijden die op het programma staan. “Galaxy Light” wordt vooral zwaarder gemaakt voor de nationale wedstrijden.
Zaterdag bij aankomst van een wedstrijd wordt er “Galaxy Light” gevoederd en er is Belgasol in het drinken. Op zondag wordt het superdieet en gaat er Sedochol + biergist over het voeder. Op maandag wordt het superdieet met een beetje “Galaxy Light”.
Op dinsdag wordt het voor de duiven die vrijdag ingekorfd worden 50% “Galaxy Light” + 50% Superdieet + Sedochol. Voor de duiven die op donderdag ingekorfd worden schaft de pot 100% “Galaxy Light” + Sedochol.
Op woensdag wordt het voor de duiven die op vrijdag ingekorfd worden 50% “Galaxy Light” + 50% Superdieet. Voor de duiven die op donderdag ingekorfd worden 100% “Galaxy Light” + Sedochol.
Op donderdag wordt het voor de duiven die op vrijdag ingekorfd worden 100% “Galaxy Light”. De duiven die op donderdag in de mand gaan krijgen volle bak gedurende 1 u.
De duiven die op vrijdag ingekorfd worden (zaterdag los) krijgen 100% superdieet en na 15 minuten wordt de dis afgeruimd.
Fernand Schroyen : “Het is de bedoeling om de duiven via voeder en bijproducten een zo hoog mogelijke weerstand mee te geven. Dit moet gebeuren zonder het maag- en darmstelsel te belasten. ‘s Morgens krijgen de duiven na de training als eerste in hun voederbakje een kruidenmengeling + verschillende zaden + honing samen met een handvol gerst.”
Beperkt medisch
Eenmaal per jaar gaat Fernand op consultatie bij de dierenarts en ieder jaar is er een bacteriologisch onderzoek.
Op eieren van de eerste broed worden de duiven gedurende 9 dagen behandeld tegen trichomonas en dat is het dan voor gans het seizoen. Daarna wordt er overgeschakeld op de “gele druppels” die bij de inkorving in de bek toegediend worden.
Wat betreft luchtweginfecties komt het “hoofdstukje weerstand” op de proppen en in 2019 werd er niet behandeld.
Oogdruppels (soms Clinagel) worden altijd toegediend bij de inkorving en ook na thuiskomst van een moeilijke wedstrijd. Er wordt zo weinig mogelijk medisch gedaan maar wat moet dat moet zegt Fernand. Tegen Adeno werd niet meer behandeld en ieder jaar wordt het minder en minder erg.
Warmte stimuleert de conditie
De weduwnaars zitten op een vlieghok van 3 m (2 compartimenten), de duivinnen op weduwschap op een hok van 3 m (2 compartimenten) en de jongen op een hok van 6,5 m (3 compartimenten). Voor alle hokken zijn er volières.
Het zijn tuinhokken die niet geïsoleerd zijn. Het hok van de jonge duiven staat 40 cm boven de grond, de andere hokken op 10 cm boven de grond. Er is een verluchtingstrook van 1 m voor de duiven. De duiven zitten heel veel in de volières. Ze komen alleen binnen om te eten en te drinken. Wanneer ze op een bepaalde wedstrijd voorbereid worden komen ze ‘s nachts binnen en verblijven in hun woonbakken. De warmte moet de conditie stimuleren.
Strenge selectie bij jong en oud
Fernand Schroyen is bekend om zijn strenge selectie van zowel oude en jonge duiven als van de kweekduiven. Van de 14 weduwnaars bleven er einde seizoen 5 doffers over en de vrijgekomen plaatsen worden aangevuld met jonge doffers. Van de 16 duivinnen op weduwschap bleven er 6 over maar er gingen 2 duivinnen naar het kweekhok. De 60 jongen werden zo hard gespeeld dat op een paar na wie overbleef mocht blijven. Kopprijzen en prijzen per 10-tal zijn de norm... en liefst nog beter als het kan.
Op het kweekhok moet er binnen de twee jaar een bruikbare duif zijn of deze kweekduiven mogen vertrekken. Er wordt alleen voor de kweek (niet als vliegduif) aan dichte familiekweek gedaan. Vader x dochter kan maar dan alleen met topduiven.
Het kweekhok
Op het kweekhok zijn er enkele vaste paren maar de meeste koppels worden regelmatig herkoppeld. Er wordt normaal niet aan familiekweek gedaan. Alleen voor de kweek kan er sporadisch aan dichte inteelt gedaan worden. Vader x dochter kan maar dan alleen uit echte topduiven. Uiteraard wordt er op het kweekhok bij het koppelen ook rekening gehouden met de stand van de maan.
Een paar toppers
- “Het Vaal” B18/5043839 werd 9e Nationale Asduif Snelheid Jaarlingen. Zij won 3e Soissons 2739 d, 25e Momignies 3382 d, 1e Momignies 1395 d, 23e Momignies 1010 d, 11e Momignies 1517 d, 8e Soissons 1173 d, 16e Soissons 1917 d, 40e Momignies 1708 d, 45e Soissons 1522 d, 29e Momignies 1446 d, 11e Soissons 905 d, 18e Soissons 1531 d, 1e Soissons 1292 d,
- “De Goeie Blauwe” B18/5043849 werd 13e nationale Asduif Halve Fond Jaarlingen. Hij won 3e Sourdun 826 d, 14e prov. Melun 12184 d, 107e prov. Sens 5269 d, 2e Soissons 3434 d, 36e Soissons 1917 d, 22e Momignies 1204 d, 28e Momignies 1708 d, 56e Soissons 2751 d, 8e prov. Sens 9473 d, 17e prov. Melun 7329 d, 66e prov. Melun 6672 d, 24e prov. Fay-aux-Loges 2691 d.
Downloads:
Auteur: