Liefhebber:
Onderwerp:
In het uiterste oosten van Vlaams-Brabant, aan de oevers van de Melsterbeek, vinden we Rummen. Deze deelgemeente van Geetbets, grenzend aan provincie Limburg, zou zijn naam te danken hebben aan de Romeinen: Rummen zou afgeleid zijn van Rome. We weten dat de Romeinen reeds postduiven gebruikten, maar ook heden ten dage zitten er nog steeds goede reisduiven in Rummen, en zeker op het hok van Ronny Menten.
“Owen” (B22-2104005) arriveerde in Rummen om 15:44:41u. Zo kwam hij aan een gemiddelde van 1601 m/m over de afstand van 696 km die het dorp van de Rummenaars scheiden van de stad van de Aurillacois. De naamloze blauwe doffer won daarmee 1e nationaal bij de jaarlingen en was meteen de snelste van de gehele lossing.
Ronny (50) baatte jarenlang een winkel uit in groenten en fruit in Hechtel, sinds een jaar of 8 houden hij en echtgenote Ilse zich echter fulltime bezig met hun duiven. Langs vaderskant heeft Ronny geen duivenbloed, zijn moeder was wel gek van duiven, haar vader Jozef ‘Jefke” Serdons was immers een gepassioneerd melker. Van opa Jefke leerde Ronny dan ook de knepen van het duivenmelkersvak. Als 8-jarige won hij ooit nog de prijs van jongste melker op dat moment in België.
Menten begon het seizoen met een 200 oude en jaarse en daar zijn er nu nog 148 van over. Daarnaast beschikt hij over 50 kweekkoppels waar een 300 jongen uit gekweekt worden. Ronny speelt een combinatie van totaal weduwschap en jaloezie. Op het linkerhok zitten de doffers en duivinnen voor het totaal weduwschap en op het rechterhok wordt er dan jaloezie gespeeld met 72 duivinnen en 36 thuisblijvende doffers.
Naast eigen kweek probeert Ronny natuurlijk ook zijn hok regelmatig te versterken met nieuw bloed. Zo haalt hij o.a. ieder jaar een aantal jongen bij Erwin Schepmans (Grazen). Ook de winnende duif werd gekweekt door Erwin. De duif dankt haar naam trouwens aan Schepmans, Chinese klanten krijgen “Erwin” niet goed uitgesproken en dit klinkt dan als “Owen”, vandaar dus.
De winnende doffer, geblokt en middelmatig van grote, kwam van het linkerhok, evident natuurlijk, want de doffers van het rechterhok vliegen zelf niet. In het begin van het seizoen komen ze een uurtje samen voor de inkorving en voor deze Aurillac mochten ze zelfs van 10 tot 12u samen blijven. Dit staat echter niet in steen gebeiteld. Voor Limoges bijvoorbeeld zijn ze zonder samenkomen recht de mand in gegaan.
Voor het seizoen wordt er vaak met de duiven gereden met als verste afstand Namen (50km), tijdens het seizoen worden ze niet meer per wagen weggevoerd, enkel nog trainen aan huis. Beide hokken komen ieder om beurt éénmaal los, ’s morgens.
Ronny: “Vroeger reed ik wel eens tijdens het seizoen, wanneer ze om de één of andere reden een weekend niet kunnen vliegen hadden, dan voerde ik ze zelf weg. Tot dit door omstandigheden eens niet ging en ze vlogen de week erop heel goed. Het was dus blijkbaar voor niets nodig, dus ben ik daarmee gestopt.”
“Dit jaar ben ik sowieso heel voorzichtig met al dat zware weer en de wind die altijd tegen zat. We zijn wat later gestart en met de 60 jongen van de 2e ronde ga ik dit jaar niet spelen op de nationale vluchten. De winnende duif vloog wat vitessevluchten, Argenton, Limoges en dan nu Aurillac. Normaal gezien zou ik die in die week tussen Limoges en Aurillac meegeven op een tussenvlucht, een Noyon ofzo. Door het weer had ik nu besloten om ze gewoon thuis te laten, en ik heb er dus ook niet zelf mee gereden. Blijkbaar deed een keer rusten wel deugd.” (lacht)
Op gebied van medische begeleiding valt er weinig te melden en ook wat voeren betreft doet Menten weinig spectaculairs. Hij voert het Galaxy-gamma van Beyers, de energy en de light. Ze krijgen extra pinda’s en, nieuw dit jaar, walnoten gemalen in de koffiemixer. Niets bijzonders dus allemaal.
Ronny: “Al die zaken zijn niet het belangrijkst. Je duiven moeten 100% in orde zijn en alles moet 100% meezitten om te winnen. Duivensport blijft een “weersport”. In het begin van het seizoen hadden wij geen schijn van kans nationaal. Het enige wat je dan kan doen is je duiven in orde houden en wachten. Wanneer de wind meezit moet je klaar zijn om te scoren.”
Voor Menten is het de derde nationale overwinning in zijn melkersloopbaan. Na 1e Nat. Bourges 10.111 jaarse in 2016 en 1e Nat. Tulle 10.128 jaarse in 2017 kan er nu van 1e Nat Aurillac 6512 jaarse (en snelste van 11.854 d.) zo’n derde felbegeerd beeldje bij in de vitrinekast.
Ronny: “Ik had onlangs tegen Albert Derwa nog gezegd dat het tijd werd dat ik nog eens een nationale vlucht kon winnen, het was tenslotte al van 2017 geleden. Albert zei dat ik niet teveel mocht willen. Dat er veel mensen zijn die een heel leven proberen, zonder één keer een nationaal te winnen (lacht). Maar nu is het dan toch eindelijk zover.”
“We hadden uitgerekend wanneer we moesten pakken, dus we stonden gespannen te wachten. Gelukkig heeft de doffer ons niet lang in spanning gehouden. Hij was vroeg thuis en kwam binnen als een kogel. Hij smeet zich echt op de plank. Hij zag er nog heel fris uit, niks verkeerds aan te zien. Hij heeft nu gedaan met vliegen, hij verhuist naar het kweekhok. Met een duif die 1e Nat. vliegt wil ik geen risico nemen, zeker niet met het zware weer dat we waarschijnlijk nog voor de boeg gaan hebben.”
Auteur: