Liefhebber:
Aalsmeer – direct onder de rook van Schiphol. Iedere anderhalve minuut zie je een vliegtuig in een strakke glijvlucht landen en stijgt er op een andere baan een grote zilveren vogel op. Stijl tegen de horizon lijkt het bijna. Niemand kijkt er hier van op. Dat wil zeggen de mensen die hier wonen. Voor iemand die dat niet gewend is leidt het lawaai in eerste instantie wel wat af, maar het went snel. Het is een drukte van belang en daarom niet verwonderlijk dat op korte afstand van deze luchthaven de bloemenveiling van Aalsmeer kon uitgroeien tot het grootste handelscentrum wereldwijd van de sierteelt (o.a. bloemen, planten en bloembollen). Bovendien is dit specifieke onderdeel van de land- en tuinbouw een van de grootste exportproducten van Nederland, goed voor ruim 5% van de totale verdiensten uit export. En daarmee als derde grootste pijler van majeur nationaal belang.
Michel Beekman is niet direct verbonden aan deze activiteiten, maar woont er wel zeer naar zijn zin. Hij was tot voor kort manager bij drukkerij Johan Enschede en zonen in Haarlem. Tot voor kort, want hij heeft sinds dit voorjaar een vergelijkbare baan geaccepteerd in Maleisië. Een hele stap, maar wat enorm helpt is dat zijn dochter en vriendin ook honderd procent achter het besluit staan en er net zoveel zin in hebben. ‘En als ik nog wat anders wil dan moet het nu’ volgens Michel. ‘Ik ben vijftig en kan deze stap nu nog maken. In principe ga ik voor tien jaar en mijn vriendin en binnenkort echtgenote Erna wilde altijd al graag emigreren. Zij werkt nu als credit-controller van een grote kledingproducent en gaat ook proberen een baan te vinden in Kuala Lumpur’.
Het werk begint pas in september dus Michel kan zich eerst nog vol overgave storten op zijn laatste seizoen met de duiven in Nederland. En zal dan een tijdje zijn passie vaarwel moeten zeggen.
De start
‘Die duiven hebben je je opleiding gekost’ placht vader Beekman tegen zijn zoon te zeggen. Michel studeerde aanvankelijke commerciële economie en bedrijfseconomie maar maakte die opleidingen niet af. En om toch zijn HBO-diploma te halen, combineerde Michel na zijn studietijd werken en leren door de avond HEAO te volgen. En dat kost wel even wat extra inspanning. Michel vertelt het met een glimlach omdat hij heel goed terecht is gekomen, maar het geeft wel aan dat hij al jong werd ‘gepakt’ door de duiven. Hij startte met zijn geliefde hobby op een volkstuin in Diemen. Dat was naast veel gewonde duiven door een bovenleiding van het spoor, een heel gedoe met jonge duiven die vaak de net opkomende groenten opvraten van ‘de buren’. En uiteindelijk vooral een teleurstelling omdat er tot drie keer toe duiven werden gestolen. In ’99 de jongen en een aantal kwekers, in 2001 twintig oude vliegduiven en tenslotte in 2002 na de laatste wedvlucht de drie eerst aankomende duiven met partners. Om gek van te worden.
Toen was hij het ook meer dan zat en werd gezocht naar een woning met een tuin om de hokken bij huis te kunnen hebben. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan in de drukke en dure Randstad en het werd na een hele zoektocht uiteindelijk Aalsmeer. ‘Ik ben hier wel degelijk naartoe verhuisd om de duiven’ geeft Michel aan. ‘Het is een goede plek om met duiven te spelen. Feitelijk lig ik aan de zuidrand van onze afdeling en een beetje in het midden’.
Het spel met duivinnen
Michel speelt alleen met duivinnen. Hij vindt dat goed te combineren met een drukke baan. Je hoeft minder groepen duiven te laten trainen en alle aandacht kan naar één onderdeel gaan. En je kunt beter één ding goed doen dan twee dingen half is zijn filosofie. Bovendien presteren duivinnen over een heel seizoen gerekend beter dan doffers is zijn ondervinding. Alleen de start van het seizoen is dan nog een probleem. ‘De start van een seizoen begin april zet werkende liefhebbers op achterstand en vind ik een erg oneerlijk element in de sport. Ikzelf nam ieder jaar voorafgaande aan het seizoen vaak veertien dagen vakantie. Dat deed ik om een volwaardige start te kunnen maken en de rest van mijn seizoen niet in gevaar te brengen door met onvoldoende getrainde duiven aan het vertrek te komen. Wij hebben hier een oplopend programma en je kunt duiven niet zo maar even invoegen wanneer we al een paar weken van start zijn. Dus moeten ze vanaf het begin mee.’ Michel is erg stellig in zijn mening en zou graag zien dat het seizoen wat later zou beginnen. ‘Als de dagen wat langer worden en de zomertijd is ingegaan heeft iedereen meteen veel meer ruimte en wordt het speelveld voor de liefhebbers weer meer gelijk getrokken. Bestuurders zouden daar aandacht voor moeten hebben.’
Vanaf 2009 worden alleen de duivinnen gespeeld omdat je daar naar de overtuiging van Michel gemakkelijker een goed seizoen mee maakt dan met doffers. Totaalweduwschap werkt niet, althans niet bij hem. Hij probeerde het in 2013 nog weer een keer, maar iedere keer waren er vijf a zes duivinnen thuis voor er een doffer op kwam dagen. Op drieëntwintig vluchten zat er maar één keer een doffer voor de duivinnen. Wat hem betreft experiment opnieuw niet gelukt. En gezien alle stress die het oplevert door alle gejakker om alles in goede banen te leiden, voor Michel ook een onhaalbare zaak.
Klassiek weduwschap met een thuisblijvende partner werkt hier wel goed. En omdat Michel met een groep van ongeveer negentig duivinnen speelt, zit er een flinke groep doffers thuis. Geen negentig want er zijn ‘maar’ tweeënzeventig vrij kleine broedvakken. De duiven worden gekoppeld door simpel de schuifdeur open te zetten en degenen die een partner vinden worden vervolgens één voor één opgesloten. Er leggen er meestal een zestigtal. En van het resterende deel is een aantal wel gepaard maar legt niet en een stel heeft helemaal geen doffer. Onder de wel gepaarde maar niet leggende duivinnen zitten regelmatig duifjes die wel goed vliegen. En sommige van de niet gepaarde vinden tijdens het seizoen alsnog een doffer. Een klein beetje chaos dus en dat is heel goed voor de motivatie. In totaal zitten ze drie weken samen en dan gaan alle eieren weg en worden de duiven gescheiden.
De vliegers brengen dus geen jongen groot. Voor de duivinnen is een binnenhok voorzien van 3 x 3 meter en een volière van 3 x 1,80. ’s Nachts zitten ze binnen en overdag zitten ze van zeven uur ’s ochtends tot half zes ’s middags in de volière die voor het hok staat. Die volière is aan vijf zijden dicht en heeft een vaste houten vloer. Ook de voorzijde is half gesloten met windbreekgaas. Op deze manier ontstaat er een beschut en aangenaam klimaat en zitten ze niet in de tocht. Een bijzonderheid is dat er twee doffers tussen de duivinnen zitten om het onderling paren te voorkomen. Michel noemt ze ‘vloerdoffers’. Ze blijven altijd binnen en wonen samen met een duivin in een schotel in een hoekje. Broeden doen ze het hele seizoen vuil en de duivinnen die met deze doffers gepaard zijn presteren vaak buitengewoon goed. De beste duivin van 2015, ‘Gini’, was ook gepaard met een van deze doffers. Ze werd 1e Nationale Asduivin WHZB en behaalde al haar prestaties op (over)broeden.
De duivinnen trainen één keer per dag. Een vol uur en liefst nog wat langer. En altijd met de vlag. Daarna gaat de klep van de spoetnik (type ‘Verkerk’ met een oranje bovenzijde) open en stormen de duivinnen naar binnen. Dat werkt heel goed, ook omdat ze bij binnenkomst pinda’s gevoerd krijgen. Daarna gaan ze naar het nachthok en worden daar verder afgevoerd met een mengeling die is afgestemd op het vliegprogramma.
Voer is wel een dingetje
‘Je kunt me gerust een voerfetisjist noemen’ geeft Michel aan. Dat had ik in zijn huis al een beetje gezien omdat alle beschikbare ruimte in de woning wordt gebruikt voor de opslag van allerlei soorten voer en bijproducten. Stapels met zakken voer in de hal bijvoorbeeld en heel wat tonnen en emmers met voer in de berging. Er wordt erg veel werk gemaakt van een gevarieerde en op de soort wedvluchten aangepaste voeding. Voor de basismengeling worden negen verschillende zakken gemengd van Versele en Beyers aangevuld met losse zaden en granen (paddy, hennep, snoep, witzaad, P40 en popcorn mais). Daarnaast wordt een vliegmengeling met zes soorten vliegvoer samengesteld aangevuld met dezelfde losse granen en zaden als bij de basismengeling. Bovendien maakt hij een zogenaamde ‘vette mix’ van geplette pinda’s, energie korrels, hennep en energie mix. Ook een mengsel van pikkoek, maagkiezel, Tovo, P40, snoep, grit, roodsteen, vitalith, bak allerhande Wielink en DHP Super Biomix wordt alle dagen met mate aan de duiven verstrekt. Ze lusten het maar wat graag.
Met dit palet aan voer trekt Michel zijn plan gedurende het seizoen. Voor de kortere vluchten wordt veel gebruik gemaakt van de basismengeling en schakelt hij de laatste dagen over naar de vliegmengeling. Op de midfond wordt vliegmengeling gegeven en als de weersverwachting uitgaat van zwaar weer krijgen de duiven meer calorieën aangereikt in de vorm van de vette mix. Voor de dagfond bestaat het hoofdrantsoen ook uit vliegmengeling maar krijgen de duiven alle dagen extra van de vette mix en op de dag van inkorving zo veel pinda’s als ze lusten.
‘Het is echt een hobby binnen een hobby, dat voer’ geeft Michel aan. ‘Het wordt per kilo wel wat duur, maar ik denk dat ik er veel mee bereik. Naast die grote variatie aan voer geef ik nog een scala aan producten als bietensap, usneano plus en bijvoorbeeld Chinese kruiden om de duiven nog beter in orde te krijgen.’
Medisch
Voor de begeleiding van de kolonie vertrouwt Michel op de adviezen van Peter Boskamp, Beek. Met een beetje een eigen touch. En dat betekent dat er steeds meer wordt gekoerst richting een systeem dat vertrouwt op de natuurlijke weerstand van de duiven zelf. Natuurlijk moeten ze wel goed ondersteund worden. Er wordt nogal wat van de duiven gevraagd, dus zijn goed voer en vitaminen en mineralen en ook kruiden erg belangrijk. Strikte hygiëne is bovendien van essentieel belang volgens Michel. Met best veel duiven op een kleine oppervlakte is dat hier een must. Er wordt dan ook strikt de hand gehouden aan de dagelijkse schoonmaak en ik zag stapels net geboende en glimmende drinkpotten op een aanrecht staan. Aan inzet ontbreekt het zeker niet.
In het buitenland
Michel zit regelmatig een paar dagen en nachten voor het werk in het buitenland. In 2016 bijvoorbeeld was hij in het seizoen 20 nachten van huis En de resultaten zijn op de zaterdagen die volgen op zijn absentie meestal niet de minste. Zijn vriendin verzorgt bij zijn afwezigheid de duiven dan ’s ochtends en zijn vader laat de duivinnen ’s avonds trainen. Michel zet vooraf alles klaar en als er bijzonderheden zijn is er altijd nog de telefoon. Zo kan het dus ook, als iedereen maar een steentje bij wil dragen. Het is wel een reden te meer om te kiezen voor alleen duivinnen en zaken niet te complex te maken. ‘Als ik dan ook nog met doffers zou spelen word ik ten eerste zelf behoorlijk gestrest en is het ook voor de mensen die bijspringen niet echt leuk meer’ geeft Michel aan. Zijn vriendin knikt hierbij instemmend.
Jonge duiven
‘Met jongen ben ik een spruitje’ geeft Michel aan. Die uitspraak was nieuw voor mij maar de betekenis is wel meteen duidelijk. Ze worden eigenlijk een beetje aan hun lot overgelaten. Dat wil zeggen veel los en niet te veel dwang. De tijd ontbreekt ook ten enenmale om er veel mee bezig te zijn maar er wordt wel geprobeerd ze wel een goede opleiding te geven. Ook al omdat bij de vliegduivinnen meestal rond zestig procent jaarling is. In 2016 werden ze tien keer gespeeld, allemaal korte vluchten maar dat zorgt voor voldoende ervaring, vindt Michel. Hij heeft zelf genoeg voorbeelden van amper opgeleide jongen die het schitterend hebben gedaan. Bijvoorbeeld zijn crackduivin ‘Gini’ die als zomerjong maar drie keer werd gespeeld en als jaarling o.a. 2e NPO Chateaudun afd. 6 op haar naam schreef.
De duiven
Oorspronkelijk waren het de duiven van Jos van Limpt ‘de Klak’ waar Michel erg goed mee lukte. Na het wegvallen van de bron in Reusel veranderde de samenstelling van de kolonie nogal door in eerste instantie duiven in te brengen van Ad Schaerlaeckens. Zowel rechtstreeks als ook via melkers die goed geslaagd waren met de duiven uit Baarle-Nassau. Daarnaast werden er duiven gehaald bij Piet Valk , Zaandam, Cor Buis, Aalsmeer (zowel bij senior als junior) Gebroeders Scheele, Terneuzen, Gebr. Fanger, Badhoevedorp en Dave van Zon. De laatste jaren werden ook duiven ingebracht van Willem de Bruijn en Combinatie van Wanrooij, Geffen. Met Willem de Bruijn wordt bovendien aan samenkweek gedaan. Crackduivin ‘Gini’ wordt gepaard aan de beste kwekers van Willem en de jongen worden gedeeld. ‘Ik ben een echte kruiser en door de inbreng van de bijgehaalde duiven zijn de Klakduiven naar de achtergrond geraakt. De kern verschoof eerst naar de Schaerlaeckens-duiven en de laatste jaren zijn naast de eerdergenoemde duiven van Willem de Bruijn en de combinatie van Wanrooij ook van goed spelende liefhebbers Heremans-duiven gehaald waarmee ik erg goed gelukt ben. En ik ondernam een aantal tripjes naar Friesland waar ik uit het beste van combinatie Atema, Noardburgum en Tjipke en Auke Bosma, Buitenpost wat duiven haalde. Ook bij mijn sportvriend, clubmaat en directe concurrent Cor Buis junior uit Aalsmeer werden diverse duiven gehaald uit zijn goede lijnen (de 19 en de 20)’ licht Michel zijn huidige koers toe.
Prestaties
Met de hierboven genoemde basis wordt al jaren op alle niveaus erg goed gepresteerd. Het onderstaande overzicht bewijst dat:
2016
Afdeling 6 rayon F
1e aangewezen midfond
1e aangewezen oude duiven
1e onaangewezen midfond District Amsterdam
1e onaangewezen midfond Afdeling 6 Noord-Holland
1e onaangewezen midfond Nationaal
9e nationaal kampioen Midfond Aangewezen.
2015 :
1e Nat. Asduivin WHZB 2015 met ‘Gini’ (10 prijzen 3500 km)
1e Beste Asduif Oud Nederland 2015 Pipa ranking met ‘Gini’
4e nationaal kampioen aangewezen Eendaagse fond.
2014:
Afdeling 6 rayon F
1e onaangewezen Midfond
1e en 2e asduif dagfond
Afdeling 6 Noord-Holland
1e NPO Morlincourt
2e NPO Chateaudun
5e NPO Vierzon
Voorlopig einde
Michel is begonnen aan zijn voorlopig laatste seizoen. De reden is niet alledaags en voor een duivenman beslist ongewoon. Duivenmelkers zijn net als hun duiven nogal een honkvast volkje. Hij heeft veel zin in het avontuur en hoopt later bij terugkeer in Nederland weer met duiven te kunnen spelen. Eerst nog alles op alles om er een mooie afsluiting van te maken. Succes!
Auteur: