MARC VAN HAUTE – 1e Nationaal Kampioen Kleine hafo Jonge duiven

Liefhebber: 

Smetlede – Smetlede is een deelgemeente van Lede en ligt in de Denderstreek. De patroonheilige Sint-Pharaïldis wordt aanroepen tegen de ziekten van het pluimvee. En met hemelse steun moet het daar wel goed gaan met duiven en duivensport zou je denken.

 Met slechts 1700 inwoners en toch nog 25 actieve duivenliefhebbers kan men er zeker niet klagen... maar schijn bedriegt een beetje. Het zijn meestal Quiévrainspelers van de oude garde die aan hun derde jeugd bezig zijn en de toekomst ziet er ook minder rooskleurig uit.
 In 2014 zette Marc Van Haute (55) zijn dorp in de bloemetjes met het behalen van de titel van 1e Nationaal Kampioen Kleine Halve Fond Jonge Duiven. Eerder haalde hij al de krantenkoppen toen hij in 2007 met “Silke” de 1e Nationaal Guéret won tegen 12.558 jonge duiven.

Een solide basis

 Zoals op de meeste plaatsen ging vader de zoon voor. Vader Corneel was een fervente duivenmelker en Marc werd duivenmelker aan zijn zijde. In 1994 begon Marc voor eigen rekening... eerst nog een jaartje in Schellebelle en daarna op zijn huidig adres.
 Hij bouwde zijn kolonie op met duiven met naam zoals daar zijn Rudi Hendrikx, Maasmechelen... De Rauw-Sablon, Lebbeke... Marcel Aelbrecht, Lebbeke... Ulrich Lemmens, Balen... Gevaert-Lannoo, Deinze... en een zeer goede kweekduivin van Roger Ponnet, Burst.

Alleen met jonge duiven

 Marc Van Haute speelt alleen met jonge duiven. Na afloop van het seizoen worden de jongen van de hand gedaan. Als vaste bezetting heeft hij alleen een ploeg van 22 koppels kwekers en ook 22 voedsterkoppels. Op 26 november worden de kweekduiven gekoppeld en van zodra de kwekers eitjes in de schotel hebben worden deze bij de voedsterkoppels onder geschoven. De kwekers beginnen daarna onmiddellijk aan een nieuwe ronde. Het verschil tussen de eerste en de tweede ronde bedraagt amper 14 dagen. Voor eigen gebruik worden er zo 80 jongen gefokt aangevuld met nog eens 24 jonge duivinnen van het team De Vroe - Van Gaever - Vandeputte. Marc speelt zeer graag met jonge duivinnen op de nationale wedstrijden.
 Bij het spenen van de jongen gaan doffers en duivinnen afzonderlijk op een hok. Een twijfelaar gaat altijd naar het hok van de doffers. Een duivin kan veel gemakkelijker van hok veranderd worden terwijl een doffer veel problemen heeft met het territorium.
 De jonge duivinnen worden verduisterd van eind februari tot einde juni... van 16 u tot zonsopgang. Dit is een vrij lange periode maar het is nodig wil men Guéret spelen met een volle vleugel. De doffers worden verduisterd van eind februari tot 31 mei... zij moeten vroeger de conditie te pakken hebben en zij vliegen voornamelijk de kleine halve fond. De duivinnen worden bijgelicht van 21 juni tot einde van het seizoen
 Van zodra de jonge duiven de tweede keer 10 minuten wegtrekken wordt er gestart met opleren. De vroegste keer was dat 29 februari... maar in maart wordt er zeker opgeleerd. Het begint met 2 x 1,5 km... 2 x 3 km... 2 x 6 km... 5, 6, 7 keer op 10 km... tot wanneer de tijd rijp is voor een grotere afstand. In ieder geval vliegen de jongen Noyon tijdens het eerste weekend van mei en dan hebben ze reeds 20 opleervluchtjes in de vleugels. Op korte afstanden is kopwind geen probleem voor jonge duiven. Wanneer men bij het opleren onderweg slecht weer tegen komt dan wordt er op een kortere afstand gelost. Nooit worden de jongen teruggebracht en terug op het hok gezet.

Jonge doffers met oude partners

 Vanaf 1 mei worden de jonge doffers gepaard met oude duivinnen en die mogen broeden tot einde mei. In de eerste fase komen er 8 duivinnen op het hok... en die worden door de meest hevige doffers ingepalmd. Maar elke dag worden er dan duivinnen bijgezet tot iedereen zijn partner heeft. Te hevige duivinnen worden terug van het hok genomen en later opnieuw ingepast... duivinnen die niet willen paren gaan terug naar de volière en er komen andere bij. Op 31 mei zijn de meeste koppeltjes goed gepaard of hebben gebroed en gaan terug uit elkaar.
 Voor de eerste Noyon gaan de duivinnen op donderdag van het hok en zo kunnen de jonge doffers kalm in de mand gezet worden. Bij aankomst van een wedstrijd zitten de duivinnen terug op het hok op hun partner te wachten. Dit ritueel kan wel twee à drie weken herhaald worden. Iedere jonge duif gaat in principe iedere week de mand in... want “Rust... roest” !
De gepaarde jonge doffers gaan de mand in voor Souppes-sur-Loing... de niet gepaarde worden ingekorfd voor Noyon. De niet gepaarde jonge doffers krijgen zo een extra kans om van vrijdagmiddag tot zaterdagnamiddag ongestoord een duivin te zoeken en te paren. Bij aankomst van Noyon zit dan ook hun partner hen op te wachten... terwijl de “Souppes-vliegers” dan buiten in de volière verblijven.
 In 2014 vlogen de doffers iedere woensdag Quiévrain (64 km) of St. Quentin (131 km). Hun programma zag er dan uit als volgt... Quiévrain (woensdag)... Souppes/ nat. vlucht (zaterdag)... Quiévrain (woensdag)... Souppes/nat. vlucht (zaterdag). Bij de inkorving komen doffers en duivinnen dan wel altijd samen... en ook bij aankomst van een vlucht.
 Er wordt eigenlijk niet meer echt gezocht naar bijkomende motivatie. Wil je toch motivatiebakjes gebruiken dan moet het eigenlijk een week op voorhand voor een bepaalde wedstrijd gebeuren. Maar het is verkeerd om de motivatie ten top te drijven en de jonge duiven stapelzot maken heeft nooit een goed resultaat. De jonge doffers vliegen het weduwschap van mei tot oktober zonder rendementsverlies. Zij geraken ook het weduwschap niet beu zoals bij de oude doffers.

Jonge duivinnen met oude partners

 Bij de jonge duivinnen wordt het “systeem”gebruikt zoals Marc het ooit geleerd heeft bij Mit Vanhove. Het werd in 1998 gekopieerd en wordt nog steeds onveranderd toegepast. Het resultaat mag gezien worden... in 2014 vlogen de duivinnen 64 % prijs... en 30 % van de ingekorfde duiven won prijs per tiental.
 Tot 1 juni wordt er aan de duivinnen “niet gewerkt”. Ze worden gespaard op de trainingsvluchten om fris aan de start van de nationale wedstrijden te komen. De week voor de eerste halve fondvlucht worden ze gepaard met oude doffers... en ze blijven 4 dagen samen. Dan vliegen ze elke week halve fond of een nationale wedstrijd. Doffer en duivin komen steeds samen bij de inkorving en na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot ‘s anderendaags morgen. Ook zij krijgen een midweeks opleervluchtje en worden iedere woensdag gelost op 20 km... en er wordt niet naar de weersomstandigheden gezien.
 Er zitten ook een paar jaarse duivinnen tussen de jonge duiven. Zo werd er in 2014 een 1e prov. Argenton gewonnen met een jaarse duivin.

Voedingschema

 De jongen worden van bij het spenen tot einde maart uitsluitend kweekmengeling gevoederd. Vanaf begin april wordt er overgeschakeld op Gerry Plus. Vanaf de halve fond wordt het zaterdag bij thuiskomst 50 % vluchtmengeling + 50 % dieet. Zondag, maandag en dinsdag wordt het Gerry Plus. Woensdag en donderdag... afhankelijk van de wedstrijd... wordt het Gerry Plus + Matador Energy. Op donderdagavond is het Matador Energy voor iedereen maar daarna wordt het voederschema afgebouwd. De duiven die de mand in moeten voor Souppes en Noyon krijgen op vrijdag en zaterdag opnieuw Gerry Plus. Van alle mengelingen wordt er ‘s morgens 10 gram per duif gevoederd en ‘s avonds volle bak.
 Ook de voedingssupplementen krijgen de nodige aandacht. Op zaterdag en zondag wordt er per duif 3 gram bakkersgist opgelost in “Sedochol” of natuur yoghurt. Op de dag van de thuiskomst gaat er eerst “Belgasol” in het drinken. Op zaterdagavond en zondag gaat er “B.S.” (De Weerd) of “Thuiskomst” (dr. Hendrikx) in het drinken. Op maandag worden er mineralen (Aminotonic) en op woensdag wordt er Fly-Plus (vitamines) verstrekt. Op maandag en dinsdag wordt de “Fles van Gust” (Gust Steemans) bovengehaald. Op de nog vrije dagen gaat er appelazijn in het drinken.
 Een snelle recuperatie is zeer belangrijk op een hok waarop er wekelijks hard moet gepresteerd worden. Bij een duif die moe en afgemat thuiskomt en er twee uur later nog belabberd bij zit komt haar verdere carrière in het gedrang. Op zondagmorgen krijgen de vliegduiven een lauw bad... wordt indien nodig de verwarming ingeschakeld... en komen de duiven niet los. Voor een duivenmelker is zondagmorgen zeker niet het moment om pinten te gaan drinken !

KAMPIOENSCHAPPEN
Nationale Kampioenschappen
2014 : 1e Nationaal Kampioen kleine Halve Fond jonge duiven
2013 : 8e Nationaal Kampioen Kleine Halve Fond jonge duiven
2012 : 9e Nationaal Kampioen Kleine Halve Fond jonge duiven
2011 : 4e Nationaal Kampioen Kleine Halve Fond jonge duiven
2006 : 2e Nationaal Kampioen Fond jonge duiven
2005 : 12e Nationaal Kampioen Fond jonge duiven
  Provinciale Kampioenschappen
2014 : Provinciaal kampioen halve fond jonge duiven
4e provinciale kampioen Fond jonge duiven
5e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
9e Provinciale Asduif Fond jonge duiven
2013 : 3e Provinciale Asduif Fond jonge duiven
7e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
4e Provinciale Kampioen Halve Fond jonge duiven
2012 : Winnaar Grote Marathon Prijs “Miss Marathon”
9e Provinciale Kampioen Halve Fond Asduif “Miss Marathon”
6e Provinciale Kampioen Halve Fond jonge duiven
2011 : 2e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
17e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
19e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
17e Provinciale Kampioen Fond jonge duiven
2010 : 21e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
23e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
18e Provinciale Asduif Snelheid jonge duiven
2009 : 20e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
24e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
2008 : 3e Provinciale Kampioen Fond jonge duiven
2007 : 23e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
11e Provinciaal Kampioen Fond jonge duiven
2006 : 1e Provinciaal Kampioen Fond jonge duiven
18e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
25e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
2005 : 1e Provinciaal Kampioen Fond jonge duiven
2004 : 4e Provinciaal Kampioen Fond jonge duiven
2003 : 6e Provinciale Asduif Halve Fond jonge duiven
  Nationale overwinningen
2007 : 1e Nationaal Gueret “Silke” 4259033/07
2006 : 1e Nationaal Zone B Bourges “Sjenna” 4279328/06

Medisch

 Telkens op maandag voor Bourges... Argenton... La Souterraine... en Guéret gaat Marc met zijn duiven op controle bij dierenarts Ludwig Van Damme. Hij wil zijn duiven met een gerust gemoed inkorven.
 Voor aanvang van het vliegseizoen wordt er 10 dagen behandeld tegen de kopziekten met een combinatiepreparaat van de dierenarts. Met het hok van de doffers wordt daarna het “6 weken systeem” van Piet Blancke gevolgd. Zes weken na elkaar wordt er afwisselend behandeld tegen luchtwegeninfecties (2 d)... trichomonas (pilletje)... luchtwegeninfecties (2 d)... trichomonas (pilletje)... luchtwegeninfecties (2 d)... trichomonas (pilletje)... telkens met verschillende medicijnen. Daarna herhaalt de cyclus zich. Soms is deze cyclus met jongen moeilijk te volgen wegens het plotseling optreden van adeno... one eye cold... en dan moet er van het normale patroon afgeweken worden.
 De jonge duivinnen worden in principe behandeld met de producten van dierenarts De Weerd.

Jongen leren drinken...

 Na een moeilijke wedstrijd bij hoge temperaturen hoort men heel dikwijls... de duiven hebben geen drinken gehad in de manden. Maar zou het niet kunnen dat de duiven wel drinken kregen maar dat veel jongen niet wisten waar en hoe er moest gedronken worden. Hier wordt en werk en tijd gespendeerd in het leren drinken van de jongen.
 Eind maart/begin april worden de jongen 4 dagen in de opleermand met drinkbakjes gezet. De avond voor dag 1 wordt er gevoederd op het hok maar de drinkpot is weggenomen. In de voormiddag van dag 1 worden de drinkbakjes gevuld van op een 1/2 m hoogte (geluid van water). In de late namiddag wordt er maïs gevoederd en wordt er opnieuw gedronken. De duiven die drinken worden genoteerd.
 Op dag 2 hetzelfde ritueel als op dag 1 maar de duiven die op dag 2 nog niet gedronken hebben worden uit de mand gehaald. Ze gaan op het hok drinken en worden opnieuw in de mand gezet.
 Op dag 3 idem als de dagen 1 en 2... en de duiven die goed drinken gaan ‘s avonds reeds terug naar hun hok. Dag 4... de rest blijft tot ze goed drinken.
 Deze training wordt om de 14 dagen herhaald... ‘s avonds eten zonder drinken op het hok... ‘s morgens drinken in de opleermand... en dan terug naar het hok.

Ruime verluchting

 Marc heeft 25 m hokken ter zijner beschikking waarvan 12,5 m vlieghokken voor de jonge duiven. Er werd een nieuw hok bijgekocht waaraan meteen gesleuteld werd. Er is nu verluchting vooraan en achteraan het hok... het hok heeft een zeer hoge nok... en boven de gang en voor de duiven is er een verluchtingspleet van 1,2 m.
 Zowel voor het oud hok als voor het nieuw hok staat een volière waar de duiven vrije toegang hebben. Het nieuw hok heeft plastiek roosters (zeer goed) en op het oud hok is het een planken vloer. Iedere dag worden de nestvakken en de bodem tweemaal gereinigd. Dagelijks krijgen de duiven een “verse drinkpot”. Wanneer er bij de oude duiven look in het drinkwater is kan die wel eens 14 dagen blijven staan en wordt er water bij gegoten.

Varia

“De enige echte keurmeester is de mand ! Er gebeurt helemaal geen selectie op voorhand en alles wat gefokt wordt wordt ook gespeeld. Onder alle modellen zijn er goede duiven ! Iedere jonge duif kan een eerste prijs vliegen met de juiste motivatie !
 De goede duif is er eentje dat regelmatig per tiental vliegt. Toch heb ik mijn beste kweker via handkeuring op de kop getikt. Ik verkies een duif met een eerder klein model... een stevig karkas... een zachte pluim... een blitse kop... en daarbij speelt de pedigree helemaal geen rol.
 Op het kweekhok wordt er aan compensatiekweek gedaan maar niet aan familiekweek. Het zijn vooral prestatieduiven die het kweekhok bevolken en de betere duif wordt vooral bekomen door het onderling ruilen van duiven met goede melkers.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.