Liefhebber:
Onderwerp:
Vrij recent kwam Oud-Turnhout nog in het nieuws vanwege een bosbrand in het natuurgebied De Liereman. Van de 165 hectare bosgebied zijn er 30 hectare afgebrand. “De Liereman” is een van de oudste natuurgebiede van België.
We waren op bezoek bij Luc Van Mechelen (54), een van de tophokken van de Antwerpse Kempen. Luc en zijn broer Guy baten een legbedrijf uit met 70.000 scharrelkippen. De dagdagelijkse werkzaamheden als het loslaten, het voederen van de duiven en het verzorgen van de kwekers neemt Luc voor zijn rekening. Zijn broer Guy leert de duiven op en gaat de duiven inkorven.
De broers speelden een knap seizoen 2019 en namen op provinciaal niveau de titel van 1e Prov. Kampioen Kleine Halve Fond Oude en Jaarse voor hun rekening.
Aloïs Swaans
“Vader heeft nooit duiven gehad maar mijn grootvader langs moederszijde wel. Aloïs Swaans was indertijd een goede snelheidsspeler in Turnhout.
Wanneer ik 12 jaar oud was kreeg ik mijn eerste duiven van mijn grootvader. Later toen ik 18 werd kreeg ik voor mijn verjaardag door toedoen van mijn moeder een koppel eieren van Albert Van Miert. Albert woonde maar 300 m van ons thuis en hij was vriend aan huis bij de Gebr. Janssen, Arendonk. Ik weet nog dat hij in 1980 een dochter van de beroemde “019” kocht bij de Gebr. Janssen. Tien jaar later in 1990 kwam Albert met zijn fiets aangereden met 2 jongen in een korfje. Het waren twee jongen van die dochter van de “019” gekruist met een doffer uit de “Artiest-lijn” van Jef Houben. Ik moest die van Albert direct op het kweekhok zetten en daar kwamen verschillende eerste prijsvliegers uit.”
2e Nat. Asduif KBDB halve fond oude + jaarse 2010 (Robina) 2e Nat. Asduif KBDB halve fond jaarse 2015 (Adriana) 3e Nat. Kampioen KBDB halve fond oude + jaarse 2010 3e Nat. Kampioen KBDB halve fond oude + jaarse 2015 4e Nat. Asduif KBDB halve fond jonge duiven 2010 (Young-Ace) 4e Nat. Asduif KBDB halve fond oude 2015 (New Robina) 4e Nat. Asduif KBDB halve fond jaarse 2015 (Romina) 5e Nat. Asduif KBDB halve fond jonge duiven 2014 (Rodania) 6e Nat. Kampioen KBDB jaarlingen 2006 7e Nat. Asduif KBDB halve fond jaarse 2015 (Nikita) 9e Nat. Kampioen KBDB halve fond oude + jaarse 2009 9e Nat. Asduif KBDB halve fond jaarse 2015 (Olympic Katrina) 9e Nat. Kampioen KBDB halve fond oude + jaarse 2019 11e Nat. Asduif KBDB halve fond jaarse 2016 (Rihanna) 12e Nat. Asduif KBDB halve fond oude 2015 (Ramona) 12e Nat. Asduif KBDB halve fond jaarse 2019 (dochter Adriano x Romina) 17e Nat. Asduif KBDB halve fond jaarse 2019 (dochter Nikita) 19e Nat. Kampioen KBDB halve fond oude + jaarse 2016 |
Topkweker “Adriano”
Tot beginjaren negentig waren het vooral duiven van Albert Van Miert (Gebr. Janssen) en J-L-N Houben, Itegem die de dienst uitmaakten. In de periode 1994 – 1996 kwamen er meerdere duiven van Maurits Voets, Kessel naar Oud-Turnhout. In 1999 kwam er een superduivin van Maurits Haesendonckx, Bouwel de basis versterken. Door bemiddeling van Albert Van Miert bekwam Luc de eerste duiven van de Gebr. Janssen (2 kleinkinderen van de “Chantilly”). Nadien kwamen er elk jaar tot 2007 nog directe Janssenduiven bij, ongeveer 15 à 20 in totaal.
Van 2002 tot 2006 werden er duiven binnengehaald van de tandem Heremans-Ceusters, Vorselaar. Met deze inbreng is Luc zeer goed gelukt en deze duiven zitten nu nog in de meeste duiven verweven. In de jaren 2012 – 2013 werden een 25-tal directe Gaby Vandenabeele-duiven aangeschaft (7 kinderen van “Rudy”, 2 zusters en 1 broer van de “New Bliksem”). Die broer van de “New Bliksem” B13/3056151 werd vader van de 1e nat. Zone Chateauroux (9e nat.Chateauroux) in 2017.
In 2012 kwamen 12 directe Bart Geerinckx-duiven de basis versterken. Twee duiven zitten nog steeds op het kweekhok. Uit een broer van “Acy” werd 2e nat. Montlucon en 2e snelste van 28.000 duiven (2015) gekweekt.
Uit een zoon van de “Gladino” (kleinkind “Gladiator”) kwam de “Golden Gladino” B14/6030925 en die werd vader van 3e nat. Bourges 8.174 d (2017), 1e nat. Zone Chateauroux 6.276 d, 2e nat. Zone Bourges 3.234 d, 19e nat. Chateauroux 26.695 d.
In 2013 werden een 10-tal duiven van Karel Ceusters aangeschaft en een van de Ceusters-duiven werd vader van “Olympic Katrina” B14/6030756. Ook werden er vanaf 2011 elk jaar duiven uitgewisseld met Ad Schaerlaeckens, Baarle-Nassau en dit was een groot succes. In 2012 kreeg Ad een broer van “Monica” B09/6105256, een van de beste duiven ooit van Luc Van Mechelen (100% Heremans-Ceusters lijn “Wonderaske”, “Figo”, “Donker” Jan Diels). Ad zette er de moeder tegen van “Den Ad” van Marcel Wouters en hieruit mocht Luc er eentje kiezen en het werd een machtige kweker. Hij kreeg de naam “Adriano” B13/1947290. Met 3 verschillende duivinnen werd hij vader van 4 nationale asduiven. Van nog twee andere duivinnen werden er met succes jongen gekweekt.
Ook werden een 10-tal jongen uitgewisseld met Willem de Bruijn, Reeuwijk. Een werd er op het kweekhok gezet en werd vader en grootvader van verschillende nationale top honderd vliegers.
“In 1998 kweekte ik mijn “Zwever” (004/98) en deze was een supervlieger. Hij won in 1999 vier maal 1e, vijfmaal 2e en driemaal 4e prijs op 14 inkorvingen. Hij kreeg zijn naam omdat hij bij aankomst van een wedstrijd steeds 1 à 2 minuten bleef rond zweven. Uit een zoon (B07/6026435) kweekte ik mijn “Robina” B08/6030322 en die werd 2e nat. Asduif KBDB in 2010 en 2e Olympiadeduif Poznan 2011. “Robina” werd op haar beurt moeder van “Rodica” B10/6171720 en deze duivin werd een van de basis kweekduivinnen. “Rodica” werd moeder en grootmoeder van 5 nationale asduiven KBDB Kleine Halve Fond in 2015. Ook de 12e en 17e nationale asduiven 2019 hebben “Rodica” in hun bloed. Ook werd “Rodica” grootmoeder van mijn 1e nat. Bourges 12.449 jaarlingen in 2017. Diezelfde zoon van de “Zwever” B07/6026435 werd vader van “Rico” B10/6171709 en die is vader en grootvader van 4e nat. Asduiven KBDB en ook grootvader van mijn 1e nat. Bourges in 2017 en mijn 9e nat. Bourges 24.000 d in 2019.
Naast deze twee topkwekers mag dus zeker “Adriano” B13/1947290 van Ad Schaerlaeckens vermeld worden.”
Klassiek weduwschap
Luc kwam aan de start van het seizoen 2019 met een 35-tal doffers op het klassiek weduwschap. Deze werden op 25 november gekoppeld en brachten gedeeltelijk jongen groot van de kwekers. Begin april kwamen doffers en duivinnen weer samen en de doffers werden opgeleerd. In 3 à 4 keer ging het naar 20 km en dan gingen ze de mand in voor Quiévrain…en dan waren ze vertrokken. De doffers worden gespeeld op wedstrijden van 350 km tot 600 km.
De weduwnaars trainen 1x per dag ongeveer 1 u. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen altijd ca. 15 minuten samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze enkele uren samen maar naarmate het seizoen vordert en het werd een lastige vlucht dan blijven ze samen tot de volgende dag.
Rustige oude doffers
Er worden een 60-tal duivinnen op weduwschap gespeeld. Zij vliegen einde maart hun eerste wedstrijd en na de eerste Noyon worden ze op woensdag samen gezet. Al de beste duivinnen worden eerst gekoppeld met de beste doffers. Dit zijn doffers die het best geschikt zijn voor het weduwschap. Dit zijn vooral rustige oudere doffers die niet als gekken tekeer gaan. De andere duivinnen mogen kiezen en telkens er een koppel gevormd wordt worden doffer en duivin samen opgesloten. Dan worden ze op zaterdag ingezet op Noyon en als ze dan thuiskomen blijven ze tot maandag bij elkaar. De bedoeling hiervan is dat de cyclus van het leggen onderbroken wordt doordat ze de wedstrijd op zondag vliegen. Op maandagavond gaat alles uit elkaar en de volgende week begint het weduwschap.
De 20 à 30 beste duivinnen werden eerder al in november gekoppeld tegen de weduwnaars zodat Luc er ook jongen van heeft. Door dit elk jaar te doen kan men duivinnen ontdekken die goede kweek geven en die dan later naar het kweekhok verhuizen.
De duivinnen trainen 1x daags ’s morgens. Ze komen ’s morgens als eerste buiten en moeten 1 à 1,5 u trainen en dat is normaal geen probleem. Wanneer de duivinnen na de training binnen lopen krijgen ze “volle bak” eten en gaan na 20 minuten pikken in de volière naast het hok waar ze blijven tot een uur voor zonsondergang. Wanneer ze dan binnenkomen krijgen ze opnieuw “volle bak” eten. Duivinnen die op de honger zitten trainen bijna niet en vandaar dat ze “volle bak” gevoederd worden.
Duivinnen en hun partner komen bij de inkorving ongeveer een half uur samen. Het kan ook iets langer maar het maakt niet zoveel uit. Ook zij worden gespeeld op 350 km tot 600 km. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot ’s avonds en naargelang het seizoen vordert tot de volgende dag. En zijn er problemen met het onderling paren? Toch wel zegt Luc, het zal wel zijn zoals overal zeker. “Met 10% van de duivinnen zijn er wel problemen met het onderling paren. Meestal blijven die duivinnen wel samen. Soms wordt eentje op het hok van de jonge duiven gezet.”
De knappe hokinstallatie in Oud-Turnhout.
Vertrouwen tanken
Er worden 300 jonge duiven gefokt die aan de ouderom van 25 dagen gespeend worden.
Een aantal duivinnen gaat dan mee op het hok van de jonge duiven. Dan heb je nooit problemen met het leren eten en drinken van de piepers. De jongen worden verduisterd van eind maart tot de eerste week van juni van 18 u tot 8.30 u. In 6 à 7 etappes worden de jongen opgeleerd tot 20 km en gaan dan meestal naar Quiévrain. Als er tijd voor is worden de jongen tussendoor nog eens weggevoerd. Zeker na een slechte wedstrijd worden ze tussendoor nog eens gelost op 20 km om terug vertrouwen te tanken.
De jongen trainen 1x daags gedurende 1 u tot 1,5 u. De schuifdeur wordt ingevoerd wanneer de jongen 2x Quiévrain gevlogen hebben. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen een 3-tal uren samen. In de hoeken van het hok komen er wegkruipbakjes waarin de jongen kunnen stoeien. De jongen gaan 5x tot 385 km en op die manier doen ze wat ervaring op.
Volle bak sport
“Ik heb geen bepaald voederschema. Het opvoederen van de duiven naar de inkorving toe vind ik maar niets. Het is hier “volle bak” van twee sportmengelingen die onder elkaar gemengd worden en de duiven zullen wel weten wat ze nodig hebben. Ik hou het zo simpel mogelijk want het gaat toch allemaal om de kwaliteit van de duiven. Wel geef ik de dag van de inkorving in de namiddag wat snoepzaad. Bij aankomst van een wedstrijd gaan er wel elektrolyten in het drinkwater.
Als je het voederschema met voedseladditieven van sommige liefhebbers leest dan zijn er dagen te kort voor alles wat ze “moeten” geven.”
Beperkt medisch
“In het begin van het seizoen komt dierenarts Stijn Rans hier alles controleren en indien nodig wordt er ingegrepen. Mijn duivinnen hebben in 2019 niets van medicatie gekregen. Alleen de doffers hebben voor het seizoen een tablet tegen tricho gekregen en gans het seizoen niks tegen luchtweginfecties.
De oude duiven hebben niets gekregen tegen luchtweginfecties maar bij de jongen was dat wel nodig. Bij adeno krijgen de duiven een dag geen eten. Daarna wordt er dieet gevoederd tot de mest terug normaal is. In begin oktober worden de duiven ingeënt tegen paratyfus met een product dat ook bij de kippen gebruikt wordt.
En wat met “one eye cold”? Dat is ook een probleem dat jaarlijks terug komt. Er is weinig aan te doen en ik heb de jongen al eens op aanraden van de dierenarts ingespoten en ze al eens 4 dagen doxicycline gegeven. Dit helpt wel wat maar het is ook geen wondermiddel. Eind oktober worden alle duiven ingeënt tegen paramyxo.”
Roosters en mesttransportbanden
De duiven worden gespeeld op 40 m vlieghokken. Alle duiven zitten hier op roosters en de hokken zijn uitgerust met mestransportbanden. Luc is geen voorstander van het dagelijks krabben van de hokken.
De verluchtingstrook boven en voor de duiven op de hokken is 80 cm breed. Luc heeft twee mobiele volières die kunnen verplaatst worden bij de hokken van de jonge duiven. Naast het hok van de oude duivinnen is er een vaste volière van 4 meter.
Vier rondes uit de kwekers
“De kwekers worden gekoppeld op 25 november en de eerste ronde eieren wordt verlegd onder voedsterkoppels/weduwnaars. Dan leggen de kweekduivinnen opnieuw en dan heb ik op 3 weken tijd twee rondes jongen van de kwekers. Wanneer eind januari deze jongen gespeend zijn worden de kwekers de eerste week van februari terug bijeen gezet maar worden dan voor 80% herkoppeld. Die eerste eieren gaan dan weer onder voedsterkoppels en de volgende leg brengen ze dan zelf groot.
De kwekers krijgen in Oud-Turnhout 2 à 3 jaar om te bewijzen dat ze die naam waardig zijn. Ieder jaar worden er duiven aangekocht want stilstaan is achteruitgaan in de duivensport. Er wordt ook aan familiekweek gedaan.”
Selectie op de resultaten
“De selectie op resultaten is de enige goede methode. Ik heb graag een mooie duif in mijn handen maar als die duif geen kopprijs kan winnen dan kan ze mij toch niet bekoren. Het oriëntatievermogen is het belangrijkste maar dat zit in de genen en dat kan je niet zien met het blote oog of met een loupe. Dit kan je alleen maar op de uitslag zien!
Hoe belangrijk is de afstamming? Ik zit hier met een hele familie van nationale asduiven KBDB waarvan de meeste van elkaar afstammen tot zelfs in de 4e generatie. Dan kan je misschien wel zeggen dat afstamming belangrijk is!”
Kweekkoppel
Een top-kweekkoppel is ongetwijfeld “Adriano” B13/1947290 x “Rodica” B10/6171720. Zij werden de ouders van:
- “Adriana” 854/14. Zij werd 2e Nat. Asduif KBDB Halve Fond 2015 en 1e Pre-Olympiadeduif 2016.
- “Nikita” 720/14. Zij werd 7e Nat. Asduif KBDB Halve Fond 2015 en 2e Pré-Olympiade-
- duif 2016.
- B17/6056816 met 1e Chevrainvilliers 1262 d, 1e Melun 774 d, 3e Chevrainvilliers 3503 d.
Coronavirus
“Het coronavirus is voor mens en dier een ramp. De voornaamste handicap is dat het systeem van ieder jaar niet kan toegepast worden en dit vooral met oude duiven. Ik ben de oude duiven nu (26/4) een 3-tal weken aan het verduisteren en de duiven zitten ongeveer 14 u donker per dag. Ik heb dat nog nooit gedaan en weet momenteel nog niet hoe lang ik dit ga doen omdat we nog helemaal niet weten wanneer we aan spelen toe zijn. De jongen worden elk jaar verduisterd van einde maart tot begin juni van 18 u tot 8.30 u.
De duivinnen komen de ene dag los en de doffers vliegen dan de volgende dag. De jongen komen dagelijks los. Het voederen is hier “volle bak”. Ik maak de zaken niet ingewikkeld met zoveel gram per duif of voederen met de lepel en de duiven weten het best wat ze nodig hebben. Ik wil het mezelf zo eenvoudig mogelijk maken want het gaat immers toch om de de kwaliteit van de duiven.”
De klamper
“Ook hier maken we jaarlijks kennis met “de klamper” en vooral met de slechtvalk. Daar is niets tegen te beginnen en de duiven komen gewoon los zoals anders. We kweken dan maar wat jongen extra!”
Downloads:
Auteur: