HUBERT DEBAENE – 1e Nationaal Kampioen Grote fond Jaarse

Liefhebber: 

Beernem – Beernem was vele eeuwen lang een desolate streek van bossen, heide en moeras. Vooral de streek ten noorden van het kanaal was bewoond en zuidelijk lag het woeste heidegebied het Bulskampveld. In de 18e eeuw werd dit onvruchtbare gebied ontgonnen en de rust en de natuur trokken de aandacht van de rijke edellieden. Hun kastelen liggen nu nog verscholen in het groen.

In de periode 1915-1944 vonden in de streek de “moorden van Beernem” plaats waaraan enkele onverklaarbare verdwijningen of onverwachte overlijdens werden gekoppeld. Gedurende een aantal decennia zorgde dit voor beroering in de streek. Nu er een film over de “moorden van Beernem” op stapel staat komt deze zaak opnieuw in de actualiteit.
Groot Beernem telt nog 58 duivenmelkers waarvan de meeste zich toeleggen op de vitesse. Hubert Debaene is een “allround-duivenmelker” die zowel op snelheid, halve fond, fond als grote fond de degens kruist met de concurrentie. Hij speelde zich afgelopen seizoen in de kijker met het behalen van de titel van 1e Nationaal Kampioen Grote Fond Jaarlingen KBDB.

Jong begonnen

Hubert werd in een duivenwieg geboren en hij was amper 10 jaar oud toen hij reeds met zijn fiets de duiven van vader opleerde. Toen hij 14 jaar oud was wilde vader stoppen met duiven. Hij kocht zich een auto en ging op zondag na de hoogmis kaarten tot de middag. Maar Hubert was toen reeds met de duivenmicrobe besmet. Hij timmerde met wat oude planken een hokje op de hooizolder onder de Boomse pannen. Hij moest het doen met beperkte middelen maar speelde toch behoorlijk goed. Toen de legerdienst kwam werden er slechts 4 koppeltjes overgehouden.
Hij huwde zijn Marie-Jeanne in 1968 en kon een kleine kruidenierszaak huren (16 m²) en dat was de start van zijn beroepsloopbaan. De zaken gingen goed en in 1975-76 werd een magazijn van 3 verdiepingen gebouwd en de derde verdieping werd ingericht als duivenhok. Er werden een 30-tal jongen gehaald bij de sterk spelende Roland Saey. De jongen vlogen formidabel en na het seizoen werden ook de drie beste kweekkoppels aangekocht... en hij was vertrokken.
In 1978 werden er duiven gehaald bij André Brouckaert, Wervik en er werd ondermeer een halfbroer van zijn beroemde “David” gekocht. Er werd een minikolonie overgenomen van plaatselijke vedette Florent Demeyer en er kon gelonkt worden naar de halve fond. In 1982 en 1983 werden de duiven verkocht met enkele duiven in bis. Vanaf 1983 waren alle aankopen vooral fondgericht.
Zo werden er duiven gehaald bij Noël Peiren, Zedelgem en ook een 10-tal eieren bij Herman Vandamme. Ook bij Marc Pollin, Snellegem werden een 30-tal jongen gehaald. In de periode 1992-95 kwam Oscar Devlieger het team versterken en in 1995 werd de “Jari” als 2e nat. asduif fond KBDB afgevlagd.

ZO WERD HIJ NATIONAAL KAMPIOEN
Montauban 2124 d. 116 (1e ingeg.) 7 (2e ingeg.)
Libourne 5890 d. 404 (1e ingeg.) 182 (2e ingeg.)

Er moesten dringend magazijnen bijgebouwd worden en er werd besloten om rondom de magazijnen duivenhokken te bouwen... beneden de volières en op de 1e verdieping de speelhokken. In die periode werden een 20-tal jongen aangekocht uit de beroemde “Tee-lijn” van Miel Denys, Tielt.
Verder kwamen er nog duiven bij van Cyriel Vanpoucke, Aalter... 2 dochters van “Artiest Barcelona” van Noël Peiren... en de “Will” van Wilfried Vandemaele, Heule. Einde van de negentiger jaren kwamen duiven van Anton & Luci v.d. Wegen de kolonie versterken. Verder werd er nog versterking gehaald bij Julien Vaneenoo, Wingene... Theo Ernest... Kees de Baat... Koos van Dijk... Adriaan Daems, Retie... Meulemans-Damen, Arendonk.
Met zicht op pensionering werd de infrastructuur verder uitgebouwd. Het besluit werd genomen om een aantal hokken in te richten in functie van de discipline waarop gespeeld werd... snelheid... halve fond... fond... en grote fond. Hubert ziet graag duiven thuis komen en speelt met de grote ploeg. Er werd andermaal gezocht naar versterking en gevonden bij Batenburg-v.d. Merwe... Jos Joosen, Brecht... Gebr. Desbuquois, Kapelle-op-den-Bos... Ferdy De Scheemaeker, Ooigem... Frans Labeeuw, Bissegem... Frans Belleter, Nispen... Leon Messiaen, Grammene... Eric Deprez, Gits... Robert Van Eycken, Erps-Kwerps... Rudi Ardeel, Zomergem... Piet v.d. Merwe, Dordrecht... P & D Houfflijn, Wortegem... Ruben Lanckriet, Adegem... Gebr. Vandewalle, Zwalm... Davy Verleye, Damme... Team Freddy De Jaeger, Knesselare... Pierre Lambrecht, Wingene en hokverzorger Nicu Barbulescu.

De hokken bij Hubert Debaene.Fond en zware fond

Er worden 100 weduwnaars gespeeld op fond en zware fond en de laatste wedstrijd was Perpignan en Libourne. Daarna bouwen de oude doffers nog een nestje waarop ze kunnen “over broeden” en daarna verhuizen ze naar de volière. Op het weduwnaarshok worden dan de toekomstige jaarlingen gekoppeld aan bakvaste duivinnen en ook die kunnen nog eens “over broeden”. Daarna verhuizen ook zij naar de volière.
De eerste koppeling heeft plaats op 1 maart en ieder paar trekt één jong groot. Tijdens de kweekperiode worden de weduwnaars opgeleerd en het weduwschap begint op 15 april. Via de snelheid en halve fond gaat het naar het nationaal fondprogramma met Tulle als eindstation voor de fond en Perpignan voor de grote fond.
Bij de inkorving van fond en grote fond wordt de duivin nooit getoond. Na aankomst van een wedstrijd krijgt de doffer eerst voeder en drinken vooraleer hij samen komt met zijn duivin. De periode van samenzijn kan tot 2 u oplopen. De tijdspanne tussen twee fondklassiekers bedraagt doorgaans twee weken... op de zware fond kan dat gerust tot 3 à 4 weken oplopen.

Vitesse en halve fond

Er worden 39 doffers gespeeld tot Chateaudun en 7 duivinnen worden ingekorfd voor de snelheid. Na afloop van het vliegseizoen wordt er een nestje opgezet en wordt er “over gebroed”. De duiven overwinteren op de hokken op schabjes voor de woonbakken.
De eerste koppeling heeft plaats op 17 december en deze paren trekken ook elk één jong groot. Er volgt nog een tweede koppeling op 1 maart en dan wordt er nog 5 dagen gebroed. Tijdens deze periode worden de duiven opgeleerd. In een 5-tal etappes gaat het tot Templeuve (70 km) en daarna gaat het verder met de grote mand. Bij de inkorving krijgen ook deze duiven hun partner niet te zien. Na aankomst van een wedstrijd blijven doffer en duivin zo’n twee uur samen.

KAMPIOENSCHAPPEN 2015
1e Nationaal Kampioen Grote Fond Jaarlingen KBDB
1e Kampioen Inter-Westvlaamse jaarlingen
3e Algemeen Kampioen Inter-Westvlaamse o+jl+jo
8e Kampioen fond Cureghem Centre
20e Kampioen Belgische Verstandhouding
Wingene-Ruiselede :
1e Overkoepelend Kampioen Nationale en Internationale vluchten
1e Algemeen Kampioen fond
2e Algemeen Kampioen zware halve fond
15 eerste prijzen in 2015
1e Provinciaal Chateaudun 3913 jaarlingen
1e Provinciaal Chateaudun 3316 oude
5e Nationaal Montauban 3990 oude
7e Nationaal Montauban 2124 jaarlingen
Oostkamp :
2e Kampioen jaarlingen provinciale vluchten
4e Kampioen oude provinciale vluchten

Duivinnen op weduwschap

Er worden 39 duivinnen op weduwschap gespeeld die het nationaal programma van de grote halve fond vliegen. Zij worden een eerste maal gekoppeld op 17 december en trekken één jong groot. Wanneer de jongen 16 dagen oud zijn gaat de duivin naar de volière en de doffer trekt verder alleen het jong groot. In maart komen doffer en duivin nog een drietal dagen samen en in deze periode worden de duivinnen opgeleerd.
De duivinnen trainen maar één maal daags (‘s avonds) en bij de inkorving krijgen ze hun partner niet te zien. Na aankomst van een wedstrijd worden ze samen met hun partner twee uur opgesloten in hun woonbak.

Met 32 nestkoppels

Binnenzicht.Deze ploeg wordt gespeeld op de zware fond en opgesplitst over de vluchten Barcelona... Libourne... Pau... Narbonne... Perpignan en St. Vincent. Zij worden ook op 17 december gekoppeld en trekken één jong groot en er wordt gezorgd dat er niet opnieuw gelegd wordt. Ze komen nog eens een drietal dagen samen voor het opleren en worden de eerste weken van het seizoen op het weduwschap gespeeld. Daarna worden ze 31 dagen voor de inkorvingsdag van een welbepaalde wedstrijd op de zware fond gekoppeld. Ze gaan dan de mand in op jongen van ca. 6 dagen oud.

Jongen doen twee nationale vluchten

Er worden zo’n 300 duiven gefokt uit de kwekers en de betere vliegers. Aan de leeftijd van 18 dagen worden de jongen op de bodem van het hok gezet en gezamenlijk gevoederd door de ouderparen. Op die manier leren ze ook vlotter eten en drinken. Aan 24 dagen worden de jongen gespeend. De geslachten bleven samen tot Bourges en er werd daarna op de schuifdeur gespeeld.
De 1e en 2e ronde werden verduisterd van 1 maart tot 15 juni en daarna bijgelicht tot einde seizoen. Begin juni werd er gestart met opleren. In 5 etappes ging het tot Templeuve en daarna werd het Arras... Clermont... 4x Fontenay... Pontoise. De jongen werden in ploegen opgesplitst en er werd ingekorfd voor 6 nationale wedstrijden op de grote halve fond. De jongen hebben allemaal 2 nationale wedstrijden gevlogen. De dag voor de inkorving van de nationale vluchten werden de jongen nog eens gelost in Templeuve. Er wordt niet speciaal aan de motivatie gesleuteld en op het hok van de doffers, waar de jongen samen komen bij de inkorving, zijn er gewone nestvakken voorzien. De jongen voor de zware fond en ook de jongen van de 3e ronde zitten op een afzonderlijk hok. Hubert is van mening dat jonge duiven veel moeten gespeeld worden op korte wedstrijden. Meer dan twee nationale vluchten op de grote halve fond zijn niet aangewezen voor jonge duiven.

Goed opvoederen

Hubert stelt zijn vertrouwen in de mengelingen van Versele-Laga... Mariman... en Vanrobaeys. Het voederschema wordt aangepast in functie van de afstand die er gevlogen wordt.
De duiven die de zware fond vliegen krijgen bij thuiskomst op zaterdag maïs + superdieet en wanneer het een zware wedstrijd was wordt daar nog kweekmengeling + Nutripower aan toegevoegd. Op zondag wordt het 50% sport + 50 % zuivering en dat blijft zo tot wanneer er met opvoederen begonnen wordt. Het aantal dagen dat er opgevoederd wordt is het aantal dagen mand + één. Het aantal dagen mand bij bv. Barcelona bedraagt 5 dagen + 1... of in totaal 6 dagen opvoederen. Er wordt opgevoederd met 3/4 Champion Plus+ Nutripower + 1/4 Energy. De laatste dag wordt er dezelfde mengeling gevoederd zoals bij thuiskomst.
Zaterdag bij thuiskomst zijn er elektrolyten (Belgasol) in het drinken... er gaat ook twee dagen BS (trichomonas-coccidiose) in het drinkwater... en 5 dagen voor de inkorving gaat er Aminovit in het drinken. Er gaat ook Prodigist en/of Optimix over het voeder samen met Zell Oxygen en Race tonic of 4 Oliën.
De duiven die op de fond gespeeld worden volgen ongeveer hetzelfde schema als de duiven voor de grote fond maar zij worden minder lang opgevoederd.
De duiven voor de halve fond krijgen dezelfde mengeling bij thuiskomst als grote fond en fond. Daarna volgen 2 dagen zuivering en dan wordt er overgeschakeld op 50 % sport + 50 zuivering. De laatste twee dagen wordt het 3/4 sport + 1/4 zuivering + koffielepel snoepzaad.
De duiven voor de vitesse volgen in grote trekken het schema van de halve fond. De laatste twee dagen wordt het dan 2/3 sport + 1/3 zuivering + koffielepel snoep.

Medisch

In grote lijnen wordt het schema van Belgica- De Weerd gevolgd maar de vaste dierenartsen zijn Ruben Lanckriet en Pascal Kanneau. Voor het koppelen en voor aanvang van het vliegseizoen worden de duiven grondig onderzocht. Tijdens het broeden werd er gedurende 5 dagen behandeld tegen trichomonas met Belgaroni. Verder in de loop van het seizoen wordt na thuiskomst 2 dagen B.S. verstrekt... en daarna volgen dan nog twee dagen Probac 1000. Hubert is de trend van de gele druppels gevolgd en gebruikt nu afwisselend gele druppels en B.S. Tegen de luchtweginfecties wordt er alleen op advies van de dierenarts behandeld. Sommige hokken werden eenmaal, andere tweemaal behandeld met Linco Spectin of Soludox.
Bij “one eye cold” wordt er bij de jonge duiven ‘s morgens behandeld met Virgan en ‘s avonds met Trafloxal.

Belangrijke bloedlijnen

Op het kweekhok zijn enkele bloedlijnen die duidelijk overheersen. Op het hok van de “Chateaudun-duiven” (360 km) worden de beste resultaten behaald met bloedlijnen Willy Vanhoutte, Wevelgem x Michel Vanoverschelde, Wingene.
Op de fond worden er hoge ogen gegooid met duiven van Wilfried Vandemaele, Heule en Davy Verleye, Damme. Op de grote fond is het vooral de combinatie Miel Denys x Noël Peiren die furore maakt... en verder nog de lijnen Jos Joosen, Brecht... Batenburg-v.d. Merwe... Gebr. Van de Walle... en Nicu Barbulescu die het mooie weer maken.

Hokbouw

Het merendeel van de hokken is rond het magazijn gebouwd boven een volière. Wegens de uitbreiding van het winkelcomplex moeten er 10 hokken afgebroken worden. Minder hokken zal ook betekenen dat er harder zal moeten geselecteerd worden. Er is een volière met windbreekgaas voor de hokken. Onder het venster is er een doorgang voorzien van de volière naar het hok en die blijft dag en nacht open staan.
Hubert introduceerde ook de ATX-verwarmingsplaten (stralingsplaten) en deze worden aangeknipt bij vochtig weer. In het plafond van de hokken is een verluchtingspleet van 60 cm die regelbaar is met schuiven. Vroeger hadden zowel volière als hok een roosterbodem maar op de hokken is die verwijderd omdat zich daar te veel vuil opstapelde.
Op de hokken worden zowel nestvakken als bodem dagelijks gekrabd. Voor aanvang van het vliegseizoen worden alle hokken proper geblazen met een uit de kluiten gewassen compressor. Na het kweken worden ook alle hokken ontsmet met Halamid.

Collage van de beste duiven.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.