GEBR. RAETS & KENNY - 1e Nat. Asduif Kleine halve fond oude

Vliermaal – Vliermaal is een deelgemeente van Kortessem in de provincie Limburg. Het achtervoegsel "-maal" zou een oude vorm van rechtspraak betekenen die zou plaats gevonden hebben onder een vlierstruik. Vandaar de naam Vliermaal. In het dorp staan verschillende boerenhuizen en hoeven uit ondermeer de 18e en 19 eeuw. De laatste decennia is Vliermaal vooral bekend voor de productie van wijn en schuimwijn.

Vliermaal en Kortessem groeperen nog zo’n 40 duivenmelkers die vooral op de snelheid spelen. Een van de blikvangers in de duivensport zijn de Gebr. Raets & Kenny. Zij wonnen in 2017 de Gouden Duif en in 2018 zijn ze weer van de partij met de 1e Nat. Asduif KBDB Kleine Halve Fond Oude.

Altijd goed gespeeld

Vader Clement Raets was duivenmelker en in de beginjaren zeventig kon hij goed zijn mannetje staan op de snelheidswedstrijden. In 1979 zijn de broers Jean-Marie en Arnould samen met vader aan het roer van de duivenkolonie gekomen. In die tijd was Jean-Marie het meest in de duivensport geïnteresseerd. Vanaf zijn vijftiende was hij reeds met de duiven bezig. Kenny speelde vanaf 2012-2013 een actieve rol met o.a. een inbreng van nieuwe “rassen” om verder te gaan spelen. 
Zij hebben altijd goed gespeeld en van 1984 tot op heden zijn ze altijd algemeen kampioen geweest in duivenbond “De Zwaluw” in Vliermaal. Een geweldige uitschieter in hun carrière was ontegensprekelijk het winnen van de “Gouden Duif” in 2017. Ook in 2018 hebben ze reeds meerdere vermeldingen op hun naam. Maar een nationale asduif is uiteraard ook een prestatie van formaat. 
Bij vader thuis was het altijd volle bak wanneer de duiven op komst waren. Alle duivenmelkers uit de straat, en dat waren er toen heel wat, kwamen er hun zegje doen over het wel en wee in de duivensport. Wanneer de duiven kortbij waren spoedden ze zich naar huis om hun eigen duiven te klokken. En er was altijd plaats voor een grap. Een van de wekelijkse gasten was een zeer nerveuze duivenmelker die altijd schrik had dat hij te laat zou komen om zijn eigen duiven te klokken. Hij stond altijd als eerste klaar om naar huis te fietsen en dat zouden ze hem eens afleren. Er werd afgesproken dat zijn naaste buur een duif ruim op voorhand zou loslaten zodat onze “nerveuze liefhebber” zou denken dat het een van zijn duiven was. Die bewuste zondag werd dat plan uitgevoerd en onze vriend zag met de schrik in het hart die duif rond zijn hok cirkelen. Onder luide aanmoedigingen van zijn vrienden stormde hij naar huis om zijn duif te klokken waar hij tot de vaststelling kwam dat het een duif was die zijn buurman losgelaten had.

Een solide basis

Aan de basis van het oud ras van vader lagen de duiven van Jules Tuyaerts, Oelegem die Jean-Marie via een buurman had verkregen. Later werden er duiven bijgehaald van Gaby Vandenabeele, Dentergem. Er werden 20 jongen aangekocht en in 2017 hebben ze er een goede asduif uit gefokt. Er werd ook aangeklopt bij Albert Derwa, Herent en uit de lijn van “De Zoon” werd “Young Lady” geboren.
Met Davy Tournelle, Rummen werd in 2018 een ronde jongen uitgewisseld. Bij Rik Hermans, Pulle schaften ze zich drie jongen aan.
Ook de duiven van Marcel Wouters, Westmalle waren een succes. Daarbij kwamen ook nog duiven van de plaatselijke liefhebbers.

Eenvoudig weduwschap 

Jean-Marie, Arnould en Kenny kwamen aan de start van het seizoen 2018 met een ploeg van 40 weduwnaars, 24 duivinnen op weduwschap, 150 jonge duiven en 24 koppels kwekers.
Op het einde van het seizoen broeden de weduwnaars één keer 10 dagen en nog één keer 5 dagen. De eerste koppeling vindt plaats half januari en er wordt één jong groot getrokken. Daarna volgt er geen tweede koppeling meer.
In het begin van het seizoen trainen de weduwnaars alleen maar 's morgens. Wanneer de kleine halve fond begint hebben de doffers 's morgens en 's avonds een oefenbeurt.
Trainen is voor de broers Raets zeer belangrijk. Hard trainen en in groep wegtrekken is een teken van forme. Wanneer er maar toertjes rond het hok gedraaid worden duidt dat op een mindere conditie.
Veertien dagen voor aanvang van het vliegseizoen worden de weduwnaars opgeleerd. In 2 à 3 etappes worden ze weggevoerd tot 30 km. Eens opgeleerd worden ze tussendoor niet meer weggebracht. De weduwnaars pakken de snelheid en kleine halve fond aan. Er zijn ook enkele duiven die doorgaan op de grote halve fond.
Bij de inkorving van de snelheidswedstrijden komen doffer en duivin samen. Wanneer de laatste doffer zijn duivin krijgt wordt de eerste al terug in de mand gezet. Bij de inkorving voor de kleine halve fond krijgen de doffers geen duivin meer te zien en ze moeten het stellen met alleen maar de nestschotel. Bij aankomst van een gemakkelijke wedstrijd blijven ze 1u samen. Werd het een lastige wedstrijd dan blijven ze samen tot ‘s avonds. De broers beoefenen het weduwschap in zijn eenvoudigste vorm en er wordt niet gezocht naar extra motivatie.

Rechtstreeks uit de volière ingekorfd

Op het einde van het seizoen worden de duivinnen op nest gespeeld en ze komen daarna niet meer met een nestje. Ze worden een eerste keer gekoppeld begin februari en trekken ook één jong groot. Daarna zitten ze op het weduwschap en ook zij worden opgeleerd in drie etappes tot 30 km. Daarna worden ze niet meer tussendoor weggevoerd.
De duivinnenploeg traint eenmaal per dag een vol uur. In het begin wordt er getraind met de vlag en na een paar weken maken ze vlot een uur vol. De duivinnen vliegen voornamelijk de kleine halve fond. De dag na aankomst van een wedstrijd komen de duivinnen niet buiten omdat er dan van trainen niet veel in huis komt. 
Bij de inkorving worden de dametjes rechtstreeks uit de volière in de mand gezet zonder doffer of nestschotel. Bij aankomst van een wedstrijd blijven ze normaal tot ‘s avonds samen. Afgelopen seizoen bleven ze na een moeilijke wedstrijd 2 keer samen tot ‘s anderendaags.
De duivinnen verblijven over dag in de volière en gaan ‘s avonds naar hun slaaphok. Daar overnachten ze in een loketkast met kleine bakjes (20 cm breed). Nadat ze gegeten en gedronken hebben worden ze opgesloten. Er zijn weinig duiven die onderling paren en door een langdurige selectie zijn de meeste warmbloedige duivinnen er al uitgeselecteerd. De duivinnen die reeds als jonge duif met elkaar aanspannen worden op voorhand geëlimineerd. Doffers en duivinnen die van dezelfde wedstrijd thuiskomen zorgen niet voor problemen.

Doffers en duivinnen trainen samen

De jonge duiven worden voornamelijk gefokt uit de kwekers. De eerste eieren van de kwekers worden bij de weduwnaars ondergeschoven. De eieren van de 3e ronde van de kwekers worden bij de vliegduivinnen onderlegd. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 22 dagen.
De jonge bende wordt verduisterd vanaf half maart tot 21 juni. Er wordt bijgelicht van 21 juni tot einde seizoen. Bij het verduisteren is het niet pikdonker op de hokken. Drinkpot en voederbak kunnen nog gemakkelijk gevonden worden.
Bij het opleren worden de jongen 10 x weggevoerd van 2 km tot 30 km en steeds in groep gelost. Wanneer het niet goed gaat met de jonge duiven is het mogelijk dat ze midweeks nog een tussenvluchtje vliegen. Wanneer het goed marcheert worden geen tussenvluchten meer ingelast. De jongen gaan overdag in de volière.
De jongen trainen ‘s morgens na de weduwnaars (1x daags). Ze trainen vlot een vol uur en doffers en duivinnen trainen samen en worden bij het binnenlopen opnieuw gescheiden. De jongen worden gespeeld op snelheid en halve fond. Door problemen met adeno werd de 1e ronde dit seizoen minder gespeeld.
De schuifdeur wordt ingevoerd nadat het verduisteren van de jongen gestopt is (half juni). Bij de inkorving komen jonge doffers en duivinnen zo’n drie uur samen. Bij aankomst van een wedstrijd blijven ze tot ‘s avonds samen. Ook zij zitten in kleine bakjes maar het zijn zeker geen paarlustige duiven. Er worden geen kartonnen dozen of wegkruipbakjes geïnstalleerd om de motivatie aan te zwengelen. Het spel met jonge duiven in Vliermaal is zeker belangrijk want jonge duiven kunnen de ervaring die ze opgedaan hebben zeker gebruiken als jaarling.

Asduif “Strong Lady”

“Strong Lady” B16/2249108 is de 1e Nat. Asduif KBDB Kleine Halve Fond Oude. Zij lukte een magnifiek palmares met 1e prov. Gien 4615 d, 1e Sourdun 1382 d, 1e Gien 408 d, 2e Trelou 1245 d, 2e Jouy-le-Chatel 734 d, 5e Chevrainvilliers 1048 d, 6e Sourdun 1577 d, 7e Chevrainvilliers 609 d, 9e Chimay 1205 d, 22e Jouy-le-Chatel 1597 d. Ze werd nationale asduif met een coëfficient van 1,1968.
“Strong Lady” was als jonge duif zeker geen uitblinker maar als jaarling liet ze reeds haar capaciteiten zien. Het is een goed gespierde duif uit de middelmaat. Het is een witoger met een perfecte vleugel en een zachte pluim. Het is een rustige duif en ze is helemaal niet opvallend op het hok. Het is een duif die in haar beste doen steeds vliegt voor de eerste prijs. Ze durft ook wel eens missen en dan is ze uren te laat.
Toen de duiven een keer naar Hannuit teruggebracht werden en om 18.30 u gelost werden is ze pas ‘s anderendaags thuisgekomen. Daarna werd ze niet meer gespeeld. Jean-Marie, Arnould en Kenny hadden 1 (Asduif) en 2 gewonnen op prov. Gien en beide duiven waren ‘s avonds niet thuis. Dan krijg je als duivenmelker hartkloppingen ! 

Voedingssupplementen zijn belangrijk

De duiven worden iedere week gespeeld en het voederschema “Brian” (Van Tilburg) wordt gevolgd. Voor de bijprodukten geniet de firma Röhnfried het volste vertrouwen. Zaterdag bij aankomst van een wedstrijd is er sportmengeling in het voederbakje en er is Carnispeed + Mumm in het drinkwater. Er gaat “RO 200” over het voeder.
Op zondag, maandag en dinsdagmorgen wordt er dieetmengeling gevoederd. Op zondag en maandag is er Avidress en Usnegano in het drinken. Op dinsdagmorgen gaat er BT Aminfort + Imum Booster over het voeder.
Op dinsdagavond wordt het dan 50% dieet + 50% sportmengeling. Op woensdag wordt het 100 % sportmengeling. Op donderdag wordt het dan 100% “Super Weduwschap” (energierijke mengeling) + zonnepitten. Tussendoor wordt er ook Hessechol verstrekt. Tijdens de winter komt er ook look en kruidenthee in het drinken.

Gele druppels over het voeder 

Eén maal per maand gaan de Gebr. Raets met hun duiven op controle bij de dierenarts en zijn advies wordt punctueel gevolgd. Voor het seizoen wordt er 5 à 6 dagen behandeld tegen trichomonas. Er werd daarna niet meer behandeld tegen trichomonas maar op de dag van de thuiskomst van een wedstrijd gaan de “gele druppels” over het voeder.
Voor aanvang van het vliegseizoen werd er 7 dagen behandeld tegen luchtweginfecties en in de loop van het seizoen werd dat één keer herhaald bij de jonge duiven.
Bij oude en jaarse duiven worden er geen oogdruppels toegediend. De jongen krijgen bij aankomst steeds oogdruppels toegediend. Er wordt 10 dagen behandeld tegen paratyfus maar er volgt geen inenting.

Vliegduiven op roosters

Er wordt gespeeld op 30 m tuinhokken die niet geïsoleerd zijn. Daarnaast staan er ook nog 10 m kweekhokken. Er staan volières voor alle hokken en dat is doeltreffend tegen luchtweginfecties.
Er is een gang voor de hokken en in het plafond van deze gang is er een verluchtingstrook van 20 cm. Bij de jonge duiven is die 50 cm breed. De vliegduiven zitten op roosters maar de kwekers hebben een plankenvloer. De weduwnaars hebben een centrale inloop, de jonge duiven niet. In het dak is er 1/3 glas voorzien. Op de hokken met roosters worden tweemaal daags de woonbakken gekrabd. Op de kweekhokken worden tweemaal daags woonbakken en plankenvloer gereinigd. De duiven krijgen elke dag vers water in een gereinigde drinkpot.

Dichte inteelt

Op het kweekhok krijgen de kwekers twee jaar een kans en dan moeten er bewijzen zijn of ze moeten vertrekken. Een weduwnaar die 4 à 5 jaar goed presteerde krijgt een kans op de kweek. Een bijgehaalde duif moet na drie jaar bewijzen leveren. Ook late jongen uit een goed koppel kunnen rechtstreeks naar het kweekhok.
Bij het koppelen wordt doorgaans goed x goed gekoppeld en er wordt gestreefd naar twee duiven met dezelfde bouw. Heel kleine en heel grote duiven worden er vooraf uitgeselecteerd. Verder is er aandacht voor een “goede” vleugel en als het kan worden er geen twee witogers met elkaar gekoppeld.
Er wordt wel degelijk aan inteelt gedaan en vader x dochter kan. De nakweek wordt dan gekoppeld met “vreemd bloed”. De meeste duiven zijn gekoppeld neef x nicht.
Aan voorkoppelen wordt niet gedaan. ‘s Avonds worden de twee partners half bak gezet en ‘s morgens mogen ze dan samen komen.
Wat de samenspelen betreft verkiezen ze in Vliermaal hoe groter hoe beter. Wat de inkorfbeperking betreft denken Jean-Marie en Arnould dat die op de snelheid in de kleine lokaaltjes wellicht een goede zaak is. Vanaf de halve fond moet er niet meer beperkt worden.

Strenge selectie 

Jean-Marie: “Wij selecteren hier bikkelhard. De blijvers moeten 6 à 7 keer per 10-tal vliegen en liefst nog 3x per 100-tal. Een kopprijs zorgt voor veel goede punten. Wij zien graag mooie duiven uit de middelmaat met een zachte pluim, goed gesloten, een goede vleugel met korte voorarm en een “sterk” oog in de kop!

Een kweekkoppel

Een goed kweekkoppel is zeker en vast B09/5078794 “Raket” (1e prov. Orleans 2636 d, snelste 23.834 d) x “B10/5148516 “Dochter 1e semi-nat. Guéret”.
Zij werden de ouders van:

• B15/2253157 “Raket 157” en die werd vader van 1e nationale asduif “Strong Lady”.
• B16/2249098 “Blauwe Raket” met 1e Jouy-le-Chatel 1716 d, 2e Sezanne 606 d, 7e Sourdun 1198 d, 7e Chevrainvilliers 1198 d, 9e Sourdun 1235 d, 9e Chimay 2176 d, 16e Vervins 2139 d, 24e Jouy-le-Chatel 1597 d, 26e Trelou 2656 d, 27e Dizy 1748 d, 28e Dizy 2326 d, 42e Trelou 1603 d.
• B16/2249097 “Zwarte Raket” met 2e Chimay 1145 d, 3e Chimay 2176 d, 8e Chimay 434 d, 18e Dizy 1719 d, 13e Dizy 1748 d, 26e Chimay 1190 d, 36e Chimay 1223 d.