CAMIEL VAN SANDE – 1e Nationaal Asduif Grote fond Oude

Liefhebber: 

Bambrugge – Bambrugge is een deelgemeente van Erpe-Mere in de provincie Oost-Vlaanderen. Het hoogste punt van Bambrugge is “De Steenberg” en deze top haalt juist 60 meter. Boven op de Steenberg kan men prachtige vergezichten bewonderen.

Volgens de overlevering worden de Bambruggenaren “Geitemelkers” genoemd. De verklaring is wellicht te vinden in de grote belangstelling voor de geitenkweek, die in het bijzonder tot uiting kwam in de stichting van een “geitenkweeksyndikaat” in 1911. De spotnaam is bij de oudere bevolking nog bekend.
De naam Bambrugge stamt vermoedelijk af van de zogenaamde banmolens. Bij deze molens waren horigen vroeger verplicht hun graan te laten malen. En laat onze gastheer nu juist een voortrekkersrol spelen in deze branche. Molens Van Sande is met Camiel Van Sande (68) aan de 4e generatie molenaars toe. Er wordt tarwe aangekocht die gemalen wordt en de tarwebloem wordt geleverd aan warme bakkers en aan de koekjesfabrieken. Het is een lastige stiel want Camiel is van ‘s morgens tot ‘s avonds op de baan om de klanten te bedienen. Het is een familiebedrijf en ook zoon Wim zit in de zaak. Bovendien is Wim ook een succesvolle duivenmelker.

De zware fond

Camiel Van Sande speelt vanaf zijn vijfentwintigste zelfstandig met duiven. Vader was geen duivenmelker maar de passie van zijn zoon werkte aanstekelijk en samen speelden ze in het begin op de snelheidswedstrijden. Via de halve fond werd de overstap gemaakt naar de fond. In 1990 werd er volop gekozen voor de zware fond vooral toen de 1e regionaal jaarse uit Narbonne gewonnen werd.
De basis van de kolonie werd gevormd met duiven van Alfons D’Hoker, Haaltert ... Belgica-De Weerd, Breda... en Souffriau-Minner, Outer-Ninove. Later kwamen daar nog drie duivinnen bij van Danny Vagenende, Schellebelle en een duivin van Jo Ronsijn, Appelterre.
Camiel focust zich vooral op de wedstrijden van 700 km tot Barcelona en in 2015 kende hij een echt topjaar. Het beste uit de carrière zegt hij zonder veel woorden.

ZO WERD HIJ NATIONAAL KAMPIOEN
26.6  Nat. Agen 3524 d. 3
10.7  Nat. St. Vincent 3037 d. 2

Weduwnaars

Camiel kwam aan de start van het seizoen met een ploeg van 55 weduwnaars... 100 jonge duiven en 13 koppels kwekers als achterban. Libourne was de laatste wedstrijd die in 2014 op het programma stond en daarna werd er geen late ronde meer gekweekt. “De Molenaar”, die toen al als de blikvanger van de kolonie fungeerde, mocht toch nog een koppel jongen groot trekken.
De eerste koppeling vond rond half april plaats en na drie dagen broeden begon voor de vliegploeg het weduwschap.
Bij het koppelen werden de duiven ook opgeleerd en in drie etappes ging het naar 25 km.
Vervolgens werd het Quiévrain... Noyon... Souppes... Vierzon of allemaal wedstrijden die als opleervluchten beschouwd werden. Voor Camiel begint het echte spel pas op Limoges. Daarna wordt de vliegploeg opgesplitst en wordt het volledig nationaal programma gespeeld.
Door de drukke bezigheden wordt het duivenspel heel eenvoudig gehouden en Camiel speelt het klassieke weduwschap in zijn eenvoudigste vorm. Vanaf Limoges krijgen de doffers bij de inkorving hun duivin te zien. Ze komen dan een half uur samen vooraleer ze in de mand gezet worden. Hoe groter de afstand hoe langer de doffer bij zijn duivin blijft na aankomst van een wedstrijd. De partners blijven minstens twee uur samen maar na een lastige vlucht kan dat ook tot ‘s anderendaags duren.
Rust is een woord dat niet thuishoort in het woordenboek van Camiel. Tussen twee fondklassiekers wordt er maximaal drie weken gerust maar afgelopen seizoen gingen de meeste fondvliegers al na veertien dagen opnieuw de mand in. Deze periode was meestal lang genoeg om de duiven voldoende te laten recupereren. Ook “De Molenaar” werd meestal na twee weken opnieuw ingekorfd.

“De Molenaar”

“De Molenaar” B12-4096069 is de doffer die de titel van 1e Nationale Asduif Grote Fond Oude Duiven 2015 in de wacht sleepte. Hij werd door Camiel als jonge duif aangekocht bij de tandem Souffriau-Miner. Trouwens Camiel heeft al veel duiven aangekocht bij deze succes kolonie uit Outer-Ninove.
“De Molenaar” is een zeer mooie duif met alles “erop en eraan” ! Het is een bruinoog met een zachte pluim. Hij is goed gesloten met een perfecte vleugel en is vooral een tamme duif. Bij aankomst van een wedstrijd gaat hij als een raket naar de spoetnik. Hij is nooit getekend door de inspanningen van een wedstrijd en de volgende dag staat hij al opnieuw mooi rond. In 2015 zat hij op een hok met slechts 4 weduwnaars en vrij snel ging er daarvan nog eentje verloren op Valence. Maar “De Molenaar” was gek op zijn territorium en zijn duivin en dat maakte van hem een echte kampioen.
Als jaarling bleek reeds met de 8e nat. Libourne tegen 6134 d dat hij uit het echte kampioenen hout gesneden was. In 2014 kwam met de 14e nat. Cahors 7140 d en de 31e nat. Narbonne 4571 d de bevestiging van dit supertalent. In 2015 werd nog een tandje bij gestoken met 3e nat. Agen 3524 d en 2e nat. St. Vincent 3037 d. wat hem de titel van 1e Nationale Asduif Grote Fond Oude Duiven KBDB opleverde. Eerder al werd hij in Budapest de 2e Olympiadeduif Marathon. Een kampioen die op afstanden boven de 700 km schier onklopbaar was. Om het met een cliché te zeggen... een doffer die zijn gewicht in goud waard is !

Jonge duiven

De jonge ploeg wordt gefokt uit de kwekers en ook de jaarlingen trekken één jong groot. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 28 dagen en de geslachten blijven samen tot ze Souppes-sur-Loing in de vleugels hebben. Daarna wordt er op de schuifdeur gespeeld.
De jongen worden verduisterd vanaf 1 maart tot einde juni en worden daarna niet meer bijgelicht.
Half mei wordt er gestart met opleren en in 6 etappes gaat het tot 25 km. Daarna wordt het 2x Quiévrain, 2x Noyon, 3x Souppes, Blois, Bourges en Chateauroux. Er werden nog enkele duivinnen verder gespeeld op de nationale vluchten van de grote halve fond. Om de motivatie wat op te krikken werden er kartonnen dozen op het hok gehaald. Maar de tijd ontbrak om de jongen tussendoor nog eens te gaan “lappen”.
Het spel met de jonge duiven is bij Camiel Van Sande eerder bijkomstig De jonge duiven goed opleren in het vooruitzicht van hun weduwnaarscarrière op fond en zware fond is de hoofdbetrachting.

“Super Weduwschap”

Duiven die zware arbeid moeten leveren moeten goed de kost krijgen en Camiel stelt zijn volste vertrouwen in de mengeling “Super Weduwschap” van Versele-Laga. Bij aankomst van een fondwedstrijd krijgen de fondvliegers “volle bak” Super Weduwschap en er gaan elektrolyten in het drinkwater.
Op zondag, maandag en dinsdag van de eerste week wordt het dan 50% Super Weduwschap + 50 % zuivering. Op woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag wordt er overgeschakeld op 75 % Super Weduwschap + 25 % zuivering. Op maandag, dinsdag en woensdag, de laatste drie dagen voor de inkorving, wordt het 100 % Super Weduwschap en gaan er vitamines in het drinken. Er gaat ook regelmatig Edele Olie over het voeder.
Tijdens het vliegseizoen wordt er tweemaal daags gevoederd (ruime portie), tijdens de kalme periode moeten de duiven het stellen met één voederbeurt.

UITSLAGEN 2015
Limoges 361 o 9... (9/20)
Valence 102 o 3... (2/3)
Cahors 125 o 8... (5/16)
Agen  FCD 200 o 1... (7/11)
  209 jl 1... (11/14)
  prov. 1...
Montélimar 26 o 1... (2/3)
Barcelona 565 o 133, enz (2/3)
Montauban 89 jl 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9 (10/12)
St. Vincent 211 o 1... (3/5)
  prov. 1...
Brive 159 o 29... (3/5)
Jarnac 74 jl 4... (6/13)

Medisch

In de wintermaanden gaat in Bambrugge de medicijnkast op slot. Tijdens het vliegseizoen gaat Camiel om de 5 à 6 weken op consultatie bij dierenarts Vandercruyssen, Oosterzele of dierenarts Oosterlinck, Gontrode. De jonge duiven krijgen bij het spenen 1/4 pilletje Flagyl opgestoken en de oude duiven 1/4 pilletje Flagyl wanneer ze goed opgeleerd zijn. Verder in de loop van het seizoen krijgen oud en jong om de 8 weken 1/4 Flagyl door de strot geduwd. Tegen luchtwegeninfecties werd er in 2015 niets ondernomen.
Oude en jonge duiven krijgen bij het inkorven oogdruppels toegediend van Belgica-De Weerd.

Hok en hygiëne

Camiel is van het principe weinig duiven op veel hokken. Er wordt normaal met 55 weduwnaars gespeeld op 6 zolderhokken van 20 nestvakken. Voor 2016 wordt dat lichtjes anders want door de grotere lichting jaarlingen komt hij met 74 weduwnaars aan de start. De jonge duiven krijgen onderdak op tuinhokken.
De verluchting van de zolderhokken gebeurt via een luchtinlaat onder de spoetnik. In het plafond is er een verluchtingsspleet van 1 m breed voorzien.
Enkele hokken zijn voorzien van mesttransportbanden maar op een aantal hokken moet de houten bodem nog gekrabd worden. Eén maal per week wordt de bodem gereinigd... de woonbakken worden iedere dag gekrabd. Tijdens de winter wordt er een grote kuis gepland en de hokken worden ontsmet met bleekwater en daarna droog gebrand. Tijdens het seizoen wordt de drinkpot dagelijks ververst. Winter en zomer wordt er royaal grit verstrekt.

Selectie

Van de 55 weduwnaars van bij de start blijven er einde seizoen nog 40 over. 2015 werd een superjaar, veel jaarlingen hebben goed gevlogen en dus mogen er meer duiven blijven. Het worden dus 74 weduwnaars voor 2016 en dat vindt Camiel toch iets te veel. Bij de oude duiven en de jaarlingen ligt de selectie iets eenvoudiger. Op wedstrijden van 900 km selecteren de duiven voor een groot stuk zichzelf. Als tweejaarse worden de uitslagen wel onder het vergrootglas genomen.
Van de 100 jonge duiven zijn er 45 overgebleven. Er werden er veel verspeeld en ook de klamper nam er een deel voor zijn rekening. Alle jonge doffers mogen blijven want hun selectie gebeurt als jaarling.
Op het kweekhok zitten er 13 koppels kwekers. Dit zijn meestal duiven die als weduwnaar goed gevlogen hebben en die te oud geworden zijn om nog verder mee te spelen. De drie duivinnen van Danny Vagenende, Schellebelle en een duivin van Jo Ronsijn, Appelterre werden gekoppeld met 4 doffers van Souffriau-Minner en daar wordt heel wat van verwacht.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.