WILLY DANIELS - Algemeen Kampioen Antwerpse Fondclub

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Kessel – Kessel is een deelgemeente van Nijlen... op de rand van de Antwerpse Kempen. De Kesselse Heide is nog een stuk Kempens landschap zoals het vroeger was. Het is een kleurenpalet van heide... naald- en loofbomen... zandvlakten... en poelen. Het is een landschap dat we nog zelden tegenkomen in Vlaanderen.

Wij zochten en vonden Willy Daniels... een stille kracht in de duivensport... die een schitterend seizoen 2013 speelde dat bekroond werd met de titel van Algemeen Kampioen Antwerpse Fondclub. Een kampioenschap dat gewonnen wordt met 1 en 2 over 5 wedstrijden met oude duiven... 4 wedstrijden met de jaarlingen... en 3 met jonge duiven. Een “all round” melker mogen we gerust zeggen.
Willy is een diamantbewerker met pensioen die het voorbije decennium al enkele keren in de schijnwerpers stond. In 2008 haalde “De 37” B05/6231037 met een magistrale eindspurt de nationale overwinning uit Argenton tegen 5208 oude duiven naar de Veldstraat in Kessel.
Toen de strijd om de Olympiade-selecties beslecht was bleek dat “De 37” op nummer één stond in de reeks halve fond... en ook in de categorie “all round” zou hij een ticket voor Dortmund bemachtigd hebben. Zonder meer een verdiend orgelpunt in een knappe carrière... of een kampioen met de grote “K”!

Een solide basis

Na het overlijden van vader Frans Daniels in 1976, die ook duivenmelker was, is Willy twee jaar later op zijn huidig adres voor eigen rekening begonnen. Hij haalde zijn eerste duiven bij Maurits Voets, Kessel die op dat ogenblik de sterren van de hemel speelde. Toen Maurits ziek werd verzorgde Willy zijn duiven en werd beloond met o.a. een broer van zijn lijsttrekker... of de “Lichte Bourges”.
Enkele jaren geleden ging hij aankloppen bij Jos Bastiaens, Wommelgem die met zijn nicht getrouwd was. Die speelde met duiven van Luc en Bart Geerinckx en had een succesvol “Noyonkoppel” op de kooi. Willy haalde zich 4 duiven uit dit wonderpaar.
In 2012 haalde hij een kleindochter van de “Queen L” bij Paul en Jelle Roziers en zij ontpopte zich tot een uitstekende kweekduivin. Bij De Meyer & Zoon, Kessel werden 4 duiven gehaald waarmee ook in de kweek zeer goed gelukt werd.

Zes jaarse weduwnaars

Willy Daniels vatte het seizoen aan met een ploeg van 6 jaarse weduwnaars... 2 oude en 6 jaarse duivinnen... er werden 55 jonge duiven gespeend... en 16 koppels kwekers. De weduwnaars werden voor de eerste keer gekoppeld in maart... er werd 4 dagen gebroed... en dan begon het weduwschap. Willy is normaal wel voorstander om de weduwnaars een jong te laten fokken maar deze jaarling weduwnaars waren niet uitgeruid... en dus geen vroege kweek.
Na een viertal tripjes met de wagen werden ze verder opgeleerd in de maatschappij en ze werden daarna alleen op de kleine halve fond gespeeld. Ze hebben behoorlijk goed gevlogen maar toch gaat de aandacht volgend seizoen alleen naar de duivinnen en wordt er met de doffers niet meer gespeeld.
Trainen is wel een belangrijke aangelegenheid ten huize Daniels. Van zodra de dagen wat warmer worden trainen de weduwnaars tweemaal daags een vol uur. In het begin van het seizoen wordt dat een verplichte training maar na een paar weken kennen die knapen al het klappen van de zweep en wordt er probleemloos een vol uur getraind. Wanneer de doffers de conditie te pakken hebben dan laten ze dat duidelijk merken tijdens de training. Zotte kapriolen in de lucht... neerstrijken op het dak en met kletsende vleugels weg stuiven... dat ziet men graag in Kessel.
Deze doffers werden iedere week gespeeld en kregen bij de inkorving hun duivin te zien. Van zaterdag bij thuiskomst tot vrijdag bij de inkorving werd er uitsluitend “Maurice Casaert” van Van Robaeys gevoederd. Dit is in feite een zuiveringsmengeling met maïs waaraan er de laatste twee dagen voor de inkorving 1/4 maïs aan toegevoegd werd. Na de gewone maaltijd
wordt er nog wat snoepzaad en zonnebloempitten individueel in de woonbak verstrekt.
Bij aankomst van een wedstrijd zijn er steeds elektrolyten in het drinkwater en halfweg de week wordt er gedurende een dag vitamines (Aminovit) verstrekt. Na thuiskomst blijven doffer en duivin in het begin van het seizoen zo’n 15 minuten samen. De periode van samenzijn wordt langer naarmate het seizoen vordert... en na een lastige wedstrijd blijven doffer en duivin tot ‘s anderendaags samen.
Er wordt geen poging ondernomen om de motivatie van de weduwnaars wat op te vijzelen door een bijkomende woonbak open te zetten of een vreemde doffer op het hok te brengen. Wanneer de weduwnaarsploeg goed marcheert is elke poging om daar nog “verbetering” in te brengen uit den boze.

Duivinnen aan de macht

Ook de 2 oude en 6 jaarse duivinnen trokken geen jongen groot. Er werd alleen gelegd en drie dagen gebroed einde maart en daarna begon het weduwschap. In grote trekken loopt het weduwschap met doffers en het weduwschap met duivinnen parallel. Bij de inkorving mogen de duivinnen langer samen met hun doffer (half uur) omdat die op de grote halve fond gespeeld worden.
De duivinnen trainen beduidend minder dan de doffers. In het begin van het seizoen trainen ze alleen ‘s avonds. Wanneer het warmer wordt dan trainen ze alleen ‘s morgens. Komen ze los en vertrekken ze voor een half uur of voor tien minuten... het maakt niets uit... wanneer ze op het dak neerstrijken dan worden ze onmiddellijk binnen geroepen. Ze op het dak laten slenteren is vragen om problemen met het onderling paren.
Willy Daniels heeft weinig last om het onderling paren van de duivinnen te vermijden. Als jonge duif worden de meest paarlustige duivinnen er sowieso uitgesorteerd. Bovendien worden de duivinnen iedere week gespeeld. Ze vliegen 3 à 4 keer 500 km en dan volgt er een tussenvluchtje uit Quiévrain. Alles samen betekent het toch een respectabel aantal kilometers en dat tempert de paarlust. De duivinnen verblijven tijdens de dag in de volière... ‘s nachts worden ze opgesloten in hun woonbakken.
Het voederschema is identiek aan dat van de weduwnaars. De duivinnen mogen ‘s morgens na het trainen en ook ‘s avonds hun volle goesting eten. Na aankomst van een wedstrijd blijven duivinnen en doffers een paar uur samen. Was het een lastige wedstrijd dan kunnen ze samen blijven tot ‘s anderendaags.
Duivinnen zijn makkelijker dan doffers zegt Willy Daniels en verkopen minder problemen met de verzorging. Ze hoeven maar eenmaal daags te trainen... ze zitten in de volière voor de hokken of in hun woonbak opgesloten... en ze presteren beter dan de doffers. Dan is de keuze vlug gemaakt. In 2013 werden de dametjes o.a. 2e Asduif Union Antwerpen Kleine Fond jonge... 2e Asduif Union Antwerpen Kleine Fond jaarse... en 5e Asduif Union Antwerpen Kleine Fond jonge. In 2012 werd het 1e Asduif Union Antwerpen Kleine Fond jonge... en deze duivin is een zuster van de 2e Asduif Union Antwerpen Kleine Fond jonge 2013.

TIEN GEBODEN VAN EEN KAMPIOEN
1.  Probeer de goede duif uit een goede stam te vinden voor de opbouw
    van je kolonie.
2.  Gezondheid is het grootste goed op een duivenhok.
    Geen gezondheid... geen prijzen.
3.  Een hok moet droog en luchtig zijn. Tocht moet ten allen prijzen
    vermeden worden. Een volière voor de hokken is ideaal.
4.  Een punctuele verzorging is vanzelfsprekend. Hygiëne wordt hoog in
    het vaandel gevoerd.
5.  Lichte voeding voor zwaar werk... maar ge moet wel genoeg voederen.
6.  Trainen is zeer belangrijk voor de weduwnaars... minder voor duivinnen
    want die doen hun kilometers tijdens het weekend.
7.  Tijdens het seizoen de jonge duiven zoveel mogelijk tussendoor wegvoeren
    tijdens de week. Een lastige karwei maar dit werpt vruchten af.
8.  Hier wordt niet gezocht naar extra motivatie. De duiven worden zo kalm
    mogelijk ingekorfd... dat is de opdracht.
9.  Een voorkeur voor duivinnen... zeker voor de grote halve fond.
10. Een strenge selectie... alleen de uitslag telt !
    Excuses zijn er niet in de duivensport !

Jonge duiven op de schuifdeur

De ploeg van 55 vroege jonge duiven werd dit seizoen alleen uit de kweekduiven gefokt. Volgend seizoen zal dat anders zijn en zal er ook uit de duivinnen op weduwschap gekweekt worden. De jongen werden gespeend aan de ouderdom van 24 dagen en de geslachten bleven samen tot ze volledig opgeleerd waren... tot rond half mei.
De jongen werden verduisterd van begin februari tot einde juni. Daarna werden ze bijgelicht... van 6 u tot 23 u was er licht op de hokken. In een 5-tal etappes werden ze opgeleerd tot Vilvoorde (30 km). Daarna werd het Quiévrain en tot aan de grote halve fond werden ze iedere week driemaal weggevoerd tot 30 km. Eens de wedstrijden van de grote halve fond er aan kwamen werden ze driemaal per week gelost in Quiévrain (ca. 100 km). Met Jelle Roziers werd afgesproken om deze klus samen te klaren. Willy vindt dit een zeer goed systeem en wanneer de jongen thuiskomen van deze midweekse opleervluchten worden ze binnen geroepen en wordt er niet meer getraind aan huis.
De jonge doffers hebben een hok met klassieke nestvakken... de jonge duivinnen zitten tijdens de dag in de volière en ‘s nachts op schabjes in het hok. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen een vol uur samen en naast de gewone nestvakken kunnen ze ook stoeien in meerdere afgeschermde hoekjes. Om nog wat meer leven in de brouwerij te brengen komen bij de inkorving 4 oude doffers de zaak nog wat opvrolijken.

PALMARES 2013
Jaarlingen    
Bourges  reg.    262 d. 2, 5, 17, 27, 29, 83 (6/6)
nat. 13.588 d. 78, 135, 338, 584, 711, 2780 (6/6)
Chateauroux     reg.    179 d. 2, 7, 15, 25, 38, 47 (6/6)
nat.   19.691 d. 66, 266, 692, 1166, 2018, 2836 (6/6)
Montlucon       reg. 219 d. 3, 7, 57 (3/4)
nat.   21.827 d. 187, 334, 2185 (3/4)
Guéret          reg.    202 d. 3, 32, 53 (3/3)
nat.   15.007 d. 53, 916, 1622 (3/3)
Argenton        reg.   197 d.  8, 11, 44 (3/5)
nat. 22.463 d. 225, 285, 1812 (3/5)
La Souterraine  reg. 124 d. 7, 38 (2/2)
nat. 11.236 d. 754 (1/2)
Brive           reg.   63 d. 5 (1/2)
nat. 6842 d. 162 (1/2)
Jonge duiven    
Bourges         reg.  419 d. 2, 7, 10, 22, 52, 65 (6/10)
nat. 18.478 d. 34, 62, 82, 255, 508, 721, 2885, 4195, 4620 (9/10)
Chateauroux     reg. 211 d. 3, 4, 5, 20, 23 (5/8)
nat.   12071 d. 54, 56, 71, 271, 316, 2762 (6/8)
Argenton        reg.  399 d. 26, 27, 30, 37, 109 (5/8)
nat.   19.309 d. 617, 655, 711, 844, 2389 (5/8)
La Souterraine  reg.  334 d. 19, 39, 64 (3/8)
nat.   13.089 d. 831, 1691, 2240 (3/8)
Nevers          reg. 307 d. 6, 17, 69 (3/8)
nat.   11.579 d. 53, 199, 1077, 2331, 2665, 2694 (6/8)
Guéret          reg. 310 d. 9, 25, 41, 80 (4/8)
nat.   11.894 d. 71, 282, 445, 1012, 1870 (5/8)

Medisch

De dierenarts wordt ingeschakeld voor de klassieke inentingen. Bij de oude duiven staat voor aanvang van het vliegseizoen een volledige behandeling tegen trichomonas gepland. Daarna wordt er om de drie weken gedurende 1 of 2 dagen behandeld tegen tricho met “tricho groen” (dr. Schroeder). De jonge duiven werden bij het spenen drie dagen behandeld tegen trichomonas en in de loop van het seizoen volgen ze hetzelfde schema als de oude duiven.
Voor aanvang van het seizoen werd er ook vijf dagen behandeld tegen luchtwegeninfecties en dan verder om de maand nog eens drie dagen voor zowel oude als jonge duiven. Bij de jonge duiven wordt bij de inkorving oogzalf gebruikt van Vincent Schroeder.
Volgens Willy zijn de volières voor de hokken de “gezond makers” bij uitstek omdat de duiven tijdens de dag altijd in de buitenlucht vertoeven. De volières staan ingesloten zodat de duiven zeker niet in de tocht zitten. Dus tijdens de dag zitten jong en oud in de volière op kapelletjes en ‘s nachts zitten alle duiven binnen

Strenge selectie

Willy verwedt zijn kansen in de eerste plaats op de goede duiven en probeert zijn kolonie op peil te houden door iedere jaar een paar “bonnen” te kopen van goedspelende melkers. Liefst van melkers in de buurt waarvan hij de prestaties kan natrekken. De 1 of 2 nieuwkomers worden gekoppeld tegen de beste lijnen van de kolonie en wanneer het binnen de twee jaar niet lukt dan mogen ze vertrekken.
De mand is in Kessel de enige keurmeester. Van de 55 jonge duiven die in 2013 geringd werden blijven er welgeteld 11 over. Op Bourges voor de jonge duiven werd er gestart met 10 jonge duivinnen die daarna verder gespeeld werden op de grote halve fond en er blijven er nu nog 8 over. Een jonge duivin gaat meteen naar het kweekhok en 2 jonge doffers van 2013 worden aangehouden. De twee oude doffers gaan naar het kweekhok en 5 van de 6 jaarse duivinnen blijven in de vliegploeg. De vliegploeg 2014 zal samengesteld zijn uit 5 oude en 8 jaarse duivinnen en natuurlijk ook de jonge duiven. Deze strenge selectie is een must wegens de beperkte ruimte en aan uitbreiding wordt er zeker niet gedacht.
“De selectie gebeurt hier inderdaad uitsluitend op de behaalde resultaten. De “Nestbroer Olympiade” geeft al twee jaar na elkaar een asduif in Union Antwerpen en dat is natuurlijk een referentie als kweker.
Verder hou ik van een duif met een zachte pluim... een sterke rug... niet te groot en met een levendig oog. Ik zie ook graag een gespierde duif... en een duif die de grotere afstand moet vliegen mag iets dieper zijn want die heeft doorgaans langere spieren.
Verder probeer ik de motivatie van de vliegploeg wat in toom te houden wanneer er verder gespeeld wordt. Een duif zo kalm mogelijk in korven geniet mijn voorkeur.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.