ROGER & KOEN VANMEERT - Gouden Duif-winnaars Belgie 2021

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Zelem, deelgemeente van Halen en thuisbasis van het hok van Roger (63) en Koen (35) Vanmeert, de laureaten Gouden Duif 2021. Er moet iets in het water zitten hier in de streek. De vorige Gouden Duif-winnaar, Lossignol, woont een boogscheut van hier en om tot bij Brugmans of Raets te geraken heb je zelfs geen boog nodig. Drie Gouden Duiven in vier jaar tijd op een zakdoek, vruchtbare duivengrond hier. De vierde winnaar, Rondags, woont trouwens ook maar 40 km van hier aan de andere kant van de provincie.

Roger en Koen Vanmeert voor de hokken.Roger groeide op in een klassiek arbeidersgezin. Vader was wel duivenmelker, maar zoals dat ging in die tijd op een zeer amateuristisch niveau. Duivenmelken deed je voor het plezier en dat mocht zeker niet teveel geld kosten. Duivenmedicatie, supplementen? Nooit van gehoord, een dierenarts kwam er niet op het geleeg ten huize Vanmeert.
Een oom langs moeders kant, Eduard Van Erdeweghe (Zelem), was echter wel een duivenmelker die het spel serieus opvatte en daardoor mooie resultaten speelde. Die nonkel was dan ook Rogers leermeester en de man die hem op weg hielp in de duivenwereld. “Van onze pa kon ik immers niets leren wat duiven betrof,” zou Roger later lachend opmerken.
In 1979 begon Roger op eigen naam te spelen met duiven van nonkel Eduard. Dit waren hoofdzakelijk duiven van Jos en Jules Engels (Putte) en Jef Houben (Itegem). Tot de dag van vandaag vormen deze nog steeds de ruggengraat van het hok Vanmeert. De stamvader van hun hok, “De Witbaard”, komt uit deze lijnen, maar daarover later meer.
Datzelfde jaar huwde hij met Godelieve, tot de dag van vandaag zijn steun en toeverlaat en het huwelijk was vruchtbaar met twee kinderen als resultaat, Wendy en Koen. Door Wendy’s toedoen hebben ze de schuifslotjes op de hokken hoger moeten plaatsen, klein Wendy’tje vond het namelijk leuk om met de duifjes te gaan spelen, deurtjes terug vast doen vond ze blijkbaar minder leuk.
Wendy is met ouder te worden alle interesse verloren in de duiven, dit in tegenstelling tot haar broer Koen die ook interesse vertoonde in de gevleugelde atleten van pa. Echter, echter de tuin van de familie Vanmeert grenst aan de terreinen van voetbalvereniging KFC Eendracht Zelem, en welke tiener droomt er nu niet van om voetballer te worden en ooit de winnende goal te kunnen scoren in de finale van de Mundiale?
Vader stelde hem echter voor de keuze, want je kan niet meerdere zaken tegelijk goed doen. Voetbal, uitgaan en duivenmelken samen, dat gaat niet. Voor Koen was de keuze snel gemaakt, de duiven! Waarschijnlijk had hij door dat hij niet de volgende Maradonna ging worden (en maar gelukkig ook) en zoals Koen het zelf zegt, “van duivensport word je minder moe”. Eigenlijk was de keuze evident voor Koen. Hij was tenslotte opgegroeid tussen de duiven. “Ik heb nooit anders geweten als dat er duiven in “den hof” zaten.”

Roger, die arbeider was in de fabrieken van Ford in Genk, sukkelde al jaren met zijn rug (een familiekwaal waar ook vader aan leed) en bij een eerste reorganisatie in de Fordfabrieken, ruim twintig jaar geleden, aanvaardde Roger een gouden handdruk en ging vervroegd op pensioen. Veel tijd om met de duiven te spelen zou je dan denken, niets was echter minder waar.
Roger was een bezige bij. Roger was druk als voorzitter en bestuurslid in meerdere verenigingen, was tevens actief in de gemeentepolitiek en dan waren er natuurlijk nog het gezin en de familie. Teveel hooi voor op zijn vork, vonden zowel dokter als echtgenote, en in 1997 stopte Roger met de duiven. Zijn duiven verhuisden naar kameraad Luc Reyskens.
Gelukkig was echtgenote Godelieve, zoals dat wel vaker gaat met vrouwen, vooruitziend. “Laat die hokken maar staan en doe die duivenrommel nog maar niet weg, want ik ken u.” Zoals het ook wel vaker gebeurt kreeg moeder de vrouw gelijk. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in ’99 begon Roger terug te spelen.
De duiven die nog bij Reyskens zaten werden terug gehaald en er werd nog eens aangeklopt bij nonkel Eduard. Die laatste zorgde weer voor een sterke inbreng Engels- en Houbenduiven. Twee van de duiven die zo terug op Rogers hok gekomen zijn waren de latere vader en moeder van “De Witbaard” (03-5131343). Deze doffer was een supervlieger en als kweker is hij werkelijk de stamvader van de huidige succeshok waar we vandaag op bezoek zijn.

ZO WONNEN ZIJ DE GOUDEN DUIF
24/4 Soissons 3109 d. 2, 3, 27 coëff. 2,12
29/5 Bourges 3576 d. 1, 21, 12 coëff. 0,95
13/6 Vervins 2123 d. 28, 48, 47 coëff. 5,79
19/6 Argenton 1405 d. 9, 10 coëff. 1,35
17/7 Soissons 1353 d. 22, 23, 8 coëff. 3,92
18/9 Momignies 1752 d. 18, 26, 54 coëff. 5,59

 

ZO WERDEN ZIJ SUPERSTAR VAN HET JAAR SNELHEID
24/4 Soissons 3109 d. 2, 3, 27 coëff. 2,12
13/6 Vervins 2123 d. 28, 48, 47 coëff. 5,79
17/7 Soissons 1353 d. 22, 23, 8 coëff. 3,92
18/9 Momignies 1752 d. 18, 26, 54 coëff. 5,59

Gouden Duif 2021 en Superstar van het Jaar snelheid

DD: Roger en Koen proficiat! Jullie zijn de Gouden Duif-winnaars van dit jaar, maar wat jullie misschien nog niet wisten, jullie zijn tevens Superstar van het Jaar op de snelheid. Hadden jullie het zien aankomen dat jullie zouden gaan winnen?
Roger: We wisten natuurlijk dat we in het begin van het jaar al meteen veel vermeldingen gehaald hebben.
Koen: We waren eigenlijk een beetje bang dat we op het einde van het seizoen tekort gingen schieten. Wij spelen altijd op ons sterkst in het begin van het seizoen, dat zit zo in ons spel. Jonge duivenspel is voor ons bijzaak, wij focussen ons op de oude en jaarse.
Roger: Maar dit jaar hebben we dan toch een vermelding kunnen behalen met de jongen op Momignies. Die uitslag heeft ons dus eigenlijk de Gouden Duif bezorgd.

DD: Nou, eigenlijk niet. Ik heb de berekening gemaakt en zelfs zonder die laatste uitslag zouden jullie nog Gouden Duif geweest zijn en ook nog Superstar van het Jaar. Hulde dus! Dit bewijst nog meer hoe geweldig jullie dit jaar gevlogen hebben.
Zijn jullie er naar het einde toe naar beginnen spelen om Gouden Duif te kunnen worden?
Koen: Niet echt eigenlijk, veel kan je tenslotte niet doen, je hebt een systeem en daar speel je naar. Wat mij betreft is de kalender ook veel te zwaar, je hebt veel te veel duiven nodig om alles te kunnen spelen. Ze plaatsen teveel zware vluchten kort na mekaar.
We spelen elke week vitesse en halve fond en twee van de drie weekends nationaal. Je probeert je beste wat te verdelen, want je wil overal scoren.
Roger: Echt spelen voor kampioenschappen kan je toch niet. Je moet op het einde zien wat er van komt.
Koen: Op een gegeven moment hebben we wel gegokt, de jaarduiven begonnen goed te komen en dan hebben we twee jaarduiven 1 en 2 gezet. 

DD: Wie beslist er over het tekenen van de duiven?
Roger: Dat gebeurt in gezamenlijk overleg.

DD: En zonder “ambras”?
Koen: Meestal wel, niet altijd. Bij goed weer hebben we nooit ruzie, bij slecht weer daarentegen kunnen de gemoederen al eens oplopen. Ik ben dan wel minder stipt en meer chaoot dan pa, pa is wel de man die de meeste risico’s neemt. Wanneer het slecht weer is en de duiven moeten los, dan vind ik al eens rapper dat hij de duiven beter binnen laat. Maar hij heeft dan zoiets van, die kunnen perfect los nu.
Roger: Dat is waar, ik neem daar meer risico’s in. Ik blijf het zeggen, regen is niet goed, maar duiven kunnen tegen de kou.

DD: Dat zal hij van zijn moeder hebben!
Koen: Het zal dat zijn! (algemene hilariteit)
Roger: Ik denk dat we wat dat betreft mekaar aanvullen en mede de reden is van ons succes. Ik ben ordelijk, stipt en neem misschien soms teveel risico en wanneer ik overdrijf in één van die zaken is hij er om tegengewicht te bieden.

DD: Vier vermeldingen op de snelheid, dit wil zeggen dat dit dus echt wel jullie spel is.
Roger: Oorspronkelijk speelden we alleen vitesse en kleine halve fond, vanaf 2000 is daar dan de grote halve fond bijgekomen.
Koen: De vitesseduiven worden gespeeld tot Soissons. Daar halen we inderdaad onze beste resultaten mee. Onze vitesseduiven vliegen 75% prijs.

DD: Hoeveel vliegduiven hebben jullie?
Koen: We hebben een vliegploeg van 20, tot nu toe altijd 12, maar in 2022 gaan we 20 duiven voor snelheid houden. en een hafoploeg van 32, allemaal doffers die op klassiek weduwschap worden gespeeld. Dat weduwschap spelen we zolang mogelijk, tot de 4e pen valt, dat is meestal tot Bourges II of nog een week later. Daarna geen nestspel. Pa wil vaak nog langer spelen maar ik ben daar geen voorstander van.
Die vitesseduiven gaan in principe elke week mee en soms al eens tweemaal in de week. De hafo-ploeg vliegt in principe wekelijks kleine halve fond. Laatkomers etc. uitgezonderd. De duiven die de nationaals vliegen, vliegen met de huidige kalender twee vluchten achter elkaar en blijven dan een week thuis. 

DD: Met duivinnen spelen ? 
Roger en Koen in koor: Dat hebben we vorig jaar geprobeerd... maar om er heel kort over te zijn : dat was eens en nooit meer !

De weduwnaars zitten telkens per acht op een klein hok.Het kweekhok

DD: En hoeveel kwekers hebben jullie?
Roger: We hebben een 27 kweekkoppels en daaruit kweken we vier rondes jongen. Ik begin altijd te koppelen het weekend na 25 november. De vliegers worden gekoppeld in januari maar die trekken geen jongen groot. De eieren van de beste vliegkoppels worden wel omgelegd.
Koen: Vroeger lieten we die wel jongen groottrekken, die waren dan voor opa.
Roger: Klopt, ik heb jaren duiven gekweekt voor mijn vader. Voor hem was dat teveel werk geworden en op die manier kon hij toch blijven spelen. Nu lukt spelen ook niet meer dus moet ik ook geen jongen meer voor hem kweken.
Koen: De jongen van derde en vierde ronde worden later vaak onze beste oude. Als jong zijn die gespaard, die hebben enkel maar een paar Momignies gedaan.
Wij spelen minder goed met de jonge omdat we ons daar ook niet op focussen.
Roger: Dat we minder goed spelen ligt ook aan mijzelf, ik heb denk ik een te dikke hand, ik voer te veel. 
Koen: Maar dat zijn dus allemaal keuzes die je maakt. Wij geven ze graag wat reserves mee, wij bereiden onze jongen vooral voor op de toekomst.

DD: Hoe bepalen jullie welke jongen naar de vitesseploeg moeten en welke naar de midfond?
Roger: Daar beslissen de resultaten van hun eerste jaar natuurlijk over he. Eens ze in een ploeg zitten wordt er ook niet meer gewisseld. Een duif van de vitesseploeg zal nooit meer verhuizen naar de hafo of omgekeerd.
Koen: We zijn dit jaar met 160 jongen begonnen en we hebben er nog 88 over, dan mag je met het seizoen dat we gehad hebben niet teveel klagen denk ik. Met jonge duiven moet je wat geluk hebben. Er zijn ook jaren geweest dat we ze niet aan het vliegen kregen.
Roger: Ja, dan deden die rondjes van 30 secondes en gingen al op het dak zitten. Je kan daar niet veel aan doen vrees ik.
Koen: Uwe sloef naar smijten! (gelach)

De trainer met het fluitje

DD: Hoe trainen de duiven?
Roger: Om 8u gaan ze buiten en vliegen ze een uur. Vroeger was dit om 7u maar tegenwoordig moet ik ’s morgens mijn ouders gaan helpen, die zijn 93 en 88 en kunnen zich niet meer alleen behelpen. (Moeder Maria zit in een rolstoel en vader Jef heeft parkinson.)
’s Avonds vliegen ze nog eens van 16.30u tot 17.30u. En natuurlijk, die uren zijn stipt he! (lacht) Ze worden ook alle dagen buitengelaten, alleen die van de midfond blijven de weken dat ze in de mand gaan vanaf donderdag binnen. De dag van inkorving gaan de duiven niet meer los, ook die van snelheid niet.
Elke ronde jongen vliegt in het begin apart. Later, als de geslachten gescheiden worden, als de vluchten beginnen, komen 1e en 2e ronde bijeen. En na een aantal weken spelen, brengen we ook wel een aantal jongen op een nestje.
Behalve bij een hittegolf train ik ze ook bij alle temperaturen, het moet wel droog zijn. Bij regenweer trainen ze niet, duiven kunnen tegen de koude, maar onze duiven houden niet van nat weer. Dat is ons probleem, onze duiven houden niet van regen. Bij mooi weer liggen we meestal slecht voor de nationaals, daar doe je niets aan, tegen de wind kun je niet spelen. Bij slecht weer willen onze duiven dan weer niet mee. Zo is het altijd iets he? (lacht) Ik ben er ook zeker van dat bij de rampvluchten die we al gehad hebben onze duiven regen zijn tegengekomen, dat is echt niet hun ding.

DD: Lappen jullie veel?
Roger: Nee, absoluut niet. Door medische problemen kan ik moeilijk ver met de wagen rijden, dus veel en ver lappen zit er sowieso niet in. Ik heb slaapapneu, ik val in slaap achter het stuur.
Koen: Soms rijd ik dan wel eens als ik tijd heb, maar dat is inderdaad niet vaak. Zelfs met de jongen wordt amper gereden, een keer of vier en dan moeten ze mee op Mettet.

DD: Roger, gebruik je een vlag?
Roger: Nee, om ze binnen te roepen gebruik ik wel een arbitersfluitje.

DD: Oei, is dat niet vervelend voor de voetbalploeg hier achter jullie tuin? Brengt dat die spelers niet in de war?
Roger: Dat is niet mijn probleem he? (lacht)
Koen: Haha, toen ik zelf daar nog speelde gebeurde het wel eens dat ik inderdaad in de war was, dat ik niet doorhad of het onze pa was of de scheidsrechter die floot. (lacht luid)

DD: Geen last trouwens van dat voetbalveld zo vlak achter de tuin?
Koen: Nee, die duiven zijn dat gewoon. Bovendien, het duivenseizoen en het voetbalseizoen overlappen mekaar toch maar een korte periode.
Roger: Als er veel auto’s geparkeerd staan hebben we wel eens last dat ze moeilijk binnenkomen door de weerkaatsing van al dat zonlicht op die auto’s. Bij avondtrainingen hebben we dan weer het probleem dat de stadionlampen teveel licht geven. Dan kan je hier ’s avonds de krant lezen zonder dat je het licht moet aansteken. Dan schermen we de hokken wel af met panelen. Dat is niet echt verduisteren, maar gewoon even afschermen van die lampen.

DD: Hoe wordt er verduisterd?
Roger: De jongen worden verduisterd van eind februari tot 21 juni, daarna beginnen we onmiddellijk met bij te lichten. Bij de vliegers verduisteren we alleen de midfondduiven, dit jaar gaan we eens proberen een hokje vitesseduiven te verduisteren.
Koen: De vitesseploeg hebben we ook helemaal moeten omgooien. Normaal hebben we er twaalf, nu gaan we naar twintig. Die ploeg bestaat ook normaal uit 50% jaarse en 50% oude. Dit jaar hadden we echter zoveel verliezen dat er niet genoeg overblijven, we hebben dus een grotere inbreng van jaarse dit jaar, vandaar ook twintig stuks nu.

Algemeen zicht op de hokken. Vader en zoon, een gouden combinatie!

DD: Hoe ervaren jullie het om als vader en zoon samen deze sport/hobby te kunnen beoefenen?
Roger: Voor mijzelf ben ik gelukkig dat ik gesteund word in mijn (onze) hobby, dat ik kan rekenen op hulp indien nodig en dat ik door het jeugdig inzicht en enthousiasme van Koen niet vasthoud aan oude gewoonten maar bewust gemaakt word om oog te hebben voor vernieuwing.
Als vader-zooncombinatie denk ik ook dat we elkaar beter aanvoelen wat onze verwachtingen zijn op sportief vlak, maar ook elkaar beter kunnen stimuleren wanneer het iets minder gaat. Ik ben ook blij dat Koen kan meegenieten van onze hobby, daar hij door zijn werk onmogelijk zelf met de duiven kan spelen op een respectabel niveau.
Koen: Het heeft wel iets om zoiets met je vader te kunnen doen, de familieband versterkt toch de sportieve band. Andere combinaties zullen denk ik sneller uit mekaar vallen wanneer er eens meningsverschillen zijn en zo.
Omgekeerd is zeker ook het geval, de sportieve band versterkt de familieband. In het seizoen kom ik hier een keer of drie per week en nu in de winter toch nog minstens één keer per week. Zonder de duivensport zou ik waarschijnlijk minder vaak van Rummen naar hier rijden.

DD: Dus geen duiven bij jou in Rummen, Koen?
Koen: Nee, daar heb ik absoluut de tijd niet voor. Pa tussendoor helpen dat lukt nog, tenslotte doet hij toch het meeste van het werk. Ik ben meer de man van de papieren en zo. Ik help wel mee inkorven en dat soort zaken en ik ga al eens een paar keer lappen, maar de rest is allemaal “onze pa”. Je kan gerust stellen dat ik zonder pa niet met de duiven zou kunnen spelen.
Ik heb een drukke baan als productieplanner bij Beliès in Ham. (Een fabrikant van mediterrane delicatessen zoals olijven, tapenades, pesto’s en antipasti.) Daarom ben ik ook nog altijd vrijgezel, ik ben getrouwd met mijn werk. (lacht)

Soigneur Roger

DD: Roger, je zoon zegt het zelf, dus zal het wel kloppen, jij bent dus de soigneur van dienst. Wat is jouw geheim van duiven verzorgen?
Roger: Ach, het is een cliché, maar de duivensport heeft eigenlijk geen geheimen. Op zich doen wij hier niets bijzonders. Volgens mij is regelmaat belangrijk, dat zorgt voor orde en rust. Dat zijn zaken waar ik van hou. Alles is hier ook netjes geregeld, geen wanorde op mijn hok.
Koen: Dat is typisch pa, ik ben veel meer een chaoot.
Roger: De duiven worden altijd stipt op hetzelfde uur gelost, ze krijgen op hetzelfde uur hun eten, drinken en ga zo maar door. Stiptheid is belangrijk, en rust. Ik gebruik zelden dwang bij duiven. Wanneer er eentje terugkomt van een vlucht en ’s anderendaags niet buiten wil, dan laat ik hem met rust.
Het heeft toch geen zin die uit het hok te jagen, die gaar dan toch maar een beetje op het dak zitten. Als die duif een dagje wil binnenblijven en uitrusten, gewoon laten doen. Blijft er eentje een dag achter dan sluit ik die een week op, die mag herstellen. Daarna zie ik wel of die goed is hersteld. Ze opjagen heeft geen zin.
Koen: Maar als de jongen niet willen trainen en op het dak blijven zitten durft hij al wel eens zijn sloef gooien. (lacht)
Roger: Haha, dat klopt. Maar wanneer ze echt niet goed trainen dan ga ik toch uitzoeken wat er scheelt. Dan kan het al eens zijn dat ik naar de dierenarts ga of iets van Dr. Schroeder geef.

Medisch, voeding en bijproducten

DD: Nu we het toch over dokters hebben. Wat doen jullie op medisch vlak?
Koen: Dat moet je aan onze pa vragen, de dagelijkse verzorging is helemaal zijn ding.
Roger: Tja , ik ben dan ook een uur of zes per dag met de duiven bezig!
Tenzij er iets abnormaal aan de hand is ga ik twee keer per seizoen naar Dr. Schroeder (Kerkrade). Voor het seizoen, in januari, worden ze behandeld tegen paratyfus en tricho, we enten en kuren. Bij thuiskomst krijgen ze ook nog iets tegen tricho. Dit geldt voor alle duiven, zowel de vitesse als de midfond. Halfweg het seizoen volgt er ook nog eens een kuur tegen de kop.
De jongen krijgen een trichokuur en worden behandeld tegen paramyxo-herpes, paramyxo-rota en de pokken.

DD: Wat geven jullie van voeding?
Koen: Weer allemaal vragen voor onze pa. (lacht)
Roger: Ik geef de voedermengelingen van Matador, de “Start”, “Atletic” en “Vitesse”. Die van de hafo krijgen in het seizoen superstart en supervlieg en daarna de turbo erbij, naar het einde toe wat snoep, zonnebloempitjes en pinda’s. Die midfondduiven krijgen volop eten voor het inkorven, die van de vitesse niet.
Ik houd ook altijd hetzelfde schema aan, dus ook de weken dat er geen vlucht is, of dat ze om één of andere reden thuisblijven, blijf ik hetzelfde voederen. Regelmaat he!

DD: En wat geef je wat bijproducten betreft?
Roger: Om de paar weken conditiepoeder van Van Rompaey, vloeibare biergist en voor die van de midfond bij thuiskomst elektrolyten, BS en toliamine. Dat gaat in het water en die drinkbakjes blijven tot ’s anderendaags hangen. Iedere duif heeft een individueel drinkbakje, ook mineralen en grit enz. worden in individuele bakjes gegeven.

De Witbaard, stamvader van een ras wringers

DD: Wat zien jullie graag in een duif?
Koen: Ik zie absoluut niet graag witte duiven. Daar moet ik echt niets van hebben, zal er wel mee te maken hebben dat we daar in het verleden wat problemen mee hebben gehad.
Roger: Weet je nog die witte laatkomer van Barcelona? Die was een heel jaar te laat, dat is wel erg veel te laat! (algemene hilariteit) Ach weet je, er is maar een klein percentage van de duiven wit, dus zijn er statistisch gezien ook veel minder goeie, witte duiven. De kans dat je een goeie koopt is gewoon veel kleiner wanneer je een witte kiest.
Zelf zie ik wel graag een kleine achtervleugel, maar uiteindelijk moet je niet selecteren op uiterlijk, maar op resultaten. Onze Koen is dan weer een ogenman.
Koen: Klopt, ik volg al die theorieën niet, maar ik hou wel van een mooi oog.
Roger: Wat ik wel graag heb zijn “wringers”. Duiven die zich niet zomaar laten hanteren, die je pikken, die los willen, ik houd van dat hevige.
Koen: Wij hebben inderdaad “hevige” duiven. In het lokaal zijn ze niet altijd blij wanneer wij binnenkomen want dan hebben we een hoop rumoer bij. (lacht)
Ze vechten soms ook in de manden, dan hangt er bloed aan de bakken.
Roger: Kijk deze vond ik zo erover dat ik er een foto van heb genomen. (toont een foto van een duif met helemaal bebloede bek). Maar zoals reeds gezegd, dat hevige hebben we graag, er mag karakter inzitten. Onze Witbaard was ook zo een hevige, nu is hij oud en versleten en geniet van zijn pensioen, maar het was een hevige “duvel” in zijn jonge jaren, die pikte in je handen hoor.

DD: Nu we net toch over “De Witbaard” hebben, vertel eens over die duif?
Koen: Dat is de absolute stamvader van onze kolonie. Hij was zelf een supervlieger op de vitesse, zelf won hij maar liefst eerste prijzen, maar hij is vooral achteraf een superkweker gebleken.
Roger: In eigenlijk al onze toppers zit altijd wel “Witbaard”. Zo is hij onder andere de vader van “Macho” (BE03-5131340 2e Master Award Versele-Laga, 9e Nat. Asduif) en “Gien Men” (BE11-5155741 (5e Nat. Asduif) en verder in zijn lijn vind je een massa eerste prijswinnaars en asduiven.
Koen: Eigenlijk waren zijn nakomelingen zo succesvol dat we aan den duur bijna niet anders meer hadden op ons kot.
Roger: Klopt, daarom zijn we op zoek gegaan naar nieuw bloed. Zo ben ik, via een bon, eens eieren gaan halen bij Dirk Van Dyck, hele vriendelijke, aardige man trouwens. Ik had eens een duif opgevangen van Vanhamel  (Beverlo), toen hij die kwam ophalen heb ik hem een jongske meegegeven.
Hij is later teruggekomen en bleek heel tevreden te zijn met dat jong, en hij wilde nog wat jongen uit “De Witbaard” en zo hebben we dan enkele jongen gewisseld. Ook met mijn duivenvriend Stephan (Machiels, Sabrina Brugmans) hebben we jongen geruild. Via mijn nonkel ben ik dan nog aan wat duiven geraakt van Bart Geerinckx, en zo hebben we nieuw, en kwaliteitsbloed op het hok gekregen.

Toen Roger een twintigtal jaar geleden muggengaas in de vensters plaatste gingen de prestaties onmiddellijk crescendo.Overpeinzingen

DD: We vragen het aan alle winnaars, hebben jullie nog tips voor jullie collega’s?
Roger: Zoals ik al zei, de duivensport kent weinig geheimen. Regelmaat, orde en stiptheid vind ik dus belangrijk. Verder is het zo dat je eruit krijgt wat je erin steekt. We verwachten van onze duiven dat ze topprestaties leveren, dan moeten we er zelf ook iets voor over hebben he?
Zoals gezegd ben ik zeker zes uur per dag bezig met de duiven. Misschien minder in de winter, maar dan mag het niet vriezen want dan ben ik de hele dag in de weer met al die bevroren drinkpotjes. Dat is het nadeel van allemaal individuele hokken en drinkpotjes, dat zijn er veel!
In de winter mogen ze af en toe buiten. Ze moeten leren de spoetnik in te gaan. Als er al eens een paar niet binnen willen los ik er een oude bij en dan komen de meesten wel mee binnen. Het kan gebeuren dat die oude meer dan één keer los moet om het goede voorbeeld te geven.
Koen: Je moet ook beseffen dat je niet alles kan winnen? Ieder systeem heeft nu eenmaal zijn voor-en nadelen.
Roger: Ook een goede tip is al eens luisteren naar andere melkers, naar mensen die ook al genoeg bewezen hebben. Zo heb ik op aanraden van Stephan die nieuwe volières gezet voor de hokken van de jongen, een hele verbetering).
Vroeger kwamen alleen de midfondduiven samen voor de vlucht, een 20-30 minuten. Op een dag was Rondags (Frans) hier en die zag dat. “Doe dat toch met de vitessevliegers ook, dat kan zeker geen kwaad”. Sindsdien doen we dat en het werkt.
Koen: In het lokaal verklaren er ons wel voor zot, (lacht) als ze ons al geloven.
Roger: Dat trekken we ons niet aan he!

DD: Dat was ik nog vergeten te vragen, hoe lang mogen ze na de vlucht samen?
Roger: Die van de midfond tot ’s avonds, die van de vitesse gaan uiteen wanneer ik terugkom van het lokaal. Al moet ik eerlijk zeggen dat ik daar wel vaak als één van de laatste vertrek. (lacht) Maar uiteindelijk valt dat nog mee hoor, meestal is dat zo rond 16-17u.

DD: Wat ons opviel in de prijzen is dat jullie hoofdzakelijk hier in Limburg spelen en niet de provinciegrens overtrekken.
Koen: Klopt, wij spelen niet met de wind, wij gaan normaal altijd inkorven hier in Halen. Heel soms bij zwaar weer trekken we met de jongen eens naar Brabant, je hebt daar ook veel meer mogelijkheden om vitesse te spelen, maar dat is eerder zelden.
Roger: Kijk, wij spelen in een sterk lokaal tegen melkers als Brugmans, Veulemans, Vanonkelen of Buvens. Wij gaan niet van lopen van zware concurrentie, daar word je alleen maar sterker van. Wij zijn verplicht om streng te selecteren, anders komen we er hier niet aan te pas tegen al die kleppers.
Er zijn er die ver rijden om ergens anders te gaan inkorven om minder tegenstand te hebben. Die spelen daar dan eerste en rollen de hele boel op met een uitslag waarmee ze hier bij manier van spreken niet op het eerste blad staan. Doe vooral zo verder, denk ik dan, je zal je uitslagen alleen maar verder en verder zien kelderen.
Koen: En als ik om af te sluiten nog één ding mag zeggen. Hoe gemakkelijk al die technologie ook is, eigenlijk vind ik de meldlijsten op KBDB-online een spijtige zaak. Nu weet je onmiddellijk wanneer je verloren hebt, wanneer je er niet meer aankomt. Vroeger bleef je langer in het ongewisse en was je dus ook langer in de hoop, en hoop daar draait het toch allemaal om in de duivensport.

Met deze waarheid als een koe sluiten we dit gesprek met Roger en Koen af. Rest ons alleen nog  hen nog maar eens te feliciteren met hun boerenjaar. Gouden Duif en Superstar van het Jaar snelheid, het is niet iedereen gegeven. Gouden Duif ben je voor de eeuwigheid. Binnen dertig jaar wordt er ergens te lande aan de toog van een duivenlokaal, nog gesproken over Koen en Roger uit Zelem. Zij zijn het bewijs dat geen grote geheimen maar goeie duiven en veel inzet de motor zijn naar succes in onze sport.
Mooi ook om te zien dat een vader en zoon met deze eer gaan lopen. Nog maar eens een bewijs hoe duivensport over generaties heen gaat. Ooit moet Koen misschien Rogers boterhammen smeren, wij weten nu al waarover de gesprekken aan die ontbijttafel zullen gaan!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.