F&J VANDENHEEDE - ALGEMEEN NATIONAAL KAMPIOEN K.B.D.B.

Zingem - Zingem vormt fusie met Ouwegem en Huise en draagt met enige fierheid de titel van "de groene long aan de Schelde". Hiervoor tekent een groot natuurreservaat aan de boorden van de Schelde.
Het is een landelijke gemeente die ook prat gaat op haar Gemeenteschool met 450 leerlingen uit Zingem zelf maar ook uit omliggende gemeenten. Wat de leslokalen en bijgebouwen betreft behoort ze tot de top 5 van Vlaanderen... dixit een fiere directeur Freddy Vandenheede.
Maar ook in de duivensport doen de broers Freddy (52) en Jacques Vandenheede (67) het schitterend. Hun gezamenlijk palmares omvat meerdere nationale overwinningen en een Oympiadeslectie maar ze schaarden zich het afgelopen seizoen opnieuw bij de elite met de titel van Algemeen Nationaal Kampioen 2012 !

Met vereende krachten

Vader René Vandenheede was duivenmelker... en ook zijn vader heeft een leven lang de duivenmelkerkiel omgord. Jacques en Freddy hebben hun hele leven ook niets anders dan duiven en duivensport gekend. Blikvangers uit vaders tijd waren ongetwijfeld de "Zieken"... en het machtige kweekpaar "Antigoon" x "Krijt"... en zij hebben ook nu nog vertakkingen in de huidige kolonie.
Freddy had de kweekduiven van vader bij hem achter in de tuin. Hij werd duivenmelker door de uitdaging van andere duivenmelkers. Hij had als invaller een sensationele reeks duiven geklokt en niemand in het duivenlokaal geloofde hem. Maar hij zou het hen bewijzen ! Jacques heeft eerst meegeholpen op de hokken van vader en startte in 1967 voor eigen rekening. Daarna hebben ze elk een eigen duivencarrière uitgebouwd met meerdere hoogtepunten.
Een hoogtepunt in zijn toen nog prille carrière vindt Jacques nog altijd zijn eerste deelname met 1 duif op Bourges... en meteen de ereprijs regionaal. Zijn carrière wordt verder opgesmukt met 1e nat. Bourges 1999...1e nat. Guéret 2000 ...1e nat. La Souterraine 2001...1e nat. Guéret 2002... en Algemeen Provinciaal Kampioen Oost-Vlaanderen 2003.
Het palmares van Freddy wordt gekleurd met een superseizoen met de jonge duiven in 1993 ! Het deed hem enorm veel plezier toen hij het etiket van "jonge duivenspecialist" kon afleggen en ruilen voor de status van uitblinker met oude duiven. Hij had ook een Olympiadeduif op de Olympiade in Oostende in 2007... en dat hij zijn hok met eigen handen gebouwd heeft doet hem nog steeds deugd aan zijn hart.
Eind 2007 sloegen ze de handen in elkaar ... de kweekploeg werd samengebracht op de hokken van Jacques ... en de jaarlingen van Jacques werden “overgewend” naar de hokken van Freddy waar de vliegploeg onderdak kreeg.
De basis van de "nieuwe" kolonie wordt voornamelijk gevormd met het "oud soort" van vader ("Zieken", "Antigoon", "Krijt")... aangevuld met duiven van De Rauw-Sablon (1994) en satelliethokken ... en ook duiven van goedspelende hokken uit de regio waarvan men eerst nauwgezet de resultaten kon opvolgen. Ook nog duiven van Stijn Van Laere, Kruishoutem ... David Vermassen, Gavere ... Pierre Mathys, Achel... en Jos & Jules Engels, Putte.  De nieuwe inbreng wordt bij voorkeur bekomen via onderlinge uitwisseling van duiven.

Weduwschap met doffers...

Freddy & Jacques pakten het seizoen 2012 aan met een ploeg van 70 weduwnaars... 70 duivinnen op weduwschap... 200 jonge duiven... en 50 koppels kwekers. De weduwnaars vlogen vorig jaar hun laatste wedstrijd uit Tulle ... ze trokken daarna een late ronde jongen groot... en de jongen werden eind oktober gespeend. Tijdens deze late kweek worden de "nieuwe" weduwnaars op het weduwnaarshok ingepast.
Doffers en duivinnen blijven samen op het weduwnaarshok tot februari ... maart. De eieren die rijzen worden gewoon weggenomen maar dat zijn er niet overdadig veel. Er wordt een goede ruimengeling gevoederd... er is constant een teentje look in het drinkwater... maar ook Naturaline en appelazijn... en ze komen elke dag los. En dat is het !
De eerste koppeling vindt plaats begin april... er wordt maximaal 10 dagen gebroed... de partners worden gescheiden... en het weduwschap begint. In zo'n 4 à 5 etappes wordt er opgeleerd tot 35 km. Vervolgens 2x Noyon... Pont-St-Maxence... Dourdan ... Vierzon en daarna wordt de vliegploeg opgesplitst. De jaarse doen Chateauroux...Montlucon... Argenton ... Limoges... en Tulle. De oude duiven worden ingezet op Limoges... Cahors... Brive... Souillac ... Tulle.
En wat zijn voor Freddy de basislijnen van succesvol weduwschap ?
"Eerst en vooral de goede duif... het alfa en omega van een succesvolle duivensport. Daarbij komt een goed management ... of de liefhebber die moet aanvoelen wat een duif wil en kan. Dit moet gebeuren door een goede observatie... aangevuld met ervaring... en de juiste gevolgtrekkingen. Ook het voederen is een kwestie van aanvoelen... het klassieke opvoederen ... met een beetje meer... of een beetje minder. Ooit heb ik ook gedacht dat 8u ook 8u ... en 5 gram ook 5 gram moest zijn maar daar ben ik al een tijdje van af gestapt.
Ik ga nog voltijds werken volgens welbepaalde uren... en het zijn de duiven die zich moeten aanpassen aan mijn systeem en niet andersom.
Mijn broer en ik hebben zich, toen we in het begin samen gingen, op elkaar moeten afstellen.
Het trainen moet volgens mij geen uren duren maar het moet wel intens zijn... of m.a.w. neerstrijken ... opvliegen ... wegkletsen... alles volle gas ! Het is ook geen verplichte training maar ik weet welke duif waar vliegt... ik ken ze in de lucht. Wanneer ik dat niet meer zou kunnen dan spelen we meteen met minder duiven. In volle seizoen worden de doffers om de 14 dagen / 3 weken gespeeld."

En ook met duivinnen...

De ploeg van 70 duivinnen is hoofdzakelijk samengesteld uit jaarse en tweejaarse duivinnen ... en uitzonderlijk een goede driejaarse. Waarom geen oudere duivinnen... gewoon omdat het bobijntje af is ! Er wordt gesteld dat een duif in haar carrière 7000 km aan wedstrijden kan vliegen ... of het nu vitesse of fond is... met uitzondering van een uitzonderlijk goede duif.
Na afloop van het seizoen trekken ze een ronde jongen groot in functie van het inpassen van de jonge duivinnen in de vliegploeg. Ze worden daarna ook niet gescheiden en de productie van eieren stopt vanzelf. Dit moet gezien worden als een stuk natuurlijke begeleiding... de duiven komen ook dagelijks los... en het betekent een periode zonder stress en zonder wintervet ! De duivinnen worden via een gelijklopend programma aan dat van de doffers aan de start van het nieuwe seizoen gebracht.
De eerste koppeling vindt plaats begin april en de duivinnen brengen wel een ronde jongen groot. Ze worden opgeleerd op dit nestje, samen met de doffers, in 5 etappes tot 35 km. Ze hebben ook dezelfde voorbereiding als de doffers tot Dourdan en worden daarna ingekorfd voor de wedstrijden van 300 km tot 600 km. Ze gaan dus iedere week de mand in maar vanaf Bourges wordt een beurtrol toegepast van telkens een 10-tal duivinnen dat een week niet ingekorfd wordt. Tijdens de week worden de duivinnen in hun woonbak opgesloten en ook in hun woonbak gevoederd.

Jonge duiven

Er worden 200 jongen gefokt in 3 rondes ... alleen uit de kwekers. Ze worden gespeend aan 21 dagen... want ze moeten vlug zelfstandig zijn. De geslachten blijven samen want hier wordt geopteerd voor het nestspel... en dit met jonge partners. Uitzonderlijk wordt er een oude duivin ten tonele gevoerd.
De jongen worden verduisterd van 23 maart tot half juni...van 18 u tot 7 u 's morgens. Daarna wordt er niet meer bijgelicht en bij de inkorving voor Guéret hadden de meeste jongen 2 à 4 pennen gestoten.
De jongen worden gespeeld op alle nestposities... met uitzondering van de jongen met kleine piepers in de nestschotel die niet ingezet worden op wedstrijden met twee nachten mand. Zij worden dan bijvoorbeeld gespeeld op Dourdan. De jongen worden tijdens het vliegseizoen "volle bak" gevoederd... het kan niet anders.
Waarom nu nog nestspel met jonge duiven ?
"Nestspel is hier een beetje een traditie want vroeger als jonge duivenspecialist speelden wij ook nestspel met jonge duiven. Het gaat goed... waarom dan veranderen ? Het is de betere manier om de jonge duiven een beetje te sparen (carrière als weduwnaar) wat bij het schuifdeursysteem of het weduwschap niet het geval is.
De nestpositie is hier de enige motivatie bij de jonge duiven... maar zou het begrip motivatie geen uitvinding van de melker zijn want meestal wordt het verhaal gemaakt na de prestatie en zelden of nooit op voorhand".

Medisch

Na afloop van het vliegseizoen gaat het medicijnkastje dicht en volgt er ook geen controle bij de dierenarts. Dit gebeurde wel voor de eerste koppeling in maart. Bij de kwekers werd er in september wel trichomonas vastgesteld. Freddy en Jacques pleegden overleg en er werd besloten om niet te behandelen. De vroege kweek was toch meer dan behoorlijk en deed Freddy besluiten... "tricho kan bij duiven die niet moeten presteren" ! Sindsdien wordt er bij de kwekers geen behandeling tegen tricho meer gegeven.
Voor aanvang van het vliegseizoen werd de vliegploeg (oude duiven) 6 à 7 dagen behandeld tegen trichomonas. In de loop van het seizoen wordt er elk weekend gedurende 1 dag behandeld tegen trichomonas via het drinkwater. Een behoorlijke ploeg duiven zit verspreid over heel wat duivenkorven en men kan het risico niet lopen dat 1 duif de rest besmet. Tegen luchtwegeninfecties werd er tweemaal 5 dagen behandeld met een dierenartsproduct.
De jonge duiven worden om de veertien dagen behandeld (vanaf Bourges) tegen luchtwegeninfecties en zij krijgen ook oogdruppels toegediend (oude duiven niet). Maar van maniakaal iedere dag oogdruppels is men geëvolueerd naar alleen nog maar de week voor Bourges (dierenartsproduct). Daarna worden de jongen gedruppeld voor en na de vlucht.

Kweekhok

Op het kweekhok wordt de politiek gevoerd van goed x goed te koppelen en bijna ieder jaar worden de duiven herkoppeld. Dit herkoppelen laat u sneller weten wie de beste kweker of kweekster is... en geeft meestal een boost in de kweek.
Een beste kweekkoppel is moeilijk om naar voor te schuiven. Maar een koppel met een uniek verhaal is B07/4093189 "Art Nouveau" x B07/4045039 "Jeremy"... want zij gaven reeds twee nationale winnaars.
Andere topkweker is "Trigger Finger" B07/4093269 en die werd 3e nat Asduif fond. Belangrijk op het kweekhok is dat je kunt terugvallen op een brede basis.
"Maar vooral geloven wij onvoorwaardelijk in de goede duif. En onder alle soorten en modellen zitten er goede duiven ! En om de beste duif te vinden moet je in de eerste plaats kijken naar haar palmares !"

Zien jullie jezelf als professioneel duivenmelker ?

"Ik ben directeur van het lager onderwijs op de Gemeenteschool (450 leerlingen) in Zingem. Ik ben halftijds coördinerend directeur van de Scholengemeenschap met meer dan 2000 leerlingen. Ik ben voorzitter van Creakindo (vereniging van alle scholen van Zingem). Wanneer er veel melkers zijn die nog meer werken dan ik dan ben ik inderdaad een prof ! Mijn broer Jacques kun je als prof beschouwen want hij is met pensioen. Maar dan zijn er heel veel profs onder onze duivenmelkers.
Wanneer het gaat om de bezetenheid van duiven en duivensport dan ben ik een prof. Gaat het over het aantal duiven waarmee wij spelen dan zijn wij profs. Toch ook nog eventjes vermelden dat wij helemaal geen hokverzorger hebben... zelfs niemand die komt helpen om de hokken te kuisen of de duiven op te leren. Wij doen echt alles zelf !
Wat is er voor ons positief aan onze aanpak ? Wij spelen graag met veel duiven... je komt makkelijk in de schijnwerpers... je bent minder kwetsbaar bij de inbreng van nieuwe duiven dan een kleine kolonie... wanneer je wil uitblinken van 300 tot 800 km dan heb je meer duiven nodig...en wanneer het goed gaat komt er makkelijker een duifje bij.

Wat kan er negatief zijn aan onze aanpak ?

Je speelt op die manier de boel plat en dat is niet leuk voor de concurrentie... maar wanneer we eens de bal misslaan dan wordt dit resultaat door melkers en media uitvergroot.
Wij zouden geen probleem hebben met een vorm van beperking wanneer iedereen gelijk is voor de wet. Maar wat zullen de gevolgen zijn voor de lokalen (procent op de inleg) en de kosten van het transport.

Zien jullie het uitbreiden van het nationaal programma als een verbetering ?

"Volgens mij is dat een goede ingreep van het Nationaal Sportcomité... vooral de 7 nationaals voor jonge duiven. Nogmaals wij spelen het nestspel en proberen op die manier te vermijden dat de jonge duiven kapot gespeeld worden in het vooruitzicht van hun weduwnaarscarrière. Bovendien zijn er door het groter aantal wedstrijden meer mogelijkheden voor selectie.
De oude doffers willen wij aan zoveel mogelijk wedstrijden laten deelnemen. De duivinnen worden als jaarling en tweejaarse gespeeld en gaan daarna naar het kweekhok.
De oplossing voor de kleine melker (te weinig duiven) en de kampioenschappen ? Gewoon de regels aanpassen en bijvoorbeeld de mogelijkheid om 3 wedstrijden naar keuze van de 7 in aanmerking te nemen. Ook specialisatie is een troef die niet over het hoofd mag gezien worden.

Jullie gaan verder spelen ?

"Vroeger speelden wij het gamma van 250-600 km... nu gaan wij ons toeleggen op de wedstrijden van 300 tot 800 km. Met dezelfde duiven... maar anders voorbereid ! Wij zijn van oordeel dat een duif in elke discipline voor 7000 wedstrijdkilometers kan ingezet worden. Speel je Quiévrain (70 km) dan kun je 100 x een duif inzetten... speel je 700 km dan kun je 10x deze afstand spelen in de carrière van een duif. Wij kunnen meerdere palmaressen laten zien van een duif die kop vliegt op Dourdan en daarna op Narbonne.
 Wij blijven op deze grotere afstand op weduwschap spelen...maar wij bouwen een rustperiode in voor zowel jonge duiven als voor de jaarlingen. De duivinnen worden gespeeld van 300 tot 600 km... de doffers van 600 tot 800 km. Vorig seizoen hebben we voor het nationaal kampioenschap telkens 1 duivin gespeeld op de internationale vluchten maar dat zal in de toekomst wel veranderen !"

B09-4035303 “MARIUS”
1e Prov. Vierzon  8336 d.
1e Prov. Chateauroux  5547 d.
2e Nat.   22.718 d.
2e Prov. Montlucon  3984 d.
3e Nat. Zone  6081 d.
3e Prov. Vierzon  5893 d.
17e Nat. Tulle   8323 d.
54e Nat. Chateauroux  16.479 d.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.