DIRK VAN DYCK- 1e Nationaal Asduif Halve fond Oude

Liefhebber: 

Vrede op aarde voor alle mensen van goede wil... een spreuk die nog nooit zo toepasselijk geweest is als nu... ook in Zandhoven komt Kerstmis snel dichterbij... de meeste huizen zijn versierd... sommige opvallend en druk... andere zacht en ingetogen met wit licht.

We zijn op bezoek bij Dirk Van Dyck... bekend in heel de duivenwereld maar nog altijd even volks en vriendelijk, een mensenvriend in de ruimste betekenis van het woord... een waardige ambassadeur van de Belgische duivensport.

Familie is alles

Kleine Dirk zag het levenslicht op 30 oktober 1959.
“Ik had een schone onbekommerde jeugd. Ons moe, onze va, mijn twee zusters en ik. Wij waren altijd buiten, als het ware één met de natuur. Ik wist alle vogels wonen. Dat zit er nog altijd in. Als ik nu samen met bijvoorbeeld Eddy Janssens in de auto zit en een distelvink zie vliegen is het altijd hetzelfde. Den Eddy heeft ze niet gezien. Wij lachen wat af. Waar let jij toch op jongen, vraag ik hem plagend.”
Maar den Eddy is een echte boezemvriend. Hij is ook de bedenker van de naam “Kannibaal”.
Duiven horen al heel mijn leven bij mij. Uren heb ik stil op het bankje gezeten bij nonkel Jos, één van de fijnste melkers die ik heb gekend. Als mensen vragen van wie heb je veel geleerd antwoord ik altijd hetzelfde. Nonkel Jos Dillen is mijne leermeester.
Het waren schone tijden. Ik was jonkman en moest naar niks zien. We amuseerden ons en niet alleen met de duiven. Quievrain was ons spel. Iedere dag nam ik de duiven mee naar het werk bij Van Hool (15 km). De duiven stormden naar huis en onze va stond ze altijd op te wachten. Zoals de duiven toen binnen gingen, daar kan ik nu alleen maar van dromen.
Maar het leven kan ook hard zijn. Moeder stierf in 1997... ze zat in de zetel toen ik van huis reed... een half uur later kreeg ik telefoon dat ze gestorven was. Mijn vader stierf in 2006 op mijn verjaardag (30 oktober). Mijn zuster stierf in 2009.. ze was amper 47 jaar. Ze woonde vlakbij... mijn nichtje kwam me roepen... nonkel Dirk ons moeke voelt zich niet goed... wat dan door je heen gaat... daar vind ik geen woorden voor...”
Dirk: “Daarom zeg ik ook altijd, op een duivenhok zijn geen rampen. Het is erg als een goede duif weg blijft maar het leven gaat verder. Alles draait om goede. Zo lang ik met duiven speel zal ik ook nooit een goede vlieger weg doen... dat heb ik geleerd met de “Rambo”, “Bourges” en “Kannibaal”... de goede familie is alles, ook met duiven...”

De duif die de wereld veranderde

De “Kannibaal” 6246005-95.
De ogen van Dirk beginnen te glinsteren als de “Kannibaal” ter sprake komt. Je zou voor minder natuurlijk. We laten de meester zelf aan het woord.
“In 1994 had ik een jaarling die wel iets kon. Het was de “Rambo” 6621023-93. Hij vloog een goed seizoen met 1e Dourdan 408 d., 1e Dourdan 306 d., 1e Orleans 278 d., 2e Orleans 367 d. (7e prov 3385 d.). Op het weduwnaarskot werd “Rambo” direct vader van een goede jonge duif, ring 6323005-94.
Deze vloog 5e Orleans 1990 d. en twee weken later 1e prov Bourges 6761 d. (2e nat. 40.401 d.). Van toen af noemde ik hem de “Bourges”.
“Rambo” en “Bourges” gingen naar het kweekhok... dat is mijn groot geluk.
Wat goed is probeert een liefhebber altijd te kopiëren. In 1995 ringde ik de jonge duiven uit “Rambo” opnieuw met “005”.
Maar het geluk was niet aan mijn zijde... op een slechte vlucht bleef de “005” bijna achter. Toen hij terug kwam zag hij er goed uit... in het najaar ging hij nog een keer mee en vloog in het snuitje van de uitslag. De rest van het verhaal is genoegzaam bekend. Als jaarling werd mijn 6246005-95 een echte goede. Hij vloog 1e Marne 856 d., 1e Dourdan 694 d., 1e Noyon 157 d., 1e Dourdan 727 d., 3e Dourdan 1060 d., 5e Noyon 290 d., 7e Dourdan 1004 d., 7e prov Orleans 5140 d. Iedere keer als hij thuiskwam zat er zo veel nijdigheid op dat we bang waren dat hij zich dood zou vliegen tegen het hok.
Ik weet nog goed dat ik voor de eerste keer in mijn leven een papierke invulde voor de nationale kampioenschappen. En onze droom kwam uit... De 6246005-95 werd 1e nationale asduif halve fond KBDB 1996. Volgens mijn vrienden moest die duif een naam hebben... het is een “Kannibaal” zei Eddy Janssens en dat is het gebleven.

De telefoon rinkelde van de morgen tot de avond. Wij wisten eerlijk gezegd niet goed wat er gebeurde.
Op een dag kwam Herbots langs met een belangrijke Chinese klant. Zij wilden de “Kannibaal” absoluut kopen. Ik was in die tijd absoluut niet op de hoogte wat zo een duif waard was. Daarom werd Jan Hermans gebeld . We kenden Jan toen nog niet zo goed maar hadden wel vertrouwen in hem. Jan noemde een prijs maar gaf ook de raad om er toch nog eens over na te denken.
Maar je weet hoe dat gaat, ik was in die tijd nog een groentje. De prijs werd genoemd tegen de Chinees maar die vroeg bedenktijd.
’s Avonds aan tafel vroeg ons moe aan mij... “Zou jij uw “Kannibaal” graag kwijt zijn?” Toen stond het vast... hij zou nooit te koop zijn. Dat is misschien wel de allerbelangrijkste duivendag van mijn leven. Wie zou Dirk Van Dyck zijn zonder de “Kannibaal” ? We zullen het nooit weten maar ik weet wel dat hij mijn leven veranderde.”

Dirk : “Voor de Gouden Duif 1996 schonk ik een rechtstreekse dochter van de “Kannibaal”. “Golden Lady” werd gekocht door Gerard Koopman en werd moeder van “Kleine Dirk” en vele anderen.
“Kleine Dirk” is vader “Dirkje” (gekocht op veiling De Duif ) van Jan Hooymans. “Dirkje” is moeder van “Harry” en opnieuw vele anderen.
Twee volle broers van “Golden Lady” zijn de stamvaders bij Jan en Rik Hermans. “Dondersteen” (zoon “Kannibaal”) is vader van de “Jaarling”.
“De Jaarling” ligt dan weer aan de basis van de “Propere” en van de vader van het “Kanon” van Danny Van Dyck. De moeder van “Friendship” (1e nat Chateauroux 24.710 d. + snelste van 44.314 d.) is een dochter van “Olympic Niels” x “Inteelt Rambo”. Maar hierover later in de reportage meer.

Dirk: “De “Kannibaal” mocht natuurlijk van ouderdom sterven op het hok. Zijn laatste maanden kon hij bijna niet meer vliegen. Ik maakte speciaal een trappeke zodat hij toch nog in de voliere geraakte. Uiteindelijk is hij gestorven op sinterklaasdag 2010 en staat sindsdien op een ereplaats in mijn bureel.”

Het oude hok was niet schoon genoeg

Dirk: “De hokken zijn allemaal eigen maak hier. Door het succes van de “Kannibaal” “Rambo” en “Bourges” kwam hier veel bezoek. We waren van mening dat we schonere hokken nodig hadden en zo gebeurde. Maar een schoon hok is niet per se een goed hok. Dat moest ik zelf ondervinden. Het duurde toch wel enkele jaren voor alles op punt stond.
In 2001 legde ik terug golfplaten op het hok van de jonge duiven en speelde... 1e prov Orleans.
Op het groot hok van de weduwnaars gingen de Boomse pannen er ook af en werden vervangen door (opnieuw) golfplaten.
Maar het bleef zoeken. Het gaf toch nog te veel koude lucht. Het is heel simpel voor mij... een koude nek op een duivenhok is gelijk aan een slecht kot.
Op een gegeven moment belde ik de Gebr Van Laer uit Pulle op. Die mannen speelden heel hun leven goed... “of ik eens naar hun hokken mocht komen kijken”. In Pulle zag ik gesloten hokken met vooraan een luchtspleet van 16 cm. Dat moest ik ook hebben en het probleem van mijn koude hok was opgelost.”
“Het is al opgevallen, de duiven op het hok boven de garage doen het dikwijls goed. Dan is het automatisch een goed hok.”

Acht kweekboxen

Dirk: “Het kweekhok is het kloppende hart van iedere duivenkolonie. Voor de belangrijkste kwekers heb ik aparte boxen. Dat zijn er acht. Momenteel is het de thuis van 1. “Blauwe Kannibaal Junior” (2 eerste prov.) 2. Zoon “Di Caprio” (vader “Natalia” 1e nat Bourges), 3. “Sven” hele goede op Noyon (inteelt “Kannibaal”) 4. “Kleine Jan” (3e nat Gueret) 5. “Olympic Niels” (zoon “Di Caprio”) 6. “Zoon Kannibaal” 2004 7. “Di Caprio” (aangekocht in 2007 veiling Heremans-Ceusters) en 8. een rechtstreekse Geerinckx-duiver (gekocht op Gouden Duif).
Dirk: “Maar het is allemaal niet zo simpel als het lijkt. Veel kweken en streng selecteren is de boodschap. De duivers krijgen een duivin en komen met eieren. Dan worden de eieren onder voedsters gelegd en krijgen ze een andere duivin. Dat is volgens mij het beste.”

De kweekwaarde van de vliegers testen is belangrijk

Dirk : “Maar ook uit de vliegers worden de jonge getest. Weduwnaars en kwekers worden gelijk gekoppeld in december. Na het spenen blijft het jonge volkje nog een maand binnen maar kan uitgebreid de omgeving verkennen in grote volières. De roofvogels zijn een echte plaag hier... daarom maak ik van de nood een deugd.. als de jonge buiten komen zijn het wel zware dagen... op alle daken en in alle bomen zitten duiven maar na drie dagen zit alles binnen. Het is dat of veel jonge verliezen door de roofvogel.”
“Ook de oude komen niet los in het stille seizoen... maar ook hier hetzelfde systeem... ik heb volières voor het hok en de duiven blinken door de gezonde buitenlucht.”
“In 2015 liet ik de vliegers jongen groot brengen na het seizoen maar dat is geen vast systeem.
Op ieder weduwnaarshok wonen 12 duivers (oude en jaarse door elkaar). De hokken zijn 2 meter diep. Ik ben geen voorstander van diepe hokken en ook niet van een gang.
Ik wil kort bij de duiven staan. Iedere dag pak ik van elk hok een paar duiven vast. Dat is goed voor het wederzijds vertrouwen. Want een duivenmelker moet zijn duiven graag zien. Vitesse blijft mijn grote liefde... ik wil in de toekomst meer naar de nationaals (500-700 km) maar Quievrain en Noyon zullen er altijd bij horen hier... na de winterkweek zitten de duiven op rust... de vitesseploeg wordt herkoppeld op 1 maart.. de halve fondploeg op 15 maart.
Maar we blijven altijd zoeken. Mijn planning voor de jonge van 2016 ligt vast.
Uit de eerste ronde kies ik een hok vol jonge duivers... ze mogen broeden met een oude duivin en vliegen op weduwschap. De duivinnen van de eerste ronde vliegen op de schuifdeur.
In 2015 vloog de eerste ronde op nest maar ik wil terug naar het oude systeem. Alle jonge duivinnen volgens het boekje koppelen met oude duiven... dat is uiteraard veel werk.. met een hoger plan. Als het allemaal mee wil vallen ook proberen op de nationaals..”

Duivinnen aan de macht

Dirk: “Met mijn vliegduivinnen doe ik het anders. Zij worden gekoppeld op 1 maart en opgeleerd op nest.. de laatste week van april is hun nest af en neem ik de jongen van het hok. Dit is het systeem Bart Geerinckx. Ik bel nogal veel met Bart en Gaston Van de Wouwer.
De duivinnen hebben een speel- en een rusthok. Onderling paren is onmogelijk met plankjes van 18 cm breed. De duivinnen gaan iedere week mee op de halve fond. Duivinnen die door omstandigheden een weekend thuis blijven worden gewoon ingemand en overnachten in de garage. Ik toon nooit bij het vertrek en pak de duivinnen gewoon van hun plankje. Zij weten echt wel wat er aan de hand is. En het succes smaakt naar meer... ”Karolina” won 2e nat Chateauroux 19691 d. (2013) “Natalia” won 1e nat Bourges 10141 d. (2014) en “Queen” en “Little Queen” winnen 1e en 3e nat asduif halve fond KBDB (2015). Meer aansporing heb ik niet nodig... voor 2016 heb ik één hok weduwnaars minder en één hok vliegduivinnen meer (van 35 naar 50 stuks).”

Vinger aan de pols

Dirk : “Duiven moeten goed eten en ook bijproducten zijn belangrijk. In de rui geef ik Taubengold van Röhnfried. Tussen 1 en 10 november krijgen alle duiven Baytril. Dat is nog ruim drie weken voor het koppelen. Spuiten doe ik nooit maar regelmatig laten controleren uiteraard wel.
In normale seizoenen kuur ik wel voor de koppen maar dit was in 2015 overbodig. De duiven waren wedstrijdfit en dan blijf ik er met alles af. Ook geen blind gekuur tegen tricho. De mensen gaan wat ik nu zeg niet geloven maar toch is het zo. Voor het seizoen geef ik 7 dagen iets tegen tricho . Dit is altijd op verse eieren. Nadien het hele seizoen niks meer. Dat geloven de mensen absoluut niet maar het is honderd procent de waarheid. Een duif die een paar dagen weg is krijgt wel een kwart pilletje Flagyl.
Ik geef ook alle dagen Avidress Plus (zowel oude als jonge). Maar dit alleen buiten het seizoen. Tijdens het spel moeten de duiven goed drinken en met Avidress drinken ze automatisch minder.
Goed eten is ook een must. Bij mij is dat Beyers, Wal Zoontjens Geel, Beyers Elite + Recup, Prange Grand Prix (hele goede sportmengeling) en Briljant Beyers (veel klein zaad). Bij thuiskomst KK Eiweiss (eiwitten) op het voeder en Aviform in het drinken.
En niet te vergeten, ik heb heel veel te danken aan mijn duivenmadammen.
Echtgenote Anna, stiefdochter Karolina en uiteraard mijn dochter Natalia. Bij ons in Zandhoven trekken we allemaal aan hetzelfde zeel.”

Trainingen

“Duiven die in orde zitten trainen goed. In het najaar komt geen duif los. Ik begin terug te lossen in januari. Niet iedere dag maar wel op regelmatige basis. Regelmaat is altijd goed.
De duivinnen vliegen slechts één keer per dag. Meestal is dat half tien. De weduwnaars in het begin van het seizoen twee keer. In volle seizoen ook maar één keer. Anders zijn de dagen te kort om alle duiven te lossen. En ik wil ook wel wat tijd zonder duiven.
Lappen is uiteraard heel belangrijk. Ik rijd vlot tot Brussel, zowel met oude als jonge.”

Een overvloed aan kopprijzen

De concurrentie in den Union is messcherp met tegenstanders als Andre Roodhooft, Danny Van Dyck, Rik Hermans, Rudi Diels en vele anderen. Stuk voor stuk mannen met steengoede duiven maar Dirk Van Dyck is de zegekaper bij uitstek.
Dirk: “Eén van de schoonste uitslagen van het seizoen is 6 juni.
Tegen 1916 duiven win ik 1e (“Little Queen”) 2e (“Queen”) 3e (dochter “Olympic Niels”). Een melker is zielsgelukkig met zo’n uitslag maar achteraf werd het me duidelijk.. die schone uitslag had ook in mijn nadeel kunnen uitdraaien... De éérste prijs van “Little Queen” (3e nat asduif kleine halve fond jaarse 2015) voor “Queen” (1e nat asduif halve fond oude KBDB 2015 ) had grote sportieve consequenties kunnen hebben... het coëfficiënt van “Queen” voor nationale asduif kon nog scherper maar gelukkig was dat niet nodig. Dat is duivenmelkersgeluk.”

Aankoop “Di Caprio”

We kennen allemaal de bijzondere omstandigheden nog... in het voorjaar van 2007 werd de duivenwereld opgeschrikt door verschillende brutale diefstallen bij Heremans-Ceusters. Het was voor Leo aanleiding om alles te verkopen – enkele duiven in bis.
Dirk: “Ik had mijn zinnen gezet op koop 167... “Di Caprio” 6045015-05... een geboren winnaar met 1e Quievrain 1928 d. (24.07.05), 1e Quievrain 1580 d. (23.04.06) en 1e Quievrain 1278 d. (07.05.06). Door omstandigheden kon ik niet op de verkoop aanwezig zijn maar ik mocht meebieden aan de telefoon... de strijd met het buitenland was hevig maar ik had het laatste bod. “Di Caprio” kwam naar Zandhoven en maakte het helemaal waar.
Hij is vader “Olympic Niels” (Olympiadeduif Nitra 2013) en grootvader “Natalia” (1e nat Bourges 2014) en vele anderen.
Maar ook bij andere mensen is het koekenbak.
“Golden Capri” Gerard Koopman (“Di Caprio” x dochter “Kannibaal”) is vader “Kyara” Olympiadeduif Boedapest 2015.
“Caprina” Comb Verbree (“Di Caprio” x dochter “Kannibaal”) is moeder “Samanta” 1e nat asduivin WHZB /TBOTB 2015.
Heinrich Lepper, Duitsland kweekt Olympiadeduif uit zoon “Di Caprio”.

Dirk: “In 2014 in het midden van de zomer stopte “Di Caprio” van de ene dag op de andere met bevruchten. Maar ik ben goed voorzien. “Di Caprio” betekent heel wat op mijn hok. Zijn zoon “Olympic Niels” is zijn natuurlijke opvolger. “Olympic Niels” is vader 141-13 en 142-13 (1e en 2e asduif Union Antwerpen 2014). En in 2014 opnieuw 3 goede. Hij is ook grootvader van 1e Dourdan 4157 d. (Mertens-De Wolf) en natuurlijk van “Friendship” van Rik Hermans (1e nat Chateauroux 25.710 d.).

Natalia Van Dyck

Het jongste lid (25 november 2003) van duivenbond Zandhoven luistert naar de naam Natalia Van Dyck. Het appeltje van de jonge kampioene valt niet ver van de boom.
Dirk: “Vooral als de jonge afgezet worden is Natalia heel fel. Ze pakt de beestjes in haar handen, zet ze in de bakken en die blijven zitten. Maar er is natuurlijk meer dan duiven voor een jong meisje. In de zomer gaat ze op de kamp met de jeugdbeweging. Sinds september gaat ze naar het middelbaar bij de nonnetjes van Vorselaar. Als het weer het toelaat met de fiets. Ik rijd regelmatig mee en dat is ook goed voor mijn conditie. Want vergis je niet, de duiven moeten zich aanpassen aan ons en niet andersom.”
Enkele uitslagen van Natalia Van Dyck :
20 september Quievrain 277 jonge 1, (2e Dirk) 4, 6, 7, 12, 13 (13/14), 13 september Quievrain 351 jonge 2 (1e Dirk), 2 september 343 jonge 4, 7, 8, 9, 13, 15, 17 (14/15), 23 augustus 655 jonge 2e (9/11).

Keizer KBDB Antwerpen

De veelzijdigheid van de huidige stam van Dirk wordt haarfijn uitgedrukt door de uitslagen van de provinciale kampioenschappen KBDB Antwerpen.
Dirk kroont zich tot 1e algemeen provinciaal kampioen in 2011, 2012, 2013 en 2015. De concurrentie is bij deze verwittigd voor 2016.
Dirk: “De allermoeilijkste competitie is de Gouden Duif. Ik speel dit jaar een vlot seizoen maar voor de Gouden Duif was het iedere keer net niet. Drie echte kopprijzen met mijn vier eerste getekende maar iedere keer een goede getekende te weinig. Gelukkig kwam in 2011 mijn grote droom wel uit.”

Kopen en spelen

Dirk: “Ik blijf een eeuwige zoeker naar goede. Soms is dat de goede duif zelf zoals met “Di Caprio”.
Er zit nog een snuifje Kannibaalbloed in “Di Caprio” maar het is vooral een geweldige duif. Hij werd de natuurlijke opvolger van de “Kannibaal” en dit zowel op eigen hok als bij andere liefhebbers.
Wat ik ook graag doe is een ronde jonge duiven kopen bij een topper en er mee spelen.
In 2008, 2009, 2010 en 2011 kocht ik alle vroege jonge van de weduwnaars bij Gaston Van de Wouwer. Met succes. Omdat den Gaston de laatste jaren niet meer met weduwnaars speelt moest ik op zoek naar een nieuw adresje. Dat werd Willy Daniels uit Kessel (2013 en 2014). Rome is ook niet in één dag gebouwd maar ik heb hoop... ik ga daar mee lukken.”
“We weten echter allemaal hoeveel je moet kweken voor die echte goede. Zo’n goede durf ik vroeg stoppen maar verkopen in geen geval. Favorieten als “Kannibaal Junior” (1e prov Montlucon 1322 d. 1e prov Salbris 1100 d.), “Natalia (1e nat Bourges 10141 d.) “Karolina” (2e nat Chateauroux 19691 d.) “Olympic Niels” (Olympiadeduif Nitra 2013) “Kleine Jan” (3e nat Gueret 9.815 d.) en last but not least “Queen” en “Little Queen” (1e en 3e nat asduif halve fond KBDB 2015)... ze blijven voor altijd in Zandhoven.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.