DELBAERE-SAMPERS – 1e Nationaal Kampioen Kleine halve fond Jonge

Liefhebber: 

Menen – Menen is een stad op de grens met Frankrijk. Als grensstad werd Menen al vroeg versterkt en de Franse bouwmeester Vauban maakte van Menen een modelversterking. De vestingwerken hadden een omtrek van drie kilometer met elf bastions en vier stadspoorten. Nu zijn nog een deel van de stadsmuur en kazematten te zien.

Tussen 1579 en 1830 werd Menen tweeëntwintig maal belegerd. De belegeringen drukten zwaar op de welvaart van de stad. De bevolking was sinds 1578 massaal vertrokken en de weefindustrie zou de komende jaren zelfs halveren.
De “Barakken” is een arbeiderswijk tussen de Leie en de Franse grens. In de Rijselstraat, de hoofdstraat door de wijk, kun je op zondag op de koppen lopen door het drukke winkeltoerisme van de Noord-Fransen. Deze winkelstraat is in heel Noord-Frankrijk en zelfs tot in Parijs bekend.
De tandem Filip Delbaere (53) en Eddy Sampers (53) spelen met de duiven op een steenworp van de Franse grens. Ze deden dat afgelopen seizoen meer dan voortreffelijk en werden 1e Nationaal Kampioen kleine halve fond jonge duiven KBDB en 13e Nationaal Kampioen Snelheid jonge duiven KBDB.

Met de nacht

De liefde bracht Filip Delbaere tot de duivensport. De vader van zijn lief Josiane “zette de constateurs” (regelaar) in het duivenlokaal in Menen en haar peter was ook duivenmelker. Zo rolde hij in de duivensport en hij is ondertussen al 35 jaar duivenmelker.
Eddy Sampers werd in een echt duivennest geboren. Zijn vader Gilbert en grootvader Julien waren duivenmelker. Hij speelt nu in Lauwe, op de naam van zijn vrouw en zijn zoon, met oude duiven en voornamelijk op de fond.
Alle twee waren ze in het bestuur van de plaatselijke maatschappij en het waren twee vrienden met weinig tijd. Er werd een ronde jongen van Eddy op de hokken van Filip gezet en dat werd een geweldige meevaller. Het werd de start van een nauwe samenwerking en in 2001 gingen ze in tandem spelen. Filip en Eddy werken alle twee met de nacht om overdag meer tijd te hebben voor hun duiven.
De bloedlijn van de “66 Duivin” (Sampers x Demeyere) loopt als een rode draad door de Menense kolonie. In 60 procent van de pedigrees vinden we haar naam terug. Zij heeft met twee doffers een nakweek van drie zonen die de basis vormen van de ganse kolonie. Deze basis werd gekruist met duiven van Willy Vanhoutte, Wevelgem. Links en rechts werd er ook nog een duifje bijgehaald van plaatselijke vedetten.

ZO WERDEN ZIJ NATIONAAL KAMPIOEN
vlucht a.d. 1e get. 2e get.
18.7 Fontenay 467 d. 16 14
11.7 Chateaudun 215 d. 1 5
25.7 Tours 486 d. 4 2
22.8 Chateaudun 1976 d. 57 59
29.8 Chateaudun 1089 d. 20 43

10 jaarse duivinnen

Filip en Eddy kwamen aan de start van het nieuwe seizoen met een ploeg van 10 jaarse duivinnen... 110 jonge duiven en 28 koppels kwekers bij Filip en 35 koppels bij Eddy. Tot nu toe werd er alleen met jaarse duivinnen gespeeld omdat Filip vindt dat het vlotter gaat met duivinnen dan met doffers.
Als jonge duif hebben deze duivinnen de nationale vluchten gevlogen tot de eerste week van september. Daarna gingen ze met een goede ruimengeling naar de volière waar ze volop konden ruien.
Op 25 november volgde dan de eerste koppeling. Er werden twee jongen groot getrokken en ondertussen werden de vliegduivinnen overgewend naar het duivinnenhok.
In maart volgde dan de tweede koppeling en na 8 dagen broeden volgde dan het weduwschap. Maar het weduwschap met duivinnen werd een fiasco. Het was onmogelijk om de dametjes rustig in hun woonbak op te sluiten en daarom werd er overgeschakeld op het nestspel. Het spel op de snelheidsvluchten liep dus af met een sisser maar op de nationale wedstrijden ging het heel
wat beter. Ze werden gespeeld op alle nestposities maar ze waren top op jongen van 8 dagen.
Einde seizoen liepen ze ook tegen de rampzalige Chateauroux aan en dat werd een regelrechte catastrofe. Ze wonnen geen enkele prijs en deden er lang over om de veilige haven te bereiken.
In 2016 wordt het geweer resoluut van schouder veranderd. Er zal met doffers op weduwschap gespeeld worden en enkele van de beste duivinnen zullen op een nestje tussen de jonge duiven gespeeld worden.

Jonge duiven

De 110 jonge duiven worden gekweekt uit de kwekers en duivinnen van Filip en uit de kwekers van Eddy. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 25 dagen en doffers en duivinnen blijven samen tot ze Clermont gevlogen hebben. De jongen van Filip worden daarna op de schuifdeur gespeeld... de jongen van Eddy worden op een nestje gespeeld. Het is de bedoeling om niet alle eieren in één mand te leggen en het beste te halen uit het spel met de schuifdeur en het nestspel. Het moet gezegd dat de jongen met een nestje beter presteerden dan de jongen die op de schuifdeur gespeeld werden. Na Bourges komen ook de jongen die op de schuifdeur gespeeld worden met een nestje.
Van begin maart tot 21 juni worden zowel de jongen op de schuifdeur als die op het nestspel verduisterd. Daarna wordt er niet meer bijgelicht want de jongen hebben aan het einde van het programma slechts 2 à 3 pennen gewisseld.
De hokken staan in een woonwijk en zijn door huizen ingesloten en het duurt wel iets langer vooraleer de jonge duiven gaan trekken. Filip start niet met het opleren vooraleer de jongen goed wegtrekken en dat is meestal rond half april. De jonge bende wordt weggevoerd tot 8 km en 20 km en gaat dan met de vereniging naar Arras (60 km). Eens opgeleerd worden de jongen tussendoor niet meer weggevoerd.
Eens op de halve fond wordt er gesleuteld aan de motivatie en komen er kartonnen dozen en schuine plankjes op de hokken. Voor de inkorving komen jonge doffers en duivinnen zo’n uur samen. Na de vlucht op zaterdag blijven ze dan tot zondagavond samen dit om hun partner niet te vergeten. Het kan ook al eens gebeuren dat er oude doffers bij de jonge duivinnen op het hok komen.
De jongen die via het nestspel gespeeld worden gaan op alle mogelijke nestposities de mand in. De toppositie voor een jonge doffer is veertien dagen broeden... een duivin zit op haar punt met aangepikte eieren.
De jonge duiven trainen tweemaal daags. Ze doen dat doorgaans zeer goed en er een vol uur de pees op leggen is geen probleem. Bij momenten moet Filip ze echt uit de lucht roepen anders gaan ze nog een tijdje door. Om 8u trainen de doffers op de schuifdeur... om 14 u de duivinnen op de schuifdeur... om 16 u de nestduiven... en om 18 u opnieuw de doffers op de schuifdeur. Er moet echt met de tijd gewoekerd worden want tussendoor moet er ook nog geslapen worden.

BLIKVANGERS UIT DE CARRIÈRE
2015 : 1, 2, 3, 5, 12, enz. Prov. Pontoise 12.885 d.
2014 : 1e Prov. Pontoise 9.373 d.
2013 : 1e Prov. Clermont 11.480 d.
1e Prov. Pontoise 14.897 d.
2012 : 1e Asduif WVOU jonge duiven snelheid
8e Nat. Kampioen Snelheid Jonge Duiven KBDB
12e Nat. Asduif Snelheid Jonge Duiven KBDB

Voeding

Filip heeft de duiven leren voederen van Willy Vanhoutte. De jonge doffers, die op de halve fond gespeeld worden, krijgen zaterdag bij thuiskomst van een wedstrijd veel snoep en pinda’s. ‘s Avonds en op zondag en maandag krijgen ze een mengeling van 50 % Wal Zoontjens + 50 % superdieet. Er wordt gevoederd in een gezamenlijke voederbak tot de eerste duiven gaan drinken.
Op dinsdag en woensdagmorgen wordt het dan 25 % Wal Zoontjens + 25 % Superdieet + 25 % Prestige (sport + erwten) + 25 % Super Weduwschap (iets lichter). Op woensdagavond wordt er overgeschakeld op 50 % Prestige + 50 % Super Weduwschap + een handvol Energy. Op donderdag, dan is het inkorvingsdag, krijgen de duiven hun volle goesting van 1/3 Prestige + 1/3 Super Weduwschap + 1/3 Energy. Wanneer de duiven op de snelheid gespeeld worden krijgen ze geen Energy. De duiven voor kleine en grote halve fond krijgen dezelfde mengeling. De Zoontjensmengeling wordt geleverd door Beyers en de andere mengelingen komen van Vanrobaeys.
Op zaterdag en zondag gaan er kruidenthee en elektrolyten in de drinkpot. Drie dagen per week gaat er lookextract in het drinkwater. Eén bol look op 1 liter water gaat in een fles die minimaal 2 à 3 maanden “trekt” vooraleer er lookextract aan het drinkwater toegevoegd wordt. Op dinsdag gaan er vitamines in het drinken.

Medisch

De medische begeleiding is in handen van Pascal Lanneau en Filip gaat om de drie weken bij de dierenarts op controle met zijn duiven. Bij het spenen van de jongen werd er behandeld tegen trichomonas en in de loop van het seizoen werd deze behandeling niet meer herhaald. Voor het opleren van de jonge duiven werd er behandeld tegen luchtweginfecties met Soludox + Amoxicilline. Ook deze behandeling werd in het loop van het vliegseizoen niet meer herhaald.
Het toedienen van oogdruppels is zeer belangrijk. Wanneer de ogen wat vochtig zijn dan worden er drie dagen ‘s morgens en ‘s avonds oogdruppels toegediend. Hiervoor wordt er afwisselend Clinagel... Neobacitracine... en Trafloxal gebruikt.
Om de drie weken wordt er tweemaal per week Brux in de neus gedruppeld. 120 duiven in de neus druppelen vormt geen probleem. Dan slaap ik wat minder, aldus Filip.

KAMPIOENSCHAPPEN 2015
* 1e Nat. Kampioen Kleine Halve Fond jongen KBDB
* 13e Nat. Kampioen Snelheid Jonge Duiven KBDB
* 1e Kampioen WVV Halve Fond jongen
* 1e, 2e, 4e Asduif LCB Snelheid jonge duiven
* 1e Kampioen MSN halve fond jongen
* 5e Prov. Asduif Halve Fond jongen West-Vlaanderen + 1 E.V.
* 6e Prov. Asduif Snelheid jongen West-Vlaanderen + 1 E.V.
* 1e Fontenay jongen lokaal
* 1e halve fond jongen lokaal
* 2e, 9e, 14e, 22e, 25e jonge asduif Brugse Kampioenschappen + 4 E.V.

Keiharde selectie

Het gros van de jonge duiven wordt alleen in zijn geboortejaar gespeeld en wat overblijft (10 procent) gaat dan naar het kweekhok. Het moet dus kwaliteit zijn want ze vervangen een kweekduif die eerder ook al een goede vliegduif was.
De jongen die blijven hebben 6 à 7 keer per tiental gevlogen. Bij de jaarse duivinnen ligt de lat iets lager maar van de 10 blijven en slechts drie over. De mand is de enige keurmeester en model en afstamming spelen een heel beperkte rol. De voorkeur gaat naar een kort geblokte en goed gesloten duif. Maar doorgaans is het zo dat een goede duif meestal alle kwaliteiten heeft. Een echte kopvlieger mag eens missen wanneer hij er de volgende week maar opnieuw staat.
Ook de natuurlijke gezondheid wordt goed in het oog gehouden. Duiven die ineen getrokken zitten of die er niet al te fris voorkomen worden meteen geëlimineerd en pas daarna wordt de pedigree bekeken.

Hok en hygiëne

Er wordt gespeeld op 16 m hokken die nogal kort bij elkaar staan en dit geeft soms problemen bij het binnenlopen na een wedstrijd. De jongen die op nest gespeeld worden zitten op een houten tuinhok van 6 m dat volledig dicht is met vooraan een volière met windbreekgaas. Tijdens het seizoen staat het hok dag en nacht open.
Dan is er nog het gemetst hok van 4 m en een hok van 6 m dat afgetimmerd is met planchetten en op beide is er een verluchtingspleet van 1 m vooraan in het plafond. De luchttoevoer kan met schuiven geregeld worden. Bij vochtig weer worden de verwarmingsplaten op alle hokken gebruikt.
Tweemaal per dag worden de nestvakken en de bodem gereinigd. De drinkpot wordt iedere dag netjes uitgewassen en er wordt iedere dag verse grit verstrekt. Het is wel zo dat de duiven op het hok in steen later de conditie te pakken hebben.

Het kweekhok

Tien procent van de kwekers wordt jaarlijks geëlimineerd en vervangen door nieuwkomers.
Dat betekent dat er nog weinig kwekers ouder dan 2010 op het kweekhok zitten en dat het kweekhok ook jong en vitaal is.
Verwijderde inteelt zoals kozijn x nicht is mogelijk. Een kweekpaar dat na twee jaar geen goede kweek geeft moet vertrekken. De meeste kwekers zijn uiteraard bewezen vliegers. De koppelingen worden door de fijne kam gehaald en tijdens de lange winteravonden worden de koppels op voorhand op papier gezet.
Er worden zelden of nooit twee witogers met elkaar gekoppeld. In bepaalde gevallen wordt er aan familiekweek gedaan. Wanneer een heel goed koppel ontdekt werd wordt er gepoogd om met broers en zusters van doffer en duivin van dit kweekpaar een soortgelijk koppel samen te stellen. De nakweek van deze koppels wordt wel onderling met elkaar gekruist.
Enkele topkoppels zijn :

  • B07/3093223 “De 223” x B09/3135214 “Het 214” is een echt superkoppel. Zij zijn de grootouders van een kleinzoon die in 2015 zesmaal in de eerste zeven won. Negen kinderen van dit kweekkoppel zitten eveneens op het kweekhok met o.a. 410/13 (2 x 1e prov. op wedstrijden op de snelheid), 609/12 (1e asduif WVOU), 010/14 is een perfecte kweker, 255/11 is een perfecte kweekduivin.
  • B07/3093114 “De 114” x B06/3107132 “Het 132”. Zij werden de ouders van de 1e asduif van LCB + 1e prijs provinciaal Pontoise 12.885 d en de 033/14 met verschillende kopprijzen.

Nog enkele toppers

Enkele toppers van de vliegploeg zijn:

  • “Stijn” B15/3128107 met 43e Chateaudun 1089 d.,60 Chateaudun 1976 d., 1e Tours 486 d / 9e van 6083 d., 25e Fontenay 435 d.,177e Chateaudun 4579 d., 30e Clermont 788 d.
  • “De Maestro” B15/3128116 met 20e Chateaudun 1089 d., 56e Chateaudun 1976 d., 44e Chateaudun 2587 d., 60e Tours 6083 d., 14e Fontenay 467 d., 1e Chateaudun 215 d / 56e van 4579 d., 7e Fontenay 204 d., 25e Clermont 788 d., 3e Clermont 706 d...
  • “Juan” B15/3128148 met 18e Chateaudun 1089 d., 16e Fontenay 467 d., 3e Fontenay 597 d., 2e Fontenay 435 d., 9e Fontenay 477 d., 20e Clermont 729 d.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.