De oorlog in Vlaanderen en de reisduiven (deel 10)

De Duif in de Eerste Wereldoorlog

De Oorlog in Vlaanderen en de Reisduiven 10
Uit mijn Dagboek

De Duif, 29 mei 1919

(9e Vervolg)

Hoe de Duitschers de duiven gebruikten.

Als de Duitschers, in November 14 reeds, de overtuiging hadden dat hun reserven ontoereikend waren om ’t front in Vlaanderen aan ’t wanken te kunnen brengen, richtten zij zich in onze streek huizelijk in. Telegraaf en telephone waren weldra in orde gebracht, toch deze verbindingsmiddels bleken weldra ontoereikend; het trommelen in en achter de frontlinie brachten veelal storingen in ’t telegraaf en telephonnet en onderbrak o.a. de verbinding met ’t hoofdkwartier. De draadlooze telegraaf bracht niet meer zekerheid: een oogenblik vermenigvuldigden zich deze laatste toestellen en ook de blitstoestellen, doch men liet niet na ondertusschen onze reisduiven te mobiliseeren, ’t Was in de meeste gevallen het zekerste verbindingsmiddel.
De Duif in de Eerste WereldoorlogDe Vlaanders waren van reisduiven opgepropt: overal kon de vijand de schoonste instellingen vinden en er voortreffelijk gebruik van maken en toch had onze legeroverheid geen maatregels genomen om zulks te voorkomen, zoo had ze den kop verloren.
In ’t algemeen was de duivenkweek in Duitschland slechts in ontwikkeling; in de Rhijnstreek alleen kon ze aan deze onzer streek vergeleken worden. Alle duitsche duivenhokken waren met ’t uitbreken van den oorlog militarisereerd: men had daar vele proefnemingen met duiven genomen doch men was er niet volledig op de hoogte gekomen: want de voorhanden zijnde duivenliefhebbers ontbraken in den beginne. Doch laat het ons bekennen, de Duitschers konden organiseeren en alle middels waren hun daartoe goed.
Het is er reeds op gewezen geweest, de Hager-conventie wettigde de beslagname onzer reisduiven door de Duitsche bezetters mits betaling. Geene van al dezen hun duiven zagen aanslaan heeft evenwel vergoeding ontvangen. Men kan zich afvragen: hoe was ’t aan de overzijde daar waar onze verbondene de viole speelden? Och, niet veel beter als hier. In Mei 195 werden te Poperinghe de 43 duiven van Mr Dupond aangeslagen, hij kreeg er in ’t begin van ’t jaar 22 terug (slechts 7 zijner oude met open ringen aan), nooit kreeg hij eenige vergoeding. Omtrent den zelfden tijd sloeg men daar ook duiven aan van Mr Vandevoorde, 56 ervan werden gebruikt, 12 gespaard: hij heeft er 8 terug ontvangen alhoewel er op einde November 1918 nog 14 zijner beste aanwezig waren. Voor zijn verloren duiven kreeg hij niets. – Dat ’s al, niets. – Men heeft den troost dat zijn duiven voor ons volk dienstig waren en die heeren getroosten zich ! Einde 1917 werd op 10 December een stadshok ingericht, de bestaande duiven 430 in getal moesten ingeleverd worden te Poperinghe: het hok kostte 1250 fr. aan de stad. Zulks geschiedde op bevel van den krijgsgouverneur Andriga. Dagelijks kostte het onderhoud der duiven aan de liefhebbers 5 ctn het stuk. Deze duiven zijn op bevel van Commandant Delporte (prévoté Belge) moeten dood gedaan worden: dit geschiedde den 20 Juni 1918; ’t zij omtrent 2 maanden na de laatste vijandelijke offensieven, dus nadat alle gevaren geweken waren: Oh schoone miliaire wijsheid !!
 (’t Vervolgt)


De Duif in de Eerste Wereldoorlog

De Reisduiven als Verbindingsmiddel in den Veldslag aan Verdun.

De Duif, 10 april 1919

Officiële Bewijsstukken.
Het verslag nummer 743 door het leger van Verdun opgemaakt, en den 1e October naar het hoofdkwartier verzonden, eindigt als volgt: Niettegenstaande de genomen voorzorgen en ten gevolge der ontzettende bedrijvigheid van het vijandelijk geschut, zijn de meeste middelen om de verbinding met de strijdende krachten te behouden onvoldoende en zijn dikwijls volledig onderbroken en de ernstigste oogenblikken.
De ondervinding leert dat:

  1. De telefonische verbindingen altijd onderbroken zijn in de streken waar gestreden wordt.
  2. De inlichtingen door de verkenners overgebracht, met groote vertraging toekomen, ten gevolge van de onbruikbaarheid der wegen en de soms onoverkomelijke hinderpalen.
  3. De lichtsignalen onzichtbaar zijn door den rook of het stof en bijgevolg geen nut opleveren.
  4. De waarnemingen in de lucht en talrijke omstandigheden onmogelijk gemaakt zijn ten gevolge van het ongunstig weder, zoodat het aan den bevelhebber niet toegelaten is een nauwkeurig gedacht te geven over den gang van het gevecht.

De Duif in de Eerste WereldoorlogAlleen de reisduiven werden regelmatig in alle omstandigheden, en ondanks het geschut, het stof, den rook, den mist brengen zij in betrekkelijk korten tijd de berichten over den toestand der in de strijd betrokken troepen.
Sedert den slag van Verdun heeft de verbinding met postduiven onwaardeerbare diensten bewezen. De volgende voorbeelden toonen aan in welke omstandigheden die gevleugelde sujekten gebezigd werden en bewijzen dat een leger van reisduiven voorzien, zelfs in de kritische oogenblikken steeds in betrekking blijft met het oppercommando en het alle inlichtingen bezorgt, die het van noode heeft voor het aanbrengen van hulptroepen.

Den 7 Mei om 9 ure 15 vallen de Duitsche troepen de 28e afdeeling voetvolk aan, nadat een bombardement aan de sectie alle verbinding heeft afgesneden. De kapitein Michoux, commandant van het 2e bataljon van het 99e verwittigt door middel eener duif den opperbevelhebber en laat deze toe de noodigeste maatregelen te nemen.

Gedurende de veldslagen van den 2 tot den 25 Mei (Carrières, bosch van Haudromont, La Caillette, de hoeve van Thiaumont, de aanval van het fort van Douaumont), zijn de verichten overgebracht door de reisduiven, de eenige zekere inlichtingen die van het fort komen. Het bataljon Magnin van het 129e, in het bijzonder, die er in geslaagd is de versterking Douaumont binnen te dringen, gelukte er in daar eene duif zijn hachelijken toestand te doen kennen en versterking te vragen.

De 1e Juni, in den Duitschen aanval op het front van Thiaumont-Vaux zijn het de reisduiven die aan de bevelhebbers den stand van het gevecht doen kennen en den steun der artillerie verzoeken. Van den 2 tot 5 Juni laten de zoo indrukwekkende duiventelegrammen van den overste Raynal toe met spanning de prachtige poging van het heldhaftige garnizoen van Vaux te volgen.

Den 9 Juni komen de tegenstelligste berichten over het bezit der hoeve van Thiaumont aan. De kapitein De Montarby krijgt bevel op verkenning te gaan. Hij vertrekt met 2 duiven. Om 4 uur komt hij op de plaats, de verdedigers voorbehouden voor en langs de borstwering der versterkingen ten N.-O. van de hoeve opgeslagen. Daar geeft hij de vrijheid aan eene duif. Te 4 u. 8 m. bereikt zij haar hok, te 4. u 10 m. wordt het bericht reeds aan den bevelhebber overgeseind.

Ten Z.-O. van de hoeve, op 500 m van den vijand, wordt de tweede duif gelost. Met dezelfde merkwaardige snelheid als de vorige komt zij om 4 u. 18 aan en te 4 u. 20 krijgt de commandant er reeds het bericht van. In twintig minuten, dank aan de twee reisduiven, is er de generaal gerust gesteld.

Den 12 Juni, tengevolge van een vijandelijken aanval op het front van ‘t 410e regiment voetvolk, komen talrijke gekwetsten den hulppost innemen en er is geen middel om ze verder achter het front te zenden. De kolonel Le Gouvello vraagt om 8 u. 20 door middel van eener duif, om ziekenwagens; om 8 u. 45 komt het verzoek toe in het veldhospitaal der divisie, en verzorgers en vervoermiddelen worden dadelijk ter hulp gezonden. Deze spoedige tusschenkomst heeft er toe bijgedragen om talrijke menschenlevens te redden.

Van den 21 tot den 23 juni oefenden de Duitschers een bijzonderen druk op onze linies uit. Alle telefonische gemeenschap is vernietigd, die stellingen geschut verbieden den toegang van het oorlogsterrein aan de verkenners en de optische verbindingen, vruchteloos hernieuwd, kosten het leven aan een officier en drie der manschappen. De luitenant-kolonel Girardon, van het 67e regiment voetvolk, neemt zijnen toevlucht tot de duiven en in den korten tijd van 20 à 25 minuten is de bevelhebber ingelicht en de noodige versterking wordt afgezonden. Het 67e biedt krachtigen weerstand aan de verschillende aanvallen der vijanden tot de hulp opdaagt. Onderwijl spant het vijandelijk leger al hare beschikbare middelen in om de stelling van Froideterre te veroveren. De kapitein Dartiges, de aanvoerder van dit heldhaftige regiment, kon slechts alleen door middel der duiven berichten laten geworden.

Den 23e om 9 u. ’s morgens bericht hij dat de vijand op 500 meter de bezetting genaderd is; om 10 u. meldt hij dat het fort is ingesloten, dat de torens der snelvuurgeweren vernield zijn; hij vraagt om een tegenaanval te mogen aangaan en bevestigt dat zijne soldaten zich tot het uiterste zullen verdedigen; om 11 ure bericht eene 3e duif dat de toestand ernstiger wordt, maar dat de moraal der troepen uitstekend blijft, en dat ze zullen overwinnen of sterven. De aanvoer van nieuwe krachten redt deze helden van een gewissen dood. De 4e duif den 24e  door den bijgevoegden geneesheer Roux losgelaten, brengt de verheugende tijding aan dat de versterking door den vijand is ontruimd, maar dat alle verbinding en gemeenschap afgesneden zijn. Hij dringt er op aan dat er zoo haastig mogelijk ziekenverplegers en reisduiven zouden gezonden worden.

De Duif in de Eerste WereldoorlogDen 12e Juli ’s morgens wordt de aanval voortgezet op het fort van Souville; eenige eenheden gelukken er in het bolwerk binnen te dringen, maar zij worden gedood of gevangen genomen. De waarnemer van Belleville had de aankomst der vijanden in het fort aangekondigd, alsook het gevecht met handgranaten, dat binnen het fort plaats greep doch het was hem onmogelijk eenige inlichtingen over den afloop van den strijd te geven. Twaalf telegrammen door bemiddeling van de reisduiven ontvangen, verklaren den toestand aan den bevelhebber, berichten dat nieuwe vijanden over de handen onzer soldaten zijn gevallen geven nauwkeurig de ligging der respectieve krachten aan, wijzen de bedreigde punten aan en vestigen het doel der artillerie.

Den 15e Juli trachtten de Franschen ddor een tegenaanval de vijandelijke linies te verbreken. Tien duivenberichten, van uur tot uur door de aanvallende troepen verzonden laten toe de ontwikkeling van den strijd te volgen.

Den 1e Oogst [nvdr : augustus] bereiden de Duitschers een krachtig offensief in de streek van Vaux-Chapitre. De afgeschoten vuurpeilen worden niet opgemerkt, alleen de berichten door de reisduiven overgebracht geven er den bevelhebber kennis van en laten toe het geschut der artillerie te regelen.

De aanval neemt toe in de bergkloof van <<Des Fontaines>> en op den bergrug van <<La Haie Renard>>; de telegrammen doen aan den bevelhebber de meest bedreigde plaatsen kennen en een schets door kolonel Breton, geven nauwkeurig de wederzijdsche stellingen aan.
De middenpost van den rechtervleugel van het regiment te Carrières, die gedurende een groot deel van den dag geheel afgesneden werd van den linkervleugel, kan slechts berichten over hunne onuithoudbare positie zenden door middel der duiven. De telegrammen komen in weinigen tijd ter bestemming, reservetroepen worden afgezonden die den vooruitgang de Duitschers stuiten.

Den 5e  6e  en 8e Oogst kenmerkten zich door ernstige gevechten in de streek van Vaux-Chapitre en La Haie Renard. 45 berichten van de kolonels Quinin en Gauter en van den luitenant-kolonel Richaux, laten toe zich een helder denkbeeld te vormen over den strijd en een schets door den kolonel Richaux verzonden legt duidelijker den toestand bloot.

Deze voorbeelden zijn een sprekend bewijs dat, alhoewel de reisduiven niet altijd het middel zijn om in den kortst mogelijken tijd de berichten over te zenden, zij ontegensprekelijk de eenige bemiddelaar uitmaken waarop men in alle oogenblikken en in alle omstandigheden vertrouwen hebben mag.
Het is nog te rap om zelfs op onvolledige wijze de diensten door reisduiven in den VELDSLAG AAN DE SOMME bewezen te beschrijven.
De VI en X legers hebben nog geene officiëele verslagen, waarop men alleenlijk moet voortgaan, kunnen opmaken.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.