WIM STORMS - 1e Nat. Kampioen Grote halve fond jonge 2023

Liefhebber: 

Berlaar – Deze Antwerpse gemeente, gelegen ten zuiden van Nijlen en ten noorden van Beerzel, is misschien wel uitzonderlijk eentje die vandaag de dag nog duivensport ademt. Sinds vele jaren was de gemeente in binnen- en buitenland gekend als een habitat van heel wat diamantbewerkers, maar meer nog als een smeltkroes van excellente duivensporters. Tot op de dag van vandaag telt de streek talrijke duivenliefhebbers, waarvan de meeste bij momenten de pannen van het dak spelen. 

Een van de vaandeldragers is ongetwijfeld Gaston Van de Wouwer, die met zijn hobby een aantal jaren geleden wereldfaam vergaarde. Wellicht is zulk een kampioen niet de enige oorzaak, maar de duivensport blijft hier een erg populaire hobby. Heel wat jonge liefhebbers, van om en rond de veertig, houden hier met veel enthousiasme de duivenhobby levendig. Zoals Wim Storms, een melker die ook onder de noemer van deze ‘youngsters’ kan geplaatst worden.

Wim Storms zette zich dit jaar in de kijker door het winnen van het hoogst haalbare in het nationaal kampioenschap fond bij de jonge duiven. Wim: “Eigenlijk allemaal dankzij mijn overbuur, de eerder genoemde Gaston V.d.W. Hij pusht mij af en toe en dat heb ik soms wel nodig. Ik ben dikwijls met van alles tegelijkertijd bezig, waardoor mijn duiven niet altijd de aandacht krijgen die nodig is om prijzen te pakken.”

Wim naast een houten maar bijna levensechte paardenkop.Wat vooraf ging

Reeds vanaf 9-jarige leeftijd heeft Wim duiven gehad. Doch het was niet door zijn vader, die naast zijn beroepsbezigheden wel enkele koeien had lopen op het achterliggend weiland maar zodoende voor duiven tijd noch interesse had. De duivensport sijpelde bij Wim eerder binnen door de overbuur, Gaston Van de Wouwer en diens zoon Kurt, die even oud is als Wim. Af en toe verhuisde er een duifje van de overkant van de straat naar het hokje van Wim. Langzaam maar zeker, doch ook met de nodige ups en downs, werd er ten huize Storms met de duiven gespeeld. Allemaal niet simpel, want veel hing af van Wim zijn tijd en goesting om er mits de juiste discipline succes uit te puren. 
Hierin kwam verbetering toen Wim’s vader, Denis, op pensioen ging en tegelijkertijd de koeien van de hand werden gedaan. Papa Denis kreeg plots meer tijd, waardoor de interesse voor de hobby van zijn zoon ook bij hem toenam. Het was een welgekomen hulp, zeker wat de verzorging van de duiven betrof. Een nieuw tijdperk brak aan en de duivensport ten huize Storms was vanaf toen een gedeelde hobby. Jammer genoeg is Denis nog niet zo lang geleden, tijdens de coronapandemie, overleden. Dit was sowieso een serieuze opdoffer voor Wim, nog meer in de hand gewerkt door de beperkingen die tijdens die periode in de ziekenhuizen opgelegd werden. Het valt hem nog steeds zwaar om hierover te spreken.

Veel meer dan dat

Wim is door de jaren heen bij momenten veelal een bezige bij geweest, doch desondanks waren de duiven steeds zijn grootste passie. Al was het soms puzzelen met heel wat andere bezigheden. Want naast de sport met zijn gevleugelde vrienden, is hij niet zo maar een houtbewerker of meubelrestaurateur, doch eerder een kunstenaar die uit een stuk boomstam een prachtig beeld te voorschijn kan toveren. Bovenop zijn werk in een meubelwinkel is hij daarbij reeds vele jaren actief als vrijwilliger bij de brandweer en alsof dat nog niet genoeg was, bouwde hij tussendoor eigenhandig een nieuwe woning.

Kunstenaar

Wanneer men het erf bij Wim betreedt is helemaal niet te merken dat er een duivenmelker woont, want met om en rond de woning talrijke houten beelden, waant men zich eerder op bezoek bij iemand met een andere en vrij aparte hobby.
Niet moeilijk dat men na het vooropgestelde plan om een interview af te nemen van een duivenmelker, men bij een bezoek aan Wim redelijk in de war zou kunnen geraken. Na een korte uitleg door de gastheer zelf, wordt duidelijk dat hij naast de duiven nog een andere ongewone hobby heeft, nl. het maken van beeldhouwwerken met een kettingzaag. Deze vorm van houtsnijkunst heeft in de Engelse terminologie ook namen zoals ‘carving’ of ‘treeart’. Doorgaans wordt een stuk hout of boomstronk met één of meerdere specifieke kettingzagen bewerkt, om zo tot een driedimensionaal beeld te komen. Stammen van eiken of ander hard hout, kunnen zo worden omgevormd tot haast levensechte dieren. Het was steeds een droom van Wim om na zijn schoolse periode, waarbij hij afstudeerde als houtbewerker of zoals hij zelf zegt schrijnwerker, zich op een meer creatieve manier met hout bezig te houden. Hiervoor volgde hij een speciale cursus waarbij hij leerde om met de juiste technieken en bewerkingen met een kettingzaag, houten stammen om te vormen tot heuse beelden. Het klinkt misschien allemaal simpel doch zonder het nodige inzicht en een grote dosis talent, is deze hobby waarschijnlijk niet aan iedereen besteed.

De duiven dan

Zoals we hierboven al schreven, is het vooral dankzij Gaston Van de Wouwer dat Wim duivenmelker werd. Logisch dat de eerste duifjes afkomstig waren van bij de buurman. Doch Berlaar is een echt duivennest en uiteraard kwamen er ook duiven van andere liefhebbers uit de buurt, zoals o.m. van Alfons Verberck, Wim Hendrickx, Johan De Belser, Bart Henderickx, maar ook van een beetje verder met Jozef Goovaerts (Beerzel), Herman Audenaers (Hamme), Geert Lambrechts (Hallaar) en Michael Hoop (Rammenau - DL).
In 2001 won Wim zijn allereerste provinciaal bij de oude duiven uit Bourges en in 2019 lukte dit nogmaals tegen 1400 oude uit Issoudun. Het hoogtepunt uit zijn duivencarrière beleefde hij samen met zijn vader in 2012 op de wedstrijd uit Montluçon. Tegen 17.865 o.d. won hij toen de 1e nationaal en met vier duiven mee bezette hij ook nog plaatsen 14, 36 en 58. Met 4 op 4 een heuse superuitslag om nooit meer te vergeten. Het waren allen duivinnen op weduwschap die voor dit prachtig resultaat verantwoordelijk waren. 
De afstamming van deze succesduifjes vindt o.m. haar oorsprong bij ‘Annemie’, prov. Asduif 2008 en toen behorend tot de top van België. Wim kweekte haar uit een duiver van Jan De Belser met een duivin van Remi De Mey uit Booischot. Annemie was moeder van twee van de vier duivinnen op de fameuze Montluçon en in dat zelfde jaar gaf zij nog een dochter ‘Achia’ (B12-6023567). Een zeer goede vliegduivin, met in 2014 de titel van 15e nat. asduif zware halve fond achter haar naam. Achteraf schopte ze het tot één van de beste kweekmoeders op het hok Storms. 
De duivin die de 1e prov. uit Issoudun won, kwam er na samenkweek met Carl Ruymaekers uit Schriek.

De zeer indrukwekkende kop van een arend.Systeem

Er werd in het verleden ook met de oude duivinnen gespeeld, doch wegens tijdsgebrek is er dat de laatste jaren niet meer van gekomen waardoor er vooral met de jongen wordt meegedaan. Op de eerste plaats moeten de juniors de mand in met het oog op de nationaals, gemotiveerd door het systeem van de schuifdeur. Gedurende de week verblijven de duivinnen tijdens de dag in een open ren en tegen de avond wordt het gehele jonge duivencompartiment, van half maart tot eind juni, verduisterd. Enig minpunt hiervan is dat dit alles, wederom door Wim zijn werk of andere bezigheden, niet altijd stipt kan uitgevoerd worden. De eerste reeks heeft hier niet veel onder geleden, doch de tweede ronde wel, waardoor er volgens Wim een groot aantal verloren gingen.
De jonge duivers mogen los om 7u30, waarna ze zelf uit eigen beweging moeten binnenlopen. Hierbij kan Wim tijdens zijn werk d.m.v. het PAS-systeem wel makkelijk zien hoe vlot ze dat doen. ’s Avonds als Wim zijn dagtaak er op zit, is het de beurt aan de duivinnen om de training aan te vatten.
Dat er niet met de oude wordt gespeeld, heeft tot gevolg dat er redelijk wat koppels op de kweek zitten. In totaal een 25-tal waaruit twee rondes jongen worden getrokken.

Jonge-duivenseizoen

Wim: “Er werd gestart met een 40-tal jongen van de 1e ronde en 20 van de 2e reeks. De gehele groep werd goed opgeleid, te beginnen op 2 km, dan 5 km en daarna Vilvoorde, waarna uiteindelijk een 30-tal overblijvers nog eens één voor één werden gelost. Hierna waren ze volgens mij wel klaar voor de grote mand, of dat dacht ik toch. Er gingen er slechts 26 mee op de eerste prijsvlucht uit Noyon, wat een zware dobber was en waarbij ’s avonds nog de helft op het hok ontbrak. De dag erna is de rest nog beginnen terugkomen en de weken die volgden zijn ze beter huiswaarts gekeerd. 
Het was vanaf dan vooral de bedoeling om de nationaals te gaan spelen. Echter twee weken voor Bourges viel het mij op dat na het openen van de schuifdeur de duiven gewoon in de ren gingen zitten. Het werkte volgens mij dus niet en op aanraden van Gaston werd er ingegrepen. De week van de nationale feestdag (21 juli) was ik vrij en heb ik er mij mee bezig gehouden. De jonge duivers werden gekoppeld met een oude duivin en de jonge duivinnen kregen een oude doffer. Ik liet ze een dag of drie samen, waarna ze mee moesten op Sermaises. Toen ze hiervan terugkwamen om daarna bij hun oudere partners te mogen, gaven ze nog geen blijk van het systeem te kennen, doch een week later op Bourges ging het al veel beter. Voor de eerste nationale vlucht korfde ik uiteindelijk 14 jonge duivinnen in. Door de lossing op maandag en drie dagen later al opnieuw inkorving voor Bourges, heb ik daarna tevens een aantal duivers meegegeven. De weken hierna zijn ze blijven komen met het gekende resultaat tot gevolg.
Eigenlijk was deze positieve wending in het duivenseizoen niks nieuws voor mij, want als ik mij ergens op toeleg is het al vaker beter gegaan. Gaston weet dat ook en bij momenten moedigt hij mij aan om er toch iets meer uit te halen. Dit werd nogmaals in de verf gezet door dit gewonnen nationaal, alsook provinciaal kampioenschap met de jongen op de grote halve fond, want beide titels heb ik eigenlijk aan hem te danken.” 

Kampioenschap

Wat het aantal gewonnen wedstrijden betreft is de B23-6016222, genaamd ‘Tess’, toch wel de beste. Zij vloog telkens prijs op de vier nationale vluchten, waardoor ze in de Pipa ranking (4 pr.) op een mooie 9e plaats eindigt. In de nat. asduif competitie met 3 prijzen, kon ze beslag leggen op de 46e plaats. Op de kleine halve fond vloog ze goed mee, doch nooit vooraan op de uitslag. Nationaal won ze achtereenvolgens 686/19.369, 253/20328, 1421/18.837 en 155/13.852 of zone B3 5/1625. In haar pedigree zien we langs vaderzijde de namen van Johan De Belser en Geert Lambrechts. Haar moeder kwam als ei van Gaston Van de Wouwer.
Tweede beste en 30e nat. asduif op de grote halve fond is de duiver met ringnr. B23-6016201, genaamd ‘Ken’. Hij ging nationaal pas de mand in vanaf de tweede Bourges waarop hij zich rangschikte als 367/20.328, daarna op Argenton 330/18.837 en tenslotte Châteauroux 
170/13.852 of zone B3 10/1625. Zijn vader werd gekweekt uit een doffer van Wim Hendrickx toen gekoppeld met ‘Achia’, de dochter van de eerder genoemde ‘Annemie’. De moeder van Ken werd als ei bekomen bij buurman Gaston.
De derde duif die we nog willen voorstellen is ‘De Vic’, B23-6016234, geen slechte op de kleine hafo, maar nog beter op de kleine fond. Ook hij vloog nationaal voor het eerst pas mee op de laatste Bourges en deed dat voortreffelijk met plaats 168/20.238. Daarna ging hij nog mee op Argenton en klasseerde zich als 1544/18.837. Zijn vader is een kleinzoon van ‘Janne’, 1e nat. Monluçon, zijn moeder is een dochter van ‘Annemie’ en zelf een zeer goede vliegduivin, tevens moeder van 1e prov. Issoudun.

Verzorging

Het voeder komt zowel van bij Aidi als Vanrobaeys, met in het begin van de week “Winterrust”, dus licht eten op de menukaart, en de laatste dagen voor de inkorving vluchtmengeling in de voederbak. Op medisch vlak moet er na heel wat vaccinaties niet veel meer gebeuren. Het systeem wat de entingen betreft, is voor een groot stuk ingegeven door Gaston en het laat niets aan het toeval over. In totaal betreft het vijf inspuitingen; 2x rota/paramyxo, 1x pokken/paramyxo, 1x tegen paratyfus, en 1x herpes.
Eind mei volgt er nog een kuur tegen tricho, waarna wekelijks de gele druppels in de bek worden gegeven. Dit alles moet volgens Wim voldoende zijn om een gans seizoen mee te kunnen draaien.

Houtkunstenaar Wim Storms.Dromen

Wanneer we iets eerder in deze reportage beweerden dat Wim enkel nog met de jongen speelt, was dit niet helemaal de waarheid. Want in alle stilte is hij bezig met de opbouw van een hokje van zware fondduiven. Op zijn kweekhok zitten hiervoor enkele koppels waaruit de jonge marathonvliegers worden getrokken. Bij het spenen worden ze niet bij de groep voor de halve fond gezet, doch op een aparte afdeling. Bijgevolg zitten er momenteel negen duivinnen op een hok alleen, waarmee Wim in de komende jaren een plan in gedachten heeft. En het is geen kleintje, want zijn grootste droom is om op Barcelona mee te kunnen doen. Dit jaar al had hij drie duifjes mee op Agen en het resultaat mag er zijn, met prov. de 2e en de 90/638, nat. de 8e en de 564/5851 en internat. plaatsen 14 en 1232 van 15.317 o.d. Dit smaakt sowieso naar meer en ongetwijfeld zorgen deze resultaten voor nog extra motivatie bij Wim om op de internationale vluchten mee te kunnen doen.

Ten slotte

Ondanks andere interesses en bezigheden blijven de duiven Wim’s grootste passie en het liefst van al zou hij op hoog niveau willen meedoen. Maar het lukt hem niet altijd, want uiteraard heeft zijn werk voorrang op alles. Ondertussen heeft hij wel besloten om zijn bijberoep als vrijwilliger bij de brandweer stop te zetten. Maar ja, dan is er nog steeds zijn hobby als ‘woodart’ kunstenaar, met onuitgevoerde ideeën die in zijn hoofd zitten te rijpen en op tijd en stond ter uitvoering moeten worden gebracht. Misschien wel een beetje vergelijkbaar met de duivenmicrobe, die net als een smeulend vuurtje in het binnenste van Wim, op sommige momenten hevig en fel kan opflakkeren. 
Proficiat Wim, met deze gouden titel, op de hoogste plek van het nationale podium gaan staan is niet voor iedereen weggelegd. Tot de volgende!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.