MARC BOSMANS & DIRK LEEKENS - Deel 1: Gaan voor goud!

Liefhebber: 

Lees hier deel 2: Een gouden zet... weeral

Na een succesrijke duivenloopbaan in As, wilde Dirk Leekens wel een andere uitdaging. Hij wilde eigenlijk vooral bewijzen dat zijn duiven op een andere locatie nog beter zouden scoren in groot verband. Zo kwam hij terecht bij zijn gedroomde duivenmaat Marc Bosmans. En in Beverlo bewijzen ze als team waartoe de oude soort van As in staat is... Provinciale en nationale overwinningen, asduiven en olympiadeduiven vallen er als rijpe appelen uit de boom. Uiteraard is daar wat nieuw bloed bij, maar de oude kern is er nog volop.

Weet u wat u krijgt als u een zwarte gordel kruist met een nauwgezette duivenfanaat? Juist, dan krijgt u de ijzersterke tandem Bosmans-Leekens uit Beverlo; in dit geval Leekens-Bosmans, want het is Dirk die de zwarte gordel karate bezit. We komen er zo op terug. Er zijn op de 9 jaar dat de tandem bestaat al talrijke pagina's - papieren en virtuele - volgeschreven over het dominante spel van die twee duivenvrienden. Valt er nog iets nieuws over te vertellen? Kunnen we nog meer dan weer eens de loftrompet steken over nog een titel, nog een provinciale of nationale overwinning, nog een Olympiadeduif? Lees rustig verder, wellicht leert u toch nog iets.

Op dezelfde golflengte

Van bij het begin van het coronaproof interview - Marc was er dan nog niet bij - drukt Dirk mij op het hart dat ik de bijdrage van Marc in de successen zeker niet mag over het hoofd zien. Een tandem dat zijn immers twee mensen die samen iets verwezenlijken en het is zeker niet zo dat Dirk de chef is en Marc de uitvoerder. “Marc was een snel lerende leerling,” weet Dirk, “en momenteel zitten we echt op dezelfde golflengte. We begrijpen elkaar blindelings, we vullen elkaar aan en hebben nog nooit een hoger woord tegen elkaar gehad. Niet dat we het altijd eens zijn of er nooit een fout gemaakt wordt, maar dat hoort erbij en verrijkt de ervaring en de kunde.”
Om in dezelfde beeldspraak te blijven: Marc zat vroeger op de Lange Golf, hij was fondspeler en droomde van Barcelona. Hij was al blij als de duiven naar huis kwamen van de leervluchten en daar hoorden ook Bourges en Châteauroux bij... Om maar te zeggen dat hij totaal geen ervaring had met de nauwgezetheid en aandacht voor detail die nodig zijn om op de halve fond en kleine dagfond mee te doen voor de kopprijzen. Geloof maar dat hij ondertussen al helemaal bijgespijkerd is en mee met Dirk op DAB+ radio zit: kraakvrij, helder signaal, onberispelijke kwaliteit. Niet dat er niks meer te leren valt, het kan altijd nóg beter, weten zij in koor en duivensport blijft altijd onvoorspelbaar.

Zwarte gordel

Dirk Leekens is een beoefenaar van de edele karatesport. Eigenlijk is dat geen sport, maar een hele levenswijze. Natuurlijk komt daar veel techniek, behendigheid en conditie bij kijken, maar het is ook een diep ingrijpende persoonlijkheidsvorming: karaktervastheid, integriteit, alertheid, aanwezigheid... “Of dat ook een invloed heeft op zijn manier van met de duiven spelen?” willen we van Dirk horen. Hij denkt een paar tellen na, niet dat hij eraan twijfelt, maar hij zoekt naar de juiste klemtonen. “Ik denk vooral dat ik eruit geleerd hebt dat je met oefening en zelfvertrouwen alles kunt bereiken, en dat willen wij ook toepassen op de duiven: oefenen, trainen en zelfvertrouwen cultiveren en... veeleisend zijn voor onszelf maar ook voor de duiven”. Oefening baart kunst, zoals dat heet. 
Dat Dirk een zwarte gordel behaalde is overigens niet eens zo raar: wat hij ook aanpakt, hij wil erin uitblinken. Dat winnen, de beste willen zijn zit hem in de genen. Gaat hij vissen, dan wil hij de grootste vis vangen of de meeste kilo’s bovenhalen. En als hij gaat boogiedansen, wil hij niet minder dan op het hoogste schavotje staan als de nationale prijzen worden uitgereikt. En zoals bekend zit dat winnen er ook al van meet af aan in wat de duivensport betreft.

Dirk Leekens poseert hier met een opgevangen duif van het Koninklijk Duivenhok van Koning Boudewijn (1987).
Dirk Leekens poseert hier met een opgevangen duif van het Koninklijk Duivenhok van Koning Boudewijn (1987).

Gemeenschappelijke vrienden

Zelf ken ik Dirk al vrij lang, zeg maar van in de jaren ‘80, en dat vooral via gemeenschappelijke vrienden en niet op zijn minst via onze betreurde vriend Pros Roosen. Vandaag is het woord “gemeenschappelijke vriend” helemaal uitgehold door de sociale media... “634 vrienden waarvan 12 gemeenschappelijk...” Doe me niet lachen, het is al leuk als je 2 of 3 of een handvol échte vrienden telt.
Maar Pros was een vriend voor velen, een sociaal beest, geëngageerd voor de duivensport maar ook voor de goede zaak en in het bijzonder voor de minder bedeelden. Het ter ziele gegane “Actie Zorgenkind” was voor een groot stuk zijn geesteskind. En ik denk dat het in die omgeving was dat Dirk en ik elkaar leerden kennen. Dirk was toen al de welbespraakte en stijlvolle presentator en oproeper. Zoals we zegden: als hij wat doet, doet hij het liefst als de beste.
Pros strooide ook mild rond met zijn duiven: Dirk had ze en heeft ze vandaag nog, ik had ze ook, al deed ik er veel minder mee dan Dirk Leekens natuurlijk. In 1993 maakte ik de eerste reportage van kapper Dirk onder de sprekende titel “De triomf van Figaro”, die andere beroemde barbier.

Genen vasthouden

Wanneer ik aan Marc vraag wat de belangrijkste inbreng is van Dirk in de huidige successen, twijfelt hij niet lang: “de koppelingen en de stamopbouw”. En inderdaad, wanneer je de pedigrees van de beste duiven ontleedt, kom je onder de indruk van zoveel vakmanschap om de goede lijnen tot 30 jaar vast te houden en deskundig te kruisen.
Zelf heb ik ooit bij Dirk een duif “afgekeurd” omdat ze naar mijn aanvoelen volledig tekort schoot qua sterkte van de stuit. Ik noemde dat toen plastieken of papieren stuitbeentjes: ze stonden bijna 2 cm open en plooiden onder de minste druk... Dirk wist dat nog en het was met enig leedvermaak dat hij mij erop attent maakte dat de duivin met de plastieken stuitbeentjes ondertussen stevig in de soort verankerd zit en grootmoeder en overgrootmoeder is van heel wat huidige toppers... Ik zal maar deemoedig mijn onkunde en misvattingen van toen bekennen zeker?
Zo is die “afgekeurde” o.a. grootmoeder van Claudia B12-5112162, 3 Prov. Asduif met o.a. 4 nationaal Bourges van 7416 duiven. Ik moet er wel aan toevoegen dat de betreffende afgekeurde duivin qua afstamming niet de verkeerdste was en wel een dochter van De Nationaal van Pros Roosen, 1 nat. Bourges 9759 duiven en 1 Groot-Gewestelijk Orléans 2337 duiven. Ze staat in de stambomen geboekt als “Supermama” en dat zegt genoeg. Die Nationaal van Pros was van 1990, om nog maar te bevestigen dat Dirk er iets van kent om “goede genen vast te houden”. Tot in 2020!

Het keerpunt

In 2010 was ik terug te gast voor een reportage bij Dirk Leekens, op dat moment spelend onder de naam Leekens-Hermans - in associatie met Jan Hermans himself. Leekens-Hermans waren dat jaar Nationaal Kampioen Jonge duiven en dat was reden genoeg om ze nog eens te vereren met een uitvoerige reportage. Het was de tijd van de National Kannibaal, de Young Princess, Blue Viagra, de 431 Kannibaal, de New Milton...
Het ging Leekens-Hermans voor de wind, de afstammelingen van Lucky Luke, Kannibaal Van Dyck en de eigen soort van de Milton deden het meer dan voortreffelijk. En toch was Dirk niet helemaal tevreden. Volgens hem moesten duiven met die kwaliteiten nog veel en veel beter kunnen presteren. De toekomst zal hem gelijk geven in Beverlo... Maar dus was Dirk Leekens op dat moment zeg maar gefrustreerd omdat hij zich niet genoeg kon weren voor de podiumplaatsen op het allerhoogste niveau en dat - volgens hem - enkel door de ligging en door de toenmalige indeling in 3 zones. “Ik weet dat er mensen zijn die dat flauwekul gaan vinden, maar ik lig hier meestal slecht in As, of zachter uitgedrukt: de duiven zitten niet vaak hier in het oosten van Limburg, niet nationaal, niet in zone C en ook niet provinciaal.” Dirk wist toen uiteraard nog niet dat kort erna de zones zouden heringedeeld worden, waardoor As zich voortaan wel iets beter kon weren in de versmalde zone C.
Het is wel wat vreemd als je een nationale kampioen die je in de bloemetjes wil zetten, hoort zeggen dat hij er eigenlijk mee wil kappen. “Als ik nog ooit met duiven speel, zal het op een andere locatie zijn” zei Dirk toen met een stelligheid alsof hij in een glazen bol had gekeken. We schreven toen 2010.
Brive
Dat Leekens-Hermans in 2011 eerste nationaal wonnen vanuit Brive met de Willy - soort Vandenabeele - veranderde feitelijk nog weinig aan het voornemen van Dirk. En in de winter van 2011 werden de duiven van As verkocht, helemaal, maar dan toch ook weer niet. Bij zijn goede vriend, steun en toeverlaat Willy Smeets zat immers een massa kinderen van al de topduiven. En Dirk wist maar al te goed dat hij bij Willy maar één woord zou moeten zeggen om van de eigen soort terug te halen wat hij nodig had, mocht hij ooit een nieuwe start willen maken.
En die nieuwe start speelde toen al levendig in het achterhoofd van Leekens.

Dirk is van ouds bekend als een welbespraakte en stijlvolle presentator en oproeper. Als hij iets doet, doet hij het als de beste.
Dirk is van ouds bekend als een welbespraakte en stijlvolle presentator en oproeper. Als hij iets doet, doet hij het als de beste.

Gouden Duif

In februari 2011, op het jaarlijks duivenfeest van De Duif, geraakte Dirk aan de praat met Marc Bosmans, een trouwe bezoeker van de fijnste duivenhappening van het jaar. Ze kenden elkaar wel al langer. Dirk kwam in die tijd zowat overal in de kleinste en grootste lokalen en zalen om feestavonden aan elkaar te praten, om panelgesprekken in goede banen te leiden en om verkopingen en bons op te roepen. Zo was hij ook af en toe te gast in Oostham, het lokaal waar Marc Bosmans actief was en zijn duiven ging zetten voor de kortere vluchten. Dirk kende de ambities van Marc en wist dat hij een fondspeler was van veel verwachtingen en weinig triomfen. In dat - wat later zal blijken “historische” - gesprek vertelde Dirk over zijn frustraties en zijn voornemen om zijn duiven te verkopen en hij voegde er ongezouten aan toe: “Marc Bosmans, waar gij daar woont jong, zou je elk jaar een paar provinciaals moeten winnen in plaats van een doorsnee melker te zijn.” Dat kwam even hard aan bij Marc maar zoals velen geloofde hij niet dat ligging zo veel verschil zou kunnen uitmaken. Maar de kiem was gelegd en eigenlijk sliep Marc niet zo vlot in die nacht.

Wat als...

Ook bij Dirk was het gesprek blijven nazinderen. Wat als... ze nu eens zouden samen gaan spelen in Beverlo. Dirk die alles uitpluist en zijn aardrijkskunde goed kent, wist immers dat het hok van Marc daar uitstekend lag, halverwege de lijn van Beringen naar Leopoldsburg, in het noordwesten van de provincie Limburg bijna tegen de provinciegrens aan maar ook in het verlengde van duivennesten zoals Rummen en Herk-de-Stad waar toch regelmatig vroege duiven nationaal vielen.
Er werd een paar nachten over geslapen en de draad van het verhaal werd terug opgenomen. Dirk wilde allereerst de installatie van Marc Bosmans eens komen bekijken.
Marc (°1966) was zelfstandig met de duiven gestart in Beverlo en had er een droominstallatie gebouwd in 1992. Het was duidelijk dat hij het meende en dat hij ambities had: het werd een gemetst hok van 30 meter, binnenin helemaal afgewerkt volgens de regels van de kunst met een gang over de hele lengte en de hokken daarvan afgescheiden met houden lattenwerk (spijltjes). Reken daar nog wat lengte bij voor volières en alles was aanwezig om mee te kunnen doen “met de mensen”. “Ik dacht toen: ik kan het beter ineens goed doen,” vat Marc dat nu samen.
Dat vond ook Dirk toen hij de installatie zag, al kon er wel één en ander verbeteren, vond hij.

De neus van Leekens

Dirk zegt van zichzelf dat hij een goede neus heeft en dit zowel letterlijk als figuurlijk. Over dat figuurlijke hebben we het nog, maar Dirk stelt dus wel vaker vast dat hij een bijzonder reukvermogen heeft. “Ik ruik soms dingen, nuances, subtiele geuren die de mensen rondom mij niet onderscheiden” weet Dirk.
Het duurde dan ook niet lang of hij maakte een punt tegen Marc Bosmans: “de verluchting van uw hok zit niet goed.” Marc probeerde nog “Ja maar, ik heb toch een hoge nok en veel ruimte boven de hokken...” “En toch”, opperde Dirk, “ik ruik de duiven, ik ruik mest, ik ruik bedorven lucht... en dat mag niet”. Maar Dirk had ook een oplossing: “Je haalt in een naburig restaurant genoeg kurken van wijnflessen om daarmee de tweede rij pannen (vanaf de nok gerekend) lichtjes op te tillen, een paar cm, meer hoeft niet.” Zogezegd zo gedaan en dat bleek effectief genoeg om een zachte ventilatie te creëren vanuit de hokken via de gang tot in de nok.

Contract

Er werd nog wat heen en weer gepraat over de mogelijke samenwerking, over de verantwoordelijkheden, over de duiven natuurlijk, over de besluitvorming, over de ambities, kortom over alles waar later misverstanden over zouden kunnen komen. En eigenlijk vonden ze elkaar vrij snel en werd er een contractje opgemaakt. Zo een contract is als een regenscherm... het is beter als je het niet nodig hebt, maar als het dan toch ooit het regent, kun je maar beter een paraplu bij de hand hebben.
Dirk was redelijk zeker van zijn stuk en beloofde Marc dat ze binnen de drie jaar op een nationaal podium zouden staan. Marc nam dat met de nodige korrels zout, voor hem was het al ruim goed als ze hier en daar konden meedingen naar de kopprijzen.
Maar de woorden van Dirk waren profetisch want in 2014 wonnen ze al meteen 1 nat. Châteauroux tegen 5091 jaarlingen. In dat zelfde jaar 2014 werden ze 2de nationaal Kampioen KBDB bij de jaarlingen en stonden ze op het nationale podium... Van een binnenkomer gesproken. Maar zo vanzelf ging dat allemaal niet...

Dirk is zijn National Kannibaal aan het aanmelden. Met zijn drie eerste prijzen leverde hij een grote bijdrage aan het Nationaal Kampioenschap jonge duiven in 2010.Fondduiven

Dirk beloofde aan Marc dat ze allereerst zijn (fond)duiven tot op het bot zouden uittesten volgens de methodes die in As hun deugdelijkheid hadden bewezen. Maar daarnaast wilde Dirk ook zijn eigen soort inbrengen om in de toekomst ook de grote halve fond en dagfond mee te kunnen spelen.
In 2011, vlak voor de verkoop kweekte Leekens nog gauw een ronde hele laatjes uit de belangrijkste duiven van As. Die werden naar Beverlo verhuisd om te laten uitgroeien en er de nodige kwekers uit de distilleren. Uiteraard konden ze daar in 2012 nog geen vruchten van plukken, dus zou 2012 noodgedwongen een overgangsjaar worden waar met de fondduiven van Beverlo zou worden gespeeld.
Geen nood, dacht Dirk, ik ben genoeg duivenman om die duifjes in topconditie te brengen en er alles uit te halen wat erin zit. Helaas, driewerf helaas, het zou helemaal anders uitpakken.
Dirk leerde Marc alle knepen van het voederen, trainen en verzorgen van duiven. Marc was zoals reeds gezegd een uitstekende leerling die nauwlettend de instructies volgde inzake soort voer, hoeveelheden, supplementen, elektrolyten, motiveren en trainen enz. En inderdaad de duiven blonken als spiegels en vertoonden een conditie zoals Marc ze zelden zag op zijn hokken.
Ze werden geleerd en kwamen naar huis gewandeld. Och, dachten Marc en Dirk, dat is normaal voor fondduiven. Wacht maar voor het serieuze werk.
En toen kwam Brive. De duiven waren in topconditie en de twee kompanen verwachtten er eigenlijk veel van. Maar het werd een ontgoocheling. Ze begonnen wel met een duifje half concours, maar eigenlijk was het een dikke flop. De duiven zouden nog een kans krijgen op de fond, maar ook deze kans grepen ze niet, integendeel: geen enkele prijs ondanks de blakende conditie. Er was maar één conclusie meer mogelijk: deze duiven konden het niet. Het waren voetgangers die misschien wel prijs zouden vliegen op een loodzware vlucht of een halve rampvlucht, maar ze pasten zeker niet in de ambities die het duo zich ondertussen als doel had gesteld: meedingen naar de podiumplaatsen op het allerhoogste niveau.

Claudia

Exit dus de fondduiven in Beverlo. Enter de oude soort van Dirk.
Er was geen tijd meer te verliezen en alle zeilen werden bijgezet om tegen 2013 een ploeg jaarlingen te hebben. Bij die eerste generatie Leekensduiven in Beverlo zat meteen al een superke, Claudia, B12-5112162. Haar vader was een kleinzoon van de Kannibaal, en een volle broer van de vader van de National Kannibaal B10-5156002. Deze 002 won in 2010
1 Bourges 140 d.
   (8 prov. 1188 d. en 189 nat. 30.742 jo. d.)
1 Argenton 777 d.
   (3 prov. 1689 d. en 40 nat. 22.442 jo. d.)
1 La Souterraine 594 d.
   (3 prov. 1047 d. en 52 nat. 17.017 jo. d.)
en werd hiermee beste jonge doffer op 3 nationale vluchten. Uiteraard had hij ook een ruim aandeel in de nationale kampioenstitel.
Moeder van Claudia was een eigen dochter van stamvader Lucky Luke x reeds hoger genoemde Supermama, u weet wel, de duivin met de plastieken stuitbeentjes...
Claudia werd 3e Prov. Asduif KBDB en 7e Belgische olympiadeduif halve fond in Brussel.
Haar prestaties waren even schitterend als haar afstamming...
4 nat. Bourges 7416 d.
26 nat. Châteauroux 6005 d.
63 nat. Bourges 22.663 d.
5 prov. Gien 7916 d.
4 prov. Gien 1902 d.
11 prov. Gien 1857 d.
14 prov. Gien 4588 d.
2 Montargis 589 d.
Dat alles zonder dubbelingen.
Dirk moest er zelfs geen tekening meer bij maken dat het met deze duiven en met het systeem As wel een vaart zou nemen in Beverlo. En Marc zette nog een tandje bij om de duiven alles te geven qua verzorging wat in zijn mogelijkheden lag.
En vanaf dan zou het enkel nog crescendo gaan.

Tussen de oren

Wanneer we aan Marc vragen wat er zoal veranderd is sinds het in tandem gaan met Dirk Leekens, wat hij vooral bijgeleerd heeft, moet hij niet lang nadenken en somt de evidente dingen op: het systeem van spelen en motiveren, het belang van voeding: wat, wanneer en hoeveel, het belang van de training, de inbreng van de duiven van As natuurlijk... Ondertussen kijkt Dirk oogluikend toe tot hij plots tussenkomt: “Mag ik het zeggen wat het voornaamste is dat veranderd is?” Natuurlijk mag hij dat.
En Dirk legt uit dat de belangrijkste wijziging in Beverlo een mentaliteitsverandering is. “Kampioen worden, een winnaar worden, gaan voor het podium... dat begint altijd eerst tussen de oren van de sportman;” weet Dirk. “Zolang je denkt dat gaan voor goud niks voor jou is, komt dat ook niet. Je moet daarom niet arrogant worden of jezelf superieur vinden, maar gewoon het gepaste zelfvertrouwen ontwikkelen, geloven dat jij dat ook kunt en dat dit geen privilege is voor de zogenaamde groten, de échte kampioenen...” vult hij aan. “Wanneer je éénmaal gelooft dat je daar zelf ook kunt staan, dan ga je er automatisch ook anders tegenaan kijken, er meer voor doen, meer lezen en luisteren, op details letten, alles uitpluizen, leren uit je fouten...” Volgens Dirk is dat de belangrijkste les die hij meebracht naar Beverlo. Gezegd van iemand die als het ware geboren is met dat rotsvaste geloof dat hij kan en zal uitblinken in alles wat hij onderneemt.

Steun en toeverlaat Willy Smeets. Dirk kan altijd op hem rekenen. Hij was overigens een belangrijke schakel om de erfenis van As te bewaren en te bewaken na de verkoop in de winter van 2011. Hij was het ook die de laatste ronde van de verkochte kwekers nog grootbracht in het najaar 2011.
Steun en toeverlaat Willy Smeets. Dirk kan altijd op hem rekenen. Hij was overigens een belangrijke schakel om de erfenis van As te bewaren en te bewaken na de verkoop in de winter van 2011. Hij was het ook die de laatste ronde van de verkochte kwekers nog grootbracht in het najaar 2011.

De neus van Leekens (2)

Hierboven schreven we al dat Dirk Leekens een bijzonder reukorgaan heeft. Hij ruikt als de duiven ziek zijn, hij ruikt als de duiven diep gegaan zijn... “Als de duiven thuiskomen van een wedstrijd, ruik ik er heel vaak eens aan,” verklapt Leekens. En hij verklaart zich nader: “hoe zwaarder de rit, hoe dieper de duif gegaan is, hoe meer ze naar ‘rioolwater’ riekt. Door de inspanning en het opgebruiken van de energievoorraden, komen heel wat toxines los en worden er afbraakproducten van bijvoorbeeld eiwitten via de huid uitgescheiden... En dat zorgt voor die rioolgeur. Ga het maar eens zelf na!” Gaan we zeker doen; een mens is nooit te oud om te leren.
Duiven die diep gegaan zijn, krijgen bij Bosmans-Leekens altijd een weekje rust, lees: een kortere vlucht. Marc en Dirk zijn er overigens geen voorstander van om de duiven wekelijks in te korven voor dagfond of voor een nationaal. Om het podium te halen, moet je met uitgeruste duiven gaan, niet met duiven die amper een paar dagen recup gekregen hebben. Dirk weet wel dat andere “groten” daar anders over denken en anders handelen, maar hij weet ook dat diezelfde groten vaak op tijd en stond diezelfde duiven verkopen...
Bij Bosmans-Leekens zijn de goede duiven niet te koop. Dat vinden ze de kortste weg naar de neergang. Je moet met je beste duiven doorgaan en kweken en een eigen soort winnaars uitbouwen is het motto.

De neus van Leekens (3)

Maar we zouden het nog eens hebben over de neus van Dirk, en dan wel over de goede neus die hij heeft om aan de betere duiven te komen.
We schreven al dat bij Bosmans-Leekens de basis nog steeds de oude soort van As is. En een blik op de stambomen van de huidige toppers vertelt ons meteen welke lijnen daar dominant in zijn. We noemden al de duiven van Pros Roosen (de Nationaal, de Freddysoort) en we vermeldden ook al even de Kannibaalsoort van Dirk Van Dyck. Die Kannibalen kwamen er vooral via Jan Hermans, in de periode dat er combinatie gevormd werd met Jan en ze als Leekens-Hermans op de uitslagen stonden. Het is een publiek geheim dat bij Jan en tegenwoordig ook bij Rik het kruim van de actuele duivensport huist of minstens passeert. Overigens is de hele soort van Rik Hermans ook opgebouwd rond de Kannibaalsoort (Jaarling Dondersteen is een kleinzoon van de Kannibaal). Bij Dirk huisden een eigen zoon en een dochter van de Kannibaal en hij is daar zeer goed mee gelukt destijds. Denken we maar terug aan reeds genoemde National Kannibaal, aan Beauty Kannibaal... Die Kannibalensoort is ook vandaag nog volop aanwezig bij Bosmans-Leekens.
Er was in As ook een positieve inbreng van Vandenabeele, van de 231 van Flor Engels, van de Nationaal van Schellens, naast natuurlijk de eigen Limburgse soort van Vaya Con Dios, Milton et tutti quanti. Maar de hoofdvogel schoot Dirk destijds toch af met de aankoop van Lucky Luke. Lucky Luke was aangekocht door Dirk bij nonkel Luc Liebens waar hij o.a. 1 prov. Orléans vloog van 5277 duiven naast tal van andere kopprijzen.
Lucky Luke was nog soort van Louis Deleus (Boortmeerbeek) uit de lijn van de Maes I. Daar zat ook Schellens in, “Fenomenale” Stoces en ook nog bloed van de Paula 5000 via Seymus uit Herenthout. Ook het grijs van de Lucky Luke kwam via Pol Seymus, waar ook Maurice Voets destijds van de goei haalde. Overigens is dat grijs ook nog aanwezig in Beverlo, zij het in steeds mindere mate.

Miss Limburg

Eén van die “Grizzles” zoals Dirk ze noemt, en een kleindochter nog van Lucky Luke, is Miss Limburg, B13-5100049. Op haar stamboom zie je dat ze nog zowat alle oude lijnen vertegenwoordigt: Lucky Luke zoals gezegd, maar ook Supermama Pros, Kannibaal, Milton... 
Deze grijze Miss was ook één van de eerste generatie doorkweek in Beverlo en vloog een benijdenswaardig palmares bijeen:
1 nat. Châteauroux 5884 d.
2 GGW Marne-la-Vallée 2100 d.
2 GGW Melun 1291 d.
5 GGW Sourdun 1812 d.
8 GGW Sourdun 1295 d.
15 GGW Reims 1701 d.
16 GGW Reims 1821 d.
Lokaal vloog ze 6 zuivere eerste tegen toch zowat 150 à 200 duiven.
Toen al wisten ze in Limburg dat ze ernstig zouden rekening moeten houden met de nieuwe combinatie Bosmans-Leekens.
Maar Dirk Leekens zou nog eens stunten met zijn goede neus voor topduiven en dat door de aankoop van de Triple Olympiade bij Etienne Stassen. Welke aardverschuiving die inbreng teweeg zal brengen in de Limburgse en Belgische duivenwereld vertellen we volgende keer.

Lees hier deel 2: Een gouden zet... weeral

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.