Liefhebber:
Opgewekt en met grote verwachtingen vloog ik op een zonovergoten dinsdagmorgen met mijn fiets richting Retie. Ik was stipt op de afspraak. Jos houdt van duiven die goed op tijd komen en ik wilde hem niet teleurstellen.
Na een vriendelijke verwelkoming wilde ik zo snel mogelijk aan de slag. De tijd was gelimiteerd want het middageten wordt hier klokvast geserveerd. Voor mij is Jos de ongekroonde keizer van de halve fond. Kampioenschappen en titels hebben hem nooit echt geïnteresseerd. Voor provinciale en nationale kampioenschappen stuurt hij niks in. Jos heeft al heel zijn leven een wat eigenwijze visie op het duivenspel. Het verwonderde mij zelfs dat ik welkom was om samen terug te blikken op het voorbije jaar. In het verleden hield hij de boot af. Voor mij hoeft dat niet, was dan zijn reactie. Aandringen leek me op zulke momenten ongepast. Nu lagen de zaken toch wat anders. De krant heeft nood aan reportages en de laatste maanden ben ik op dat vlak toch wat actiever. Jos toonde er begrip voor en nodigde me ’s anderendaags al uit voor een gesprekje. Ik viel maar meteen met de deur in huis.
Het grootste geheim van jouw succes in de duivensport?
Geluk. Ik heb in mijn leven vaak geluk gehad en zeker niet alleen met de duiven. Anna en ik zijn tachtigers en na bijna 60 jaar huwelijk zijn we nog behoorlijk gaaf en gezond. We hebben voorlopig geen extra hulp nodig. Het korte termijngeheugen is niet meer wat het ooit is geweest en soms leg ik iets te goed weg, zodat ik het de dag erna niet meer kan terugvinden. Dat is niet leuk, maar bepaalde ongemakjes moet je accepteren. We hebben heel ons leven met veel plezier de grote tuin onderhouden. Dat lukt nog steeds, al kost het wat meer tijd. Als alles er piekfijn bijligt, kunnen we vanop het terras genieten van de planten, de bloemen en het felgroene gazon. Ik verzorg mijn duiven nog altijd met grote gedrevenheid en ben in de wolken als ik ze als echte luchtacrobaten gekke toeren zie uithalen. Bangelijk als ze naar hun topforme klimmen en dat niet kunnen verbergen. Je popelt als een kind dat naar Sinterklaas uitkijkt om te kunnen inkorven en je hoopt dat het tijdens het weekend dat volgt echt duivenweer zal zijn. De voldoening van een schitterende uitslag is misschien niet meer wat het ooit was, maar toch, winnen is iets dat je nooit verleert. Het werkt verslavend, denk ik. De glans in de ogen van veel winnaars zegt daar toch alles over. De roes van de overwinning en die tevredenheid levert energie op om zo verder te doen. Ik besef dat we geluk hebben gehad en dat we daarvan in deze huidige coronacrisis nog best een extra dosis kunnen gebruiken. Voorzichtigheid en mondmaskers kunnen helpen tegen het virus, maar het is geen garantie.
Geluk?
Ik las in een vorige reportage dat u al een halve eeuw op zoek bent naar het “gouden kweekkoppel” en dat u dit nog steeds niet heeft gevonden. Toch veegde u met grote regelmaat de tegenstand helemaal onder de tafel. Als ik sommige uitslagen bekeek, had ik de indruk dat het een spelletje van kat en muis was.
Je duivengeschiedenis in een notendop?
Ik ben geboren in 1937 en kort na WO II kreeg ik van een gebuur een paar duifjes cadeau voor bewezen diensten. Mijn vader timmerde op de hooizolder een primitief duivenhokje in elkaar. Mijn eerste kennismaking met de duivensport was geen al te groot succes, maar ongetwijfeld werd ik toen besmet met de duivenmicrobe. De echte start werd genomen midden de jaren zestig. De eerste ringen die ik bestelde, dateerden van 1967. Ik had ambitie en wilde van meet af in de clinch gaan met de beste. Op dat ogenblik was Gust Van Hove uit Retie één van de vaandeldragers op de halve fond in de roemrijke Zuiderkempen. Ik trok mijn stoutste schoenen aan en klopte aan bij Gust. Ik kon er 3 duifjes op de kop tikken. Eén van deze drie werd later omgedoopt tot “Oude Blauwe”. Hij was een topper op de vluchten en ook als kweker was hij niet te onderschatten. Louis Van Hove was de broer van Gust en hij woonde in Merksplas. Louis was één van de smaakmakers in het toenmalige Turnhouts samenspel uit Noyon. Op dat moment schreef Gommaar Van Opstal in deze krant dat dit samenspel het grootste van ons land was. Louis en ik maakten deel uit van de douanebrigade van Turnhout. Beroepshalve zaten we regelmatig aan dezelfde tafel of in dezelfde dienstwagen. Als er niet werd gejaagd op smokkelaars ging het al een keer over duiven. Het waren niet iedere dag wilde achtervolgingen in Chicagostijl. Schieten op geblindeerde wagens was eerder een zeldzaamheid. Gelukkig maar. Louis was een goede vriend en heeft zelfs komen helpen als ik mijn eerste hok optrok. In die periode verhuisde 10 eieren van Merksplas naar Schoonbroek. Ik besefte op dat moment niet wat een geluk ik had. De nakomelingen verpulverden de plaatselijke uitslagen en de tegenstanders werden er ongemakkelijk bij. Ik speelde met de hele ploeg Noyon en was in die tijd al iemand die met vrij veel duiven speelde. Wie toen met 30-40 jonge duiven kwam aandraven, werd bekeken als een grote.
In 1974 kweekte ik de Olieman, een legendarische duif met een indrukwekkend palmares. Vooruitvliegen was zijn handelsmerk. Hij was gekoppeld aan een “hete tante” en die haalde het beste in hem naar boven. De jonge duiven die ik uit het koppel kweekte, waren geen sikkepit waard. Dat veranderde in 1981 als hij gekoppeld werd aan een duivin die ik haalde bij Maarten & Frans Verheyen uit Merksplas. Ik wilde me een heel hok kweken uit dit koppel, maar op 9-jarige leeftijd bevruchtte hij niet meer. Helaas, maar het was een goede les voor de toekomst. De Olieman gaf me naambekendheid en ik werd al een keer meer gecontacteerd dan me lief was. Succes is leuk, maar elke medaille heeft 2 kanten. Ik zocht nooit mediabelangstelling. Toch deed het me wat als ik hoorde dat sommige liefhebbers slaagden met duiven die ze hier haalden. Ik ga slechts één voorbeeld geven van iemand die gelukt is met mijn duiven. Fieneke 5000 van Flor Vervoort vertegenwoordigde in 1999 België op Olympiade in Blackpool in de categorie fond. In “Duifke Lacht” schreef André Roodhooft naar aanleiding van deze prestatie een reportage over Flor. Daarin las ik dat Flor hier bij mij in 1987 een ronde eieren van de weduwnaars had gehaald en dat die hem zijn beste kweker had opgeleverd. Flor had zelfs twee Olympiadeduiven waarbij in hun stamboom mijne “Olieman” voorkomt o.a. in deze van Fieneke 5000. Ik heb het tijdschrift goed bewaard. Enkele jaren later kwam er met zijn onverwacht overlijden een abrupt einde aan zijn successtory. Fieneke 5000 werd op de totale verkoop in dat najaar verkocht voor een monsterbod van 90.000 euro. Dat doet iets met een mens.
In 1976 haalde ik 6 eieren bij Van Rhijn-Kloeck uit Merksem die op dat moment furore maakten in Union, de toenmalige hogeschool van de duivensport. Eén duif hiervan ontpopte zich tot een topkweker in combinatie met de Van Hove-soort.
Vanaf 1979 kreeg mijn kolonie een kwaliteitsinjectie dankzij de inbreng van afstammelingen van de “Oude Pol” (Nelles Van de Pol) en de Merckx (Gebr. Janssen) die ik bekwam bij Maarten & Frans Verheyen uit Merksplas. In de jaren die volgden kwam er nog versterking van o.a. Van Laer (Pulle), Karel Sterckx (Lille), dierenarts Mariën, Flor Vervoort en Joris Laenen (Olen).
Momenteel zitten er op het kweekhok 20 koppels. In 2019 werd de helft van de kweekdoffers ontvreemd en dat zal zich laten voelen. Ondertussen kocht ik een bonduif van Jan Van Oeckel, haalde een doffer bij Kris Van Massenhoven en kocht 3 duiven op de totale verkoop van Gust Van Hove. Elke duivenliefhebber is steeds zoekende. Ik heb zeker niet de pretentie om te zeggen dat ik er iets van ken. Je moet vooral veel geluk hebben als je koppelt. Voor iemand die goede prestatieduiven heeft, lijkt de kans op slagen toch wat groter. Ik noteer alle individuele prestaties van mijn duiven, week na week. Ik heb de fiches van alle jaren nog. Een hok kan fantastische uitslagen halen, maar echte “superduiven” zijn grote uitzonderingen. Wie een eerlijk oordeel geeft, zal moeten toegeven dat hij overwegend minder goede duiven heeft. Ik ben nogal realistisch in die dingen en ik spreek enkel over eigen ervaringen.
6017848/2010, stamvader van de huidige generatie
Als jonge duif presteerde hij eerder matig. In 2011 legde hij een geslaagd ingangsexamen af bij de jaarlingen met een knappe 16/16 en 5 top-10 plaatsen. Hij werd 2de Asduif in Hafo-Kempen. In 2012 scoorde hij opnieuw 16/16 waaronder 5 top-10 plaatsen op de hafovluchten. Hij werd 1ste Asduif in Hafo-Kempen. In 2013 kreeg hij een plaatsje op het kweekhok en momenteel zitten 15 afstammelingen van hem op het kweekhok.
Samenstelling huidig kweekhok
Bij de namen die geciteerd worden gaat het niet enkel over rechtstreekse duiven, maar ook over kinderen die ik er uit kweekte. Een voorbeeld: de duiver die ik had van Rik Hermans werd in 2019 gestolen, maar 4 kinderen van hem zitten op het kweekhok.
Duivers: 7 afstammelingen van de 848/10, 4 doffers van de onlangs overleden Gust Van Gestel, 2 van Eddy & Nicole Huygens en eentje van Rik Hermans, Joris Laenen, Jan Van Oeckel, Gust Van Hove, Kris Van Massenhoven en een Roemeen. De halve bezetting zijn dus nieuwelingen die nog alles moeten bewijzen.
Bij de duivinnen ziet het lijstje eruit als volgt: 8 afstammelingen van de 848/10, 3 van Rik Hermans, 2 van Gust Van Gestel en Gust Van Hove en nog eentje van Eddy & Nicole Huygens en eentje van Gaston De Ryck. Heel ver ben ik het dus maar zelden gaan zoeken. Ik probeerde versterking te halen bij de beste liefhebbers van het verbond waarvan ikzelf deel uitmaakte. Dat raad ik eigenlijk iedereen aan. Zoek het niet te ver en maak het niet te moeilijk.
Al 50 jaar ben je in mijn ogen de beste duivenliefhebber die ik ken. Je moet toch wel een aantal tips kunnen geven waarvan je zelf gelooft dat ze mee aan de basis liggen van al die successen?
Ik word ongemakkelijk als je zoiets zegt of schrijft en ik ben het helemaal niet met je eens. Er zijn heel veel goede duivenliefhebbers en zelfs nog betere dan ikzelf. Die zitten hier en elders. De klasse van de duiven ligt tegenwoordig gemiddeld veel hoger dan vroeger. Wedstrijden staan veel minder lang open en er worden hogere snelheden gehaald. Dat is trouwens in alle andere sporten ook zo. Ik ben 83 en doe nog veel dingen zoals ik het 50 jaar geleden al deed. Wellicht loop ik achter. Op de laatste vlucht van vorig jaar werd ik van mijn sokken geblazen. Mijn gebuur pakte 19 duiven terwijl ik er nog maar eentje had geklokt. Ik had 26 duifjes uitgezocht die conditioneel in orde leken om een kopprijs te winnen. Ik haalde 25/26 en pakte 16 duiven per 10-tal. Zonder de deelname van Kris Van Massenhoven zou je mijn prestatie dik in de verf hebben gezet in “De Duif”. Nu ging er maar één naam over ieders lippen. Terecht zelfs, hij pakte 19 duiven in de top-20 tegen meer dan duizend duiven. Zo gaat dat in de sport: “The winner takes it all.” Misschien moet je bij Kris eens langs gaan voor de gouden tip?
Resultaten 2019
Ik keek deze week al je uitslagen op de halve fond na. Eerlijk gezegd, Jos, ik was van mijn melk. Je won met oude en jaarse bij je eerste 4 deelnames in 2019 o.a. 1/2024, 1/1518, 1/1450, 1/1222, 1/1199 en 1/954. Je won vier weken op rij de ereprijs bij de jaarlingen.
ingekorfd | prijzen | pr.% | pr. 10-tal | % | |
Oude | 147 | 118 | 80 | 68 | 46 |
Jaarse | 114 | 92 | 81 | 54 | 47 |
Jonge | 217 | 157 | 72 | 74 | 34 |
Dat is allesbehalve normaal. Hoe fiks je dat?
Niemand kan een handleiding schrijven die succes garandeert. Sommigen kunnen het goed uitleggen en lanceren wonderproducten of stellen schema’s op die volgens hen gegarandeerd naar succes zullen leiden. Goedgelovige liefhebbers geven er veel euro’s aan uit, maar of het hen verder helpt, betwijfel ik. Ik sta bijzonder sceptisch tegenover alles wat ik lees en hoor. Als hier, zoals jij zegt, sterk gepresteerd wordt, is dat zeker niet te danken aan wondermiddeltjes of wichelroedelopers. Ik geloof er niet in en ik zal er ook nooit geld aan uitgeven. Onze voorouders en veel van mijn tijdsgenoten geloofden vroeger ook in wat mijnheer pastoor ons voorhield. Na 20 eeuwen staan de meeste mensen in West-Europa daar toch helemaal anders tegenover. Ik geloof vooral in wat ik zelf ervaren heb en sommige van die principes pas ik na 50 jaar nog altijd toe. Ik voel er mij goed bij, maar ik schrijf geen evangelie of 10 geboden die anderen naar succes zouden moeten leiden. Dat zou ik belachelijk vinden. Wie succes nastreeft zal zelf naar duiven en een systeem moeten zoeken die bij hem passen. Een beginneling heeft wellicht nood aan één vertrouwenspersoon. Geen twee, die het allebei goed bedoelen. Ze zouden elkaar al te vaak tegenspreken.
Bang van wintervet
Vanaf het einde van het vluchtseizoen tot na de kweek komen op veel plaatsen de duiven niet meer los. Dat heeft voordelen. Gemakkelijk voor de liefhebber is wellicht bij velen één van de motieven om het zo te doen. Ik heb voor mezelf uitgemaakt dat er redenen zijn om het zo zeker niet te doen. De meeste atleten onderhouden het hele jaar door hun conditie en ze hebben daar baat bij. Hazard en Sagan zijn klasbakken, ieder in zijn eigen sport. Als ze een handvol kg te zwaar stonden, haalden ze geen enkele keer hun topniveau. Dat is dus de reden waarom ik bang ben van wintervet. Dat probeer ik op 2 manieren zo goed mogelijk te voorkomen.
Duiven zijn ook atleten en als die te vet staan kunnen ze niet volgen. Dat geldt niet alleen op de wedstrijden. Een kleine anekdote van enkele weken geleden illustreert dit. Ik had de 70 vroege jonge duiven los en ze gingen steeds hoger en hoger. Een slechtvalk dook tot driemaal toe naar mijn duiven. Zonder succes evenwel en hij droop af en ging wellicht op zoek naar een gemakkelijker prooi. Mijn jongen waren op dat moment in topconditie. Nu is het wat minder en komen ze al een week niet los. Ik heb geen wonderduiven want jaarlijks krijg ik het adenovirus hier minstens één keer op bezoek. Duiven vliegen van nature graag en bij mij krijgen ze de kans, bijna iedere dag van het jaar. Alleen bij mist, sneeuw en stormwind zegt mijn gezond verstand dat het beter is dat ik ze even in lockdown zet.
Een tweede middel om geen wintervet aan te kweken is minstens even efficiënt. Ik geef mijn duiven wortelen. Wortelen bevatten caroteen en dat maakt in het lichaam vitamine A aan. Die zijn niet alleen goed voor de huid maar ook voor de ogen. Misschien zien mijn duiven wel beter? Ze krijgen in de rustperiode ’s morgens een handvol snoepzaad en daarna serveer ik wortelen die in kleine kubusjes zijn gesneden. De duiven zijn er niet op verzot, maar als ze honger hebben pikken ze alles op. ’s Avonds krijgen ze een portie normale kost die bestaat uit 50% rui en 50% gerst. Ik zorg er altijd voor dat alles wordt opgegeten. Als ze de worteltjes niet lusten, krijgen ze diezelfde avond minder voer met als gevolg dat de dag erna de worteltjes gretiger worden opgepikt. Deze vorm van dieet pas ik momenteel ook toe. De duiven trainen één keer per dag. Als in het vluchtseizoen het calorieverbruik veel hoger is, moet er uiteraard zwaarder gevoerd worden. Na de vluchtdag geef ik twee dagen een afgemeten hoeveelheid lichte kost. De volgende dagen serveer ik Versele Champion Plus en ik voer wat op naar de inkorvingsdag toe. Versele-Energy plus vind ik te vetrijk en is wellicht meer geschikt voor duiven van de fond. Ik probeer in alles te zorgen voor een gezond evenwicht. Ik heb een hekel aan duiven met overgewicht want je geraakt er amper mee op de uitslag.
“De Olieman”, een legende!Uit “De Duif” van 25 jaar geleden
In de carrière van Jos Van der Veken heeft “De Olieman” een bepalende rol gespeeld... Van der Veken en zijn “Olieman” werden daar in de grensstreek in één adem genoemd. Een greep uit zijn spetterende carrière12.5.75 Noyon 359 d.: 1 De “Olieman” zat tijdens zijn spetterende vliegcarrière gekoppeld aan zijn “weefduivin” waarop hij geweldig vloog... maar de kweek was niet denderend. Gekoppeld aan een duivin van Verheyen en Zn., Merksplas... eentje uit hun “Oude Pol”, origine Nelles Van de Pol, Weelde... ontpopte hij zich tot een begaafd kweker... Enkele referenties
Momenteel telt de “Olieman” 22 lentes... en de last der jaren ging ook aan hem niet ongemerkt voorbij... maar deze krasse ouderling oogt toch nog verrassend fit. Toen hij 18 jaar oud was viel hij nog helemaal niet op tussen een ploegje veel jongere collega’s. |
Bijproducten
In principe krijgen de duiven hier één keer per week wat voedingssupplementen. Ik meng 1 kg duivenvoer met 1 soeplepel yoghurt en voeg daarna een afgestreken soeplepel biergist en eenzelfde hoeveelheid mineralen toe. Alles nog een keer goed mengen en klaar voor gebruik.
Bij thuiskomst van de vlucht zijn er elektrolyten in het drinkwater. De eerste keer dat ik elektrolyten in het drinkwater kieperde, gebeurde het volgende. Toen de eerste thuiskwam en die in de drinkpot dook, schudde hij zijn kopje zonder te drinken. Zo deed ook de tweede en derde duif die arriveerden. Ik kapte de drinkpot leeg en vulde hem met water. Ik durfde het voorval in het lokaal niet vertellen, maar toen ik thuiskwam las ik de bijsluiter nog een keer. Ik had een soeplepel van het goedje gebruikt in plaats van een koffielepeltje. De meeste liefhebbers geven wel iets voor hun eigen gemoedsrust. Ik hou het graag simpel. Alle duiven op eenzelfde hok krijgen hetzelfde voer, dezelfde trainingen en noem maar op. Wat je ook doet of geeft, uiteindelijk zal de kwaliteit van een duif het verschil maken. Topconditie kan zeker voor toevalstreffers en knappe prestaties zorgen, maar echte kampioenen zullen steeds een uitzondering blijven. Een Olieman heb ik in mijn leven tot dusver maar één keer gekweekt. Goede duiven met regelmaat.
Over bijproducten wil ik je nog een andere anekdote vertellen. Vele jaren geleden ging ik shoppen bij maalderij Hermans in Gierle (nu Wim Ceusters). Op een stil moment was ik met wijlen Jos Hermans alleen in de winkel. Ik liep langs de rekken met allerhande bijproducten in de vorm van flesjes, poeders, pilletjes en noem maar op. Ik vroeg aan de zaakvoerder: “Zeg Jos, wat heeft een duivenmelker echt nodig om beter te presteren?” Goede duiven was zijn antwoord. Wellicht een eerlijk antwoord en niet dat wat je van een echte commerçant mocht verwachten. Toch deed hij gouden zaken. Zelf denk ik dat al die bijproducten wel degelijk zijn uitgetest en niet schadelijk zijn voor de duiven. Of ze allemaal zo efficiënt zijn als de verkopers ons willen doen geloven, betwijfel ik sterk. Dat ze echt nodig zijn om deftig op papier te komen, kan ik met zekerheid uitsluiten.
Vertrouwen in dierenarts Mariën
Volgens mij kan die man met duiven omgaan en in mijn ogen is hij tevens een duivenkenner. Hij speelt ook al decennialang op hoog niveau. Hij schrijft alleen medicatie voor als het echt nodig is en hij verkoopt niet te veel praatjes. Dat zint me wel en daar voel ik mij dus goed bij.
Tijdens het vluchtseizoen strooi ik op maandag zijn conditiepoeder over het eten en maandelijks gebruik ik zijn al even bekende conditiesiroop. Voor de rest volg ik zijn advies op en grijp enkel naar de medicijnkast als het echt nodig is. Mensen die alle dagen in de buitenlucht werken, hebben zelden een verkoudheid. Ze kunnen tegen een stootje. Ik geloof in natuurlijke weerstand en maak van mijn duiven geen watjes.
Selecteren op prestaties
Zelfs op mijn leeftijd maakte ik naar mijn gevoelen in 2019 nog grote fouten. Traditioneel speel ik al meer dan 20 jaar op totaal weduwschap met ruim 20 koppels. Bij aanvang van het seizoen startte ik vaak met een 40-tal duiven. Dat gezeul met korven naar het lokaal en trap op en trap af naar het duivenhok werd met de jaren toch wat lastiger. Het rendement van de duivinnen leek al die voorgaande jaren hoger dan dat van de duivers. Ik dacht bij mezelf: “Ik maak het mij wat gemakkelijker en speel nog alleen met de duivinnen”. Op 18 mei startte voor mij het hafoseizoen met 21 duivinnen. Na 4 weken op rij een overwinning bij de jaarduiven en nog 2 bij de oude duiven leek het een goede beslissing. In juni werd de helft van mijn kweekduivers gestolen. Dat kwam hard aan en ik zag een probleem op me afkomen. Ga ik nu mijn kweekhok moeten bevolken met duivers die niet echt bewezen hebben hun plaatsje waard te zijn? Vroeger speelde ik uitsluitend met weduwnaars, maar in augustus moesten de duivinnen op nest hun kunnen tonen. Ze gingen tweemaal in de korf op broeden en nog een keer met platte jongen en een keer op graanjongen. Duivinnen die zich wisten te onderscheiden met enkele topnoteringen kregen een kansje op het kweekhok. Vorig jaar wilde ik hetzelfde scenario met de duivers uitproberen. Ik hield het hafospel met de duivinnen op 6 juli voor bekeken. De duivers werden opgeleerd en verteerden vlot hun eerste Quiévrainvlucht. De zaterdag nadien werden ze ingekorfd voor Noyon. Het draaide voor mij uit op een rampvlucht. Op zondagavond was amper de helft van de duiven thuis en de rest kwam dagen later ontredderd thuis. Twee van hen heb ik niet meer teruggezien. Heel mijn plan viel in duigen. Ik heb me voorgenomen om in de toekomst opnieuw totaal weduwschap te spelen. Ik heb op het kweekhok altijd meer vertrouwen gehad in duiven die zelf bewijzen hebben geleverd van hun kunnen. Het is zeker geen garantie, maar ik geloof sterk dat het je kansen verhoogt. Om een echte topper te kweken moet je vooral geluk hebben.
Kweken uit de weduwnaars, herkoppelen rond 20 maart
In december wordt alles gekoppeld en de eieren van de kwekers gaan onder de weduwnaars. De bedoeling hiervan kent iedereen. Al jaar en dag laat ik op 20 maart mijn duiven een nieuw nestje bouwen en enkele dagen broeden. De volledige ronde eieren gaat steeds naar dezelfde liefhebber. In 2020 gebeurde dit niet omdat het ophalen van de eieren geklasseerd werd als een niet noodzakelijke verplaatsing. Met wat meer inlevingsvermogen was daar misschien een oplossing voor geweest, maar het gebeurde niet. Ze zitten dus voor de eerste keer gescheiden sinds januari.
Coronamaatregelen
De duiven werden de voorbije maanden gevoerd zoals ik dat doe tijdens de rustperiode. Ze komen één keer per dag los en om de twee weken laat ik duivers en duivinnen samen van in de late namiddag tot ’s anderendaags ’s morgens. Ik zet de bakken dan open, draai de nestschotels om en ze mogen elkaar wat verwennen. Ik zie dat ze dat leuk vinden want in de kortste keren liggen ze samen in de nestschotel. Je moet af en toe toch de band met hun partner wat aanzwengelen. De duivinnen zitten hier steeds los op hun hok. Geen latwerk of rekken of wat dan ook zodat ze niet kunnen samenhokken in de hoeken op de bodem. Hier kan dat dus, maar dat probeer ik zoveel mogelijk tegen te gaan. Dat lukt vrij goed. Duivinnen die als jonge duif al een keer lesbische neigingen vertonen, krijgen als jaarduif geen kans op het vlieghok wegens hun geaardheid. Dat is discriminatie, maar ze passen niet in mijn systeem.
Ondertussen hebben duivers en duivinnen hun leervluchtjes tot 25 km achter de rug. Ik respecteer die 25 km regel. Duivers en duivinnen worden in afzonderlijke groepen gelost. Dat maakt de klad wat kleiner en dat lijkt me minder gevaarlijk. Om daar een eeuwigheid te staan wachten tot de eerste groep al thuis is, daarvoor heb ik echt het geduld niet. Ze mogen bij thuiskomst samen en als ik arriveer van het uitstapje worden ze gescheiden. Als ze tenminste al thuis zijn.
Hopelijk gaan we in juni kunnen starten. Ik neem normaal mijn tijd om mijn duiven degelijk op te leren. Zodra er een aangepast vluchtprogramma verschijnt, zal ik mijn strategie bepalen. Het weer en de conditie zijn bepalende factoren. Wie de zaken wil forceren, is daar meestal zelf het slachtoffer van.
Mooiste herinneringen en grootste ontgoochelingen
Ik wil beginnen met de nare herinneringen zodat we in schoonheid kunnen eindigen. In juni 2019 werd de helft van mijn kweekduivers gestolen. De grond onder mijn voeten zakte weg. Ik voelde me zo machteloos en ik wens het niemand toe. Wat ik ook nooit zal vergeten is de rampvlucht van 16 juni 1968. Ik was een beginneling en won die dag de ereprijs en de eerste series. Enkele van de beste weduwnaars gingen op die memorabele vlucht verloren. Iedere dag hoorde je die week tijdens elke nieuwsuitzending op radio en tv dat er nog tienduizenden duiven op zoek waren naar hun hok. Het was wellicht de grootste rampvlucht uit de annalen van de Belgische duivensport.
Voor de mooie herinneringen duik ik even in mijn archiefje. Wat seconden later gooide Jos een pak uitslagen op de tafel samen met een aantal magazines, duivenkrantjes en krantenknipseltjes. Honderden uitslagen waarbij hij op elke uitslag met minstens 5 duiven in de top-10 stond. Hij zou er alle muren van zijn huis mee kunnen beplakken. Uitslagen van in de jaren zestig, zeventig, tachtig... tot op het heden. Ze overtuigden me nog meer dan ooit tevoren dat Jos al een halve eeuw een mirakelman is. Ik bladerde en bladerde en steeds sneller en sneller een kwartier lang. Jos, hier is niet aan te beginnen. Je buren uit de Schoolstraat in Arendonk zijn wereldberoemd, maar met uitslagen steek je ver boven iedereen uit. Je zal me moeten helpen en kies er zelf eens enkele uit waaraan u de beste herinneringen heeft.
Twee uitslagen uit mijn hele duivenloopbaan maakten me blij als een kind en wegen op tegen de resultaten van alle volgende jaren, hoe mooi ze soms ook waren.
Op 23 mei 1976 ging ik voor de eerste keer inkorven in het Turnhouts samenspel uit Noyon. Het strekte zich uit van Lille tot in Poppel en had een speelstraal van meer dan 30 km. De wind waaide uit het oosten en de zon brandde aan de hemel. Ik was wellicht de deelnemer met de meest oostelijke ligging van allen. Meester Verstraelen, de toenmalige uitmaker in Oud-Turnhout, waarschuwde mij dat het wel een keer hard zou kunnen tegenvallen. De wind stond tegen en hij somde een reeks tegenstanders op die me echt de schrik op het lijf joegen. Ik was bang en stond met een klein hartje de duiven op te wachten. Als ik enkele dagen later de uitslag onder ogen kreeg, beleefde ik het mooiste moment in mijn duivenloopbaan. Ik stond op 1, 4 en 8 bij de 994 oude duiven. Mijn Olieman stond bovenaan en bracht 7.856 frank mee naar huis. Ik voelde mij op dat moment de gelukkigste mens op aarde.
Een bijna gelijkaardig iets beleefde ik bij de overstap naar de halve fond. We schrijven 23 mei 1982 en ik nam voor de eerste maal in mijn leven deel aan een halve fondvlucht. In de toenmalige Zuiderkempen kwamen veel duiven. Ze strekte zich uit vanaf de grens met Brabant tot aan de Nederlandse grens. Er werd gevlogen vanuit Etampes (378 km). Ik had de hele ploeg van 20 weduwnaars ingekorfd en dat deed snel de ronde. Een hele bende kwam de duiven mee opwachten. Ik klokte die dag 5 duiven op 2 minuten en dat bleken achteraf de snelste vijf van bijna 2000 duiven. Bij de 938 oude duiven stond ik op 1, 2, 3, 25, 29... en bij de 905 jaarlingen op 1, 2, 6, 18... Later maakte ik bijwijlen nog mooiere uitslagen, maar de euforie die zich na die eerste confrontatie van mij meester had gemaakt, werd nooit meer geëvenaard. Zelfs nu ik er 38 jaar later aan terugdenk, zorgt het opnieuw voor een kippenvelmoment. De duiven tekenden mijn hele leven. Ik heb er altijd veel voor gedaan, maar ze hebben me daarvoor dubbel en dik beloond. ’t Is mooi geweest. Maar als het geluk me niet in de steek laat, zal ik met genoegen mijn lidmaatschap bij de KBDB nog verlengen.
18/05 - Chevrainvilliers - 2507 oude/1450 jaarse O: 2, 18, 19, 20, 34, 43, 64, 120, 135, 136, 228... (18/21) Y: 1, 11, 12, 13, 19, 23, 36, 76, 125... (15/17) 25/05 - Chevrainvilliers - 2044 oude/1199 jaarse O: 3, 4, 9, 14, 41, 65, 138, 162, 197... (16/20) Y: 1, 4, 34, 68, 81, 105... (12/16) 01/06 - Toury - 2024 oude/1222 jaarse O: 1, 2, 3, 7, 10, 23, 57, 78, 106, 144, 146, 179... (16/19) Y: 1, 2, 6, 12, 32, 42, 57, 101, 121... (12/15) 08/06 - Toury - 1518 oude/954 jaarse O: 1, 2, 139, 141... (12/19) Y: 1, 2, 80, 81... (9/15) 15/06 - Melun - 1858 oude/1118 jaarse O: 62, 137, 138, 154, 158, 162... (15/19) Y: 32, 75, 83, 84, 103... (12/15) 22/06 - Melun - 1620 oude/992 jaarse O: 7, 11, 14, 17, 47, 51, 52, 53, 127, 148, 149... (17/19) Y: 5, 9, 13, 32, 34, 35, 73, 83, 84... (13/15) 29/06 - Melun - 1007 oude/546 jaarse O: 4, 14, 28, 43, 53, 69, 70, 84... (13/16) Y: 3, 12, 19, 34, 41, 50... (10/12) 29/06 - Melun - 1007 oude/546 jaarse O: 4, 14, 28, 43, 53, 69, 70, 84... (13/16) Y: 3, 12, 19, 34, 41, 50... (10/12) 06/07 - Chevrainvilliers - 1123 oude/703 jaarse O: 5, 31, 32, 61, 64, 91, 95... (11/14) Y: 5, 19, 34, 36, 55, 58... (9/10) 03/08 - Pont Ste Maxence - 1656 jonge duiven 13, 16, 19, 23, 24, 25, 26, 37, 38, 59, 60, 68, 94, 95, 105, 117, 118, 119, 125, 126... (35/51) 10/08 - Melun - 2083 jonge duiven 4, 5, 7, 8, 13, 14, 15, 17, 19, 57, 61, 63, 65, 112, 117, 118, 120, 122, 169, 197... (34/49) 19/08 - Melun - 1512 jonge duiven 13, 20, 41, 45, 47, 48, 52, 54, 55, 69, 78, 114, 115, 116, 118, 124, 125, 126, 128, 150... (39/45) 24/08 - Melun - 1658 jonge duiven 38, 40, 53, 70, 72, 77, 113, 114... (24/46) 31/08 - Melun - 1044 jonge duiven 7, 21, 27, 31, 35, 46, 49, 59, 64, 67, 68, 84, 85, 90, 97, 98... (25/26) |
Auteur: