STAF BOECKMANS – 1e Nat. Asduif Snelheid oude duiven

Liefhebber: 

Grobbendonk – Staf Boeckmans gaat met pensioen. Hij is fier op zijn twee kinderen en vijf kleinkinderen. Als ze hem nodig hebben, staat hij paraat. Het familiale leven neemt bij hem een belangrijke plaats in. Staf heeft de broosheid van het leven al te vaak ervaren. 

In 1987 overleed zijn vader en ook een oudere broer en zus zijn niet meer. Enkele jaren geleden is zijn vrouw aan een ongeneeslijke ziekte bezweken. Ze hebben vaak genoten van het samenzijn en nu geniet Staf van het samenzijn met kinderen en kleinkinderen. Duiven zijn niet meer dan een leuke hobby en een aangename vrijetijdsbesteding. Hij is nauw betrokken bij het clubleven in duivenbond Grobbendonk. Bij elke inkorving is hij op post en ook bij andere gelegenheden steekt hij de handen uit de mouwen. Met veel plezier zelfs.

Tot in 1987 speelde Staf samen met zijn vader. Daarna speelde hij nog enkele jaren verder op het hok van zijn vader. In 1990 is hij op het huidige adres van start gegaan. Een bescheiden start met een hok dat bestond uit recuperatiematerialen en met duiven van zijn vader. Vooral duiven van wijlen meester Dons uit Tisselt lagen aan de basis. De jaren vlogen voorbij en natuurlijk werd er regelmatig uitgekeken naar versterking. Een duiver van Wouters-Mariën uit Vosselaar en eentje van Van Looy-Dens, gekweekt uit de Pluimpoot van Patrick & Guido Claes, tilden de kolonie op een hoger niveau. De grote doorbraak kwam er met een koppel eieren dat Staf in 2004 haalde bij L.B.J. Geerinckx. Hieruit werden duiven gekweekt die in het Tienverbond vlot eerste prijzen konden winnen. Iedereen wilde plots duiven uit dit koppel. Met Jos Cools en Dirk Van den Bulck werd er al eens een duifje van de beste koppels uitgewisseld. Daar ben je toch vrienden voor. De laatste versterkingen komen van Theo Janssens-Boen uit Mol. Het is familie en bij het overlijden van Theo werden er een 4-tal duiven bijgehaald. De lijn van Rik Vloemans was daar sterk aanwezig en zoals je in de stambomen van de nationale en provinciale asduif zal merken, betekenden die duiven een meerwaarde.

Ondertussen is de nationaal asduif verhuisd naar een gerenommeerd hok uit de buurt. Liever dat, dan een transfer naar het Verre Oosten. Ik hoop echt dat mijn 403 als kweker zal slagen, maar misschien zijn de broers of zussen van hem betere kweekduiven. Dat zie je toch wel vaker. We gaan het hier zeker proberen.

En nu een nieuw hok?

Die vraag is me al vaak gesteld en ik heb het ooit al overwogen, maar ik meen dat het bouwen van een nieuw hok risico’s inhoudt. Van begin af heb ik op dit hok goed mijn prijzen gewonnen, al was het ene jaar beter dan het andere. Dat is nog zo. Wie kan me garanderen dat er op een nieuw hok even goed zal gepresteerd worden? Ik ben dik tevreden met het aantal ereprijzen en kampioenschappen dat ik hier op dit simpel hokje heb gewonnen. We doen verder zoals we bezig zijn. De duiven voelen er zich goed op en de resultaten zijn beter dan ik ooit heb durven dromen. Met 14 weduwnaars en 14 kweekkoppels houd ik de kolonie onder controle. In de zomer komt  daar nog een 60-tal jonge duiven bij. Daar heb ik mijn bezigheid mee. Ik ben geen fanatieke duivenmelker en ik wil dat ook niet worden. Tuinieren, wandelen, fietsen, met de kleinzoon naar de training rijden en nog zoveel meer, zou ik echt niet willen missen. Ook dat is voor mij genieten van het leven. 

Winter en zomer vliegen de duiven hier uit. Naar de temperatuur wordt niet gekeken. Dat het beter is dan de duiven de hele winter vast te houden, zou ik niet durven beweren. ’t Is meer een kwestie van gewoonte en van er zich goed bij te voelen. Ook in maart-april krijgen de weduwnaars hier normaal twee trainingsbeurten per dag. Ik heb altijd de indruk dat ze liever en langer vliegen bij koud weer dan bij hitte. Ze kiezen daar dan zelf voor. Zoveel last zullen ze er niet van hebben, denk ik, anders zouden ze dat toch niet doen.

Hoe belangrijk is opleren? 

Bij de oude en jaarse maak ik mij daar nogal gemakkelijk vanaf. In 2-3 stappen zitten ze in de verenigingsmand. Met de jonge duiven wordt er voorzichtiger omgesprongen. Die moeten de stiel nog leren en dat vraagt tijd en het gebeurt in kleine stapjes. Eens ze wat wedstrijdritme hebben opgedaan, wordt er tussenin niet meer gereden. Als ze in augustus een nestje hebben, dan wordt er wekelijks minstens één oefenvluchtje gepland of wordt er al eens deelgenomen aan een weekprijskamp. Zo kom je ook eens in een ander lokaal en bij andere liefhebbers. Dat heeft zijn charme en schept een band. We krijgen in Grobbendonk bij een weekspel ook graag wat bezoekers uit de regio over de vloer. Leven en laten leven, zo werkt dat toch, of niet?

De kunst van het voeren

Kunst? Hier is dat meer improvisatie. Een mix van eigen geteelde maïs, Luikse mengeling en zuivering wordt geserveerd. Allerlei mengelingen van diverse leveranciers die bij Ceusters of Van Tilburg worden aangekocht, staan op het menu. In het begin van de week voer ik de duiven wat lichter. Dan bestaat het voer uit dieet en zuivering. Naar het einde van de week schakel ik over naar superweduwschap en krijgen ze wat extra snoepzaad. De 14 weduwnaars zitten op één hok en krijgen allemaal hetzelfde voorgeschoteld. De 403 werd hiermee nationaal asduif en was bijna elke keer op het appèl. Als ik de prestaties van de 13 anderen bekijk die op hetzelfde hok zaten, dan is de selectie snel gemaakt. De duif maakt het verschil en niet het duivenvoer. Wie uitsluitend snelheid speelt mag gerust met mondjesmaat lichte kost serveren. Duiven moeten een gezonde eetlust hebben. Als dat niet zo is, kijk je best uit je doppen. 

Medische begeleiding 

Ik heb vertrouwen in dierenarts Mariën. Hij is iemand met enorm veel ervaring en hij speelt sterk. Hij doet de jaarlijkse controles en als het dreigt mis te lopen, ga ik er wel een keer langs. De duiven worden gevaccineerd tegen paramyxo en geënt tegen de pokken. Hier wordt enkel gekuurd op advies van de dierenarts. Het is vele jaren geleden dat er nog behandeld werd tegen tricho en tegen coccidiose gebeurde dat nog nooit. Als het goed gaat, heb je niemand nodig en als de conditie wat minder is, is soms wat geduld het beste medicijn. De eetlust en het trainingsgedrag vertellen veel over de conditie. Wie de zaak wil forceren, wordt daar vaak zelf de dupe van. 

Bijproducten

’s Maandags komt er in het vluchtseizoen de conditiepoeder van dr. Mariën over het voer en één keer in de maand zijn conditiesiroop. Verse grit en vitamineral staan steeds ter beschikking. Waar goede duiven op het hok zitten is het allemaal iets gemakkelijker. Vooral mensen die minder presteren zijn op zoek naar wondermiddelen en proberen van alles en nog wat uit. Goede duiven in superconditie zijn de basis van alle succes. Dat is al zo vaak geschreven en ik geloof daarin. In alle drinkpotten komt steeds zuiver water. Toch heel gezond, hé.

Prestaties in 2016

Om met zo weinig duiven Algemeen Kampioen in het Tienverbond te spelen, moet het allemaal wat meezitten. Op alle vluchten tot einde juli kunnen de eerste twee getekenden van oude en jaarse punten winnen. Ik heb op die 15 kampioenschapsvluchten in totaal slechts 27 oude duiven ingekorfd. Het kampioenschap oude duiven wordt gewonnen met de 403/14 en de 493/14. Ze wonnen ieder 11 prijzen en vlogen samen 17 prijzen per 10-tal. De 403 is de eerste week van augustus nog ingekorfd op Noyon en won toen 2/256. Ook uit Quiévrain won hij 8/834 en 11/373. 
De 493/14 vloog steeds als 2de getekende en won uit Noyon o.a. 1/312, 3/262, 7/506, 8/256.
4 andere oude duiven vlogen steeds Quiévrain en wonnen als vroegste prijzen:
408/14: 2, 2, 9, 10... (6x 1/10)
409/14: 3, 3, 13, 13... (5x 1/10)
434/14: 5, 5, 7, 12, 15... (5x 1/10)
444/14: 5, 8, 9, 12... (7x 1/10)
Bij de 8 jaarduiven was de 839/15 de beste uit Noyon. Hij won 1/354, 4/873, 6/518, 33/545, 40/507, 43/1046, 45/1224... De 869/15 won ook 10 prijzen op Noyon, waarvan 6x per 10-tal. De 812/15 vloog 12 prijzen, waarvan 10 op Noyon en in totaal 9x per 10-tal. 
Op Quiévrain presteerde de 808/15 het regelmatigst met 2/655, 3/369, 10/637, 11/426, 12/298, 16/876... Hij won 14 prijzen waarvan 10x per 10-tal. 
De 818/15 won 12 prijzen uit Quiévrain en slechts 4x per 10-tal.
De 869/15 kwam aan 11 prijzen waarvan 6x per 10-tal.
Drie jaarlingen kwamen niet echt aan de bak en verdwenen al snel uit de ploeg. 
Van de 14 weduwnaars werd de 403 getransfereerd, de 444/14 verhuisde naar het kweekhok en van de overige 12 zitten er 6 klaar om in 2017 de naam van Staf Boeckmans weer alle eer aan te doen. De overige plaatsen worden ingenomen door 8 jonge duivers die nog geen potten hebben gebroken, maar waarvan ik hoop dat ze meer in hun mars hebben dan ze tot dusver hebben laten zien. Het is toch voor iedereen ieder jaar weer afwachten wat het gaat worden. 
Met de jonge duiven liep het in 2016 niet echt lekker. Op Quiévrain werden 175 duiven ingekorfd en 88 prijzen gespeeld en op Noyon waren en dat 60 en die haalden 29 x de uitslag. Dat is maar pover, vindt Staf. Maar een duivinnetje met ringnummer 712/16 deed het super op Quievrain. Het was een speciaaltje dat van een duiver niet wilde weten, maar met een sexgenootje op het hok van de duivinnen een nestje bouwde. Toen de duiven later allemaal samen kwamen, legde ze haar eitjes in het nest van een ander koppel. Als duiver of duivin van dat koppel het nest verliet, was ze er als de kippen bij om te gaan broeden. Ze was blijkbaar altijd supergemotiveerd en werd 1e provinciaal asduif. Mensen kunnen soms raar doen, maar duiven blijkbaar ook. 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.