NICO JASPERS – 1e Nationaal Asduif Grote fond Jaarse

Nerem – De Glooierweg of Rue De Glons in Nerem... het is een aanduiding dat we hier op 500 m van de taalgrens zitten. Het Haspengouws zakdoekdorpje, dat een deelgemeente van Tongeren is, telt 900 inwoners en is nog vier duivenmelkers rijk.

Strategisch is het Limburgs dorpje daarentegen wel heel belangrijk. De pijpleiding van de Navo evenals het ondergronds centrum voor de bewaking van het luchtruim van de Navo liggen er onder de grond. Vliegtuigen met een soort “paddenstoel” (Awacs) op de rug zijn er een vertrouwd beeld.
“Tijl van Limburg”, de schuilnaam van de dief van het schilderij “De Liefdesbrief” van Johannes Vermeer, haalde begin jaren zeventig de krantenkoppen. Hij eiste 200 miljoen frank losgeld voor de hongerende kinderen in Oost-Pakistan of het hedendaagse Bangladesh. Zijn afpersing draaide op een sisser uit en hij werd tot twee jaar veroordeeld. Hij stierf op 29-jarige leeftijd en ligt begraven op het kerkhof van Nerem.
Wat de duiven betreft liggen we hier aan het einde van de wereld zegt Nico Jaspers, de melker met de 1e Nationale Asduif Grote Fond Jaarlingen 2014. Mijn voorliefde gaat uit naar de Grote Halve Fond maar omdat we hier op zo’n uithoek liggen ben ik dan maar op de grote fond gaan spelen.

Via zijn zoon

Nico Jaspers werd helemaal niet in een duivenmelkernest geboren. Toen zijn zoon Koen 10 à 11 jaar oud was leerde hij Albert Dirkens, een broer van de schoonbroer van Nico kennen, en die zorgde ervoor dat de jonge Jaspers een koppeltje jonge duiven bekwam. De volière van de kanarievogels werd aangeslagen... er werd een inloopvalletje gemonteerd... en het jonge duivenmelkergeluk kon beginnen.
De buurman was ook duivenmelker en die reclameerde dat de duiven altijd los vlogen. Om in regel te zijn moest er ook een hoklijst ingediend worden. En redeneerde Nico... als we dat allemaal moeten doen dan kunnen we ook met de duiven spelen. En zo werd er een nieuwe duivenmelker geboren...
We schrijven 1976 en er werd gestart met duiven van Albert Dirkens. Een collega op het werk zorgde voor een koppel duiven van Jos Heylen, Herenthout. Er werd gespeeld en geselecteerd volgens het simpele principe... wie prijs vloog mocht blijven... wie geen prijs vloog werd geëlimineerd. In 1983 moesten alle duiven opgeruimd worden omdat de zoon last kreeg van een duivenmelkerslong.
Vanaf 1985 tot 1994 ging Nico Jaspers samen spelen met Albert Dirkens die af te rekenen kreeg met een wankele gezondheid. Er werden toen successen behaald met duiven van Georges Croes, Herk-de-Stad. In 1993 werd de 1e nat. Narbonne oude en de 4e nat. Narbonne jaarse behaald... op de dag dat Koning Boudewijn overleed (31/7/93).
In 1995 werd er gestart op de huidige locatie en dat in eerste instantie met duiven van Albert Dirkens. Later kwamen daar duiven bij van Cyriel Jorissen, Mal en Albert Jorissen, Rijkhoven. De 1e nat. asduif jaarlingen grote fond gaat terug naar de lijn van de “Barca” van Cyriel Jorissen.

Klassiek weduwschap

Er werd in 2014 gestart met een ploeg van 60 weduwnaars en 150 jonge duiven. De weduwnaars trekken een ploeg jonge duiven groot... er zijn geen echte kwekers... maar er zitten ook nog enkele kweekduiven bij Romain Stas, Wellen. Er wordt gespeeld van Mettet (vitesse) tot Barcelona... 40 duiven vliegen vitesse en halve fond... 12 oude en 8 jaarse vliegen de fond.
De weduwnaars worden allemaal gekoppeld in de tweede helft van december. Alle jongen die goed opgroeien worden gespeend en gaan allemaal op het hok van de jonge duiven. De weduwnaars die op de eerste zondag van Chimay/Mettet thuiskomen behouden hun duivin. Er wordt opnieuw gelegd... er wordt 4 dagen gebroed en dan wordt het nestje afgebroken.
De weduwnaarsploeg wordt een paar keren gelost op 25 km en gaat daarna naar Chimay / Mettet. Vervolgens wordt het voor de oude duiven en jaarse fondduiven Laon... Reims... Sourdun... Montargis... Bourges. De beste fondduiven gaan verder door en er worden op iedere fondvlucht 2 duiven ingekorfd... tot Barcelona. De jaarduiven (vitesse en hafo) gaan mee tot Laon en gaan drie weken later terug mee met hun reeks vanaf Mettet.
Er wordt het eenvoudig klassiek weduwschap gespeeld en de duivin wordt altijd getoond bij de inkorving. Tijdens de week zit de weduwnaar altijd halfbak. Bij de inkorving wordt hij opgesloten in zijn woonbak en krijgt nestschotel en duivin. Wanneer iedere doffer zijn duivin heeft worden de eerste weduwnaars al in de mand gezet. De duivinnen worden tijdens het seizoen per hok in een afzonderlijke volière opgesloten zodat het in de mand zetten en naar het hok brengen van de dames een vrij eenvoudige klus is.
De weduwnaars trainen tweemaal daags tijdens het vliegseizoen. Ze komen los om 8 u... de vensters gaan dicht... Nico schenkt zich een kop koffie in en leest de krant... gaat daarna de hokken kuisen en daarna mogen de weduwnaars opnieuw binnen. ‘s Avonds wordt er tussen 17 en 19 u een vol uur getraind. Nico houdt zijn weduwnaars helemaal niet in de gaten wanneer ze trainen... vliegen ze dan is het OK... vliegen ze niet dan is het ook OK !
Er worden twee soorten mengelingen gevoederd... “kweek geel” tijdens de stille periode... “sport geel” tijdens het vliegseizoen. Tussen twee fondklassiekers wordt er normaal drie weken rust voorzien. Vanaf aankomst van een wedstrijd wordt er “sport geel” gevoederd. De portie wordt juist afgemeten zodat er geen graantje blijft liggen... of juist genoeg maar niet te veel. In de gezamenlijke voederbak is er ook grit en vitamineral dat iedere week ververst wordt. Veel voedingsupplementen worden er niet verstrekt... alleen “Ecumix Plus” dat om de 14 dagen 2 à 3 dagen in het drinkwater gaat.

Jonge duiven

De jonge duiven worden alleen gefokt uit de weduwnaars en werden vanaf het spenen verduisterd tot half mei. Achteraf werden ze niet meer bijgelicht. De jonge bende blijft een heel seizoen samen... en iedereen mag zijn goesting doen. Daar de jongen iedere week gespeeld worden en ze lang verduisterd werden zijn er bijna geen koppels die met eieren komen. De jongen worden gespeeld tot Gien en Bourges. De beste jonge duiven gaan ook mee op de andere nationaals van het vluchtprogramma.

Medisch

In 2014 werd er voor aanvang van het vliegseizoen geen dierenarts geconsulteerd. Voor de koppeling werd er 7 dagen blind gekuurd tegen trichomonas en tijdens het seizoen werd er niet meer behandeld tegen trichomonas. Bij de dierenartscontrole eind augustus waren de duiven vrij van tricho.
In 2014 werden de oude duiven tijdens het seizoen niet behandeld tegen luchtwegeninfecties. Indien nodig wordt er wel “gekuurd” met Soludox. De jonge duiven werden afgelopen seizoen tweemaal “gekuurd” tegen de “kopziekten”.

Selectie

Nico Jaspers : “Bij een goed jaar worden er strenge normen gehanteerd... bij een minder goed jaar liggen die wat lager. Van de 60 weduwnaars bij de start blijven er aan het einde van rit nog de helft over. Van de 150 jonge duiven blijven er na “spel” en “selectie” nog zo’n 45 over.
Mijn selectie gebeurt aan mijn computer... dus op de uitslag. Voor vitesse en grote halve fond hanteer ik de norm van 6 prijzen waarvan 2 per tiental. De fondduiven moeten 4 à 5 prijzen winnen met 1 per tiental om hun verblijfsvergunning verlengd te zien.
Ik hou van een compacte duif die niet te groot is met een vitaal oog. De meeste goede duiven die ik ooit in handen kreeg hadden een zachte pluim en een “sterk” oog. Spieren en vleugel zeggen mij niet veel tijdens de beoordeling.
De mooiste vluchten zijn voor mij de wedstrijden op de grote halve fond maar “in dezen hoek” kunt ge niet met succes uw kansen verdedigen. Op de fond kunt ge u makkelijker weren.”

“Asduif 708”

De “Asduif 708” B13/5105708 is de jaarse doffer die het tot 1e Nat. Asduif Grote Fond Jaarse bracht. De start was niet zoals voorzien want hij werd verkeerdelijk ondergebracht op het hok van de halve fondduiven. Daardoor werd hij een paar weken tweemaal per week ingekorfd ! Hij ging op vrijdag de korf in (bvb. Reims/met de fondduiven)... kwam op zaterdag thuis... en werd op zaterdag opnieuw in de mand gezet voor Chimay. Iedere doffer op zijn hok had toen zijn duivin gekregen en hij kon niet alleen thuisblijven bij zijn duivin en werd opnieuw ingekorfd. Kwaliteit drijft echter boven en tot Bourges heeft die klepper geen enkele keer gemist en op de afsluitende Narbonne won hij zijn 12e prijs in het seizoen 2014.
“Asduif 708” is een duif van het compacte en kleinere type met een schitterend vitaal oog. Hij heeft bovendien een zachte pluim... een goede vleugel... is goed gespierd... en is goed gesloten. Het is een duif met een sterke natuurlijke gezondheid en een fantastisch recuperatievermogen.
Hij excelleerde met de 13e Nat. Agen 3180 d en 16e Nat. Narbonne 2835 d en werd met een straat voorsprong 1e nationale asduif grote fond jaarse 2014 !

Varia

“Een fondspeler moet geduld hebben, zo zegt men in duivenmelkerkringen. Maar geduld is een relatief begrip. De duiven moeten een eerlijke kans krijgen en een jaarduif die slechts vijf wedstrijden gevlogen heeft moet ge niet elimineren. De duiven die fondgericht gefokt werden gaan verder door en de andere duiven blijven op vitesse en halve fond. Maar het gebeurt wel eens dat halve fond en fond gekruist worden en reeds meermaals met succes. Maar duiven die goed presteren op de grote halve fond moeten niet naar de grote fond.
De weduwnaars zitten op een gemetst tuinhok van 9 m met twee verdiepingen. Op het gelijkvloers zitten er 20 duiven... op de eerste verdieping 28 duiven. Op een tuinhok van 3,5 huizen dan voornamelijk de fondduiven.
Op de bovenverdieping is er vooraan en achteraan het hok een verluchtingspleet van 10 cm breed. Op het gelijkvloers is er alleen maar een verluchtingspleet van 10 cm achteraan het hok. Het is een stevige verluchting en je ruikt er in ieder geval geen duiven.
De hygiëne mag bij de middelmaat gerekend worden. De hokken worden iedere dag gekuist... maar een jaarlijkse grote kuis staat niet geprogrammeerd. Een nadeel zijn misschien de platte daken waar regelmatig water op staat. De duiven wassen zich in deze waterplassen waarin ook de wilde vogels graag een bad nemen. Maar dit alles moet ook een beetje de natuurlijke weerstand van de duiven opkrikken.”