LEON HENRY - 1e Nationaal Kampioen Grote fond jaarse 2020

Liefhebber: 

Nandrin – Nandrin is een schilderachtige gemeente in de Luikse Condroz op zo’n 20 kilometer ten zuidwesten van Luik. Het is de poort naar de Ardennen en wandelaars en fietsers komen nergens anders zo goed aan hun trekken. Boerderijen met witte koeien en smalle wegen leiden naar alles wat de Ardennen te bieden hebben. Met een beetje geluk kruist een vos of een ree je pad. Machtig mooi en rustgevend maar de sperwer loert er om iedere hoek.

In duivenmiddens gaat Léon Henry al vele jaren door als een van de betere fondspelers. Momenteel wordt er in combinatie gespeeld met zoon Alain en kleinzoon Maxime. In 1992 schudden ze een eerste keer stevig aan de boom met de “Medaille d’Or” die de internationale overwinning uit Perpignan op zijn naam schreef. In 1999 wonnen ze de 1e nationaal Argenton oude duiven en in 2011 voegden ze ook de 1e nationaal Souillac aan hun schitterend palmares toe. Het seizoen 2011 werd een van de beste uit de carrière want ze werden ook 1e Nat. Kampioen Grote Fond. In 2020 waren ze opnieuw bij de nationale top en werden 1e Nat. Kampioen Grote Fond KBDB Jaarse.

ZO WERD HIJ NATIONAAL KAMPIOEN
Nat. Agen 5955 jl. 265e , 893e
Nat. Narbonne 4120 jl. 6e, 60e

Jozef Vandenbroucke

In Nandrin zijn ze ondertussen al aan hun 5e generatie duivenmelkers toe. Léon (sr) speelde reeds met duiven van voor 1900. Grootvader Adrien nam met verve de fakkel over. Leon (91) heeft nog veel interesse in de duivensport. Alain (59) nam de hoeve van vader over en is een fervente duivenmelker en de motor van deze succesvolle duivenkolonie. Kleinzoon Maxime (34) neemt de duivenadministratie voor zijn rekening.
Léon speelde samen met vader Adrien vanaf 1939 en ging in 1970 voor eigen rekening van start. Fond en grote fond zijn altijd zijn passie geweest. Toen Alain in 1984 mede aan het roer van de kolonie kwam te staan raakte de duivenliefhebberij in een stroomversnelling.

In 1987 leerde Léon de West-Vlaamse kampioen Jozef Vandenbroucke, Wielsbeke kennen in de Belgian Flying Club. Er moesten toen duiven ten voordele van het Liefdadigheidswerk van de Koningin verkocht worden en op die verkoping kocht hij zijn twee geschonken duiven. Later haalde hij er nog 20 eieren. Op dat ogenblik was er van de “Didi” nog geen sprake maar achteraf bleek dat het merendeel van deze duiven aan de “Didi” verwant was. Ook bleek achteraf dat de ouders van de “Medaille d’Or” twee jongen uit de bende van 20 waren van Jozef Vandenbroucke.
In 1997 haalde Roger Vereecke 15 duiven bij Léon Henry waaruit hij mocht fokken. In 2001 won “De 32” de 14e nat. Perpignan en toen bleek dat de vader, een broer van de “Medaille d’Or”, op de hokken in Deerlijk zat. Léon trok naar Deerlijk om wat van het soort terug te halen en ook de 15 duiven die Roger in 1997 gehaald had kwamen allemaal terug naar Nandrin.

Op het kweekhok voert de bloedlijn van de “Medaille d’Or” de boventoon. De kolonie van Léon Henry is verder opgebouwd rond de “Didi” van wijlen Jozef Vandenbroucke. Superkampioen “Didi” B84/3104393 werd in 1989 1e Nat. Asduif Grote Fond KBDB en uit zijn nakweek werd heel wat superklasse geboren.
Recente inbreng kwam er van Gebr. Deschamps, Hargnies (Fr). Uit een duivin van deze Franse kampioen werden twee toppers B17/1114141 en de B19/1008124 geboren. Een andere gelukte inbreng kwam er van Christophe Chevallier, Rouen (Fr).

De hokken in Nandrin.
De hokken in Nandrin.

Met volle goesting trainen

Het team Léon Henry kwam aan de start van het seizoen 2020 met een ploeg van 78 weduwnaars (46 oude + 32 jaarse), 230 jonge duiven en 25 koppels kwekers. De weduwnaars vlogen in 2019 hun laatste wedstrijd uit Narbonne. Daarna werd er nog 1x gebroed. Vervolgens werden doffers en duivinnen gescheiden en vanaf 15 september kwamen ze niet meer los vooral vanwege de klamper.
Ze gaan door de rui met een klassieke ruimengeling en ze moeten het stellen zonder enig voedingssupplement. In het vooruitzicht van de vroege koppeling op 25 november wordt er gedurende 13 dagen behandeld met Baytril tegen paratyfus en 5 dagen tegen trichomonas. Er worden twee jongen groot getrokken en daarna volgt er geen tweede koppeling meer. In de periode van 20 januari tot 31 maart moeten de duiven het stellen met een dagrantsoen van 25 gram dieetmengeling. Bij goed weer wordt er op 1 april gestart met het opleren van de weduwnaars. Ze gaan in twee of drie etappes met de wagen tot 30 km en vervolgens naar 200 km. Bij een prima weersvoorspelling gaan de duiven iedere week de mand in en zo krijgen ze steeds meer kilometers in de vleugels.
In normale omstandigheden wordt Limoges de eerste wedstrijd waarop de oude duiven “echt” gespeeld worden. Daarna wordt de vliegploeg opgesplitst in Limoges-Cahors-Barcelona, Limoges-Marseille-Perpignan... enz. Dit zijn een paar voorbeelden van een programma voor de oude duiven. De jaarlingen starten op Chateauroux en moeten hun examen afleggen op Agen en Narbonne.
Er staat tweemaal daags een vrije training op het programma. Als de duiven al op het dak zitten wanneer het hok amper gepoetst is dan is er inderdaad een serieus probleem. Duiven moeten met hun volle goesting trainen en wanneer er enkelingen alleen gaan vliegen dan zit alles snor. Tijdens het vliegseizoen houdt Léon het trainingsgedrag van de weduwnaars nauwlettend in de gaten. Het is een aanduiding van de conditiegraad van de weduwnaars en het bepaalt mede de plaats op de poulebrief.
Op Limoges wordt de volledige weduwnaarsploeg ingekorfd. Op de andere klassiekers worden er minstens 5 duiven ingekorfd. Op Perpignan gaat iedereen die overblijft van de oude weduwnaars de laatste keer de mand in.

RESULTATEN 2020
1e Nat. Kampioen Grote Fond Jaarse KBDB
6 e Nat. Narbonne 4120 jl / 12e internat. 8492 jl
10e, 264e Nat. Marseille 2102 d
29e Nat. Narbonne 4120 jl / 80e internat. 8492 jl
39e Internat. Marseille 8253 d
60e Nat. Narbonne 4120 jl /252e internat. 8492 jl
82e Nat. Narbonne 4464 o.d.
586e, 762e Nat. Barcelona 12.315 d
1e Prov. Bourges 306 jl
1e, 2e Prov. Chateauroux 410 jo
1e Prov. Brive 135  o.d.
1e Prov. Brive 91 jl
1e Prov. Narbonne 160 jl
1e Voorlopig Algemeen Kampioen Luik-Haspengouw

Jongen op een nestje

Meestal staat het spel met de jonge duiven bij de liefhebbers van de grote fond op een laag pitje. Bij Léon Henry is dat duidelijk anders.
De vier rondes jonge duiven worden aan de ouderdom van 22 dagen gespeend en iedere ronde krijgt onderdak op een afzonderlijk hok. De geslachten blijven het hele seizoen samen. De jongen worden niet verduisterd en worden het hele seizoen gespeeld op een nestje wanneer ze daar zin in hebben. Begin juni wordt er gestart met opleren en de piepers worden 4 à 5 keren met de wagen weggebracht vooraleer ze de eerste keer gespeeld worden op 200 km. De volgende vier weken worden ze, bij goed weer wel te verstaan, 7 à 9 keer gelost op 30 km en worden iedere zaterdag dan nog ingekorfd op de snelheidswedstrijden. Wanneer de 300 km-wedstrijden op het programma staan dan worden ze tussendoor nog 1 à 2 keer gelost op 30 km.
Wanneer de jonge bende, met ondertussen heel wat ervaring, plots meer dan een half uur nodig heeft om 30 km af te haspelen dan is er serieus str... aan de knikker, zegt Alain. Dan gaat het meteen richting dierenarts Vincent Schroeder. De jongen vliegen Nevers en dan vier klassiekers voor jonge duiven met of zonder pluimen.

Sportmengeling tot de volgende wedstrijd

De duiven op de grote fond worden om de drie weken gespeeld. Zaterdag en zondag na aankomst van een wedstrijd wordt er sportmengeling gevoederd en de elektrolyten gaan over het voeder. Op maandag, dinsdag en woensdag wordt er behandeld tegen trichomonas via het voeder. Tollyamin Forte wordt verstrekt voor de opbouw van de energiereserves van de spieren. Tot aan de volgende inkorving krijgen de fondvliegers tweemaal daags een soeplepel sportmengeling. Wat vitamines en voedingssupplementen betreft wordt het verzorgingsschema van dierenarts Vincent Schroeder gevolgd.

Medische begeleiding

Voor aanvang van het vliegseizoen worden de duiven via trichopoeder over de granen vrij gezet van trichomonas. In de loop van het seizoen is er een rappel tegen trichomonas om de drie weken. Twee tot drie keer per seizoen worden de duiven door de dierenarts onderzocht op de meest voorkomende kwalen. In 2020 werden de duiven tegen luchtweginfecties behandeld door 2x drie dagen Soludox te verstrekken.
In 2020 had Alain af te rekenen met het Rotavirus en er werd ingeënt. Een afdoende remedie is de hydrolisatie van het drinkwater zoals dat bij de kippen gebeurt.

Nieuwe inbreng bevestigt

Een koppel kwekers vinden is zeer belangrijk voor de opbouw van een kolonie. Bij de weduwnaars hanteert men het systeem van de “vrije koppeling”. Op het kweekhok blijven de kweekkoppels die bewijzen geleverd hebben samen en met de andere doet men aan “gestuurde koppeling”.
Op het kweekhok moeten de kweekduiven na 2 à 3 jaar bewijzen dat ze die naam waardig zijn. De nieuwe aanwinsten van Deschamps en Chevallier lieten vrij snel zien dat het goede duiven waren. 
“De 32” zette de “134/05” op de wereld en met een duivin van Deschamps werden er 5 jongen gekweekt die naar het kweekhok gingen. De nakomelingen van “De Souillac” (1e nat. Souillac) werden gekoppeld met de 5 nakomelingen van de “134/05” en dat was een schot in de roos. De kwekers fokken jaarlijks 4 rondes en worden in juni definitief gescheiden.

Met Leon, Alain, Maxime en de kleine Martin is er een viergeslacht in de familie Henry.
Met Leon, Alain, Maxime en de kleine Martin is er een viergeslacht in de familie Henry.

Het schouweffect

De 78 weduwnaars worden gespeeld op 14,5 m hok, de jonge duiven op 21,5 m hokken. De duiven zitten op een plankenvloer en er zijn geen volières voor de hokken. Er is geen grote kuis voorzien en de hokken worden ook niet gedesinfecteerd of met de schroeivlam onder handen genomen. Tijdens het seizoen worden de hokken iedere dag gereinigd en ook van een verse drinkpot voorzien.
Wat de hokken zelf betreft is men van oordeel dat hoe beter men een hok afsluit hoe meer prijzen men speelt. Vroeger had het hok een zadeldak en nu een naar achter afhellende dak met plastiek golfplaten. In de voorwand van het hok, boven de duiven, is een ventilatieopening aangebracht. Aan de achterzijde is er een open strook van 10 cm. In het plafond is er vooraan in het hok een verluchtings-
strook van 40 cm breed. Alle ventilatie gebeurt boven de duiven en op die manier bekomt men het heel beroemde “schouw-
effect”. Hoge zomerse temperaturen kunnen absoluut geen kwaad. Hoe warmer hoe beter zegt Alain.

Selectie

De selectie wordt door Alain op zijn eigen manier doorgevoerd. De jonge duiven vliegen alle nationaals op een nestje en alle jongen die thuiskomen van de wedstrijden mogen blijven. Maar week na week moeten ze telkens opnieuw in de mand. Daarna gaan 50 jonge doffers als jaarling naar het hok van de weduwnaars.
De jaarlingen vliegen de grote halve fond en wie goed presteert blijft op de grote halve fond. Wie niet goed presteert gaat verder door naar de fond en grote fond.
De oude duiven starten met Limoges en wie goede resultaten behaalt blijft op de fond. De andere duiven gaan naar de grote fond. Duiven die goed presteren op de fond worden nooit op Barcelona gespeeld. Bij de beoordeling van een fondduif zijn de behaalde resultaten het belangrijkste. Lange duiven met een grote vleugel krijgen de voorkeur. De korf is de beste keurmeester en onder elke soort van duiven kunnen je goede vinden.

Enkele toppers

  • B15/1140221 met 102e nat. Narbonne 3.187 d, 497e nat. Pau 2.135 d, 362e internat. dv St-Vincent 2.288 d, 396e nat. Perpignan 4.620 d, 640e internat. dv Pau 2.683 d, 380e internat. dv St-Vincent 1.767 d, 152e nat. Perpignan 3.966 d.
  • B17/1114141 met 401e nat. Argenton 21.915 d, 415e nat. Narbonne 3.017 d, 362e nat. Barcelona 7.301 d, 534e nat. Perpignan 3.915 d, 17e prov. Barcelona 221 d.
  • B19/1008124 met 264e nat. Chateauroux 22.476 d, 265e nat. Agen 5.955 d, 6e nat. Narbonne 4.120 d.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.