JOZEF MARIS - 1e Nationaal Kampioen jonge duiven

Itegem – Itegem is een Kempens dorp aan de Grote Nete dat in de duivenmiddens maar al te goed bekend is. De familie Houben heeft Itegem op de duivenkaart gezet en gezorgd voor een wereldwijde bekendheid. Ook nu nog doen Itegem en de buurgemeente Berlaar-Heikant het behoorlijk goed in de actuele duivensport.

Een van de bekendste inwoners van Itegem is ongetwijfeld Cas Goossens, voormalig directeur van de BRT. Andere bekende inwoners waren ook auteur Gaston Durnez en de zangers Joe Harris en Bobby Prins.
De laatste jaren hebben ze in Itegem opnieuw duivenmelkers die de banier van de duivensport hoog houden en een onder hen is zeker Jozef Maris. Afgelopen seizoen speelde hij zich volop in the picture met het behalen van de titel van 1e Nationaal Kampioen KBDB Jonge Duiven.

Geschiedenis

Vader was geen duivenmelker maar had een duivenlokaal en deed de uitmaak en het zetten van de constateurs. Grootvader Leopold Maris, in de volksmond Pol van Tistjes, was na de oorlog een van de beste melkers van de streek. Ooit speelde hij in Lier en Aarschot op dezelfde dag de ereprijs uit Dourdan.
Jozef, maar Jos voor de vrienden, had eerst tortelduiven in een sinaasappelkist. Maar toen hij 10 jaar oud was kreeg hij van grootvader een doffer van 1957 en een duivin van 1953. In 1958 kweekte hij uit dat paar twee jongen. “De Stomp” vloog twee poeles van 100 en hij dankte zijn naam aan het feit dat de hond zijn staart uitgetrokken had. Toen dat gebeurd was wandelde hij langs de voordeur het duivenlokaal binnen. Zijn nestzuster won op haar beurt twee poeles van 25.
Toen Jos 12 jaar oud was werd er een groter hok gebouwd. Toen het hok klaar was zorgden vrienden uit de buurt voor duiven om verder te doen. Wanneer hij 14 jaar was werd er verhuisd en de duiven verhuisden mee. Daar werd een nieuw hok gebouwd en er werd Quiévrain gespeeld.
Toen Jos 19 jaar werd liep hij zijn vriendin tegen het lijf en vanaf dan stond de duivenliefhebberij op een laag pitje. Broer Willy speelde alleen verder. In 1968 is hij getrouwd en nam zijn intrek in een klein boerderijke. Hij timmerde toen zijn eerste hok boven het varkenshok. In 1970 bouwde hij drie hokken in de nok van de schuur. Daar heeft hij niet echt goed gespeeld maar hij had er toch een superduif. In 1973 verhuisde Jos naar zijn huidige woonplaats en de prestaties op de vitesse gingen in stijgende lijn. 
Hij haalde zijn eerste succesvolle basisduiven bij Alfons Hendrickx, Berlaar. Ook bij Vic De Belser, Berlaar en Jos Dillen, Itegem was hij aan het goede adres.

Naar de halve fond

In 1998 werd de overstap gemaakt naar de halve fond en er werd naar versterking uitgekeken. Een doffer van Walter Docx, Berlaar-Heikant x een duivin van Jozef Goovaerts, Beerzel (De Kaasboer) werd een uitstekend kweekpaar. Een koppel eieren van “Goldwing” van Johan De Belser, Berlaar was een schot in de roos. Verder werden er nog duiven gehaald bij Jos Dillen, Itegem en Vic De Belser, Berlaar.
In 2006 werd een koppel eieren via bon aangeschaft van Van Eynde-Goovaerts, Putte. In 2011 was er de inbreng van Johan Donckers, Grobbendonk en in samenkweek met een duivin van Wim De Troy, Berlaar werd de 1e Asduif jonge duiven Overkoepeling 2015 geboren.
Van 2014 tot op heden werden er nog duiven gehaald bij Wim De Troy; Erik Volkaerts, Berlaar; 2 duivinnen van Johan Donckers en een duif via een bon van Johan De Belser. 
Een duivin van Frans Leys, Itegem werd moeder van 2e Nat. Asduif Kleine Halve Fond KBDB en 1e prov. Asduif Kleine Halve Fond KBDB. Ze werd ook moeder van de B18/6062303 die 11e Nat. Asduif Grote Halve Fond KBDB Jonge duiven werd. Via ruil met Linda Prijk, Hallaar bekwam Jozef met de B18/6061314, een echt superduifje. Een duivin van Jan Ennekens werd moeder van twee goede duivinnen, “322” en “323”.

Jonge duiven

Jos Maris kwam aan de start van het seizoen met een ploeg van 12 weduwnaars, 55 jonge duiven, 11 koppels kwekers en 9 “stopkoppels”.
De jonge duiven werden gefokt uit een vroege ronde van de weduwnaars en twee rondes van de kwekers (eieren verlegd). Aan de ouderdom van 4 weken werden de jongen gespeend. Doffers en duivinnen kwamen samen op de hokken voor de jonge duiven.
Van de jonge duiven gingen er 4 jonge doffers naar Jan Torsin, Ruisbroek, 5 naar de poelier (snelle selectie) en na 6 keer mee werden er nog eens 4 jongen uitgeselecteerd. Na nog wat verliezen kwam Jos met 18 duivinnen + 11 doffers aan de start van de jonge duivenvluchten.
De jonge bende werd verduisterd van half maart tot half juni. Daarna werd er niet meer bijgelicht. In 5 à 6 etappes werden de jongen opgeleerd tot Vilvoorde (28 km). Eens opgeleerd werden ze tussendoor niet weggebracht. Daarna werd het 3x Quiévrain, 1x Ecouen of Noyon, 2x Melun, 2x Chevrainvilliers, Melun, Bourges, Chateauroux, Melun, Argenton, Blois en Chateauroux. De jonge doffers werden gespeeld op Noyon, de jonge duivinnen op de kleine en grote halve fond.
‘s Morgens trainden de weduwnaars van 6 u tot 6.30 u. Daarna kwamen de jonge duivinnen aan de beurt en wanneer de conditie er was trainden die vlot 1,5 u. Daarna trainden ook de jonge doffers.
Na Noyon werd de schuifdeur ingevoerd. Toen waren er wel al enkele koppeltjes gevormd maar geen enkel had gelegd. In de 4 hoeken van het hok kwam er een kartonnen doos waarvan de jongen degelijk gebruik maakten. Tijdens de week werden de kartonnen dozen met de opening tegen de wand gezet zodat de jongen er niet in konden. Bij de inkorving kwamen de jonge doffers en duivinnen 1,5 u samen met nestschotel in de woonbakken. Ook de kartonnen dozen werden omgedraaid en het gestoei kon beginnen.
Met slechts 11 doffers + 1 jaarling en 18 duivinnen waren er doffers die twee duivinnen hadden. Dat betekende uiteraard een tweestrijd tussen de duivinnen. Terwijl de doffer aan het stoeien was met de ene duivin zat de andere te wachten tot wanneer Jos die duivin wegnam en het haar beurt was om met de doffer in de nestschotel te duiken. Na aankomst van een wedstrijd bleven de partners meestal tot de volgende morgen samen. De nationale wedstrijden werden gespeeld met 11 doffers en 11 duivinnen bij de inkorving.
Wanneer de nationaals begonnen hadden de meeste duivinnen 2 pennen gestoten. Op de afsluitende Chateauroux hadden de meeste reeds 4 pennen gewisseld.

Voedermethode

De jonge duiven werden iedere week gespeeld. Zaterdag bij aankomst van een wedstrijd kregen ze “Turbo” of dezelfde mengeling waarmee ze vertrokken waren. In het drinkwater waren er elektrolyten van Natural. Op zondag en maandag werd er “Start” (een lichte mengeling) gevoederd. Op dinsdag, woensdag en donderdagmorgen werd het dan de mengeling van Wim De Troy (sportmengeling). Op donderdagavond en op vrijdag volgden dan drie voederbeurten met “Turbo”. Wanneer de duiven op donderdag ingekorfd werden dan schoof het voederschema een dag naar voor want de laatste drie voederbeurten met “Turbo”
werden aangehouden. De duiven kregen ook snoep bij het binnenlopen.
Op woensdag werden er vitamines van de dierenarts verstrekt. Op aanbeveling van de dochter, die voedingsdeskundige is, kwam er op donderdagavond + vrijdagmorgen “Energetica” over het voeder. Op maandag en dinsdagavond kwam er “Optima” over het eten. Beide producten komen van de firma Orthophar. Wanneer er geen andere producten in het drinken waren kwam er “Entero” in het drinkwater behalve op de dag van de inkorving. Dan was het zuiver water.

Medisch

Jos Maris ging om de 5 à 6 weken met zijn duiven op controle bij de dierenarts. Toen de jongen 6 weken gespeend waren werd er 6 dagen behandeld tegen trichomonas via het drinkwater. In de loop van het seizoen werd er nog twee keer via een trichopilletje behandeld, de week voor Bourges en de week voor de laatste Chateauroux.
Sinds 2002 werden er geen geneesmiddelen meer gegeven tegen luchtweginfecties. In de plaats kwam er een kruidenthee die om de veertien dagen op zondag, maandag en dinsdag gegeven werd. De kruidenthee heeft volgende samenstelling : munt, thijm, citroenmelisse, salie en bieslook of kruiden die bij Jos in de tuin staan. De kruiden gaan 1,5 u in kokend water en het extract koelt daarna af en gaat in het drinken. Er wordt wel elke keer verse thee gemaakt.
De jonge duiven hebben wel “one eye cold” gehad tijdens het vliegseizoen. Toen werden de oogdruppels Belgadrops en Formadruppels toegediend. Sommige jongen waren na enkele dagen genezen, bij anderen duurde het veertien dagen. Het duivinnetje dat de 4e nat. Chateauroux wint werd zelfs twee weken niet gespeeld.
Inenten tegen de pokken gebeurt al niet meer sinds 2001. Tweemaal per jaar krijgen de duiven een druppel in de hals tegen luizen en wormen.

Hokken

De jonge duiven verblijven op een hok met 4 compartimenten van 1,70 m breed, twee voor de doffers en twee voor de duivinnen, met een middengang. Het zijn droge hokken die geïsoleerd zijn en met een plankenvloer. In de voorzijde van ieder compartiment zit een rooster van 50 cm x 70 cm. Deze verluchting kan gestuurd worden via schuiven. Voor en boven de duiven is er nog een verluchtingstrook van 50 cm met schuiven die steeds half open staan. Het hok heeft ook een open nok.
Jos houdt tweemaal per jaar “grote kuis” en het hok wordt met de schroeivlam volledig onder handen genomen. Een stofzuiger is volgens hem daar niet bij nodig. 
De woonbakken op de hokken worden tweemaal daags gereinigd. De vloer wordt gekrabd wanneer de duiven buiten zijn voor de training. De duiven krijgen iedere dag een verse drinkpot terwijl een andere staat te drogen. Op woensdag is het baddag voor alle duiven.

Varia

De plaatsjes op het kweekhok zijn heel duur. Een duif die een succesvolle vliegcarrière van 4 jaar achter de rug heeft kan daar een plaatsje bemachtigen. Het kan ook dat zomerjongen uit toppers rechtstreeks op het kweekhok gezet worden. Een bijgehaalde duif krijgt er twee jaar de kans. Er wordt met twee duivinnen gekweekt en worden er geen goede jongen geboren dan moet de doffer de plaats ruimen.
Het koppelen gebeurt op 25 november. Voor de koppeling wordt er gevaccineerd tegen paratyfus maar zonder voorafgaande medicijnkuur. Tot één week voor het koppelen wordt er ruimengeling gevoederd en de week voor de koppeling wordt het kweekmengeling + voedingssupplementen.
Dat goed x goed gekoppeld wordt is de normale regel. Jos heeft doorgaans kleine duiven en koppelt dus klein x klein. Meestal wordt er in kruising gekweekt maar inteelt kan wanneer het niet te dicht is. Neef x nicht moet kunnen.
Er wordt normaal drie dagen “voorgekoppeld” maar bij hardleerse koppels kan het een paar dagen langer duren. Twee weken voordien krijgen de doffers licht op de hokken.
En of Jos een prestatiegerichte melker is? Natuurlijk is zijn antwoord! “In de zomer ben ik van 6 u tot 12 u met de duiven bezig. Het trainen van de weduwnaars en de jonge duiven hou ik nauwlettend in de gaten. Een ploeg hard trainende duiven is toch het mooiste wat er is !
De snelheidwedstrijden gaan achteruit hier in de streek. Ik speel halve fond in Regio Mechelen + overkoepeling met Hafo Turnhout en dat vind ik een goed samenspel, maar uitbreiding mag altijd.
Grote hokken met een massa duiven zijn voor mij niet echt een probleem. Die mannen zetten niet veel geld zodat de kleintjes ook wat centen kunnen verdienen en in de kampioenschappen moeten die ook 1 + 2 pakken.”

Een topkweker

Een echt kweekoppel kan Jos niet vooropstellen want op het kweekhok worden de kwekers bijna ieder jaar “herkoppeld”. Maar een topkweker is zeker en vast de B09/6111014 “Rosse 014”. Hij is onder meer vader van B12/6025506 “Sam” en die won 4x 1e op de halve fond en 1x 1e Noyon. Hij is ook vader van B12/6025542 “Ruben Junior” die ook knap presteerde. “Ruben Junior” is bovendien ook vader van B18/6062319 “Ann” die een knap palmares bij elkaar vleugelde.

Een paar toppers

We selecteerden nog een paar duiven die het voortreffelijk deden.

• B18/6062321 met 8e Quiévrain 301 d, 5e Melun 548 d, 6e Melun 420 d, 20e Melun 973 d, 30e Chevrainvilliers 982 d, 60e Melun 812 d, 40e Pont-St-Maxence 944 d, 9e Chevrainvilliers 830 d, 56e Melun 725 d, 37e Melun 656 d, 2e Chateauroux 255 d / 36e vs 2405 d./53e nat. 12855 d. Zij won 14 op 16 met 11 per tiental. Zij werd 2e asduif regio Mechelen, 2e asduif Berlaarse Hafo vrienden, 3e Asduif overkoepeling met Hafo Turnhout.
• B18/6061314 met 23e Quiévrain 1142 d, 22 Quiévrain 216 d, 14e Quiévrain 901 d, 22e Quiévrain 942 d, 11e Chevrainvilliers 914 d/39e prov. 5197 d, 3e Chateauroux 327 d/ 27e prov. 2959 d/32e nat. 17281 d, 7e Melun 725 d/7e vs 1443 d.