DANNY VAN DYCK - 1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge

Liefhebber: 

Pulle – Kerstmis is nabij... je kunt er niet naast kijken want lichtjes in alle vormen en kleuren herinneren er aan wat er zo’n 20 eeuwen geleden zou gebeurd zijn. Toen was er één ster... nu zijn er miljoenen sterren... zij het met meer commerciële inslag... die Kerstmis 2013 aankondigen.

Ook de autoradio doet zijn best om de luisteraars in Kerststemming te brengen. “I am dreaming of a white Christmas”... volgens de weersvoorspellers ziet het er naar uit dat het bij dromen zal blijven.
Zandhoven... en bij uitbreiding de deelgemeenten Pulle en Pulderbos... is al vele decennia lang een echt duivennest waar provinciaal en nationaal succes aan de lopende band vergaard werd. Met Danny Van Dyck (41) is daar een jonge en gedreven kampioen opgestaan die op korte termijn zijn plaatsje veroverde bij de nationale elite. In “no time” was hij een vaste waarde in de nationale kampioenschappen met 1e Nat. Kampioen Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2011... 2e Nat. Kampioen Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2008... 3e Nat. Kampioen Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2009... 1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2013... en 4e (2009)... 5e (2009)... 5e (2011)... 7e (2009)... 7e (2013)... en 8e (2009) Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge Duiven KBDB om maar de voornaamste te noemen ! Verder nog 1e Belgische Asduif Europacup Dortmund 2010... Europese Kampioen Mira in Portugal 2012... 1e Asduif Belgian Master 2013 !
Overdrijven we wanneer we stellen dat Danny Van Dyck een van de toppers is uit onze nationale duivensport ? Een melker met nog een full-time job en die met bescheiden middelen een palmares op de tabellen toverde om “U” tegen te zeggen !

Grootvader Richard

Danny zag het levenslicht in het duivennest Zandhoven... en toen hij als jonge tiener ook met de duiven wilde spelen kwam vader aanzetten met een mand sierduiven. Dat was niet echt de bedoeling... en een jaar later kreeg hij 8 jongen van grootvader Richard Van Dyck (92). Twee piepers deden het verre van slecht... en het spel zat op de wagen !
Het succes zat op hem te wachten... en met een provinciale vermelding in het kampioenschap snelheid jonge duiven was het meteen al raak. Danny was toen amper 14 jaar oud... en als de duiven op zondag niet gelost werden dan nam hij op maandag ook maar een snipperdagje op school !
Liefjes en de dienstplicht zorgden voor een onderbreking van enkele jaren... maar toen Danny en Nathalie gingen samen wonen en introkken bij zijn schoonouders begon hij aan de tweede episode van zijn duivencarrière. Enkele jaren later werd er een woonst opgetrokken in Pulle... eerst de duivenhokken en daarna het huis... en werd er een aanvang genomen met de uitbouw van een succesvolle duivenmelkersloopbaan !

Naar de top !

Aanvankelijk werden her en der duiven bijgehaald maar dat bleek niet de kortste weg naar het succes te zijn. In 1998 was het derde keer goede keer... toen er duiven gehaald werden bij buurman René Smolders... en dit soort zit nog steeds in de stam verweven.
Danny verdiende de kost als bouwvakker... en door de onregelmatige werkuren werd er aanvankelijk alleen met jonge duiven gespeeld.
In 2004 hield Danny de job van metser voor bekeken... en vond een job veel dichter bij huis... met veel betere werkuren. Vanaf dan kwam de duivenliefhebberij in een stroomversnelling en het “echte” succes kwam binnen handbereik.
In de loop der jaren kregen de eerstelingen van René Smolders (Klamper-soort) versterking van duiven van Eddy Janssens, Zandhoven (lijn “Witkop Joske” x “Broer Rambo” + “Dochter Anna”)... en Jos Cools, Noyon-vedette uit Grobbendonk (“Goeie Duivin”, “329/02”, “Rode”). Daarnaast kwamen er ook nog enkele duiven bij van Johan Donckers... Dirk Van Dyck (“Di Caprio”)... en Theo Van Genechten (5 d).
Maar Danny trok het grote lot toen de duiven van buurman Rik Hermans (kweker Miel Van den Branden) geïntroduceerd werden ! Aanvankelijk kwamen de geluksbrengers uit de lijnen “Blauwe Van Der Veken”... “Claessens 03”... de “Start”... “Martine”... en “Fransien”. Maar toen Rik Hermans een versnelling hoger schakelde en met veel bravoure zijn intrede maakte op nationaal vlak volgde Danny Van Dyck in zijn slipstream.
 De laatste jaren kwam de nakweek uit nationale topklasse de gelederen versterken ! We hebben het dan over “Beautifly” (14 dagen uitgeleend aan Danny)... een zuster van “Charlene”... een zoon van de “Propere” (vader “Kanon”)... een zuster van “Beautifly”... twee kinderen uit samenkweek “Kanon” x “Beautifly”... een zoon “Athena”... een zoon van “Munli”... een broer van het “Asduifke”... en de moeder van het “Kogeltje” (1e Nat. Asduif kleine halve fond jonge duiven 2013) komt van Karel Boeckx maar ook uitgeleend door Rik Hermans. Ook nog twee kinderen van de “Ad” en een zoon van “De Leeuw”, uit samenkweek met Marcel Wouters, kwamen de gelederen versterken.
We horen u hardop denken... kan het met zo’n duiven nog verkeerd gaan ! Samengevat kunnen we stellen dat 50 % van de kolonie van Danny Van Dyck op Rik Hermans-basis gestoeld is.

Totaal weduwschap

Danny Van Dyck kwam aan de start van het seizoen met 10 koppels op totaal weduwschap... 120 jonge duiven... 25 koppels kwekers... en 9 stopkoppels.
De ploeg op het totaal weduwschap bestond uit 19 jaarlingen en 1 oude duif. De jaarlingen vlogen in 2012 (als jonge duif) rond half augustus hun laatste wedstrijd uit Dourdan. Meteen na afloop van het vliegseizoen verhuisden de jonge doffers naar het hok van de weduwnaars waar ze nog eens met eieren kwamen om zo de bakvastheid wat aan te zwengelen. Ze gingen door de rui met een goede ruimengeling (Jovati), veel Naturaline en appelazijn en regelmatig biergist en lookolie over het voeder.
De eerste week van januari werden ze gekoppeld en ze trokken een ronde jongen groot. Toen de jongen 16 à 17 dagen oud waren gingen de duivinnen naar het duivinnenhok met één jong en de doffers trokken het andere jong groot. Begin april stond de tweede koppeling gepland en toen werd er nog vier dagen gebroed. In 4 à 5 etappes werd de vliegploeg opgeleerd en na 2x Quiévrain... 1x Noyon... ging het naar de kleine halve fond. waarop ze iedere week gespeeld werden.
Voeding en voederschema vindt Danny Van Dyck toch wel belangrijk in een succesvol totaal weduwschap. Zaterdag bij thuiskomst wordt er “Champion Plus” van Versele met B.S. (over het voeder) gevoederd (3 maaltijden) en gaat er Belgasol in het drinkwater. Op zondag het overschot van het voeder van zaterdag met Naturaline en appelazijn in het drinkwater. Op maandag... dinsdag... en woensdagmorgen wordt er “Gerry Plus” gevoederd met elke dag Naturaline + appelazijn in het drinkwater. Op woensdagavond wordt er overgeschakeld op sportmengeling met nog steeds Naturaline + appelazijn in het drinken. Op donderdag en vrijdag wordt het 100 % “Champion Plus” met Dextrotonic in het drinkwater. Op vrijdagmorgen (inkorfdag) wordt er iets krapper gevoederd zodat ze na de middag met graagte nog wat snoepzaad pikken. Bij vertrek en thuiskomst krijgen de duiven afwisselend oogzalf Clinagel of Formadrops toegediend.
De weduwnaars trainen alleen ‘s avonds... vanaf mei trainen de duivinnen om 6 u ‘s morgens. In het begin is het meestal een verplichte training maar eens de “schwung” er in zit wordt er overgeschakeld op een vrije training. Wanneer er vlot een uur getraind wordt dan is er conditie onder de vliegploeg.
De 10 duivinnen zitten op een hok met schabjes met een tussenschot zodat ze elkaar niet zien zitten. De bodem van het hok bestaat uit rollen zodat ze ook niet op de bodem kunnen samen hokken. Er waren afgelopen seizoen geen probleem met het onderling paren. De duivinnen worden gevoederd in de gang voor het hok en ze volgen hetzelfde voederschema als de doffers.
Het eerste jaar totaal weduwschap was voor Danny Van Dyck een echte meevaller... en zelfs beter dan het klassiek weduwschap van de jaren voordien. Er werden 152 duiven gespeeld... waarvan 121 prijzen... en 71 prijzen per 10-tal. Danny is van mening dat veel jonge duiven, die het in hun geboortejaar iets minder deden, als jaarling echt open bloeien met deze spelmethode.

MET EEN GOUDEN RANDJE

1e Nationaal Kampioen hafo jonge duiven KBDB 2011
2e Nationaal Kampioen hafo jonge duiven KBDB 2008
3e Nationaal Kampioen hafo jonge duiven KBDB 2009

1e Provinciaal Kampioen hafo jonge duiven 2009
2e Provinciaal Kampioen hafo jonge duiven 2011
1e Provinciaal Asduif hafo jonge duiven 2013

2012 : Europese Kampioen Mira Portugal
2013 : 1e Asduif Belgian Master
2010 : 1e Belgische Asduif Europa-Cup Dortmund

Asduiven KBDB hafo jonge duiven
2013 : 1e
2009 : 4e
2009 : 5e
2011 : 5e
2009 : 7e
2013 : 7e
2009 : 8e

Jonge duiven

Nog altijd is het spel met de jonge duiven de hoofdmoot van de duivenliefhebberij van Danny Van Dyck. In twee rondes worden er 120 jonge duiven gefokt. Nadat die een paar weken op een afzonderlijk hok zitten komen beide rondes samen. De jongen worden aan de ouderdom van 24 dagen gespeend en de geslachten blijven gescheiden tot de piepers de eerste Quiévrain in de vleugels hebben (half mei). De jongen worden ondergebracht op 6 afdelingen. De eerste maand komen de jonge duiven niet los maar moeten de wereld verkennen vanuit een kleine volière voor het hok. Danny gaat uit werken en wanneer hij ‘s avonds thuis komt dan is het te donker om de jongen nog los te laten. Deze methode zorgde nog nooit voor abnormale verliezen wanneer de piepers dan de eerste keer los komen.
De jongen worden verduisterd vanaf 20 februari tot drie weken voor de halve fond... zo rond half mei. De hokken worden donker gezet van 17.30 u tot 7.30 u en daarna wordt er niet meer bijgelicht. Einde seizoen hebben de meeste jongen dan 3 à 4 pennen gestoten.
Vanaf de eerste dagen mooi weer wordt er aan opleren gedacht... en door het werkschema moet dat op zaterdag en zondag gebeuren. Vanaf half april worden de jongen zoveel mogelijk “gelapt” en ze gaan in een tiental opleervluchtjes tot Vilvoorde (40 km). Het weer is bepalend... er wordt gestart op 3 km... de afstand wordt stelselmatig opgedreven... en wanneer de jongen slecht naar huis komen wordt er de volgende keer opnieuw op dezelfde plaats gelost. Vervolgens 2x Quiévrain... 2x Noyon... en daarna wordt het gros van de effectieven op de halve fond gespeeld. Een zeldzame duif wordt ingekorfd op de nationaals voor jonge duiven maar zeker niet de favorieten. Eens de jongen opgeleerd staan er tussendoor nog weinig midweekse trainingsvluchtjes gepland. Het is niet zo makkelijk wanneer je als melker zelf niet thuis bent.
De jongen worden gans het seizoen gespeeld met de schuifdeur (na 1e Quiévrain)... en komen nooit met een nestje. Het hok wordt uiteraard gezellig gemaakt... met schuine plankjes en oude wijnkistjes waarin een opening gezaagd wordt. Of hoe aangenaam en doeltreffend toch hand in hand kunnen gaan!
Jonge doffers en duivinnen moeten samen een liefdesparcours afleggen want oude partners worden niet ingeschakeld. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen zo’n twee uur samen vooraleer ze in de mand gezet worden. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze de ganse dag nog samen... en na een moeilijke wedstrijd soms tot ‘s anderendaags.
Na het spenen worden de jongen nog drie weken kweekmengeling gevoederd daarna wordt er overgeschakeld op ruimengeling tot aan de start van de halve fond. Vanaf de halve fond wordt er de laatste drie dagen sportmengeling gevoederd. Het voeder (Jovati) wordt gehaald bij de voeders Van Tilburg. Op het hok van de jongen staat er ook een “halve opleermand” met drinkbakjes. De jongen moeten op die manier leren drinken in de korf.
In 2013 waren het vooral de duivinnen die sterk presteerden... maar een verklaring is daar niet voor. Wanneer er 10 duiven thuis waren was er doorgaans maar één doffer bij... terwijl dat andere jaren soms volledig anders was.
En natuurlijk moet een werkende melker aan planning doen om iedere dag het hele zaakje rond te krijgen. Vanaf mei gaan om 6 u ‘s morgens de jonge duivinnen en oude duivinnen de lucht in... ze vliegen dan samen met de oude duivinnen van Rik. Voor Danny om 7.30 u gaat werken moet hij ze natuurlijk binnen roepen... en lukt dat niet perfect dan moet de spoetnik blijven open liggen. En het is inderdaad niet zo leuk wanneer je ‘s avonds thuiskomt en je stelt vast dat er met de laatkomers een vreemde duif op je hok is binnen gelopen.
De jonge doffers komen los om 15.30 u (door vrouw, dochter of Rik)... en wanneer hij thuis komt kan hij ze dan meteen binnenroepen. De weduwnaars komen dan los om 17 u.

En het geheim van Danny ?

“Ik heb helemaal geen geheimen... ofschoon de meesten me dan met gefronste wenkbrauwen bekijken. Over een ingewikkeld systeem of een uitgekiende methode kan ik u niet vertellen... ofschoon dat de laatste jaren wel in is. Ik heb altijd goed gespeeld met duiven... zelfs toen ik 11 jaar oud was en ik met een simpele inzet wel 5000 BF kon trekken op de uitslag. Ik verwed mijn kansen op de goeie duiven... en ook ik kweek 93 slechte van 100 gefokte jongen. De duiven van Rik hebben mijn duivenliefhebberij in een stroomversnelling gebracht.
Mijn beste jonge duiven gaan hier niet naar het weduwnaarshok... maar wel naar het kweekhok ! Dat zou op veel hokken natuurlijk anders verlopen. Ik kweek liever uit een goede jaarling of oude duif... veel liever dan die te spelen en te riskeren op de wedstrijden. Mijn passie is toch nog het spel met de jonge duiven.
Maar in 2013 is daar toch enigszins verandering in gekomen door dat er goed gespeeld werd met de jaarlingen. Jonge duiven zijn nog steeds mijn passie maar ik heb nu toch ook meer aandacht voor het spel met oude duiven.”

Eenvoudig medisch

Voor aanvang van de halve fond worden de jonge duiven perfect op punt gezet wat de gezondheid betreft ! In 2013 werd er 5 dagen behandeld met Soludox voor aanvang van de 300 km-vluchten. In de loop van het seizoen werd er tussendoor nog één keer gedurende drie dagen behandeld.
Voor inkorving van een vlucht krijgen de duiven DextroTonic van Oropharma in het drinkwater. Na thuiskomst van een wedstrijd gaat er gedurende 3 maaltijden B.S. (trichomonas) over het voeder.
Bijproducten worden wel overvloedig verstrekt ten huize Van Dyck. Zo krijgen de duiven dagelijks een vers mengsel van grit... vitamineral... en Leckerstein. Tenslotte krijgen de duiven nog twee dagen per week biergist en gaat er geregeld appelazijn en Naturaline in de drinkpot. Al met al wordt de mest er heel goed van en krijgen de duiven er ontzettend zachte pluimen van.

DE TIEN GEBODEN VAN DANNY VAN DYCK
1. De goeie duif ! Het is een onverdroten zoektocht. Soms komt een topper uit    een kweker die zelf niet gepresteerd heeft maar die uit een goede lijn komt. Ieder jaar verder zoeken... en ook proberen via samenkweek.
2. Observeren van de duiven. Alles gezien hebben wat er op het hok gebeurt ! ‘s Avonds ga ik met de zaklamp op het hok kijken naar de kwaliteit van de mest !
3. Selectie is de rechte weg naar het succes ! Veel kweken... hard spelen... streng selecteren. Geen medelijden met tweedeklassers.
4. Medisch... in de winterperiode zo weinig mogelijk... tijdens het vliegseizoen kort op de bal spelen.
5. De melker moet een gedreven manager zijn. Hij moet alert zijn en weten te anticiperen op wat komen gaat.
6. Het meeste duivenvoeder is van goede kwaliteit. Opvoederen naar de wedstrijd toe is wel degelijk belangrijk. Maak de zaken echter niet te ingewikkeld.
7. Een goed hok heeft een goede verluchting... is droog... en je ruikt er geen duiven.
8. Verse grit is zeer belangrijk ! De duiven zijn eerder geneigd om van verse grit te pikken dan te eten. Ik verbruik er wel 500 kg per jaar.
9. Training is de graadmeter van de conditie ! Goed trainen betekent succes voor het weekend.
10. Wanneer je goed speelt denken de meesten aan geheimen. Het geheim is... dat er geen geheim is in de duivensport !

Een prima hok

“Ik speel oud en jong op een hok van 15 m... 1 afdeling voor de weduwnaars... 1 afdeling voor de vliegduivinnen... en 6 afdelingen voor de jonge duiven. Het is een gemetst hok... muren met een spouw... en met heel weinig temperatuurverschillen. Er is geen verwarming en ook geen maxiplaten. Het is een dak met Boomse pannen aan de voorzijde en golfplaten aan de achterzijde... en die komen 10 cm over de voor- en achterwand. Deze ruimte is open... maar uiteraard afgeschermd met vogeldraad tegen de mussen. In het hok is er vooraan in het plafond een verluchtingsspleet (80 cm) die altijd open blijft... trouwens er zijn geen schuiven. Het is een hok met weinig glas... dus een donker hok.
Tijdens het verduisteren zitten er geen glazen pannen in het dak maar van zodra de verduistering opgeheven wordt wordt er een “lijn” glazen pannen (om de 3 pannen 1 glazen pan) aangebracht in het dak aan de voorzijde. Volgens mij is het een heel goed hok... je ruikt er helemaal geen duiven.
Alle hokken zijn voorzien van roosters en de ruimte onder de roosters wordt pas na het seizoen gereinigd. De woonbakken worden wel elke dag gereinigd. De duiven krijgen ook iedere dag een uitgewassen drinkpot met vers drinkwater. Vooraleer de jonge duiven op hun hok komen wordt alles piekfijn gereinigd. Er komt dan Dettol aan te pas en ook de schroeivlam wordt gehanteerd.
Maar eigenlijk geloof ik niet echt in een rigoureuze hygiëne. Ik heb het meer voor de natuurlijke weerstand van een duif. Eén of twee jong duiven die problemen hebben met de gezondheid doen mij niet onmiddellijk naar de medicijnentrommel grijpen. Een zeldzame zieke duif verwisselt vrij snel het tijdelijke met het eeuwige.”

Een strenge selectie !

“Een strenge selectie is de basis van alle succes... daar ben ik stellig van overtuigd. Duiven die willen overwinteren moeten goede papieren kunnen voorleggen. Door de lat behoorlijk hoog te leggen (per 10-tal) heb je weinig last van overbevolking. De basispijlers op het kweekhok zijn vooral duiven die zich als jonge duif meermaals in de spits klasseerden naast een mooi rijtje prijzen per tiental... want zij vormen een wissel op de toekomst. Ook bij de jonge duiven wordt er niet anders gehandeld... en het aantal ingekorfde duiven daalt met de week.
Van de 20 oude duiven bleven er aan het einde van de rit nog 7 duiven over voor 2014... de rest werd aangevuld met jonge duiven. Slechts 20 van de 120 jongen hebben in 2013 alle hindernissen met succes genomen en wisten aan het einde van de rit ook nog de valbijl te ontwijken.”

Het kweekhok

Op het kweekhok zijn “Kanon” en “Broer Kanon” de twee sterkhouders... en met die twee kleppers wordt er aan “stierenkweek” gedaan. De twee doffers krijgen elk een duivin... nadat die duivin gelegd heeft krijgen ze drie dagen rust... en daarna krijgen ze een nieuwe partner in de nestschotel. Na het bevruchten van een paar duivinnen mogen deze twee kleppers dan zelf ook een rondje jongen grootbrengen... en daarna volgt opnieuw hetzelfde scenario. In 2013 werden er van beide doffers een reeks jongen gefokt voor eigen gebruik.
De “Kanon-bloedlijn” heeft ondertussen al een dikke vinger in de pap op kweekhok ! Al verschillende kinderen... naast broers en zusters van het “Kanon”... maken er de dienst uit. Hun nakweek oogstte zelfs als succes over de landsgrenzen !
Volgens Danny worden de kweekkoppels samengesteld op het gevoel maar zeker geen te nauwe familiekweek. Er wordt in elk geval veel herkoppeld... gewoon om iets anders te proberen.
Een top kweekkoppel is ongetwijfeld “Vader Kanon” B08/6298348 x “Tam Zwartje” B08/6297117. Zij werden de ouders van het “Kanon” B09/6323112 (4e Nat. Asduif Kleine Halve Fond 2009, 1e Europacup halve fond 2010)... van “Broer Kanon” B09/6323111(5e Nat. Asduif Kleine Halve Fond 2009)... van “945/12” (1e Asduif Union Oost jaarse 2013).
Ook een excellent kweekkoppel is “Zoon Di Caprio” B08/6338583 x “Dochter Broer Kanon” en zij werden de ouders van “Fiona” B11/6244765 (5e Nat. Asduif Kleine Halve Fond)... “739/13” (6e Asduif Kleine Halve Fond Union Oost 2013)... “784/13” (8e Asduif Kleine Halve Fond Union Oost 2013).
De stammoeder “Blauwke” B04/6189023 is meestal gekoppeld aan “Broer Kanon” B09/111 en zij werden de ouders van “Harley” B11/6244772. “Blauwke” werd ook moeder van “Crackske Orléans” B09/6323104 (8e Nat. Asduif Kleine Halve Fond 2009)... “820/06” (Asduif Union Antwerpen). Zij is moeder en grootmoeder van heel wat topklasse.

UITSLAGEN 2013
Jaarlingen :    
04.5 Melun 3003 d. 2, 22, 49, 150, 168, 284, 286, 293
11.5 Dourdan  3222 d. 10, 16, 19, 32, 88, 113 (11/17)
18.5 Dourdan 2568 d. 22, 27, 76, 77, 161, 200, 239 (12/16)
25.5 Dourdan 1843 d. 3, 5, 7, 9, 22, 80, 96, 103, 157
01.6 Dourdan  1689 d. 18, 26, 67, 99, 100, 105, 117, 161 (11/13)
08.6 Dourdan  1818 d. 10, 83, 95 (12/13)
15.6 Melun  1572 d. 2, 8, 15, 18, 40, 52, 84, 87 (11/13)
22.6 Melun  1473 d. 18, 44, 99, 106 (9/14)
29.6 Dourdan  1245 d. 4, 14, 17, 18, 36, 53, 54, 68, 90 (13/14)
06.7 Dourdan  1029 d. 28, 55, 64, 67, 71, 78 (9/13)
13.7 Orleans  1111 d. 35, 42, 94 (6/8)
    1e Kampioen jaarse Union Oost 2013
    1e Asduif Union jaarse 2013
    Totaal 152 jaarse gespeeld, 121 prijzen, 71 prijzen per tienta

 

Jonge duiven :

16.6 Noyon 1449 d. 1, 24, 41, 67, 75, 90, 96, 136, 137 (26/60)
22.6 Melun 2109 d. 25, 27, 28, 29, 104, 106, 110, 111, 130, 140, 180, 184, 207 (29/55)
29.6 Dourdan 2179 d. 5, 15, 17, 18, 19, 21, 27, 39, 41, 49, 77, 90, 117, 120, 122,
06.7 Dourdan 2729 d. 6, 20, 28, 42, 45, 60, 67, 87, 98, 107, 132, 153, 157 (30/53)
13.7 Orleans 1474 d. 3, 11, 23, 32, 52, 53, 74, 75, 77, 113, 135, 139 (20/35)
Prov. 4262 d 5 (1e get.), 26, 49, 71, 125, 130, 174, 178, 286, 368, 372 (20/35)
20.7 Dourdan  1487 d. 1, 12, 26 (Gouden Duif-uitslag) (4/4)
28.7 Noyon 1532 d. 1, 7, 77, 79, 80, 93 (17/39) (geen hafo wegens Bourges)
03.8 Dourdan  2374 d. 10, 15, 16, 36, 39, 89, 92, 96, 97, 138, 145, 188, 210 (23/32)
10.8 Dourdan 2580 d. 7, 12, 40, 114, 138, 140 (9/10)
17.8 Dourdan  2433 d. 4, 9, 17, 22, 116 (10/16)
    2e Kampioen jonge duiven Union Oost
    Asduiven jonge duiven hafo Union Oost : 2, 3, 5, 6, 8

Een gedreven melker !

“Ik ben een fanatieke melker... tussen 50 duiven zie ik meteen de duif die zich minder fit voelt. Ik heb te weinig tijd voor mijn duiven want ik ga nog iedere dag werken. Wanneer ik thuis kom van mijn werk dan ga ik meteen naar mijn duivenhok. Ik raas als een sneltrein door mijn hokken maar ik heb toch alles gezien. Planning is een noodzaak om alles naar behoren af te werken. Ik heb maar een half uur tijd om mijn jongen te soigneren want om 17.30 u gaat de verduistering in. Maar nogmaals ik doe alles voor mijn duiven !
Hoe ik graag een duif zie ? Ik hou van een duif met een zachte pluim... liefst niet te groot alhoewel ik wel grote duiven heb die goed presteren... en de stuit moet goed gesloten zijn. Wanneer ik een duif in de hand neem dan weet ik in 2 seconden of deze duif mij aanstaat. De algemene indruk van een duif is bepalend... ze moet door je handen glijden... ze moet je meteen bekoren !”

B12-6183945 “Zuster Kanon”
1e Asduif jaarse Union Antwerpen
Als jaarse 10 weken per 10
9e Dourdan  1843 jl.
10e Dourdan 1818 jl.
13e Dourdan  484 jl.
14e Dourdan 1245 jl.
18e Melun 1473 jl.
22e Melun 3003 jl.
22e Dourdan 2568 jl.
42e Orleans 1111 jl.
52e Melun 1572 jl.
67e Dourdan 1689 jl.
2e Melun 2023 jo.
37e Orleans 3340 jo.

Een beetje geluk

“Dat moet een melker zeker hebben anders is het vechten tegen de bierkaai. Neem nu het geval van de nationale asduif het “Kogeltje”. Ik was bewust aan het spelen voor een vermelding in het nationaal asduif kampioenschap. Maandagmorgen om 6 u liet ik de duivinnen los voor de training. Om 7.30 u was het “Kogeltje” nog niet terug. ‘s Avonds om 16.45 u kwam ik op het hok en ik dacht dat daar een vreemde duif zat... maar het was het “Kogeltje”. Haar bovenbek was gebroken en de bek stond schuin open. Ik ben meteen naar de dierenarts geweest. Ik moest pijnstillers geven en het “Kogeltje” heeft 5 dagen niets gegeten. Na 5 dagen begon ze klein zaad te pikken en langzamerhand ging het beter en beter... maar ze is echt door het oog van de naald gekropen. Dat klein beetje geluk moet je dus wel hebben.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.