Liefhebber:
Onderwerp:
Zulte – Zulte is een gemeente gelegen aan de Leie en telt samen met de fusiegemeenten Olsene en Machelen zo’n 15.800 inwoners. Zulte is bekend voor zijn “Firtelstoet” die ieder jaar op de eerste zondag van oktober plaatsvindt. Het is een stoet met praalwagens waarop volkse toneelstukjes worden opgevoerd. Vooral plaatselijke gebeurtenissen en het politiek gebeuren komen er aan bod. Dit jaar zou de Firtelstoet voor de 163e maal uitgaan maar hij werd door het coronavirus afgelast.
Zulte leefde vroeger vooral van de landbouw maar evolueerde de laatste decennia naar een gemeente met een moderne look. In Zulte alleen zijn er nog een 15-tal duivenmelkers die vooral op snelheid en halve fond spelen.
Deze keer waren we te gast bij een melker die zijn strepen verdiende op de grote fond. Marc Verschelde (81), vroeger onderhoudsman elektriciteit in een weverij en ververij, had de 1e Nationale Asduif Grote Fond KBDB 2020. Hierbij kan hij rekenen op de hulp van Patrice Desal die het manusje van alles is op en rond de duivenhokken. De “patron” is versleten, zegt Marc met een knipoog.
Zulte hoort bij Oost-Vlaanderen maar Marc en Patrice gaan inkorven in de duivenbond “De Werkman” in Waregem (West-Vlaanderen).
Vader Omer
Vader Omer Verschelde was een crack op de snelheid en halve fond tijdens de zomer. Ook op de kermisvluchten (30 à 40 km) van het najaar was hij van de partij. Hij grossierde in de aangeduide series en won wasmachines, reglateurs (klokken), fietsen en naaimachines bij de vleet.
De duiven waren erop getraind wanneer vader met een bokaal met graan stond te schudden. Ze stormden binnen maar de bokaal ging maar met mondjesmaat open. Pas na afloop van de wedstrijd kregen ze een portie eten. Hij speelde het nestspel en doffer en duivin werden op elke nestpositie gespeeld.
Op donderdag en vrijdag moest Marc met de fiets de duiven, doffers en duivinnen, één voor één lossen op 4 à 5 km. Wanneer de duiven thuiskwamen van de wedstrijden was er ook teamwerk op het duivenhok. De duiven wipten met meerdere tegelijk binnen en er moest snel gehandeld worden. Vader greep de duif en gooide de gummi in een lege nestschotel. Marc moest de gummi grabbelen en in het potje steken en moeder moest constateren. Ieder secondje telde!
Marc en Jeanny zijn getrouwd in 1962 en in 1964 is Marc met duiven begonnen achter de woning naast de huidige locatie. In 1967 bouwde Omer een nieuwe woonst op het erf en in 1990 is Marc verhuisd naar de “nieuwe” ouderlijke woonst. In 1992-1993 werden er nieuwe hokken bijgebouwd. In 2001 werd het hok voor de grote fond gebouwd.
Basis van de kolonie
Er werd gestart in 1964 met duiven van Jozef Lietaert, Rumbeke en dat waren heel goede duiven. Jozef kwam ook ieder jaar de duiven keuren en was een heel strenge keurmeester. In 1968 werden er duiven bijgehaald van Lefebre-Dhaenens, Zulte en deze kruisten gemakkelijk. In 1970 kwam er versterking van de tandem Baudoncq-Vanpraet, Olsene. Via Arnold Baudoncq kwam Marc in contact met Jozef en André Verheye, Waregem. Dit waren specialisten op halve fond en lichte fond en ze hadden uitstekende duiven. Ze waren ook de leverancier van veel goede duiven.
Begin jaren negentig werden er duiven gehaald bij Gaby De Meulemeester, Zulte. Dit waren duiven voor de fond en de grote fond en dat was een meevaller. In 1996 kwam Marc in contact met Emiel Denys, Zulte. Marc, die met brugpensioen was, werd verzorger bij Emiel Denys tot 2019. In die periode bekwam hij veel goede duiven en dan is Marc begonnen op de grote fond. Zijn eigen basis x Denys gaf een uitstekend resultaat en dat is nog steeds zo.
In 2008 werd er contact opgenomen met Yvon Deneufbourg, Estinnes en daar werden er gedurende 7 jaar duiven gehaald en dit was ook een succesnummer. De 1e Nat. Asduif Grote Fond werd geboren uit Deneufbourg x Denys x Florizoone. In 2014 was er ook de inbreng van de duiven van Gino Clicque, Wevelgem. In 2015 werden er duiven gehaald bij Chris Hebberecht, Evergem en met een duivin is men goed gelukt. De laatste aanwinsten komen van Yvan Haelters, Nukerke.
1e Nat. Jarnac ’15, 3879 oude 1e Nat. Zone A2 Jarnac ‘15 oude 1e Nat. Limoges Derby ‘01 Zone 3901 d. 1e Nat. Limoges oude ‘01 Zone A 6245 d. 2e Nat. Limoges ’84, 10.979 jaarse 2e Semi-Nat. Bordeaux ’99, 3085 jonge 3e Nat. Narbonne ’91, 5848 oude 3e Nat. Limoges ’83, 12.147 jaarse 3e Nat. Marseille ’99, 3246 d. oude 4e Nat. Limoges ’87, 6844 oude 4e Nat. Souillac Derby ’02, 2925 d. 4e Nat. Castres ’03, 4101 oude 4e Nat. Pau ’05, 2212 oude 4e Nat. Libourne ’13, 6134 jaarse 6e Nat. Barcelona ’99, 13.659 oude 6e Nat. St. Vincent ’15, 3037 oude 7e Nat. Souillac ’02, 7358 oude 7e Nat. St. Vincent ’01, 3939 oude 8e Nat. Libourne ’10, 6757 jaarse 9e Nat. Libourne ’09, 8723 jaarse 10e Nat. Cahors ‘01, 9989 oude 11e Nat. Souillac ’01, 7214 oude 14e Nat. Marseille (Int.) ’99, 16.784 d. 14e Nat. Dax ’04, 6138 oude 22e Internat. Dax ’94, 17.526 oude 22e Nat. Dax ’02, 4772 oude 24e Nat. Limoges ’85, 12.988 oude 25e Nat. Brive ’87, 6844 oude 25e Nat. Brive ’96, 5736 oude 26e Nat. Brive ’91, 18.416 oude 26e Internat. Barcelona ’99, 28.095 oude 26e Nat. Narbonne ’98, 4868 oude 26e Nat. Libourne ’11, 8269 jaarse |
Inkorven zonder duivin
Marc en Patrice komen aan de start van het seizoen met 60 weduwnaars (27 oude + 33 jaarse), 9 doffers en 9 duivinnen op het nestspel, 100 jonge duiven en 32 koppels kwekers.
Vanaf half oktober tot half maart verblijven de doffers in de volière. Na 8 à 14 dagen op het hok worden ze dan opgeleerd.
Het coronavirus zorgde voor problemen en deed Marc van het normale stramien afwijken. De duiven hadden geen nestje en kwamen alleen twee dagen samen om op te leren. Na Rekkem en Templeuve gingen de oude duiven direct naar Clermont, de jaarse vlogen eerst Arras. Daarna ging het naar Sermaises, Blois en Bourges. Na Bourges werden de oude duiven voor de grote fond in groepen onderverdeeld. Het werd Pau – Perpignan, St.-Vincent – Narbonne en Barcelona (duiven voor Barcelona vliegen alleen deze wedstrijd).
De oude duiven voor fond en grote halve fond werden verdeeld in drie ploegen. Een ploeg vloog Argenton – Chateauroux – Souillac, de tweede ploeg vloog Argenton – Chateauroux – Aurillac, de derde ploeg vloog Chateauroux – Limoges – Limoges en eventueel Brive.
Een ploeg jaarlingen vloog Arras – 2 x Clermont – 2x Sermaises – Chateauroux en Agen. Een tweede ploeg ging de mand in voor Arras, 2x Clermont, 2x Sermaises, Chateauroux of Argenton, en Aurillac. Zelden gaat er nog een jaarlingduiver naar Narbonne. Enkele moeten nog een laatste test afleggen.
Bij de inkorving krijgen de doffers alleen korte tijd hun nestschotel in hun woonbak en nooit de duivin. Na aankomst van een wedstrijd staat er niet echt een uur op het samenzijn. Later in het seizoen blijven doffers en duivinnen samen tot de volgende dag. Het is wel zo dat iedere weduwnaar zijn duivin ziet om het even wanneer hij thuiskomt. Vooral in het begin van het seizoen wordt niet van deze regel afgeweken.
In de loop van de week worden de duiven zo rustig mogelijk gehouden.
Tijdens de dag komt er niemand op de hokken. Vanaf half mei trainen de weduwnaars 2x per dag wanneer het weer het toelaat (minimum 10 graden). Er wordt minimum 40 minuten getraind en de eerste week van het seizoen gebeurt dat met de vlag. Daarna mogen de doffers nog 20 minuten hun goesting doen en worden dan binnen geroepen. Duiven die slecht binnen lopen worden geëlimineerd.
Na afloop van het seizoen wordt er geen ronde late jongen gefokt. Er wordt tweemaal “vuil gebroed” en in die periode worden de jaarlingen overgetest.
“Superman”
De 1e Nationale Asduif Grote Fond KBDB 2020 luistert naar de naam “Superman” B15/4158400. Het is een zoon van “Zoon Carcassonne” B11/4307030 (Denys-Florizoone en een superkweker) x “Dochter Yvon” B10/4070805 (Denys-Deneufbourg en een superkweekduvin). Het is een duif uit de middelmaat met een speciaal karakter. Wil je hem in de hand nemen dan moet je het goed aan boord leggen anders sta je met handvol pluimen in je hand zegt Patrice. Het is ook een wringer in de hand en hij loopt niet direct binnen bij aankomst van een wedstrijd.
Zijn raar gedrag bij de dagelijkse training is de voorbode van een topprestatie. Zo liet hij dit merken toen hij de 66e nat. Pau ’19 2797 d, 4e nat. Pau ’20 2919 d en 8e nat. Perpignan ’20 2643 d won. Het is een goed gespierde fondvlieger met een zeer goede vleugel, een korte achtervleugel en een zeer goede keel. Een doffer die dat allemaal gevlogen heeft zal zeker weinig of geen gebreken hebben voegt Patrice er olijk aan toe.
9 koppels op een nestje
Dit jaar werd er gestart met 9 doffers en 9 duivinnen op het nestspel. Zowel doffers als duivinnen worden gespeeld. Er wordt 1 x per dag getraind. Zij vlogen Arras, Clermont, Sermaises, Montlucon, Clermont, Tulle en Chateauroux.
Zij werden eind maart gekoppeld en na Sermaises werd het nestje opgeruimd. Er werd opnieuw gelegd en gebroed en ze gingen de mand in voor Tulle op aangepikte eieren. Daarna werden er nog vier duivinnen gespeeld met jongen van 14 dagen op Chateauroux.
Misschien wordt de ploeg uitgebreid tot 15 koppels en het is de bedoeling om in de toekomst de helft van de ploeg te spelen op Narbonne en de andere helft op Perpignan.
Strenge zifting
Het spel met de jonge duiven is hier niet prioritair. Er worden 100 jongen gefokt en die blijven het ganse seizoen bij elkaar. Ze worden snel opgeleerd en na drie ritjes van 7 km, 15 km en 30 km gaan ze meteen de mand in voor Arras. Sommige duiven bouwen een nestje en de andere niet maar de jongen worden op alle posities ingekorfd. Er wordt éénmaal per dag getraind. Doffers en duivinnen gaan allemaal de mand in voor Blois en ze moeten tegen zondagmorgen thuis zijn. Wie later thuiskomt wordt geëlimineerd. Enkele jonge duiven (5-tal) worden op de nationale vluchten gespeeld. Bij het inenten tegen paramixo gebeurt de eerste handcontrole en de mindere goden gaan er meteen uit. Voor het opleren gebeurt de tweede selectie. Bij deze twee keuringen wordt er 20% van de jongen uitgeselecteerd.
Eten tot de laatste dag
De oude duiven op de grote fond worden om de drie weken gespeeld. Bij aankomst van een wedstrijd wordt er een beetje dieetmengeling gevoederd en er zijn elektrolyten in het drinkwater. ’s Avonds en de volgende morgen wordt er dan sportmengeling verstrekt. Wanneer de duivinnen terug naar de volière gaan worden er gele druppels toegediend in de neus. Vanaf maandagavond tot 4 dagen voor de inkorving wordt er een lichte sportmengeling gevoederd. De 4e en 3e dag voor de inkorving wordt het een “zwaardere” sportmengeling. De laatste twee dagen wordt het energiemengeling. De duiven krijgen ook wat snoep bij het binnenlopen na de training en de laatste 2 à 3 dagen voor de inkorving worden er pinda’s gegeven. In het begin worden de pinda’s verstrekt wanneer alle duiven op het hok zijn. Later in het seizoen wordt er snoep en pinda’s gegeven bij het binnenlopen en wie niet rap is krijgt niks.
Het is de bedoeling de duiven zo goed mogelijk op te voederen en ze tot de laatste dag te laten eten en dat is een moeilijke opgave. Versele-Laga is de vaste leverancier van de granen en de voorkeur gaat uit naar Gerry Plus Black Label, Sport Subliem en Energy Plus de laatste twee dagen.
De jongen starten met kweekmengeling tot ze twee maanden oud zijn en krijgen daarna een jonge duivenmengeling. Tijdens het vliegseizoen volgen ze hetzelfde systeem als de oude duiven.
Gele druppels
Bij aanvang van het vliegseizoen krijgen de duiven 1/4 pil Flagyl opgestoken. Dan 2 weken niets meer en het 3e weekend dat ze gespeeld worden wordt er gestart met de gele druppels. Daarna volgt geen behandeling meer tegen tricho. Tegen luchtweginfecties werd er in 2020 niet behandeld. Om de 14 dagen gebeurt door de dierenarts een controle op coccidiose en wormen. Daarbij komen de verplichte inentingen en de inenting tegen de pokken gebeurt met het borsteltje, dat bij zowel jong als oud. Er wordt niet ingeënt tegen paratyfus.
Het jaarlijks opduikend probleem is adeno bij de vroege jongen. Dan wordt het één dag zonder eten en daarna een lichte voeding. Wie echt ziek is gaat er uit! Wanneer een duif ziek wordt in een gezonde groep dan wordt die afzonderlijk gezet. Wanneer het de volgende dag niet beter is dan wordt ze meteen geëlimineerd. De zomerjongen hebben nog nooit adeno gekregen. Ze komen uit dezelfde ouders, het is raar maar waar.
Strenge selectie bij oude en jaarse
Bij de jonge duiven gebeurt de selectie in de hand en de prestaties spelen geen bepalende rol. De jaarse duiven moeten mee naar Agen en wie thuiskomt de volgende dag voor de middag mag blijven. Van een oude duif wordt verlangd dat ze 3x per tiental vliegt waaronder liefst nog een kopprijs ieder jaar en dit gedurende 5 jaar.
Perfecte hygiëne
De weduwnaars worden gespeeld op 32 m hok met 11 compartimenten, de jonge duiven op 11 m hok verdeeld in 3 compartimenten en de duivinnen en doffers op een nestje op 3.5 m hok. Het zijn tuinhokken waarvan de wanden geïsoleerd zijn. De duiven zitten op houten roosters. De woonbakken worden tweemaal daags gereinigd.
Het zijn hokken met een open nok en in het plafond voor de duiven is een verluchtingstrook van 1 m die regelbaar is met schuiven. In de voorzijde van de hokken zit een verluchtingrooster maar die blijft altijd dicht.
Er wordt een strenge hygiëne gehandhaafd. De duiven krijgen tweemaal daags een verse drinkpot. Eentje staat op het hok terwijl de andere staat te drogen. Eenmaal per jaar wordt er grote kuis gedaan. De hokken worden ontsmet met Virkon S en worden geschroeid met de vlam.
Deneufbourg x Denys
Een kweker krijgt drie jaar de tijd om zijn kunnen te bewijzen. De eigen duiven moeten een carrière van vijf jaar op de wedstrijden kunnen voorleggen vooraleer ze naar het kweekhok kunnen.
Soms gebeurt er wel inteelt alhoewel men daar geen echte voorstander van is. Zoon x moeder kan wel een zeldzame keer. Naar nieuw bloed wordt er momenteel niet gezocht. Laat de duiven die nu op het kweekhok zitten maar eerst bewijzen. De kwekers worden wel herkoppeld en doorgaans wordt goed x goed gekoppeld. De voornaamste bloedlijn is Deneufbourg x Denys.
De ideale fondduif
Patrice Desal: “Een fondduif moet niet te groot zijn maar moet wel een sterke rug en spieren hebben. Een lang borstbeen weten we wel te waarderen. De keelholte is wel belangrijk, deze moet fijn en smal zijn. Wij houden van een duif met veel pigment in het oog maar we koppelen geen twee duiven met dezelfde kleur van ogen.
Duiven die te veel aandikken in de winter moeten vertrekken. Een goede atleet heeft een soepele vleugel met een korte voorarm en smalle slagpennen. Maar een kopvlieger wordt rap een mooie duif. Duiven moeten volmaakt zijn op de grote fond anders komen ze er niet aan te pas.
Op de halve fond is het 70% de melker en 30% de duif die het doet. Op de grote fond is het slechts 10% de melker en 90% de duif!”
Enkele toppers
- B13/4060897 met 741e nat. Poitiers ‘14 14.074 d, 355e nat. Jarnac ‘15 3.879 d, 94e nat. Jarnac ’16 4.167 d, 39e nat. Jarnac ’17 5.134 d, 747e nat. Tulle ’17 7.447 d, 860e nat. Chateauroux ‘17 20.473 d
- B12/4218358 “Halfbroer Superman” met 50e nat. Brive ’13 6.842 d, 671e nat. Limoges ’14 7.221 d, 641e nat. Poitiers ’14 12.379 d, 495e nat. Limoges ’15 8.303 d, 316e nat. Brive ’15 8.674 d, 243e nat. Brive ’16 5.952 d.
- B11/4261749 met 602e nat. Tulle ‘12 10.251 d, 625e nat. Agen ’15 3.524 d, 471e internat. Marseille ’16 9.620 d, 641e nat. Valence ’16 6.236 d. Miste zelden of nooit 5 jaar lang en is nu een superkweker.
- B12/4284901 met 148e nat. Fleurus Narbonne ’13 3.942 d, 102e nat. Fleurus Narbonne ’14 4.558 d.
- B12/4284926 met 714e nat. Barcelona ’16 7.629 d, 338e nat. Barcelona ’17 7.874 d, 1306e nat. Barcelona ’18 7.438 d.
Downloads:
Auteur: