PHILIP DE MAESENEER - 1e Nationale Asduif Grote halve fond jonge 2020

Liefhebber: 

Denderwindeke – Er was eens nog niet zo heel lang geleden een jonge gast. Flipper, Flipke of gewoon Philip zijn maar een paar van de namen waarbij hij zich bij aangesproken voelt. Philip had een droom, hij wilde de beste duif van het land bezitten. Flipke besefte dat die droom misschien wel onbereikbaar was. Maar Flipper had zijn zinnen hierop gezet en ging vol voor zijn ‘walhalla’. Alles moest wijken. Allé ‘t is te zeggen, hij ging er vol voor in de beperkte tijd die nog restte. 

Samen met de familie runden ze een brasserie, ‘Folensela’ in Galmaarden. Voor degenen die nooit een horecazaak hebben gerund, dit staat synoniem met elke dag keihard werken. Ge kunt de tafelgasten moeilijk zelf hun vlees of vis laten bakken... Maar da’s vooral ook keihard werken tijdens het weekend en laat dat nu net het episch centrum van de duivenwedstrijden zijn. Er diende dus een strijdplan opgemaakt te worden voor het seizoen 2020. Een plan waar er naast ‘Folensela’ ook nog wat ruimte was voor de vriendin, maar voor de rest kon de focus vol naar de duiven! 

Strijdplan!

Stap 1 in het strijdplan, het aantal duiven. Dat moest een beetje beheersbaar blijven. Maar ja, ge moet ook wel iedere week kunnen spelen. Een 100-tal jonge duiven per jaar kweken, dat moest net haalbaar zijn. Daarnaast nog eens een 24-tal oude duiven en de droom kon nagestreefd worden. 
Stap 2, de vluchten. De snelheidswedstrijden konden al meteen uit het boekje geschrapt worden. De zondagen stonden in het teken van ‘Folensela’! Dan maar de focus richtten op de zware halve fond en de fond. De arena in en strijden tussen de grote mannen en vrouwen in de duivensport! Gene simpele! 
Stap 3, de duiven, da moest er dus boenk op zijn. Maar daar had Philip wat op gevonden. Hij ging aankloppen bij Gaby Vandenabeele en André Roodhooft. Hij hees zich in zijn chicste pak en zette zijn meest onschuldige gezicht op met zijn gekende brede glimlach. En jawel, het werkte. Het zou ons verbazen moest de Flipper hierin niet geslaagd zijn trouwens. Van  Gaby verhuisden er een tiental richting Denderwindeke en ook met André Roodhooft werd een zeer goede band opgebouwd. Vanuit Pulderbos verhuisden dan ook een aantal pareltjes naar de hokken van Philip. Op een, tussen haakjes, zatte avond kwam hij ook nog eens Tommeke tegen. Tom van Gaver was iemand die in de duivensport als een komeet naar de top schoot. De vonk sprong onmiddellijk over. Voor degenen die nu verkeerde gedachten krijgen, we hebben het hier wel degelijk over de duivenvonk! De gedeelde passie zorgde dan ook voor een mooie vriendschap. Uiteraard verhuisden dan ook enkele ‘Van Gavertjes’ richting Denderwindeke. 
Philip dacht zijn plaatje ongeveer compleet te hebben qua hokbestand en schakelde over naar stap 4, de organisatie. Hiervoor dokterde de Flipper een strak plan uit. De dag startte van zodra de zon op kwam, dus op dat moment konden ook de eerste duiven hun training aanvatten. De oude duivers stonden als eerste op de planning om 6u, daarna volgden de oude duivinnen, de jonge duivers en de voormiddag kon afgesloten worden met de jonge duivinnen. Ook het voederen kon niet al te moeilijk gemaakt worden. Philip was in de namiddag niet meer thuis, dus de duiven kregen volle bak eiwitarme mengelingen (Vandenabeele mengeling + Soontjens). Naar de wedstrijden kon dan opgevoederd worden met Galaxy Light. 
Philip keek naar zijn A4-tje en lachte tevreden. Hiermee dacht hij een kans te maken in 2020.

De hokken in Denderwindeke.De kwellingen

Het kweken lukte wonderbaarlijk en 100 juweeltjes van jonge duiven verhuisden richting hun vlieghok. Ook de jaarlingen en de oude duiven toonden hun blakende gezondheid. Eind februari, begin maart werden de training dan ook stilletjes aan opgedreven. Maar toen barstte de hel los! Het land werd door een grote kwelling in de ban gehouden. De demonen van een onbekend virus lieten het leven stoppen. Iedereen bleef thuis uit schrik voor deze grote plaag of omdat we van de bazen van het land niet meer buiten mochten. Dat had ook zijn impact op de duiven. Het trainen aan huis, dat kon nog wel, wedstrijden of leervluchten waren ‘not done’. 
Maar in Denderwindeke barstte nog een tweede hel los. Philip betrad zijn hok en zag dat er een aantal jonge duifjes nogal sjofel in hun nestbak zaten. ‘Even een dagje geen eten geven en dat zal wel overgaan.’ dacht de Flipper. Zo gezegd, zo gedaan, en jawel op miraculeuze wijze zagen de duiven er op die ene dag al een pak beter uit. Flipke was opgelucht en ging al snel over tot de dagelijkse routine. Na de training kregen de jonge duiven dan ook terug een volle eetbak voorgeschoteld. De dag erna stapte Philip nietsvermoedend op het duivenhok af. Al snel werd hij lijkbleek! ‘Wat is hier aan de hand?’ Een drama had zich voltrokken tussen de jonge duiven. Een paar duifjes hadden de strijd al opgegeven, de rest zat er bij alsof dat elk moment kon gebeuren. Philip stormde naar de telefoonboek op zoek naar het nummer van de dierenarts. ‘Wat moet ik doen?’ was het belangrijkste dat Philip eruit kreeg na het afratelen van bovenstaand verhaal. ‘Euhm Philip, we kunnen wel wat ondersteunen, maar ge zit met ROTA!’ repliceerde de dierenarts. ‘En dat betekent?’ Stamelde Flipke. De dierenarts hoorde de ontgoocheling in Philips stem, maar kon het verdict niet verbloemen. 
‘Ja Philip, veel meer dan een kaarske laten branden op den goeden afloop zit er niet in. Hier zul je door moeten!’ Philip voelde de aarde onder zijn voeten wegzakken. In een paar weken tijd kon zijn strakke strijdplan volledig in de papierbak. De dagen nadien sjoffelde Flipper met lood in zijn schoenen richting duivenhok. Elke dag opnieuw was er wel iets aan de hand. Na een weekje begon het tij gelukkig te keren. ‘Ik probeer de duifjes even te laten trainen, dat zal hen goed doen,’ dacht Philip en het hok ging open. De jonge duiven strompelden één voor één naar buiten en van vliegen kwam niet veel in huis. De duiven zaten wat gammel op de nok van het dak en keken hun baas aan met grote vraagtekens in hun ogen. Dit lolletje zette zich dag na dag verder, drie weken aan een stuk! ‘Wat een drama!’ dacht Philip.

De echte start

Maar na een tijdje begon de zon weer te schijnen in Denderwindeke, allé figuurlijk dan. Beetje bij beetje verscheen er opnieuw levenslust in de jonge duiven. Het waren er wel een aantal minder geworden, maar daar kon Philip nog mee leven. En ook het dagelijks leven kwam beetje bij beetje terug op gang. De grote plaag leek onder controle. Eind mei kwam de verlossing, de duiven konden terug aan wedstrijden deelnemen. Topoverleg was hiervoor nodig geweest tussen de duivenbazen en de bazen van Belgenland. 
‘Zou het toch nog kunnen lukken dit jaar?’ Met die gedachten speelde Philip in zijn hoofd. De remmen gingen dan ook los met zijn equipe oude duiven en jaarlingen, maar ook de jonge duiven werden in stelling gebracht. Het zou allemaal heel snel moeten gaan, dus vooruit met de geit. Toch werd het op dat moment fietsen met twee snelheden. Daar waar de oude duiven fantastisch presteerden, daar verliep het bij de jonge duiven niet zo bijster goed. De ziektekiemen zorgden blijkbaar toch nog voor wat naweeën. Maar er waren er natuurlijk ook die daar ogenschijnlijk weinig last van hadden. Eentje was Finnman, een klein maar mooi gebouwd doffertje dat altijd pienter naar zijn baasje zat te lonken. Eigenlijk was die best wel tevreden met de extra ruimte op het hok, zo kon hij zijn territorium voor zich alleen opeisen. 
De inkorving van de eerste wedstrijdvlucht voor de jonge, het moment waarop de carrière voor deze bende jonge snaken kon starten. Philip trok de schuifdeur open en vulde de mand. ‘Hopelijk presteren deze even goed of mijn oude duiven en jaarlingen...’ dacht hij bij zichzelf. Dat zou geen sinecure worden. ‘Den 10’, de ‘139’, ‘De 52 Witbuik’ en ‘De Limoges’ hadden zich tot dan echt wel overtroffen. Elke week hadden deze krijgers voor provinciale en nationale topnoteringen gezorgd. Philip tastte met de jonge garde in het duister. Hij had ze nog niet zien thuiskomen van de snelheidswedstrijden. Hij was toen in ‘Folensela’ de klanten van spijzen en dranken aan het voorzien. Het werd dus afwachten. Het realisme in Philip deed hem op voorhand besluiten om de lat voor de jongen niet te hoog te leggen. ‘Nog een aantal keer halve fond, één nationale vlucht en ze zijn klaar voor volgend jaar!’ Tenminste, dat was de redenering alvorens ze voor de eerste keer de mand ingingen op Sermaises.

De eerste keer

Finnman zat te popelen om in het mandje te gaan. Hij wist al beter dan al de rest dat hij bij thuiskomst zijn geliefde zou te zien krijgen. Maar hij moest lang wachten. Uiteindelijk mocht hij er als 27ste toch bij. ‘Oef, ik dacht al dat mijne baas mij zou vergeten...’. ’s Anderdaags zat Finnman al vroeg klaar om te vertrekken. Om 7u45 gingen de manden open in Sermaises. Finmann zag in de verte het eerste pelotonnetje vliegen en hees zich vlotjes in de wielen. ‘Die gaan me wel naar huis vliegen,’ dacht hij bij zichzelf. Een aantal uren verder zag hij plots iets met negen grote bollen opduiken. ‘Toeme, ik ben te ver!’ Als een bezetene verliet hij het groepje en vloog de andere kant uit. Al gauw dook de skyline van Denderwindeke op en piloteerde hij zich richting valplank. ‘Oef, we zijn er!’ Philip zag de klok piepen, maar leek niet bijzonder enthousiast te zijn. Nadat de meeste duiven thuis waren, ging hij met de klok richting lokaal in Vollezele. 4de, 14de met de Finnman en nog een mooi aantal prijzen. Er kon terug een glimlachje af bij Philip. Finnman had evenwel het hart van zijn baasje nog niet veroverd, hij zou het anders moeten aanpakken om meer aandacht van hem te krijgen...

Puffen en blazen

En toen werd het warm, zeer warm! De duivenbazen begonnen te puffen en te blazen en besloten dan maar dat de jonge duiven misschien ook maar beter platte rust konden krijgen. Dat was niet naar de zin van Finnman, hij miste zijn vriendinnetje! Twee weken later stormde Philip terug het hok op met wat manden. Finmann lonkte naar zijn baasje, maar die had het precies anders begrepen. ‘Als 26ste in de mand, het vertrouwen in mij is precies niet te groot!’ dacht Finnman. Die nacht bedacht Finnman een plan om wat meer in de picture bij zijn baasje te lopen. ’s Anderdaags bij het openen van de manden in Sermaises was Finnman op zijn hoede. Hij was vastbesloten om zich geen tweede keer te laten ringeloren. Na wat aftastend gefladder, koos hij dan ook resoluut voor het peloton dat richting Denderwindeke vloog. Na iets meer dan 3 uur en 30 minuten dook hij richting spoetnik. ‘Aha, mijn baasje ziet er al iets enthousiaster uit dan de vorige keer!’ schoot het Finnman te binnen. Maar hij haastte zich algauw naar binnen. En of Philip al een stuk enthousiaster was. 2de Prijs in het lokaal en 5de van bijna 2000 duiven, je zou voor minder tevreden zijn.

En nu voor echt

Een paar dagen later dook Philip weer op het duivenhok met de inkorfmanden. Na een stuntuitslag op Sermaises met 5 duiven bij de eerste 8 was de moraal een stuk beter geworden. ‘Wie korf ik als eerste in?’ die vraag rees bij Flipper op. Hij had nog niet veel tijd gehad om daarover na te denken met al die drukte in ‘Folensela’. Op de voorgaande wedstrijden was dat aspect ook nog minder belangrijk. Maar op de nationale vlucht uit Bourges, daar wou Flipke toch wel scoren met zijn eerste afgegevene. 
Finnman zat te lonken. ‘Ge gaat mij hier toch weer niet laten zitten é!’ Philip had de boodschap begrepen en Finnman ging als eerste in de mand. De zaterdag gingen de korven open. Als een bezetene stormde Finnman de mand uit, maar hij verschoot zich een bult! ‘Wat een wemeling duiven! En wat doen die Limburgers en die Antwerpenaren hier allemaal?’ Lang duurde de verwondering niet en opnieuw hees hij zich in een pelotonnetje dat schijnbaar richting Oost-Vlaanderen vloog. Een dikke vier uur later zag hij zijn baasje Philip turen in de lucht. ‘Die ga ik eens doen verschieten!’ dacht Finnman en hij dook richting valplank. Philip zag nog de laatste vleugelslagen van zijne favoriet en sprong vol enthousiasme het hok op. 2de Lokaal en 25ste provinciaal van meer dan 6000 duiven, Philip was door het dolle heen. 
Plots begon er iets in de broek van Flipke onophoudelijk te trillen en lawaai te maken. Om onduidelijkheden uit de weg te ruimen, het gaat hier over zijnen telefoon. De virtuele wereld had zijn werk gedaan. Iedereen die Flipper een beetje kende, wou hem proficiat wensen. Fille glunderde. ‘Volgende week nog ene keer knallen op Argenton en dan gaat de riem eraf!’

Een blik in het hok van de oude duiven.Op naar Argenton, Sermaises...

Philip vloog er opnieuw volle bak in. Maar dat was buiten de kronkels van de duivenbazen gerekend. De vlucht werd afgelast! Ze gaven echt wel slechte weersomstandigheden voor zaterdag en zondag. De halve fondvlucht uit Sermaises kon wel doorgaan, maar met vertraging. Op maandag werden de manden opengetrokken. Ook die van Philip waren van de partij. Normaal gezien werd het hun laatste vlucht van het seizoen alvorens in winterrust te gaan. Philip was ook wel benieuwd. Zijnen Finnman had nu twee keer op rij een topprestatie afgeleverd, zou hij het opnieuw flikken? Flipper stond dan ook met iets meer spanning dan gewoonlijk te wachten op de duifjes. Iets na 12u zag hij uit het zuiden een duif opduiken. Alvorens hij er erg in had, was deze op de valplank neergestreken. ‘Hey baasje, ze konden mij vandaag niet volgen. Ik ben er dan maar alleen vandoor getrokken!’ Finnman vloog die maandag met grote voorsprong de 1ste lokaal, maar ook de 1ste van het Pajottenverbond. ‘Wow, da’s ne mooien afsluiter van een speciaal seizoen!’ dacht Philip. 

Nu wel Argenton

Een uur of twee later rinkelde de telefoon, Tommeke... ‘Hey Flipper, ge gaat hem toch nog spelen é!’ Philip was ervan overtuigd dat het einde seizoen was. Maar naarmate het gesprek vorderde, veranderde het idee. ‘Ik ga der nog ne keer over nadenken?’ Onmiddellijk trok Philip naar het hok. Topoverleg tussen melker en duif. Finnman oogde gretig en blonk van vertrouwen. ‘Tuurlijk wil ik er nog wel een keertje invliegen! Let’s go for it!’ 
Drie dagen later trok Philip met de inkorfmand terug het hok op. ‘Nog een keertje alles of niets!’ zo had hij zich moed ingesproken. Finnman ging in de mand en op weg naar het lokaal werd ook nog eens brasserie ‘Folensela’ overvallen om de duif een zakcentje mee te geven. De twee dagen en nachten nadien waren woelig voor Philip. Overdag rinkelde om de haverklap de telefoon en steevast was Finnman het onderwerp van gesprek. Ogenschijnlijk bleef Philip kalm en breed glimlachen, maar van binnen was het toch een beetje sterven. 
De dag van de lossing was niet alleen Philip nieuwsgierig naar de afloop, het ganse dorp was in de ban geraakt van wonderduif Finnman. Er dienden zelfs extra stoelen gezocht worden om iedereen van een plaatsje te voorzien. Om iets voor 9 hadden ze die morgen de wedstrijd op gang gefloten en het beloofde een stevige vlucht te worden. De talrijke nieuwsgierigen waren om iets na 15u de lucht aan het afspeuren naar die verlossende laatste vleugelslagen alvorens op het hok te landen. Philip bleef gefocust kijken naar de richting waar Finnman ook de vorige keren uit opdook. 15u29, ‘Ja, ’t is em, ’t is em!’ Als een bezetene stoof Finnman op zijn hok af. Onderweg had hij fijntjes iedereen losgevlogen en met veel egards deed hij de elektronische klok piepen. 1ste Provinciaal van 5900 duiven, wat een prestatie. De stemming in de tuin was uitgelaten. Philip was door het dolle heen, ‘Wat een duif, wat een duif!’ Er viel dan ook heel wat ballast van de schouders van Philip. Finnman had de kroon op een fantastisch seizoen gezet. 

Nog een Chateaurouke?

Tenminste, tot de telefoon rinkelde... ‘Hey Fille, ’t is hier met den Tom. Proficiat é copain! En nu op naar Chateauroux voor de titel beste duif van België!’ Philip kreeg het warm en koud tegelijk. Nog eens door die helse spanning, kon hij dat nog wel een keertje aan? De beslissing was nog niet gevallen en Philip trok zich terug tussen zijn gevederde vrienden. ‘Wat gaan we doen, Finnman?’ met die vraag keek hij naar zijn ster van het hok. Finnman voelde de druk bij zijn baasje, maar bleef zijn vrolijke zelve. ‘Jij beslist, ik ben er klaar voor!’ koerde hij. De vertwijfeling was totaal. De dagen nadien waren een hel voor Philip. Iedereen belde of chatte met wijze raad. ‘Ik zou hem spelen!’ ‘Niet meer spelen jong, het risico is te groot!’. Zo gingen de meningen van links naar rechts. Tegen beter weten in werd het voedingsritme hoog gehouden om de duiven in topconditie te houden. Woensdag belde Tommeke nog eens opnieuw. ‘Hey copain, zo’n kans krijg je niet elk jaar. Nu moet je durven gaan! Hij zit in topconditie!’ De kogel was door de kerk. Finnman moest nog 1 keer flitsen, Chateauroux moest voor de opperste glorie zorgen in Denderwindeke!
Met trillende handen en knikkende knieën betrad Philip zijn hok. Hij keek Finnman recht in de ogen. ‘Nu is het erop of eronder hé man, jij kunt mijn droom waarmaken!’ Ook Finnman voelde duidelijk de spanning. Dit werd de clash der titanen! Het kruim van de specialisten met jonge duiven zou zich op die laatste vlucht met elkaar meten om de oppertitel in Belgenland. Het beloofde een helse strijd te worden. Een uurtje later zwaaide Philip met de nodige aarzeling de deur open in het lokaal te Viane. Alle blikken werden onmiddellijk op hem gericht. Fille probeerde nog te glimlachen en probeerde zich met een kwinkslag zich doorheen de blikken te manoeuvreren, maar het lukte amper. De spanning had de bovenhand genomen. Na het inmanden dronk hij zich nog wat moed in en keek nog een laatste keer richting inkorfmanden. Nu kon hij er zelf niet veel meer aan veranderen, het lot lag volledig in de handen van zijnen Finnman!
Onderweg naar Chateauroux zat Finnman in een hoekje. Hij had goed gegeten en gedronken, maar voelde ook wel de inspanningen van de voorbije weken. De blik van zijn baasje was hem toch wel bijgebleven. Hij voelde de druk op zijn jonge schouders! Maar hij had een missie en die zou hij afmaken! Ook zijn baasje zat in een hoekje, maar dan thuis in de zetel te Denderwindeke. Duiven uitlaten was niet meer nodig, want Chateauroux was de laatste vlucht. Hij kon dus nadenken, allé tenminste als de telefoon hem niet stoorde. Hij had ondertussen door dat iedereen met hem meeleefde! De tamtam had goed werk geleverd. Maar wat zou het zaterdag worden, zou Finnman het nog eenmaal voor elkaar spelen?

Erop of eronder

De dag des oordeels! Philip was zeer vroeg uit de veren. Allé eigenlijk had zijn vriendin hem uit bed gesjot, al dat gewoel... Hij keek naar buiten en zag een zonnetje aan de horizon. ‘Dat zit toch al mee!’ bedacht Fille zich. En ook de duivenbazen waren van hetzelfde oordeel, want om 8u30 trokken de begeleiders de manden open in Chateauroux. Finnman was vertrokken! Zou hij het onmogelijke klaarspelen? 
In Denderwindeke was Philip bezig met het uitzetten van de stoelen. Iedereen wou getuige zijn van dit memorabele moment! Van heinde en verre zakten ze af naar Denderwindeke. Zelfs de verschillende passages van de Ronde van Vlaanderen hadden nog nooit zoveel volk op de been gebracht hier in de streek. Er was dan ook een gezellige drukte in de buurt van de hokken van Philip. Iedereen was in opperbeste stemming! ‘De eerste meldingen zijn er,’ riep iemand vanuit den hof. De klok sloeg op dat moment iets na 14u. Op slag werd het muisstil. Iedereen besefte dat de komende minuten het verschil betekenden tussen opperste glorie en diepe droefenis. De spanning was te snijden! Philip ijsbeerde den hof door. Toch hield hij zijn vizier gericht op het open veld waaruit Finnman elke keer kwam opgedoken. ‘Ja, de eerste lokaal bij den Brootcorens! Hij scoort ook voorlopig 1ste provinciaal,’ werd er geroepen vanuit de vele kijklustigen. 
Philip keek op zijn klok en wist dat het moment van de waarheid nu echt aangebroken was. Hij had nu nog exact drie minuten om lokaal de overwinning binnen te rijven. Maar ook voor de titel beste duif der Belgen was dat het tijdstip waarop er diende geklokt te worden aangebroken. Fille keek terug naar de horizon. In de verte zag hij een duif met een rotvaart de juiste richting uitvliegen. De vleugels knepen dicht. Philip wou iets zeggen, maar het lukte niet. 

Het hok voor de jonge duivinnen.Hij stond aan de grond genageld

‘Der zit hier precies wel veel volk te kijken!’ dacht Finnman terwijl hij zijn laatste meters afwerkte. Hij zette de landing in en was blij terug de vaste grond te voelen. Maar anders dan anders draaide hij zich om en keek recht in de ogen van zijn baasje. ‘We hebben het klaargespeeld!’ leek hij te zeggen. ‘Allé kameraad, ge moet naar binnen!’ riep Fille hem toe. Finnman haastte zich naar binnen. Philip kon het haast niet geloven en liep in rotvaart richting constateur. ‘Ja... ja... whoe...’ Veel zinnigs kwam er niet meer uit. De immer koele Flipper kon met zijn vreugde geen blijf meer. Wat onmogelijk leek was gebeurd, de beste jonge duif der Belgen werd gescoord! Een volksfeest kon losbarsten in Denderwindeke. Allé, een feest waarbij iedereen toch wel een beetje afstand moest houden, der was ook nog die andere plaag. Toch ging het door tot laat in de nacht. Die euforie hadden ze daar na al die opgebouwde spanning wel verdiend!

Finnman in de hoofdrol

Lezers, jullie werden meegenomen in één van de meest beklijvende momenten van 2020 wat de duivensport betreft. Graag willen we nog graag even de hoofdrolspelers aan jullie voorstellen. Vooreerst is er de hoofdrolspeler Finnman (4075225/20). Hij zette met zijn prestaties een ongeëvenaard nummertje neer. Papa ‘Gaby 14’ was dan ook bijzonder trots en ook mama ‘Dochter Finn’, stammend uit de gouden stam van Tom Van Gaver, was door het dolle heen. 
We zetten nog graag even de voornaamste sportieve prestaties op een rijtje:
* 1e Prov. Argenton 5902 d. / 60e Nat. 23.280 d.
* 1e Interprov. Sermaises 1596 d.
* 4e Prov. Chateauroux 3525 d. / 105e Nat. 15.322 d.
* 5e Interprov. Sermaises 1977 d.
* 25e Prov. Bourges van 6538 d.

In de voornaamste bijrollen zagen we verschijnen:
* ‘Den 10’ (4013310/19)
stammend uit het beste van de kolonie van André Roodhooft. ‘Den 10’ acteerde dan wel in de schaduw van Finnman, maar lukte toch een mooi palmares bij elkaar.
3e Sermaises 686 d.
3e Issoudun 754 d.
8e Gueret 266 d.
5e Sermaises 2292 d.
9e Sermaises 3938 d.

* ‘139’ (4032139/17) stammend uit de oude lijnen van Philip, waarbij we de stam van Sterckx zien verschijnen. Deze virtuoos vloog een indrukwekkend palmares bij elkaar:
1e Argenton 362 d.
1e Chevrainvilliers 210 d.
1e Chevrainvilliers 96 d.
2e Sermaises 474 d.
2e Argenton 604 d.
3e Issoudun 173 d.
3e Etampes 100 d.

* ‘De 52 Witbuik’ (4123452/18) stammend uit het beste van Gaby Vandenabeele gekoppeld op een duivinnetje van Marc De Cock. 
1e Toury 321 d.
2e Orleans 297 d.
3e Orleans 557 d.
3e Etampes 147 d.
6e Limoges 334 d.
11e Limoges 398 d.

* ‘De Limoges’ (4123487/18) stammend uit de stamlijnen van Tom van Gaver gekoppeld op een duivinnetje van Marc De Cock.
1e Limoges 334 d.
5e Tulle 251 d.
7e Limoges 220 d.

Op naar een volgend sprookje

Zo beste lezers, hiermee kunnen we het einde breien aan een wel heel opmerkelijke story. Ik zie de vraag al op jullie gezicht verschijnen. Komt er een vervolg? Wel, daar zijn wij even benieuwd naar als jullie. Gunnen we het Philip? Zeker weten, de Fille geeft kleur aan het hedendaagse duivengebeuren en dat zorgt voor zeer amusante verhalen. Maar het nieuw verhaal moet nog geschreven worden en de acteurs dienen nog gekozen te worden. Toch hopen we ook in de toekomst de verhaallijnen uit Denderwindeke te kunnen neerpennen!

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.