MARC POLLIN - 1e Nationaal Kampioen Grote fond

Snellegem – We trokken richting West-Vlaanderen... richting Snellegem aan de snelweg Brussel-Oostende... waar fondcoryfee Marc Pollin (68) al jaren de plak zwaait. Marc en Geert trokken in 2009 met “Mortifer” B03/3002141... 1e Olympiadeduif Marathon (2e Europees geklasseerd) en “Dortmundter” B04/3003154... 2e Olympiadeduif Fond (8e Europees geklasseerd) naar onze oosterburen en oogstten daar fenomenaal succes.

In 2010 werd er een schitterend seizoen op de tabellen getoverd met viermaal in top vijf nationaal... 22 top honderd noteringen nationaal... en 6 provinciale overwinningen !
In 2013 mochten we naar de Walbekestraat omdat Marc en Geert Pollin niet alleen 1e Nat. Kampioen Grote Fond K.B.D.B. werden maar zich bovendien als 4e klasseerden in het Algemeen Nationaal Kampioenschap K.B.D.B. en als 15e Nat. Kampioen Fond Jaarlingen K.B.D.B.
En we moeten toegeven dat het Marc... Diana... en Geert de laatste jaren niet voor de wind ging. In oktober 2009 onderging Marc zelf een zware hartoperatie en de dokters schreven hem aansluitend daarop twee maand “platte rust” voor. Maar met hulp van vrouw Diana werd 2010 toch een schitterend seizoen.
Op 24 april van vorig jaar reed Diana met haar auto op een boom. Ze lag 4 weken op intensieve zorgen... en is momenteel nog aan het revalideren. Het betekende dat Marc alleen voor de verzorging van de duiven in stond en Geert en zijn echtgenote sprongen bij waar ze konden. Maar met de verbetenheid van een echte “Flandrien” beet hij zich vast in “zijn” duivensport en dat resulteerde in een schitterend seizoen 2013 ! 1e Nationaal Kampioen Grote Fond K.B.D.B. en 1e Algemeen Kampioen Inter-Westvlaamse Vereniging... het kan moeilijk nog beter ! Het was vooral een moeilijk seizoen dat door de inzet van alle manschappen in een apotheose geëindigd is !

Perfecte basis

Marc Pollin haalde de basis van zijn fondkolonie niet bij de grote namen op de fond maar eerder bij lokale vedetten uit de buurt. Een eerste belangrijke basispijler was de “Vooruit” B77/3164477 (soort Roger Florizoone) van de tandem Vonderling-Delaleeuwe. Een duif die knap presteerde op snelheid en halve fond maar die in feite een fondorigine had.
De “rode soort” haalde Marc Pollin bij Gerard Zwanckaert uit Varsenare en ook zij bewezen het zware werk aan te kunnen. Het samen zetten van de “Vooruit” x de “Zwankaertduivin” was een schot in de roos. Zij werden de ouders van de “Montauban” B89/3382432... de “Kleine Poitiers” B85/3334897... en de “Tours”.
Ander stevig fundament was ongetwijfeld de “Perpignan” B89/3115187... uit het fantastisch kweekpaar B82/3392323 (Germain Lannoo, Varsenare) x “Ampe Duivin” B86/3397409 (Willy & Jean-Luc Ampe, Aartrijke). Het waren de “Montauban” en de “Perpignan” die hun schouders zetten onder de successen van de jaren 2000.
Met de Gebr. Santens, Oudenaarde werd aan samenkweek gedaan en dat was een gouden zet. De “Jonge Rubex” B96/4557093 (Gebr. Santens) x “Dochter Perpignan” B97/3150156 werden de ouders van “Gerardje” B99/4116196... een topper op de fond en de zware fond.
En in dit lijstje van klasse mogen we ook zeker de “Limoges” B02/3005118 niet vergeten die de 1e Nat. Limoges tegen 21.463 jaarlingen op zijn naam schreef.
Andere toppers waren nog “De Chateauroux” B00/3241147 die vader werd van de “Dortmundter”... twee duivinnen die aangekocht werden op de publieke verkoping van de tandem Van Damme-Boddaert, Oostkamp... twee duivinnen op de publieke verkoping van Robert Buysse, Ertvelde... en drie duivinnen bij Noel Lippens, Aarsele.
Zeer belangrijk was ook de “J & D duivin” aangekocht bij Boudewijn Jonckheere, Torhout en moeder van o.a. de “Dortmundter”, “Nai” en “Cruyff”... 3 duivinnen bij de Gebr. Santens... en 2 duivinnen bij Fernand Denduyver, Ichtegem en een succesvolle samenkweek met Jos Thoné (“Mortifer” x “Sedna I”).
Het kweekhok is voornamelijk bevolkt met eigen prestatieduiven... de enkele bijgehaalde duivinnen worden met deze basis gekruist. Er zijn momenteel drie belangrijke bloedlijnen te onderscheiden... de “Dortmundter”... “Mortifer”... en “Nai”. Deze drie lijnen worden gescheiden gehouden maar de nakweek wordt onderling gekruist.
Een mooi voorbeeld hiervan is “Den Tarbes” B07/3080117 (“Mortifer” x Perpignan lijn) die won op Tarbes 2011 de 44e nat. 4818 d. en 148 int. 10.695 d... en op Tarbes 2010 de 49e nat. 4579 d. en 97e int. 15.035 d...
“Den Tarbes” is op zijn beurt vader van “Den Tjech” B08/3090056 (3e asduif K.B.D.B. Fond European Expo Brno in Tjechië) en hij won o.a. 1e prov. Bordeaux 857 d... in 2013 goed voor 67e nat. Pau 2025 d... en 121e nat. Marseille 2376 d...

Kweekhok garantie voor succes !

“Er zit momenteel een generatie topkwekers in de kweekvolière. De twee Olympiadeduiven “Mortifer” en “Dortmundter” gingen beiden naar het kweekhok en werden uitstekende kweekdoffers.
“Dortmundter” B04/3003154 werd o.a. vader van topper “De 12” B09/3090012 met 125e nat. Chateauroux 22718 d... 94e nat. Argenton 19816 d... 144e nat. Limoges 14211 d... 32e nat. Brive 8331 d... 46e nat. Tulle 6817 d... op zijn palmares.
Hij werd ook vader van “Winnaar Zonaal Tulle” B10/3182165 met 1e prov. 965 d /1e Zone 2460 d / 2e nat Tulle 6817 d... 3e Prov. Poitiers 1827 d... 57e Prov. Tours 4390 d... 18e Nat. Brive 8331 d... 264e nat. Chateauroux 22254 d...
“Nai”B04/3003112 was een goede maar geen superieure vlieger... maar ook hij ontpopte zich tot een topkweker. Hij werd vader van “As-Trix” B07/3080019 die de titel van 1e Prov. Asduif fond 2007 jonge duiven versierde... en van de B07/3080116 die de 1e Prov. Poitiers ’08 1457 d op zijn actief heeft. “As-Trix” en “B07/116” zitten ondertussen ook reeds op het kweekhok.
“As-Trix” x “Nanteken” (Roger Degraeve, Vormzele) werden de ouders van de B09/3090037 met o.a. 3e nat. Chateauroux 18.725 d en 58e nat. Argenton 19.816 d achter zijn naam.
“De Provinciaal Poitiers” is ondertussen vader van o.a. volgende toppers 1e prov. St-Julien 1736 d... 1e prov. Souillac 1139 d... 3e nat. 6251 d en 5e int. Bordeaux 11444 d... 4e nat. Libourne 8269 d... 8e nat. Chateauroux 16479 d...
Echte toppers worden hier niet verkocht... die hebben we zelf nodig op het kweekhok... en dat is volgens ons de voornaamste reden van het grote succes op langere termijn.”

Duivensport zonder fantasietjes

“Vader was duivenmelker... en was het nu uit passie voor de duivensport of een goede reden om op café te gaan ik weet het niet... maar ik deed mee. In 1972 begon ik zelfstandig met duiven achter de ouderlijke woonst en speelde hoofdzakelijk vitesse tot begin van de tachtiger jaren.”
Maar het succesverhaal van Marc Pollin kreeg al vele jaren een spetterend vervolg. Toen hij vitesse en halve fond speelde had hij toch een voorliefde voor Barcelona. Ieder jaar stuurde hij twee duiven naar deze fondklassieker en meestal met voortreffelijk resultaat. Een doffer bracht het in 1985 tot Primus Inter Pares in de Brugse Barcelonaclub.
Begin van de tachtiger jaren werd de actieradius uitgebreid met intense deelname aan de West-Vlaamse Poitiers en Angoulèmes. In 1985 en 1986 werd hij fondkampioen van Midden - Vlaanderen om in het begin van de negentiger jaren het zwaardere fondwerk aan te pakken. Marc Pollin speelt nu tot Barcelona... op alle afstanden wordt met identieke verbetenheid het succes nagejaagd. De “all-roundduif”... zo zou je de Snellegemse flyers kunnen noemen. De duivenliefhebberij is er inderdaad een zonder veel franjes. De duiven en hun baas hebben één ding gemeen... weinig fantasietjes... maar pure brokken natuur die door gaan wanneer anderen passen !
Marc... Geert... en Diana runnen nu samen een kolonie van 100 weduwnaars... 15 duivinnen... 25 kwekers... en in de zomer nog 150 jonge duiven. Het programma van de West-Vlaamse en het volledig nationaal en internationaal programma worden gespeeld.
De duivinnen (3 oude + 12 jaarse) krijgen onderdak op het hok van de jonge duivinnen en worden op de schuifdeur gespeeld. Ze starten bij de eerste Bourges en vliegen 3 wedstrijden... worden dan een periode niet gespeeld... en starten opnieuw met de tweede Bourges voor alle resterende nationale vluchten.

Nieuwe inbreng

Bij de inbreng van nieuwe duiven in de basis worden er twee zaken goed in de gaten gehouden. In de eerste plaats moet de duif hen aanstaan en ook moet de duif uit een goede familie afstammen. De duif zelf moet geen winnaar zijn maar haar naaste familie moet dat wel zijn.
De nieuwe inbreng moet ook de tijd krijgen om te acclimatiseren en moet van de melker het nodige krediet krijgen. Ze moet met verschillende duiven gekoppeld worden om zo een uitstekend paar te vinden. Wanneer er gefokt wordt uit een familie van winnaars dan worden er vroeger of laat ook winnaars gefokt.
Met de kweekduiven wordt er heel wat geëxperimenteerd en de duiven worden meermaals herkoppeld... steeds op zoek naar het ideale koppel. Er wordt ook gekeken naar het model van de duiven en er wordt aan compensatiekweek gedaan. Er worden nooit twee kleine of twee grote duiven met elkaar gekoppeld.

Eenvoud en natuurlijke gezondheid

“Tijdens de wintermaanden maken we hier weinig spel met onze duiven. Ze krijgen de nodige verzorging... de deur toe en gedaan want er is nog leven na de duivensport. Inenten tegen pokken en paramyxo... en een behandeling tegen trichomonas voor aanvang van het vliegseizoen. Maar natuurlijk het hele jaar door Kaucabam... en bij aankomst van een wedstrijd een dubbele portie. Het is geen wondermiddel maar het houdt de kwaaltjes tegen. Het zorgt voor een basisgezondheid en de duiven komen fit aan de start.
Een keer per seizoen gaan we naar dierenarts Wim Boddaert (begin mei)... in de loop van het seizoen nog eens drie dagen behandelen tegen trichomonas... en gedaan ! Tijdens de winterperiode worden de medicamenten zoveel mogelijk gebannen. De conditie en de vitaliteit wordt zoveel mogelijk gedrukt. Het is een beetje door het diepe dal gaan om tijdens het vliegseizoen met zoveel te meer kracht te ontbolsteren en successen te oogsten. Zo gaan de weduwnaars na de vroege kweek van half januari tot begin maart in de volière om de natuurlijke weerstand aan te scherpen.
De natuurlijke basisgezondheid is voor ons zeer belangrijk want hier duurt een actieve vliegcarrière altijd minstens zes seizoenen. Kunstmatige ingrepen zijn hier uit den boze en hebben een eerder negatief dan een positief effect.
Ook wat de voeding betreft zetten we de puntjes op de “i” ! Kwaliteit is een eerste vereiste... variatie en compleetheid zijn een must en die eigenschappen vind ik bij Versele-Laga. Boven de 600 km worden de duiven om de 3 weken gespeeld... beneden de 600 km om de veertien dagen. Bij aankomst van een wedstrijd op zaterdag wordt er “volle bak” zuiveringsmengeling gevoederd. Op zondag en verder de hele eerste week wordt het 1/2 zuivering + 1/2 sportmengeling... de 2e en 3e week wordt het 100 % sportmengeling. De fondduiven worden in een gezamenlijke voederbak gevoederd. ‘s Morgens een ruime portie en na een half uur de dis afruimen. ‘s Avonds in eerste instantie het overschot van ‘s morgens en pas daarna wordt er bijgevoederd. Bij het binnenroepen van de duiven ligt er een snuifje snoepzaad in hun woonbak te wachten.”

Vroege kweek voor de weduwnaars

“De weduwnaars in Snellegem doen aan winterkweek. De eerste ploeg wordt rond 25 november gekoppeld... de rest volgt zo’n 6 weken later om het werk wat te spreiden. Voor Marc is het belangrijk om de kweek-capaciteiten van de weduwnaars te leren kennen tijdens hun actieve vliegcarrière. Het kan een aanduiding zijn om een doffer een jaar vroeger of een jaar later op het kweekhok te zetten. De duivinnen blijven op de vlieghokken en zorgen verder voor de kroost... de vliegdoffers gaan naar de volière.
Rond 15 maart gaan de doffers opnieuw naar de hokken en op 25 maart heeft de tweede koppeling plaats. Er wordt dan niet meer gebroed maar het is een stuk gemakkelijker om de duiven in de mand te zetten bij het opleren. De duiven gaan een zestal keren met de wagen op stap... de duivinnen verhuizen daarna opnieuw naar de volière... en het weduwschap begint.
Er wordt dagelijks twee uur getraind met gesloten ramen. Ik zou het niet weten of goed trainen een barometer van de conditie is want ik sta niet met mijn neus in de lucht. Maar ik hecht wel belang aan discipline onder de vliegploeg. Dakslenteraars hebben hier geen lange carrière in het verschiet.”

Jongen... een verplicht nummer !

“Jaarlijks worden er zo’n 150 jongen gefokt... van de echte favorieten wordt er de hele zomer lang gefokt. Aan zomerjongen hechten wij hier veel waarde terwijl het spel met de jonge duiven eerder een verplicht nummer wordt. Het spel met de jonge duiven gaat de richting van specialisatie uit en dat valt moeilijk te combineren met de beslommeringen die het fondseizoen met zich meebrengt. Maar ondanks alles mag ik ook hier de rol niet lossen.
De jonge bende wordt verduisterd van 1 maart tot 31 mei... van 18 u ’s avonds tot 8 u ‘s morgens. Na het opheffen van de verduistering wordt er niet meer bijgelicht. Na de tweede Arras worden de geslachten gescheiden. De jonge doffers mogen onder geen beding met een nestje komen... want nestelen op het hok van de jonge duiven zou later bij de overstap naar het weduwnaarshok voor problemen kunnen zorgen. Bij de inkorving worden een 10-tal duivinnen op het hok gebracht en die moeten zorgen voor de nodige motivatie. Ook de jonge doffers worden serieus op de rooster gelegd. De drie nationale vluchten Chateauroux... La Souterraine... en Nevers zijn het eindexamen.
De jonge duivinnen krijgen geen partner en moeten desnoods maar met elkaar aanspannen. Later tijdens het seizoen worden ze op een nestje gebracht en worden ingezet op de nationale vluchten voor jonge duiven.”

Selectie - hok - goede duif

“De selectie gebeurt hier hoofdzakelijk op de geleverde prestaties. Van de 100 weduwnaars die hier aan de start komen ziet 1/3 de verblijfsvergunning niet verlengd. Bij de 150 jonge duiven wordt ongeveer dezelfde maatstaf gehanteerd en 20 jonge doffers en 20 jonge duivinnen halen de norm. De vroege jongen worden geselecteerd op basis van hun prestaties... bij de late jongen speelt ook de handkeuring een rol.
Er wordt gespeeld op tuinhokken... allemaal afzonderlijke compartimenten... en ze hebben last van vochtigheid zoals overal elders. Tijdens de winter wordt er royaal hokwit gebruikt om de hokken proper en droger te houden. Maar een goed hok staat of valt met een goede verluchting... of veel zuurstof zonder tocht. Het plafond van de gang voor de hokken is open samen met een opening van 5 cm in de voorwand is het de enige verluchting.
Onder alle vormen en modellen zitten er goeie duiven... maar het gaat altijd en overal om de goede prestaties. Wij houden van een duif uit de middelmaat maar kop en ogen zeggen ons niet veel. Wij verwedden onze kansen op een goed gesloten duif... met een stevige rug... en die goed gespierd is.