W.M.J.F. BODDAERT - Jong, dynamisch en succesvol!

Liefhebber: 

Oostkamp – Oostkamp is een West-Vlaamse gemeente onder de rook van de provinciehoofdstad Brugge. Volgens het etymologisch woordenboek heeft de naam iets te maken met paarden (“orscamp” = paardenplaats)... maar ook duiven gedijen er zeer goed.

In een nabij verleden was de naam Van Damme-Boddaert synoniem voor exploten op de fond. Nationale overwinningen en nationale kampioenentitels waren hun handelsmerk.
In 2008 werd in gezamenlijk overleg besloten om elk zijn eigen weg te bewandelen in de duivensport.
Er werd een nieuw team geboren ! Wim Boddaert... een dierenarts met faam... sloeg samen met zijn vader Marc en de kinderen Janne en Flore de handen in elkaar. Het succesvolle kwartet W.M.J.F. Boddaert begon aan een tweede carrière achter de nieuwe woonst aan de Lege Weg in Oostkamp. Het minste wat je van hen kunt zeggen... ze zijn jong... dynamisch... en succesvol !

Ik word duivendokter !

Reeds van in zijn prille jeugdjaren droomde Wim om “duivendokter” te worden... en die droom werd werkelijkheid. Wim studeerde in 1994 af als dierenarts aan de Universiteit Gent en zijn enige doel was “specialist in duiven” worden. Ondertussen is Wim Boddaert al 20 jaar dierenarts-medewerker bij Versele-Oropharma !
Tevens werd de duivensport hem van thuis uit met de paplepel in gegeven. Generatie na generatie waren er langs beide zijden van de families duivenliefhebbers. Beide grootvaders... Firmin Boddaert en Remi Van Loo waren echte duivenmelkers... en hetzelfde kon gezegd van beide nonkels Paul Boddaert en Ivan Van Loo. And last but not least is er nog vader Marc Boddaert die ook al zijn hele leven duivenmelker is. Vader Marc startte, net als zijn zoon Wim, zijn duivenmelkercarrière samen met zijn vader Firmin. En zelfs de volgende generatie duivenmelkers staat er aan te komen met Janne en Flore Boddaert... de beide dochters van Wim.
Doorheen de jeugdjaren van Wim werd met de combinatie Boddaert Marc & Zoon hoofdzakelijk met de jonge duiven op de snelheid gespeeld. Begin van de jaren tachtig nam Wim meer en meer het heft in handen en werd er onder de naam Wim Boddaert langzaam overgeschakeld met jonge duiven op halve fond en grote halve fond.

Op naar de fond !

Eind jaren tachtig, begin jaren negentig werd meer en meer het vizier gericht op de fond. Na enkele jaren samenwerking met buurman-duivenmelker Herman Van Damme werd in 1994 besloten om in tandem te gaan spelen. De tandems Van Damme-Boddaert en Boddaert-Van Damme werden toen geboren. Herman en Wim ontfermden zich over de vliegduiven terwijl vader Marc alle kweekduiven voor zijn rekening nam.
Reeds van bij het begin bleek de tandemformule een successtory te worden. In de jaren die volgden werd duivensportgeschiedenis geschreven met volgende exploten :
1e Nat. Kampioen Grote Fond K.B.D.B. 1996
1e Wereldkampioen Versele-Laga Grote Fond 1996 (“Black Dream”)
1e Zesdaagse Belgische Verstandhouding 1996
1e Asduif Wereldkampioenschap Mira Portugal 1997
1e Nat. Cahors 2000 (“Jefke van Mortier”)
1e Nat. Fondkampioen Belgische Verstandhouding 2000
2e Nat. Kampioen Fond K.B.D.B. 2001
7e Nat. Asduif Fond K.B.D.B. 2002 (“Den 19”)
1e Nat. Souillac 2002 (“Blauwen Raket”)
7e Nat. Asduif Grote Halve Fond K.B.D.B. 2002 (“Blauwe Zot”)
2e Nat. Souillac 2003 (Elfje II, broer “Blauwen Raket”)
7e Nat. Kampioen Grote Fond K.B.D.B. 2004
2e Nat. Perpignan 2005 (“St-Vincent Duivin”)
3e Euro Diamond 2005/Zilveren Euro Diamond Perpignan 2005
2e Officieus Nat. Kampioen Fond K.B.D.B. 2006 (gediskwalificeerd wegens niet overschrijven eigendomsbewijs)
1e Kampioen Criterium der Azen Belgische Verstandhouding 2007
+ nog vele overwinningen en kampioenstitels in hun Fondclub Steenbrugge.

Nieuwe locatie

Mede door gezondheidsproblemen van Herman Van Damme werd in 2008 in gezamenlijk overleg besloten om elk zijn eigen weg te gaan in de duivensport. Wim zette samen met zijn vader Marc en kinderen Janne en Flore zijn carrière verder achter de nieuwe woonst aan de Lege Weg in Oostkamp. Boven de woning werden er hokken opgetrokken en in de tuin werden er een tuinhok en volières gebouwd. De gedrevenheid van Wim en Marc zorgde ervoor dat ze eigenlijk nooit van het toneel verdwenen en ze direct met de top konden aanknopen.
Vader ontfermt zich nog steeds over de kweekduiven en neemt een deel van de dagelijkse verzorging van vliegduiven en jongen voor zijn rekening. Wim is in volle seizoen de drijvende kracht achter de weduwnaarsploeg en zorgt ervoor dat de duiven in tiptop conditie aan de start komen van de fond en grote fondvluchten. Waar vroeger de provinciale grote halve fond wedstrijden werden gespeeld is men de laatste jaren na de nieuwe start zich volledig op het nationaal en internationaal fondprogramma gaan toeleggen.

Stamopbouw

Het hoeft geen betoog dat Wim en Marc zo snel mogelijk opnieuw wilden staan waar ze voorheen al stonden... namelijk aan de top ! In 2008 werd gestart met een ploeg bijgehaalde jonge duiven van volgende kolonies en deze jongen werden direct gespeeld... Kubica-Nanni, Boussoit... Hendrik Mortier, Sint-Kruis... Jan Declercq, Maldegem... Mathieu De Clippel, Herzele... en P. & D. Houfflijn, Wortegem-Petegem.
Tevens werd er in deze periode uitgekeken naar materiaal om een nieuw kweekhok op te starten. Het oude basissoort van Van Damme-Boddaert werd teruggehaald met vooral de lijnen “Blauwen Raket” (1e nat. Souillac 2002)... “lijn 19”, “lijn 20” en “Superduivin” of duiven uit het basiskoppel “Aske” x “Blauw Blomme”... lijn “Jefke van Mortier” (1e nat. Cahors 2000)... lijn “Barcelona I” (geklasseerd als Primus Inter Pares en vader van de “Tarbes” van Hendrik Mortier)
Verder nog bij Eric Brootcorens, Idegem (lijn “Henri” soort Derauw-Sablon)... Marc Pollin, Snellegem (kinderen uit de Olympiadeduiven “Dortmundter” en “Mortifer” en ook uit de toppers “Gerardje” en “Nai”)... Desmeyter-Restiaen, Melden... Luc Vanhoecke, Oedelem (dochter uit de fameuze “Olympiade”)... Henk de Bree, Soest (Nl) met het oude v.d. Wegen-soort, onverwoestbaar voor de zware fond.
In de jaren die daarop volgden werd er dan verder gewerkt aan de uitbouw van het kweek- en vlieghok. De zoektocht naar absolute klasse bleef verder gaan met o.a. in 2010 bij Etienne Meirlaen, St. Martens-Latem (een volledige ronde uit alle toppers)... in 2011 bij Wilfried Rotsaert, Oostende (enkele nationale topduiven)... in 2012 bij Gaby Vandenabeele, Dentergem (een 10-tal jongen uit de toppers zoals de “Rudy”, “Mr. Magic”, “Louie”, enz.)... Etienne Meirlaen (enkele topduiven op zijn totale verkoop)... Filip Deprol, Oedelem (enkele duivinnen uit de toppers)... Kubica-Nanni (10-tal zomerjongen)... en Marijn Laureyns, Maldegem (enkele bevlogen toppers om de snelheid er in te brengen).
In 2013 bij Medard De Groote, Heist (enkele toppers op snelheid en halve fond)... N. & F. Norman, Westkapelle (een dochter van “Florian”, dubbel provinciaal overwinnaar en 1e prov. asduif Fond K.B.D.B.)... en als kers op de taart de “Witpen Rivaldo” (1e nat. asduif Grote Fond K.B.D.B. 2012 van Etienne Devos, Deerlijk).

Met weduwnaars

Het seizoen 2013 werd aangevat met 85 weduwnaars (40 oude + 45 jaarse)... 120 jonge duiven en 30 kweekparen. De helft van de weduwnaars werd gespeeld op de ééndaagse fond... de andere helft op de grote fond.
Perpignan en Tulle waren de laatste wapenfeiten van het seizoen 2012 en in aanloop naar de rui werd er tweemaal 8 dagen gebroed en daarna werden de duiven gescheiden. De duiven gingen door de rui met een prima ruimengeling... veel biergist... Colombinethee... B-chol... veel verse grit... en iedere week een bad.
De eerste koppeling vond plaats op 1 december... de eieren van de kwekers werden bij de jaarlingen onder geschoven... de kwekers legden opnieuw... en er werd een ronde jongen groot getrokken. De tweede koppeling had plaats einde maart / begin april gedurende 3 dagen... de ideale manier om de duiven op te leren en daarna werden ze opnieuw gescheiden. Met de wagen gingen ze in drie etappes tot 25 km... en vervolgens werd het 2x Arras... 2x Clermont... 1x Fontenay... 1x Tours / Blois. De vliegploeg werd dan gesplitst voor de volgende programma’s... Limoges-Cahors-Libourne-Souillac-Tulle... Limoges-Montauban-St. Vincent - Perpignan (3 weken tussen).. Poitiers - Bordeaux-Narbonne... Limoges-Barcelona-Perpignan... Limoges - Pau - St. Vincent... Perpignan (3 weken tussen).
Op de dagfond wordt de duivin altijd getoond bij de inkorving (half uur)... op de grote fond wordt de duivin nooit getoond (geen tijd). Er wordt ‘s morgens en ‘s avonds een vol uur getraind... en de manier van trainen is een graadmeter van de conditie. Er wordt nooit verplicht getraind... de duiven moeten uit zichzelf er voluit tegenaan gaan. In Oostkamp ziet men graag dat de weduwnaars 10 minuten wegtrekken... dat ze spurten alsof de duivel hen op de hielen zit... ze open spatten boven het hok... en ze ook boven de bomen in de buurt gaan trainen. Dan is alles OK !

Voeding van de fondters

De voeding is uiteraard belangrijk bij duiven die een druk fondprogramma vliegen. Voor de ééndaagse fond wordt er om de twee weken ingekorfd en het voederschema ziet er uit als volgt. Zaterdag meteen na aankomst van een wedstrijd wordt er snoep en grit gevoederd (eten dat graag) en er zijn elektrolyten in het drinkwater. Eén uur na thuiskomst wordt er echt gevoederd en dan wordt het 1/2 Champion Plus + 1/2 Superstar Plus + biergist + Nan I (baby melkpoeder) + vlierbessensiroop (is zoet + antioxydanten). Ook op zondag wordt hetzelfde voederprogramma gehanteerd.
Van maandag tot vrijdag (1e week) wordt het dan 1/3 Gerry Plus (lichte mengeling) + 2/3 Super Conditie (superdieet) + 15 % maïs. Op zaterdag en zondag wordt er overgeschakeld op 1/2 (Champion Plus + Superstar Plus) + 1/2 (1/3 Gerry Plus + 2/3 Super Conditie + 15 % maïs). Op maandag, dinsdag en woensdag wordt het 1/2 Champion Plus + 1/2 Superstar Plus.
Van al deze mengelingen wordt er ‘s morgens 1 soeplepel gevoederd (beter de duiven in de hand houden)... ‘s avonds worden er twee soeplepels gevoederd en na een half uur wordt de dis afgeruimd.
Elke dag wordt er ‘s morgens een koffielepel “all in one” (grit+snoep) in de nestbak verstrekt... ‘s avonds wordt dat 1 koffielepel snoep + kempzaad. Drie tot vier dagen per week gaat er biergist over het voeder... en vrijdag, zaterdag, zondag en maandag wordt er ook Boost X5 verstrekt (opbouw van de spieren).
De duiven voor de grote fond (3 weken rust) volgen op zaterdag, zondag en maandag na aankomst van een vlucht hetzelfde voederprogramma als de duiven van de ééndaagse fond. Van dinsdag tot zondag (1e week) wordt het dan 1/3 Gerry Plus + 2/3 Super Conditie + 15 % maïs. Van maandag tot woensdag (2e week) wordt het 1/2 (Champion Plus + Superstar Plus) + 1/2 (1/3 Gerry Plus + 2/3 Super Conditie + 15 % maïs). Van donderdag tot maandag schaft de pot 1/2 Champion Plus + 1/2 Superstar Plus. Verder worden er nog elektrolyten verstrekt... biergist... Dextrotonic + Catosal twee dagen voor de inkorving... en Boost X5 voor opbouw van de spieren.

Jonge duiven

De jonge duiven gaan op een heel natuurlijke manier door hun geboortejaar. Eens gespeend blijven doffers en duivinnen het hele seizoen samen en ze worden ook niet verduisterd. Belangrijk is dat ze fit naar huis komen. Belangrijk is ook de natuurlijke gezondheid van de jongen en de jonge bende krijgt heel weinig te maken met medicijnen. Ze worden opgeleerd en gaan 8 à 9 keer de mand in tot 400 km. Het resultaat is niet echt belangrijk en de handkeuring legt ook wat gewicht in de schaal. Van de 120 jonge duiven blijven er aan het einde van de rit zo’n 40 doffers en 20 duivinnen over.
Als jaarling wordt er dagfond gevlogen (Limoges of Tulle)... ook de grote fond (Bordeaux /Narbonne/Libourne)... en er moet gepresteerd worden. Eén keer vroeg en een paar keer per tiental is de norm.
Als 2-jaarse vliegen ze het nationale programma... 5 nationale vluchten... en 2 of 3 wedstrijden op de grote fond. Ze worden beschouwd als volwaardige fondduiven... ze zijn nog jong en durven nog plankgas geven. Ze worden gespeeld tot aan de leeftijd van 5 jaar... met uitzondering van de Barcelonaduiven die langer gespeeld worden.

Medisch

Na afloop van het vliegseizoen staat er een behandeling van 10 dagen tegen paratyfus gepland. Na de behandeling wordt er niet ingeënt. Wanneer alle pro’s en contra’s opgeteld worden is inenten niet echt nodig. Na 3 à 4 jaar inenten tegen paratyfus daalt de vruchtbaarheid. De duiven worden verder “zuiver gezet” met een behandeling van 6 dagen tegen trichomonas. Vanaf eind augustus tot 1 maart worden er in principe geen medicijnen meer verstrekt.
Op 1 maart volgt er dan opnieuw een behandeling tegen paratyfus (10 dagen)... het is een breedspectrum medicament en het zet de duiven volledig zuiver. Eind maart volgt dan opnieuw een 6-daagse kuur tegen trichomonas. Dan hebben we de aanloop naar het seizoen met 2x Arras... 2x Clermont... en Fontenay... dan blijven de duiven een week thuis en wordt er 6 dagen behandeld tegen luchtwegeninfecties met Doxycycline + Linco Spectin. Verder in de loop van het seizoen werd er nog driemaal gedurende drie dagen behandeld tegen luchtwegeninfecties. Voor iedere wedstrijd worden de duiven onderzocht. Na thuiskomst van een fondvlucht krijgen alle duiven een pilletje tegen trichomonas opgestoken en ‘s avonds krijgen ze ook een streepje Fucithalmic in ieder oog.
“Heel wat duivenmelkers vragen een seizoenschema voor medische begeleiding maar dat is heel moeilijk op te stellen. Als melker moet men ook kijken naar de conditie van de duiven en dan de beslissing nemen om te behandelen. Wanneer op maandag de vliegploeg van het weekend het na drie toertjes rond het hok laat afweten dan hapert er inderdaad iets.
Het is ook best de duiven die tijdens het weekend niet gevlogen hebben het eerst te laten trainen en na een half uurtje de duiven die wel gevlogen hebben te laten aansluiten. Wij proberen zoveel mogelijk hok per hok te spelen en de niet gespeelde duiven krijgen eveneens hun duivin in hun nestvak. Uiteraard wordt er ingeënt tegen paramyxo maar de inenting tegen pokken gebeurt hier nog met het borsteltje.”

Vluchtprogramma en recuperatie

“Het vluchtprogramma voor oude duiven zoals het nu gepland is best te doen. Hetzelfde kan niet gezegd worden van dat van de jaarduiven. Zeven weken na elkaar wedstrijden van 6 à 700 km en meer... dan moet men meer dan één ploeg jaarse onder de pannen hebben. De wedstrijden van de jonge duiven belangen mij minder aan omdat de jonge duiven hier niet echt gespeeld worden.
Volgens mij mogen er geen nationale vluchten meer bijkomen. We moeten streven naar grotere wedstrijden met een deelname van meer duiven maar geen verdere versnippering in de hand werken. Duivensport is van en voor iedereen en niet alleen voor de grote hokken.
Uiteraard is recuperatie van de geleverde inspanningen een belangrijk item. Wij proberen een vlotte recuperatie in de hand te werken met producten als Hemolyt (elektrolyten + dierlijke eiwitten) en Nan1 (vitamines + aminozuren + eiwitten)”.

Het kweekhok

“Van de 30 kweekkoppels zijn er 15 ondergebracht in afzonderlijke boxen... de 15 andere zitten los op het hok. Om te spelen hebben we het liefst kruisingen... daarmee haal je de beste resultaten op de wedstrijden.
Tijdens de zomermaanden durven we wel eens aan familiekweek doen om het beste van de nakweek op het kweekhok te zetten. Vader x dochter... broer x zuster... moeder x zoon behoren tot de mogelijkheden.
De twee voornaamste bloedlijnen op het kweekhok zijn de “Lijn 20” en de “Blauwen Raket”. Eerst wordt er binnen de lijnen gekweekt en de nakweek wordt onderling gekruist.”

Open nok en ATX-platen

Er wordt gespeeld met de weduwnaars op 13 lopende meter duivenhokken... een tuinhok van 7 m x 3 m... een zolderhok van 6 m x 5 m. Het tuinhok heeft een open nok (kippenhokken) en de gang voor de hokken (80 cm) is open. Onder het ruim pannendak heeft het zolderhok een groot luchtvolume. Het plafond is 5 m breed waarvan er 2,5 m open zijn.
Zowel op het tuinhok als op het zolderhok zijn er ATX-platen (stralingsplaten) geïnstalleerd die gekoppeld zijn aan een hygrometer... en dit tot algehele tevredenheid. De ATX-platen worden ingeschakeld bij een vochtigheidsgraad van boven de 65 %.
Bij aankomst van een wedstrijd worden de ATX-platen ingeschakeld op een temperatuur van 17 à 18 graden... soms ook op 12 à 13 graden voor de inkorving en ‘s nachts. Voor de rest worden de ATX-platen niet ingeschakeld op temperatuur.

De goede duif

“Goede duiven heb je onder alle modellen... maar ik heb zelden goede duiven gezien die achteraan niet goed gesloten zijn. Voor mij is het palmares van een duif belangrijk en al de rest is eerder bijkomstig. Veel kweken... veel spelen... en hard selecteren is voor mij de kortste weg naar het succes. Wij selecteren op prestatieduiven en niet op mooie duiven. Late jongen vinden wel de weg naar het kweekhok via handkeuring. En wanneer we iets bijhalen... dan liefst bevlogen duiven.”

Duivensport eenvoudig ?

“Duivensport kan eenvoudig zijn maar dan moet er wel aan 3 vereisten voldaan worden !
De 1e vereiste is een goed hok of een goede huisvesting. Het hok moet niet luxueus zijn maar wel gezond. Een droog hok met een goede verluchting is een must. Maar meestal is de verluchting “te groot” en tocht is zeker niet goed voor duiven.
De 2e vereiste is de goede duiven ! Kijk in eigen streek en zoek de melker van wie ge slagen krijgt. Probeer op een vertrouwelijke manier aan goed materiaal te geraken... en ga eerst kweken en pas daarna spelen. Het is al meer dan eens gebleken dat de nakweek beter was dan de rechtstreeks aangeschafte duiven.
De 3e vereiste is de goede melker ! Observeren en selecteren zijn de dwingende opgave van een echte duivenmelker. Zoek een goed systeem... een standvastig systeem waarbij niet om de haverklap het geweer van schouder veranderd wordt. Zoek naar een systeem dat bij de melker past... en alle duiven die zich niet aanpassen aan dit systeem moeten verdwijnen.”

Doping en medicijnen

“Het nieuwe dopingreglement is een goede zaak want het moet er voor zorgen dat de duivensport zo “zuiver” mogelijk gespeeld wordt en dat iedereen er volop plezier kan aan beleven. Maar het is een prestatiesport waar geld mee gemoeid is en dat is de reden waarom doping nooit zal verdwijnen.
Duivensport zonder medicijnen is een quasi onmogelijke zaak. De duiven komen in contact met andere duiven en lopen besmettingen op... maar wel een duivensport met liefst zo weinig mogelijk medicijnen. Ik wil wel de nadruk leggen op een beredeneerd gebruik van medicamenten... gebruik de correcte medicatie... gebruik de juiste dosering (winter/zomer)... en behandel voldoende lang.”

Succes Belgian Master !

Het zal niemand ontgaan zijn dat het succes van Belgian Master met het jaar stijgt ! Dit jaar waren alle plaatsjes (1450) volzet en moesten er zelfs deelnemers geweigerd worden. Wij moeten u ook niet vertellen dat alles probleemloos verloopt. Integendeel... wat verzorging... medische begeleiding... en organisatorische aanpak betreft is het ieder jaar een hele klus. Dierenarts Wim Boddaert neemt de medische begeleiding voor zijn rekening maar hij steekt niet alle pluimen op eigen hoed en in het succes wil hij zeker de verzorger van de duiven en Mathieu De Clippel betrekken die jaarlijks de organisatorische klus met verve tot een goed einde brengt.
“Succes met een “one loft race” is in hoofdzaak te danken aan het alert zijn en snel reageren op snel wijzigende situaties. Het samen brengen van duiven van vele hokken houdt ook in dat alle mogelijke kwalen op één hok samen komen. De duiven moeten tijdens de eerste veertien dagen behandeld worden tegen trichomonas... coli... salmonella... en streptokokken. Ze worden bovendien tweemaal ingeënt tegen paramyxo.
Eens de eerste 5 à 6 weken overleefd en de duiven vormen één groep dan is de medische problematiek veel kleiner geworden. De duiven worden niet meer ondereen gemengd en ze komen niet meer in contact met andere duiven. Het probleem blijft de verloren duiven die apart moeten gehouden worden om het geheel niet te besmetten.
De “grote” verliezen moeten we zeker relativeren wanneer we de verliezen bij de gewone melkers in overweging nemen. Een probleem is zeker dat grote groepen duiven (1500 stuks) niet wegtrekken zoals op de gewone hokken en zichzelf niet opleren zoals dat gebeurt bij kleinere groepen.
Succes van een “one loft race” moet toegeschreven worden aan de medische begeleiding en aan het vakmanschap van de begeleiders. Maar het kan niet ontkend worden dat hoe groter het succes... hoe meer er betere duiven ingeschreven worden.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.