Liefhebber:
Onderwerp:
Vorselaar – Vorselaar in de Antwerpse Kempen was in het verleden bekend als een welstellende diamantslijpersgemeente waar de duivensport welig tierde. Ook daar is het aantal duivenmelkers de laatste jaren sterk teruggelopen. Toch telt de gemeente nog zo’n 50 duivenmelkers en kan men er spreken van een relatieve bloei op duivensportgebied.
Een “duivenbond zonder naam” heeft het duivenlokaal in eigen beheer en vrijwilligers hebben onlangs nog het plafond... de muren... en het bureel geschilderd. Veel handen maken dus licht werk !
In de nationale kampioenschappen 2013 werd de eer daar hoog gehouden door Patrick Boeckx die met “Sagan” de titel van 1e Nationale Asduif Snelheid Oude en Jaarlingen KBDB op zijn palmares schreef ! Een schitterende prestatie van een melker bij wie kwaliteit duidelijk primeert op kwantiteit en die met een kleine kolonie iedereen lik op stuk gaf.
De start
Patrick Boeckx is geboren in Herselt en heeft daar nog samen met vader Achiel met de duiven gespeeld. Na de verhuis naar Westerlo werd de draad weer opgenomen maar in 2004 werd daar een punt gezet achter de duivensport. De beste duiven gingen toen naar het hok van vader... ook de grootvader van de nationale asduif “Sagan”. Toen al had Patrick in de gaten welke topkweker die wel was. Uit deze lijn... en in combinatie met duiven van Dirk Van den Bulck... werd de wonderdoffer “Sagan” geboren.
In 2007 werd er opnieuw gestart met een paar duiven van vader. In 2008 kreeg Patrick een duif van Leo Heremans, Vorselaar (zoon van de “Power”). Later kwamen nog duiven van Francois Stuyck, Grobbendonk. Vanaf 2010 kwamen er regelmatig duiven bij van Dirk Van den Bulck, Grobbendonk.
8 weduwnaars
Patrick Boeckx startte het seizoen 2013 met 8 weduwnaars (2 oude + 6 jaarse)... 50 jonge duiven (geringd van 31/12 tot 15/7)... en 6 kweekkoppels. Vier van de zes jaarlingen werden pas op 1 juni geboren en werden tot oktober gespeeld om ervaring op te doen. In november mochten ze nog een laat jong groot brengen om wat bakvastheid te verwerven. Ze gingen door de rui met een ruimengeling... een mineralenmengeling... en zuiver water. Bij goed weer kwamen ze ook regelmatig los.
Op 25 november vond de eerste koppeling plaats en er werd een koppel jongen groot getrokken.
Daarna volgde geen tweede koppeling meer en rond half maart werd er gestart met opleren. Ze werden 6 x weggevoerd tot 27 km... zelfs bij koude noordoostenwind... maar Patrick kende geen medelijden. Daarna vlogen ze tweemaal Quiévrain en vervolgens gingen ze altijd de mand in voor Noyon. “Sagan” werd gestopt op 30 juni... hij had toen reeds zes goede uitslagen... en Patrick durfde hem niet meer spelen.
De weduwnaars werden iedere week gespeeld en op zondag bij thuiskomst kregen ze volle bak sportmengeling. Op maandag en dinsdag werd het 100 % Zoontjensmengeling... een lichte mengeling maar wel voldoende gevoederd. Op woensdag werd het 50 % Zoontjensmengeling + 25 % maïs + 25 % sportmengeling... op donderdag 25 % Zoontjensmengeling + 25 % maïs + 50 % sportmengeling... op vrijdag 25 % Zoontjensmengeling + 75 % sportmengeling. Op zaterdag werd er ‘s morgens en ‘s middags gevoederd... telkenmale 50 % Zoontjensmengeling + 50 % sportmengeling. De duiven krijgen geen snoep... en alleen mineralen over het voeder.
10 GEBODEN VAN EEN SPURTER!
1. Het grote geheim in de duivensport is het feit dat er geen geheim is. Het moet gebeuren met topklasse !
2. Met een scherp mes kan geen enkele dierenarts concurreren.
3. De selectie is nooit streng genoeg.
4. Verliezen bij jonge duiven zijn bijna altijd het gevolg van een gebrekkige gezondheid of een gebrek aan kwaliteit.
5. Natuurlijke gezondheid... een basisvereiste voor succes in de duivensport.
6. Observeren van je duiven is belangrijker dan je hok maniakaal poetsen.
7. Minder is meer... m.a.w. voor een kleine melker betekent minder duiven beter presteren !
8. Alles wat je moet weten over je duiven staat wekelijks op de uitslag.
9. Water... graan... en mineralen voor je duiven. Al de rest is flauwekul.
10. Een landbouwer moet goed plantgoed hebben... een duivenmelker moet een goed kweekhok hebben.
Beter observeren dan poetsen!
Het observeren van de duiven is zeer belangrijk ! Een duivenmelker kan beter zijn duiven observeren dan zijn hokken maniakaal poetsen. Hij moet dit 365 dagen per jaar doen en op die manier kort op de bal spelen. Patrick kent van al zijn duiven individueel het gedrag en hun eigenaardigheden. Hij ziet op het hok wanneer ze paarrijp zijn... hij kent hun gedrag in de lucht wanneer de conditie naar een toppunt groeit... hij ziet ook waar ze hun motivatie vandaan halen... hij ziet wanneer er iets hapert en kan dan gepast ingrijpen. Maar dit kan alleen maar wanneer een melker weinig duiven heeft !
Een melker moet oog hebben voor de spontane lust tot trainen... de levendigheid en vitaliteit van zijn duiven. Weduwnaars moeten wegtrekken... terugkeren en openspatten boven het hok. “Sagan” trainde 1,5 u aan een stuk zonder de klep te raken... eventjes op de nok van het huis neerstrijken en dan met veel gedruis terug de lucht in. Toen Patrick moest gaan werken en “Sagan” nog vrolijk rond toerde heeft hij meer dan eens een weduwduivin in de spoetnik moeten zetten om hem op die manier binnen te lokken.
Om de weduwnaars te motiveren werd er soms een woonbak open gezet maar dat was meer uitzondering dan regel... een andere doffer op het hok had soms een tegengesteld effect. Trouwens een weduwnaar vindt eerder zijn motivatie in zijn territorium dan door zijn duivin.
“Sagan” zijn vaste duivin ontsnapte tijdens het seizoen (geen blijver). Hij kreeg een andere duivin (niet dezelfde kleur) maar dat had niet de minste invloed op zijn prestaties.
Op de tweede Noyon tegen 1411 duiven met noordoostenwind won “Sagan” de 2e prijs (1e get.) en de 2e getekende won de 3e prijs ! Wanneer het “marcheert” dan moet er niet veel gesleuteld worden... het gaat gewoon vanzelf.
Patrick Boeckx : “Ik verwed mijn kansen op de natuurlijke weerstand van mijn duiven. Geen rigoureuze hygiëne... weinig medicamenten... en een strenge selectie zijn hier de basispijlers ! Kopziekten en adeno zijn twee plagen die een speciale aanpak vergen. Adeno wordt hier gecounterd door lichte voeding. Wanneer de eerste symptomen de kop opsteken (onverteerd eten in de krop) dan wordt er twee dagen niet gevoederd... en daarna wordt er langzaam met licht voeder opnieuw opgevoederd. Wie tweemaal last heeft van “kopziekten” gaat er hier onverbiddelijk uit !”
Jonge duiven
Er worden jongen gefokt uit vliegers en kwekers. De kweekduiven brengen jongen groot tot juli... en alle jongen worden uitgeprobeerd. Wanneer ze in de zomer 10 weken oud zijn dan zitten ze reeds in Quiévrain.
De vroege ronde wordt gespeend aan de ouderdom van 24 dagen en gaat op een afzonderlijk hok. De geslachten blijven samen tot 1 mei en daarna worden ze op de schuifdeur gespeeld. De tweede ronde gaat ook op een afzonderlijk hok... vanaf de derde ronde gaan alle jongen samen op hetzelfde piepkleine hok. De jongen van de verschillende rondes krijgen een gekleurde knijpring aan de poot... en iedere ronde jongen wordt afzonderlijk opgeleerd. Samengevat... alle jongen gaan in het geboortejaar naar Quiévrain en worden zo goed mogelijk uitgetest.
De eerste en tweede ronde wordt verduisterd vanaf begin maart tot 1 juni. Daarna wordt er niet meer bijgelicht. De latere rondes worden niet meer verduisterd. De verduisterde jongen hebben aan het einde van de rit zo’n 4 pennen gestoten.
Jonge duiven die goed “trekken” moet je veel minder opleren... maar de piepers gaan hier toch 8 à 10 keer de baan op tot Mechelen. Daarna wordt het tweemaal Quiévrain... een deel van de jongen blijft op Quiévrain... het andere deel van de vliegploeg gaat naar Noyon. Voor de sport wordt er ook af en toe een enkele duif ingekorfd voor de halve fond. Eens opgeleerd worden de jonge duiven tussendoor niet meer “gelapt”.
Eens de schuifdeur gehanteerd wordt worden er op de bodem van het hok donkere hoekjes gecreëerd waar de jonge bende naar hartenlust kan stoeien. In het begin van het seizoen komen jonge doffers en duivinnen reeds op zaterdagmorgen samen. Verder in de loop van het seizoen gaat de schuifdeur pas op zaterdagmiddag open.
Wanneer de jongen gespeend worden wordt er kweekmengeling gevoederd. Wanneer ze twee weken gespeend zijn wordt er reeds Zoontjensmengeling onder de kweekmengeling gemengd en wordt de mengeling alsmaar lichter. Hij heeft de stap nog niet gezet maar Patrick zou wel eens het echte weduwschap met jonge duiven willen spelen. In ieder geval het hok voor een ploegje van zes is reeds voorzien.
Weinig medisch
Een tot twee keer per jaar gaat Patrick met zijn duiven naar de dierenarts. Dit is geen vaste regel maar wanneer hij denkt dat er iets hapert gaat hij ook ten rade bij de man van de wetenschap. Eind oktober staat er een tiendaagse behandeling met Baytril gepland. Tijdens het broeden krijgen de duiven 1/4 pil Flagyl opgestoken... en in 2013 was dat de enige behandeling tegen trichomonas.
Onze nationale kampioen hecht geen geloof aan de beruchte “kopziekten”... duiven die daar last van hebben gaan de laan uit. In 2013 kreeg hij af te rekenen met een lichte vorm van “one eye cold”. Op aanraden van de dierenarts werden er Clinagel oogdruppels gebruikt. Zijn mening... wanneer je medisch ingrijpt dan duurt het 7 dagen vooraleer de duiven genezen zijn. Wanneer je niks doet dan duurt het een week.
UITSLAGEN 2013
21.4 Noyon | 667 d. | 6, 19, 25, 26, 57, 60, 109 (7/9) |
28.4 Noyon | 1411 d. | 2, 3, 10, 18, 46 (5/7) |
05.5 Noyon | 1042 d. | 1, 48, 184, 307 (4/6) |
26.5 Noyon | 524 d. | 1, 18, 40, 87 (4/5) |
02.6 Noyon | 621 d. | 2, 6, 89, 111 (4/4) |
30.6 Noyon | 446 d. | 1, 8 (2/3) |
Eerst geklokte duif telkens “Sagan”. |
07.7 Noyon | 1371 d | 3, 19, 234, 348, 387 (5/8) |
14.7 Quievrain | 2061 d | 1, 2, 46, 185, 599 (5/7) |
21.7 Quievrain | 2021 d | 1, 2, 25, 96, 348, 396 (6/9) |
04.8 Quievrain | 1863 d | 2, 8, 11, 334, 414 (5/5) |
18.8 Quievrain | 1421 d | 9, 13, 43 (3/4) |
25.8 Quievrain | 1013 d | 19, 28, 34 (3/5) |
01.9 Quievrain | 1343 d | 1, 122, 248 (3/8) |
6 van de 7 top drie prijzen werden gewonnen door broer en zusters van “Sagan”. |
Hok en hygiëne
Er wordt gespeeld op een zelfgebouwd hok met een zadeldak met Boomse pannen. Het hok is enkelwandig zonder enige vorm van isolatie. Vooraan in het plafond op de hokken is een verluchtingspleet van 1 m voorzien.
Patrick Boeckx : “Bijna ieder hok is een goed hok... er zijn geen echt slechte hokken. Maar een goed hok wordt een slecht hok door de overbevolking. Op het piepkleine hok met volière voor, waar de jongen van de 3e en 4e ronde onderdak vinden staat het raam (zonder gaas) dag en nacht open wat voor een effectieve verluchting zorgt.
Onder hygiëne op de hokken versta ik in de eerste plaats het droog houden van de hokken. In de zomer wordt er minder gepoetst dan in de winter. Dan komen de duiven in de korven toch meer in contact met virussen en bacteriën. Ik ben inderdaad geen fanatieke poetser op de hokken. Ook de drinkpot wordt nooit grondig gereinigd... even met de hand er door... vers water ingieten... en that’s it !”
Selectie
“Ik opteer voor een keiharde selectie... alleen de uitslag telt... daar staat alles op wat je moet weten over je duiven. Een jonge duif die gezond is... die goed wegtrekt... krijgt bij mooi weer drie kansen. Wanneer ze die drie kansen niet grijpt dan is het einde verhaal.
Van de 8 oude en jaarse duiven bleven er na afloop van dit seizoen 4 over. Van de vroege ronde jongen bleven er 2 jongen over... van de tweede ronde bleef er welgeteld 1 jonge duif over. De rest zijn jongen van de 3e ronde en later.
Het gaat inderdaad over de uitslag ! Ik eis van mijn duiven 2 prijzen per honderdtal en weinig missen. Maar ik heb liever 2 echte kopprijzen dan 10 prijzen zonder toppers. Welke duif zie ik graag ? Naast een goed palmares zie ik graag een duif met een zachte pluim... volume zonder gewicht... en een duif met natuurlijke vlieglust. Ogen... keel... vleugel... spieren... ik ken er niks van !”
Kweekhok
“Het kweekhok wordt bevolkt door 6 kweekkoppels. Ik heb “Sagan” met zijn grootmoeder gekoppeld maar voor de rest zijn het meestal kruisingen. Het “Zwartje” B08/6124710 is moeder van twee 1e prijswinnaars in het Tienverbond.
Mijn topkoppel is uiteraard “Zoon Blauwe Leo” x “Blauw Luna”... of de ouders van “Sagan”. Ik heb 4 jongen uit dit koppel met 1 of meerdere prijzen per 100-tal. Ik heb ook nog 13 jongen gefokt uit de ouders van “Sagan” die allemaal Quiévrain gevlogen hebben en slechts eentje ging verloren.
Geluk moet je afdwingen... veel kweken... veel spelen... en keihard selecteren is de boodschap. Of nog anders gezegd... je moet veel kweken met weinig duiven i.p.v. weinig kweken met veel duiven !”
“Sagan” B12/6108355
“Sagan” is de geboren rasspurter die zich tot 1e Nat. Asduif Snelheid oude en jaarlingen KBDB kroonde. Over 6 wedstrijden uit Noyon totaliseerde hij een coëfficiënt van 1,87 en werd daarmee ‘s lands beste ! Het is een blauwe doffer die voldoet aan de eisen van de meester. Hij heeft een zachte pluim... volume zonder gewicht... en een palmares om “U” tegen te zeggen !
Auteur: