HUGO VLAEMINCK - 1e Nat. Kampioen Grote halve fond Jaarse

Liefhebber: 

Rupelmonde – Een naam die voor zichzelf spreekt... de plaats waar de Rupel in de Schelde uitmondt. Tegenwoordig is Rupelmonde een rustig dorpje, dat meer dan gewone aandacht geniet van vele toeristen. Deze voelen zich aangetrokken door de alom aanwezige historische sfeer.

Op het marktplein van Rupelmonde staat een standbeeld van Gerardus Mercator... cartograaf en geografisch genie. Het Suske & Wiske-album “De mollige meivis” speelt zich af in het 16e eeuwse Rupelmonde met onder meer Mercator in de hoofdrol.
En ze hebben er ook ene Hugo Vlaeminck die de laatste decennia met een kleine kolonie wereldfaam aan het vergaren is ! Eerst op vitesse en later voornamelijk op Dourdan toverde hij prestaties op de tabellen die vriend en tegenstander naar adem deden happen. Daar waar het succes doorgaans de kolonie doet groeien houdt Hugo de teugels heel strak. Het ploegje weduwnaars telt al vele jaren 24 eenheden en er wordt geen bak meer bij getimmerd.
In 2012 maakte hij dan toch de overstap naar de grote halve fond... met dezelfde duiven... en ook daar deden ze wat van hen verwacht werd... eerste prijzen winnen en een hoog prijzen-percentage neerzetten!
Maar in 2013 werd er nog een tandje bij gestoken ! Op zaterdag 1 juni haalde zijn vliegploeg verschroeiend uit op Chateauroux en bekroonde een knappe totaalprestatie met de nationale overwinning tegen 20163 jaarlingen. Maar ook in de nationale kampioenschappen liet hij de kaas niet van zijn brood eten. Zijn knappe ploeg jaarlingen haalde met veel panache de titel van 1e Nationaal Kampioen Grote Halve Fond Jaarduiven KBDB binnen !
Maar daar bleef het niet bij... 4e Kampioen Jong Duiven Grote Halve Fond... 7e Asduif Grote Halve Fond jaarse kwamen eveneens naar Rupelmonde !

Een beetje geschiedenis

Zoals zo velen trouwens begon Hugo Vlaeminck met duiven van Jan en alleman en fietste van de ene ontgoocheling naar de andere. Daar kwam drastisch verandering in toen hij in 1985 bij Jos Soontjens in Wommelgem op de stoep stond. In de jaren die volgden gingen heel wat Soontjensduiven naar Rupelmonde... en hij vond nog meer Soontjens-origine bij L-J-B Geerinckx, Wommelgem.
Vanaf het prille begin tot het gezegende jaar 1997 werd er hoofdzakelijk op de snelheid gespeeld... en de Vlaeminckduiven veegden geregeld de vloer aan met de concurrentie en dat mooie liedje duurde tot hij uitgesloten werd in de Sint-Niklaase Verbroedering. Met dezelfde duiven werd er overgeschakeld op de halve fond en al vrij snel was het duidelijk dat ze met deze Hugo Vlaeminck nog lang niet klaar waren. Hij rolde als een pletwals door de halve fond van het Waasland en reeg de kampioentitels als paternosterbollekes aan elkaar. Hij won ondertussen al 13 gouden... 8 zilveren... en 8 bronzen ringen in de competitie “Gouden ringen Waasland”.
Ondertussen kreeg zijn kolonie versterking van “Super Leo” (2007)... een kweekdoffer van Leo Heremans, Vorselaar die al vader werd van 5 verschillende eerste prijswinnaars. Meer recent kwamen een volle zuster van de “Kleine Blauwe” (5 x 1e prijs, 12e nat. asduif)... een dochter van “Superbreeder Eénoogske”... en een zoon van “Kate” de kweekploeg vervoegen.
“Dochter Provinciaal” (2008) van Romain Legiest was ook uit het kampioenenhout gesneden en zij werd moeder en grootmoeder van meerdere topduiven. Twee doffers (2008) van Willy Vanhoute, Wevelgem, via Louis Van Riet, waarmee goed gelukt werd. Een prima duivin (2010) van Stijn Van Laere, Kruishoutem. Een doffer van Robby Wilms, Mol (2009)... en twee duiven van Frans en Jozef Scheltjens, Beerse (soort Leo Heremans- 2011).
In 2012 werd dan de overstap gemaakt naar de grote halve fond en werd er alleen tijdens het opleren van de weduwnaarsploeg nog Angerville gespeeld. Waarom deze overstap ? In de eerste plaats omdat het Centraal Hafo Verbond niet meer interprovinciaal loste in Dourdan.
Anderzijds raakte Hugo een beetje uitgekeken op de kleine halve fond en deze nieuwe uitdaging zegde hem wel wat. Bovendien kwamen zijn duiven fris als een hoentje thuis van Angerville... en wie ooit duiven kocht in Rupelmonde bevestigde volmondig dat de Vlaeminck-duiven gemakkelijk 600 km aankonden. Dus met dezelfde duiven... met dezelfde kleine ploeg (24) debuteerde bij op de grote halve fond. En met meer dan succes mag er gezegd worden !

ZO WERD HIJ ALGEMEEN NATIONAAL KAMPIOEN
 01.6 Chateauroux  3553 jl. 92e (1e get.) 73e (2e get.)
15.6 Montlucon 4817 jl. 26e (1e get.) 24e (2e get.)
22.6 Gueret    3052 jl. 161e (1e get.) 38e (2e get.)
29.6 Argenton   4880 jl. 20e (1e get.) 31e (2e get.)
03.8 Chateauroux   1130 jl. 4e (1e get.) 5e (2e get.)

24 weduwnaars

Een bak bij timmeren op het weduwnaarshok is nooit een optie geweest voor Hugo Vlaeminck en hij kwam aan de start van het nieuwe seizoen met een ploeg van 24 weduwnaars. Zij vlogen eind juli 2012 hun laatste wedstrijd uit Bourges... daarna volgde een koppeling en 10 dagen broeden. Doffers en duivinnen werden daarna gescheiden en kregen onderdak op het hok van de jonge duiven.
Dit is traditie want op het hok van de jonge duiven is het knus en gezellig toeven in het laat zomerzonnetje. Op die manier staan ook de hokken van de weduwnaars gedurende twee maanden leeg... en dat is lang geen slecht idee. Op het einde van deze periode komen de jonge doffers op het weduwnaarshok... de bakken van de anciens gaan dicht... en ze kunnen zich probleemloos een vrij gekomen woonvak eigen maken.
Tijdens de rui wordt er een goede ruimengeling (Van Camp) geserveerd... aangevuld met wat klein zaad. In de drinkpot komt er bijna dagelijks Naturaline of appelazijn... en ook gaat er regelmatig Sedochol over het voeder.
Op 25 november gaan de oude weduwnaars opnieuw naar hun hok... op 1 december volgt dan de eerste koppeling... en er worden twee jongen groot getrokken. Bij een strenge winter blijven de duivinnen op het hok tot de jongen gespeend worden.
Bij een zachte winter gaat de duivin terug naar de volière wanneer de jongen 18 dagen oud zijn en moet de doffer de kroost verder alleen grootbrengen. Op 15 maart volgt dan de tweede koppeling en er wordt 3 à 4 dagen gebroed. Op heel wat hokken wordt de tweede koppeling overgeslagen en een paar jaar geleden volgde Hugo ook deze nieuwe trend maar zijn weduwnaars kregen die zomer niet echt de conditie te pakken.
Bij goed weer werd er gestart met opleren begin april... 4 à 5 keer met de wagen op stap tot 27 km. Het werd daarna 2x Quiévrain... 2x Noyon... 1x Angerville... Vierzon... Bourges... en Chateauroux.
De volledige vliegploeg werd drie weken na elkaar gespeeld op de grote halve fond... dan volgde een week rust... en vervolgens werd er opnieuw drie weken na elkaar ingekorfd voor de grote halve fond. Het eerste weekeinde van juli werd er niet gespeeld... vervolgens werd er ingekorfd voor de provinciale Bourges Oost-Vlaanderen... dan volgde een week rust en werd er gespeeld op de nationale Bourges. Het seizoen werd afgesloten met de nationale wedstrijd uit Chateauroux (3/8). Aan deze Chateauroux werd deelgenomen met een gereduceerde vliegploeg maar op deze wedstrijd speelde Hugo Vlaeminck zich kampioen van België !
Bij de inkorving krijgen de doffers steeds hun duivin te zien... een oude maar degelijke gewoonte ! Eens het seizoen in volle gang worden de weduwnaars niet meer tussendoor weggevoerd.
Vanaf 1 april wordt er dagelijks éénmaal gedurende 40 minuten getraind... vanaf 1 mei (warmer) staan er twee trainingsbeurten op het programma. Bij het trainen ziet Hugo graag dat de groep zo’n 10 minuten wegtrekt... dat de duiven alleen terugkomen of dat de bende uiteenspat... eventjes neerstrijkt en daarna opnieuw met zware vleugelslag wegstuift. Dan trekt hij met een gerust gemoed naar de inkorftafel.
De weduwnaars worden gevoederd in een gezamenlijke eetbak en drinken uit een gezamenlijke drinkpot. Het bevordert de onderlinge wedijver en je houdt er makkelijker mee de weduwnaars aan het eten. Het voederen wordt hier heel simpel gehouden... de eerste twee dagen 50 % dieetmengeling + 50 % sport + een snuifje snoepzaad. Vanaf maandagavond volle bak sportmengeling... tweemaal per dag... maar na 20 minuten wordt de dis afgeruimd.
Bij het binnenlopen liggen er voor iedere weduwnaar een paar pinda’s in de woonbak te wachten. Ook een handgreep snoepzaad wordt onder de gewone mengeling gemengd.
Er wordt niet echt gezocht naar extra-motivatie voor de weduwnaars maar toch worden er enkele schabjes opgehangen op het weduwnaarshok.
Hugo knikt overtuigend wanneer we het hebben over een strenge selectie ! Met maar 24 zitjes op het weduwnaarshok zijn de plaatsjes uiteraard duur. Ooit gedacht om er 6 nestvakken bij te maken maar uiteindelijk toch bij 24 stuks gebleven. Tweederangs acteurs krijgen bij hem zeker geen kans.

Medisch

Na afloop van het vliegseizoen gaat het medicijnkastje dicht... maar Naturaline, appelazijn en Sedochol des te meer. Voor de eerste koppeling ging Hugo op bezoek bij de dierenarts maar de diagnose luidde negatief over geheel de lijn. Voor aanvang van het vliegseizoen (15/3) werd er 5 dagen “gekuurd” tegen trichomonas... en 5 à 6 dagen tegen luchtwegeninfecties (Soludox) Verder in de loop van het seizoen werd er iedere maand twee dagen behandeld tegen trichomonas... en nog 2 à 3 keer twee dagen tegen luchtwegeninfecties.

DE 10 GEBODEN VAN HUGO VLAEMINCK
 1. Goede duiven zijn het begin en einde van een succesvolle duivensport. Alleen de uitslag telt en de melker heeft de dwingende opdracht steeds op zoek te     gaan naar nog beter !
 2. Een goed hok hoeft niet noodzakelijk mooi en duur te zijn. Het moet luchtig, droog en tochtvrij te zijn. Temperatuurverschillen zijn niet meteen dodelijk... de duiven passen zich wel aan.
 3. De melker moet gemotiveerd zijn... hij mag niets aan het toeval overlaten, alles moet op tijd en stond gebeuren. Kortom hij moet 365 dagen per jaar melker zijn.
 4. Trainen is voor weduwnaars heel belangrijk. Een kwartier wegtrekken, neerstrijken op het hok en dan zogezegd opschrikken en met veel geweld opnieuw wegstuiven.
 5. Voor de bakvastheid is een tweede koppeling en een korte broedperiode in maart een goede zaak.
 6. Uiteraard moet de voeding samengesteld zijn uit gezonde granen. Absoluut geen zware kost... voornamelijk superdieet + maïs.
 7. Het opleren van de jonge duiven is belangrijk. Tien keer wegvoeren tot 25 km. en afgelopen seizoen toch 2/3 van de jongen verloren.
 8. Medisch is zeer belangrijk ! Alleen gezonde duiven vliegen prijs... graan en water is alleen voor dromers.
 9. Duiven die gewillig een bad nemen... ik zie het graag. Het is een aanduiding dat de conditie onder de ploeg is. Een verplicht bad heb ik toch afgeschaft.
 10. Een goede hygiëne... iedere dag een paar keer de hokken krabben. Stof is de grote vijand van melker en duif.

Jonge duiven

Er werd dit seizoen gestart met een ploeg van 70 jonge duiven maar daarvan gingen er al een heel deel verloren in de hoogspanningskabels. De vroege jongen worden gespeend aan de ouderdom van 23 dagen en de geslachten blijven samen tot aan de eerste Noyon (10/6). Vanaf dan worden de jongen het hele seizoen verder gespeeld via de schuifdeur.
De jonge bende wordt verduisterd van begin maart tot begin juni... van 17 u tot 7u... en daarna wordt er niet meer bijgelicht. Dat is ruimschoots voldoende om het programma af te werken.
Eind april wordt gestart met opleren en in een zestal etappes gaat het tot 25 km. Vervolgens 2x Quiévrain... 2x Noyon... en zo op naar de halve fond. Eens opgeleerd worden de jongen tussen de wedstrijden door niet meer weggebracht. Jongen waarvan de geslachten gescheiden zitten trainen voldoende aan huis en moeten niet meer tussendoor opgeleerd.
Op de inkorvingsdag komen doffers en duivinnen een uur samen. Het hok van de jonge duiven is uitgerust met specifieke jonge duivenbakken waarvan de deurtjes schuin kunnen gezet worden. Daarnaast komen er nog wat houten bakjes en kartonnen dozen op de vloer waarin de jongen naar hartelust mogen stoeien. Bij thuiskomst blijven doffers en duivinnen tot ‘s anderendaags samen... ze mogen dan nog eens samen uitvliegen... krijgen een bad... en worden daarna opnieuw gescheiden.
Wanneer men hoge temperaturen verwacht dan komen doffers en duivinnen gedurende 1 uur samen... daarna worden ze opnieuw gescheiden... en krijgen daarna nog een uurtje de tijd om nog eens rustig te drinken. De jongen worden praktisch op dezelfde manier gevoederd als de weduwnaars... ook met pinda’s bij het binnenlopen en snoepzaad onder de mengeling.

Kweekhok

Onder de 15 kweekkoppels die het kweekhok bevolken voert het superkweekpaar “Super Leo” B06/6148021 x “Dochter Favoriet” B09/4265523 de boventoon. Zij werden de ouders van 7 verschillende 1e prijswinnaars. Vooral de topkweker “Super Leo” is een dominante kweekdoffer. Hij is ook de vader van de 1e nat. Chateauroux 19.663 d. De nestbroer van de nationale winnaar was de medewinnaar van de titel van 1e nat. kampioen jaarlingen grote halve fond maar was tevens de 7e nat. asduif grote halve fond 2013.
Ander excellent kweekpaar is de “Favoriet” B03/4266564 x “Duivin Legiest”... en ook zij kunnen bogen op een excellent nageslacht. Een goed gestoffeerd kweekhok is zonder twijfel een wissel op de toekomst.

De goeie duif ?

“Ik heb liefst een tamme duif... een duif die steeds klaar is voor een partijtje vuistvechten. Ik heb een hekel aan duiven die uit hun woonbak vliegen wanneer ik op het hok kom. Ik hou niet van een doffer met een duivinnenkop... een doffer moet er uit zien zoals een doffer. Dat is persoonlijk maar ik hou niet van rode duiven. Geef mij maar blauwe... geschelpte... en witpennen.
Ik hou van een eerder lange duif met een gesloten stuit en een soepele vleugel. Het oog heeft voor mij weinig belang. Onder alle kleuren heb je goede duiven. De selectie gebeurt hier uitsluitend op de geleverde prestaties. Ik heb vier late jongen die slechts driemaal Noyon gevlogen hebben toch in de weduwnaarsploeg opgenomen... wegens te grote verliezen.”

UITSLAGEN 2013

21.4 Noyon    203  o 1-2-5-7-11-24, enz. (9/9)
  211 jl 2-3-5-6-12-13-15-16, enz. (10/16)
28.4 Noyon    366  o  6-9-12-19-30, enz. (7/9)
  451 jl 1-2-4-12-24-29, enz. (13/15)
01.6 Chateauroux   364  o 5-6-7-12-18, enz. (5/8)
  557 jl 1-2-3-4-6-9-13-14-19-24, enz. (13/15)
  Prov.    4307  o 44-50-64-105-171, enz. (5/8)     
  4671 jl 1-2-6-10-22-35-130-139-189-222, enz. (12/15)
15.6 Montluçon 279  o 3-4-21-45-50, enz. (5/8)
  544 jl 1-3-7-9-10-19, enz. (11/13)
Prov.  3552  o 4-7-63-309-363, enz. (5/8)
  4830 jl 1-5-24-26-33-84, enz. (9/13)
30.6 Argenton    218  o 1-3-10-34-43, enz. (5/7)
  459 jl 3-4-7-8-16-20-30-35-42, enz. (9/9)
  Prov.      3161  o 1-3-35-304, enz. (5/7)
  4880 jl 7-12-20-31-121-158-365-434-528, enz. (9/9)
13.7 Bourges   78  o 2-5-11-12-17-24, enz. (6/7)
  174 jl 2-3-6-8-13-16-17-33-36, enz. (9/9)
 Prov.     2675 jl 8-13-30-85-259-316-317, enz. (7/9)
10.8 Argenton    415 jo 2-4-8-9-10-16-18-22-24-26-27-31-41-42, enz. (19/22)
Prov.   3942 jo 17-32-61-71-88-134-155-206-221-236, enz. (17/22)

Een superseizoen 2013

“Ik heb in 2013 het beste seizoen uit mijn carrière gespeeld... ik had een super lichting jaarlingen. In 2012 hebben ze als jonge doffers zeer sterk gevlogen en ze hebben het jaar nadien die goede trend aangehouden. Ze hebben alleen het nationaal kampioenschap gewonnen zonder inbreng van mijn nationale winnaar. Vanaf de tweede helft van april lieten ze een superconditie blijken en ze rolden reeds de twee Noyons in het Scheldeverbond op.
 Van zodra ze op weduwschap zaten trainden ze geweldig. Twintig minuten wegtrekken... even op het dak neerstrijken... en met veel vleugelgeklets opnieuw wegstuiven. Dit hield aan van begin april tot begin augustus. Mijn geheim ? Iedere week biergist en sedochol... en de weduwnaars kregen dagelijks 6 u rust... niet op de hokken komen. Ik heb Poitiers... La Souterraine I en Argenton II niet meegespeeld. Misschien heb ik geluk had want zo heb ik een lastige Poitiers vermeden.”

Alleen op tuinhokken

“Ik speel op tuinhokken die zeer temperatuurgevoelig zijn. Wanneer het 5 graden vriest buiten dan is het ook 5 graden onder nul op mijn hokken... maar deze hokken hebben een zeer goede verluchting. Het weduwnaarshok is zuidoost gericht met in de voormiddag zon. Het hok van de jonge duiven staat richting zuidwest en daar kan het zeer warm zijn.
 Mijn hokken hebben achteraan een stofspleet en dat is ideaal. De bodem is versleten door het veelvuldig en intensief krabben... maar ik heb schrik om iets aan mijn hokken te veranderen. Mijn hok heeft een dak met “sneldekpannen” en dat zou niet zo goed zijn als die oude Boomse pannen... zegt men. Maar ik heb wel een goed hok... het eerste jaar dat ik op dat hok speelde was ik meteen 3e nat. kampioen fond oude duiven !”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.