GEBR. VANDENHEEDE - Blikvangers van de Nationale Kampioenschappen 2013

Zingem – De gemeenten Zingem - Gavere - Semmerzake vormden in een nabij verleden de befaamde “Gouden Driehoek”. Een streek waar er op het scherp van de snee met duiven gespeeld werd en waar het kwaad kersen eten was met de mannen die daar het voortouw namen. De “goden” van toen zijn verdwenen in de nevelen van de tijd maar er zijn nieuwe kampioenen opgestaan... en niet van de minste.

De Gebr. Vandenheede... Freddy (53) en Jacques (68)... knutselden een seizoen 2013 in elkaar zoals nog maar zelden gebeurde. Zij openden met een fantastische dubbelslag op nationaal Libourne waarop ze de 1e nat. oude en de 1e nat. jaarlingen voor hun rekening namen. Jaarlingen... oude duiven... en jonge duiven presteerden op een onwaarschijnlijk hoog niveau en haalden niet minder van 7 vermeldingen in de nationale kampioenschappen binnen...
* 1e Nat. Kampioen Fond Jaarlingen K.B.D.B.
* 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarlingen K.B.D.B.
* 1e Nat. Asduif Fond oude duiven K.B.D.B.
* 2e Nat. Kampioen Grote Halve Fond oude duiven K.B.D.B.
* 3e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarlingen K.B.D.B.
* 5e Nat. Asduif Fond Jaarlingen K.B.D.B.
* 7e Nat. Asduif Grote Halve Fond
oude duiven K.B.D.B.
Het had nog beter gekund maar in de hitte van de strijd werd er zelfs nog eentje over het hoofd gezien !
In een sublieme carrière wonnen ze bovendien samen 12 maal 1e nationaal... 22 maal 1e zonaal... 50 maal 1e provinciaal ! Afgelopen seizoen werden ze afgeklokt op 43 eerste prijzen !

Van vader op zoon

Vader René Vandenheede was duivenmelker... en Jacques en Freddy hebben hun hele leven lang ook niets anders dan duiven en duivensport gekend. Blikvangers uit vaders tijd waren ongetwijfeld de “Zieken”... en het machtige kweekpaar “Antigoon” x “Krijt”... en zij hebben ook nu nog vertakkingen in de huidige kolonie.
Freddy had de kweekduiven van vader bij hem achter in de tuin. Hij werd duivenmelker door de uitdaging van andere duivenmelkers. Hij had als invaller een sensationele reeks duiven geklokt en niemand in het duivenlokaal geloofde hem. Maar hij zou het hen bewijzen ! Jacques heeft eerst meegeholpen op de hokken van vader en startte in 1967 voor eigen rekening. Daarna hebben ze elk een eigen duivencarrière uitgebouwd met meerdere hoogtepunten.
Jacques zijn carrière werd opgesmukt met 1e nat. Bourges 1999... 1e nat. Guéret 2000... 1e nat. La Souterraine 2001... 1e nat. Guéret 2002... en Algemeen Provinciaal Kampioen Oost-Vlaanderen 2003.
Het palmares van Freddy wordt gekleurd met een superseizoen met de jonge duiven in 1993 ! Het deed hem enorm veel plezier toen hij het etiket van “jonge duivenspecialist” kon afleggen en ruilen voor de status van uitblinker met oude duiven. Hij had ook een Olympiadeduif op de Olympiade in Oostende in 2007... en dat hij zijn hok met eigen handen gebouwd heeft doet hem nog steeds deugd aan zijn hart.
Eind 2007 sloegen ze de handen in elkaar... de kweekploeg werd samengebracht op de hokken van Jacques... en de jaarlingen van Jacques werden “overgewend” naar de hokken van Freddy waar de vliegploeg onderdak kreeg.
De basis van de “nieuwe” kolonie wordt voornamelijk gevormd met het “oud soort” van vader (“Zieken”, “Antigoon”, “Krijt”)... aangevuld met duiven van De Rauw-Sablon (1994) en satelliethokken... en ook duiven van goedspelende hokken uit de regio waarvan men eerst nauwgezet de resultaten kon opvolgen.
Ook nog duiven van... David Vermassen, Gavere... Pierre Mathys, Achel... Jos & Jules Engels, Putte... en Stijn Van Laere, Kruishoutem. Van deze laatste is de topdoffer “Bender” (1e Nat. Asduif Grote Halve Fond 2012) wel de bijzonderste aanwinst. Hij kwam in mei 2013 op de hokken in Zingem en sindsdien werden er een aantal zomerjongen uit hem gefokt. Freddy heeft het volste vertrouwen in deze klasbak en wel om twee redenen... uiteraard om zijn titel van nationale asduif en zijn palmares... maar vooral om de manier waarop hij zijn laatste wedstrijd won en zijn asduiftitel veilig stelde bij zeer lastig duivenweer ! Hij werd gekoppeld aan de beste duivinnen van de eigen basis en zijn nakweek zal duchtig op de rooster gelegd worden.
In 2013 werd er aan samenkweek gedaan met vader en zoon Nihoul, Senzeilles en voor de eerste resultaten wordt het nog even afwachten.

2013 beste seizoen ooit !

Freddy Vandenheede : “Het seizoen 2013 was het beste uit onze ganse carrière ! Onze duiven moeten er staan van half mei tot einde van het seizoen... en wie dit niet kan mag vertrekken. Daarom worden de duiven wat later samen gezet om de conditiepiek iets naar achter te verschuiven. Dat is de reden waarom onze duiven het wat moeilijker hadden tijdens het voorjaar. Wij zijn op zoek naar duiven die 5 nationale wedstrijden aankunnen zonder “de vlucht te veel”. Tulle is de laatste wedstrijd en we willen niet met uitgebluste duiven aan de start komen.
Wanneer in april de jaarlingen procentueel voldoende prijzen en kopprijzen op de kortere vluchten winnen dan weet ik dat het hok in orde is. Ge voelt de duiven “komen”... in mei schieten ze in gang... en op Vierzon staan ze er.
En dan zorgden de doffers voor de dubbelslag uit Libourne ! “Grauzone” tekende voor de 1e nat. oude duiven tegen 6658 d en het werd 8 duiven in de eerste honderd nationaal van 22 ingezette duiven. “Fantast” werd nationaal winnaar tegen 6134 jaarlingen en daar werd het 3 duiven in de eerste honderd nationaal. De wedstrijd werd gevlogen aan amper 1047 mpm.
De beste ploeg jaarlingen deed het schitterend op nationaal Brive waar er zich 7 duiven in de eerste 119 nationaal klasseerden. De goede prestaties van oude en jaarlingen vertaalden zich ook in de titels van 1e Nat. Kampioen Fond Jaarlingen K.B.D.B... 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarlingen K.B.D.B... 1e Nat. Asduif Fond oude duiven K.B.D.B.
Ook de duivinnen deden het super met als uitschieter nationaal La Souterraine. Bij de 9548 oude duiven klasseerden zich 5 duivinnen (7 mee) aan de 276e prijs. Bij de 11236 jaarlingen klasseerden zich 6 duivinnen (15 mee) aan de 176e prijs.

Ook de jonge duiven lieten zich de kaas niet van tussen hun boterham halen want op Brive en Guéret werd er tweemaal begonnen met de 2e nationaal.
In juni kreeg ik het moeilijk om de zaak nog rond te krijgen door het vele werk op school en ik moest prioriteiten stellen. De hokken van de jonge duiven werden niet meer gepoetst voor ik naar school vertrok maar alles leek toch in orde. Op de openingsvlucht uit Angerville met noordoostenwind wonnen ze 1, 2, 3, 4, 5, 6 (134 mee) en aan de 41e prijs hadden we er 31 in de klok.
Dit had voor gevolg dat de hokken van de jonge duiven tot het einde van het seizoen niet meer gepoetst werden. Het niet poetsen van de hokken voelde niet goed aan maar het veranderde geen zier aan de uitslagen. De jongen vlogen zich op Orleans nog eens in de kijker tegen 5975 d. Ze begonnen met de 5e prijs... 16 prijzen aan de 61e prijs... en 66 prijzen per viertal van 96 ingezette duiven.
Op de vraag of jonge duiven 7 nationale vluchten na elkaar aankunnen is het antwoord ja. Maar wat zal het dan zijn in 2014 ? Doorgaans zijn goede jonge duiven ook goede jaarlingen en oude duiven.”

10 GEBODEN VAN FREDDY VANDENHEEDE
1. Bovenal bemin de goede duif ! Vertrekken met een goede basis is een eerste
   vereiste. Haal duiven bij een melker uit de streek die je kunt volgen op de
   uitslagen.
2. De duiven moeten zich aanpassen aan de melker en niet omgekeerd.
3. Kweekduiven kunnen zonder medicamenten.
4. Ervaring is zeer belangrijk ! Leren uit fouten en verkeerde beslissingen.
   Wie het minst fouten maakt is de winnaar.
5. Stiptheid is noodzakelijk tot op een bepaalde hoogte. Stiptheid is niet de
   enige sleutel tot succes.
6. Taakverdeling is belangrijk. Iedereen moet weten wat zijn mandaat is. Wij
   hebben heel vlug de balans gevonden en dat is ons succes.
7. Geloof in eigen systeem. Probeer en concludeer !
8. Bij vliegduiven kan het niet zonder medicatie. Maar medicamenten maken van
   een middenmoter nooit een kampioen.
9. Mannequins kweken kan iedereen ! Maar zijn alle goede duiven mannequins ?
10. De prijzen worden verdeeld aan de meet ! Laat u niet misleiden door een
    vluchtig succes.

Klassiek weduwschap met doffers...

Freddy & Jacques pakten het seizoen 2013 aan met een ploeg van 70 weduwnaars... 70 duivinnen op weduwschap... 250 jonge duiven... en 50 koppels kwekers. De weduwnaars vlogen vorig jaar hun laatste wedstrijd uit Tulle... ze trokken daarna een late ronde jongen groot... en de jongen werden eind oktober gespeend. Tijdens deze late kweek werden de “nieuwe” weduwnaars op het weduwnaarshok ingepast.
Doffers en duivinnen blijven samen op het weduwnaarshok tot februari... maart. De eieren die rijzen worden gewoon weggenomen maar dat zijn er niet overdadig veel. Er wordt een goede ruimengeling gevoederd... er is constant een teentje look in het drinkwater... maar ook Naturaline en appelazijn... en ze komen elke dag los. En dat is het !
De eerste koppeling vindt plaats begin april... er wordt maximaal 10 dagen gebroed... de partners worden gescheiden... en het weduwschap begint. In zo’n 4 à 5 etappes wordt er opgeleerd tot 35 km. Vervolgens 2x Noyon... Pont-St-Maxence... Dourdan... Vierzon en daarna wordt de vliegploeg opgesplitst. De jaarse doen Chateauroux... Montlucon... Argenton... Brive... en Tulle. De oude duiven worden ingezet op Limoges... Cahors... Brive... Souillac... Tulle.
En wat zijn voor Freddy de basislijnen van succesvol weduwschap ?
“Eerst en vooral de goede duif... het alfa en omega van een succesvolle duivensport. Daarbij komt een goed management... of de liefhebber die moet aanvoelen wat een duif wil en kan. Dit moet gebeuren door een goede observatie... aangevuld met ervaring... en de juiste gevolgtrekkingen. Ook het voederen is een kwestie van aanvoelen... het klassieke opvoederen... met een beetje meer... of een beetje minder. Ooit heb ik ook gedacht dat 8u ook 8u... en 5 gram ook 5 gram moest zijn maar daar ben ik al een tijdje van af gestapt.
Ik ga nog voltijds werken volgens welbepaalde uren... en het zijn de duiven die zich moeten aanpassen aan mijn systeem en niet andersom.
Mijn broer en ik hebben ons, toen we in het begin samen gingen, op elkaar moeten afstellen.
Het trainen moet volgens mij geen uren duren maar het moet wel intens zijn... of m.a.w. neerstrijken... opvliegen... wegkletsen... alles volle gas ! Het is ook geen verplichte training maar ik weet welke duif waar vliegt... ik ken ze in de lucht. Wanneer ik dat niet meer zou kunnen dan spelen we meteen met minder duiven. In volle seizoen worden de doffers om de 14 dagen / 3 weken gespeeld.”

Met duivinnen op weduwschap

De ploeg van 70 duivinnen is hoofdzakelijk samengesteld uit jaarse en tweejaarse duivinnen... en uitzonderlijk een goede driejaarse. Waarom geen oudere duivinnen... gewoon omdat het bobijntje af is ! Er wordt gesteld dat een duif in haar carrière 7000 km aan wedstrijden kan vliegen... of het nu vitesse of fond is... met uitzondering van een uitzonderlijk goede duif.
Na afloop van het seizoen trekken ze een ronde jongen groot in functie van het inpassen van de jonge duivinnen in de vliegploeg. Ze worden daarna ook niet gescheiden en de productie van eieren stopt vanzelf. Dit moet gezien worden als een stuk natuurlijke begeleiding... de duiven komen ook dagelijks los... en het betekent een periode zonder stress en zonder wintervet ! De duivinnen worden via een gelijklopend programma aan dat van de doffers aan de start van het nieuwe seizoen gebracht.
De eerste koppeling vindt plaats begin april en de duivinnen brengen wel een ronde jongen groot. Ze worden opgeleerd op dit nestje, samen met de doffers, in 5 etappes tot 35 km. Ze hebben ook dezelfde voorbereiding als de doffers tot Dourdan en worden daarna ingekorfd voor de wedstrijden van 300 km tot 600 km. Ze gaan dus iedere week de mand in maar vanaf Bourges wordt een beurtrol toegepast van telkens een 10-tal duivinnen dat een week niet ingekorfd wordt. Tijdens de week worden de duivinnen in hun woonbak opgesloten en ook in hun woonbak gevoederd.

Jonge duiven

Er worden 250 jongen gefokt in 3 rondes... alleen uit de kwekers... maar ook met de 6 beste vliegdoffers en 6 vliegduivinnen in boxen die na het leggen van de eieren opnieuw naar het hok gaan.
De jongen worden gespeend aan 21 dagen... want ze moeten vlug zelfstandig zijn. De geslachten blijven samen want hier wordt geopteerd voor het nestspel... en dit met jonge partners. Uitzonderlijk wordt er een oude duivin ten tonele gevoerd.
De jongen worden verduisterd van 23 maart tot half juni... van 18 u tot 7 u ‘s morgens. Daarna wordt er niet meer bijgelicht en bij de inkorving voor Guéret hadden de meeste jongen 2 à 4 pennen gestoten.
De jongen worden gespeeld op alle nestposities... met uitzondering van de jongen met kleine piepers in de nestschotel die niet ingezet worden op wedstrijden met twee nachten mand. Zij worden dan bijvoorbeeld gespeeld op Dourdan. De jongen worden tijdens het vliegseizoen “volle bak” gevoederd... het kan niet anders.
Waarom nu nog nestspel met jonge duiven ?
“Nestspel is hier een beetje een traditie want vroeger als jonge duivenspecialist speelden wij ook nestspel met jonge duiven. Het gaat goed... waarom dan veranderen ? Het is de betere manier om de jonge duiven een beetje te sparen (carrière als weduwnaar) wat bij het schuifdeursysteem of het weduwschap niet het geval is.
De nestpositie is hier de enige motivatie bij de jonge duiven... maar zou het begrip motivatie geen uitvinding van de melker zijn want meestal wordt het verhaal gemaakt na de prestatie en zelden of nooit op voorhand”.

KAMPIOENSCHAPPEN 2013
1e Nationale Asduif KBDB fond oude
1e Nationale Asduif KBDB zware halve fond jaarlingen
1e Nationaal Kampioen KBDB fond jaarlingen
2e Nationaal Kampioen KBDB zware halve fond oude
3e Nationale Asduif KBDB zware halve fond jaarlingen
5e Nationale Asduif KBDB fond jaarlingen
7e Nationale Asduif KBDB oude zware halve fond
1e Algemeen Kampioen KBDB Oost-Vlaanderen
1e Provinciale Asduif KBDB fond oude
1e Provinciale Asduif KBDB halve fond
2e Provinciale Asduif KBDB fond jongen
2e Provinciaal Kampioen KBDB fond jongen
3e Provinciaal Kampioen KBDB halve fond oude
1e Algemeen Kampioen FVOV

“Annelise” en “Miracle Ace”

“Annelise” B12/4186083 werd 1e Nat. Asduif Grote Halve fond Jaarlingen K.B.D.B. 2013. Het is een prachtige blauwe duivin maar wanneer je haar palmares bekijkt wordt ze meteen nog een stuk mooier ! Als jonge duif heeft ze weinig gevlogen maar in 2013 werd ze op weduwschap gespeeld en liet ze een schitterend palmares afdrukken.
“Miracle Ace” B11/4244017 (uit dezelfde moeder als “Annelise”) werd 1e Nat. Asduif Fond K.B.D.B. 2013. Eveneens een prachtige geschelpte doffer die in 2012 het volledig programma niet kon vliegen wegens twee gebroken pennen in zijn vleugel. Misschien was het een geluk met een ongeluk want de reserve die hij toen opgedaan heeft is hem wellicht in 2013 goed van pas gekomen waarin hij geweldige presteerde en de nationale titel binnenhaalde.

Medisch

Na afloop van het vliegseizoen gaat het medicijnkastje dicht en volgt er ook geen controle bij de dierenarts. Dit gebeurde wel voor de eerste koppeling in maart. Bij de kwekers werd er in september ooit wel trichomonas vastgesteld. Freddy en Jacques pleegden overleg en er werd besloten om niet te behandelen. De vroege kweek was toch meer dan behoorlijk en deed Freddy besluiten... “tricho kan bij duiven die niet moeten presteren” ! Sindsdien wordt er bij de kwekers geen behandeling tegen tricho meer gegeven.
Voor aanvang van het vliegseizoen werd de vliegploeg (oude duiven) 6 à 7 dagen behandeld tegen trichomonas. In de loop van het seizoen wordt er elk weekend gedurende 1 dag behandeld tegen trichomonas via het drinkwater. Een behoorlijke ploeg duiven zit verspreid over heel wat duivenkorven en men kan het risico niet lopen dat 1 duif de rest besmet. Tegen luchtwegeninfecties werd er tweemaal 5 dagen behandeld met een dierenartsproduct.
De jonge duiven worden om de veertien dagen behandeld (vanaf Bourges) tegen luchtwegeninfecties en zij krijgen ook oogdruppels toegediend (oude duiven niet). Maar van maniakaal iedere dag oogdruppels is men geëvolueerd naar alleen nog maar de week voor Bourges (dierenartsproduct). Daarna worden de jongen gedruppeld voor en na de vlucht.

Het kweekhok

“Op het kweekhok wordt de politiek gevoerd van goed x goed te koppelen en bijna ieder jaar worden de duiven herkoppeld. Dit herkoppelen laat u sneller weten wie de beste kweker of kweekster is.
“De beste” heeft bij ons twee betekenissen... de beste volgens het kweekresultaat... of de beste volgens vliegresultaat. Wij hebben 6 kweekboxen en daar verblijven tijdelijk de 6 beste kweekdoffers om driemaal een koppel eieren te bevruchten. Daarna worden de 6 beste vliegdoffers gekoppeld aan de 6 beste vliegduivinnen. Daarna gaan opnieuw de 6 beste doffers in de kweekboxen om drie koppels eieren te bevruchten. Meestal is de koppeling van het beste “vliegresultaat” x het beste “kweekresultaat” de norm. De eieren worden dan bij voedsterkoppels onder geschoven.
“Bender” (1e Nat. Asduif Grote Halve Fond 2012) en “Miracle Ace” (1e Nat. Asduif Fond 2013) worden in de kweekboxen gekoppeld met drie duivinnen met kweekresultaat. Het is volgens mij de beste manier om kwaliteiten van een bepaalde duif te ontdekken. Trouwens wij zoeken niet naar het beste kweekkoppel maar veel eerder naar dominante duiven in de kweek.
Dominante doffers zijn “Super Champ”... “Sound of Victory”... “Marcelino”... “Mateo”... en de “Jonge Perpignan”. Dominante duivinnen zijn “Simonne”... “Vapeur”... “Oona”... “Morgane”... en “Sunrising”.
Een beste kweekkoppel is moeilijk om naar voor te schuiven. Maar een koppel met een uniek verhaal is B07/4093189 “Art Nouveau” x B07/4045039 “Jeremy”... want zij gaven reeds twee nationale winnaars. Andere topkweker is “Trigger Finger” B07/4093269 en die werd 3e nat Asduif Fond. Belangrijk op het kweekhok is dat je kunt terugvallen op een brede basis.
Maar vooral geloven wij onvoorwaardelijk in de goede duif. En onder alle soorten en modellen zitten er goede duiven ! En om de beste duif te vinden moet je in de eerste plaats kijken naar haar palmares !”

De goeie duif

“Duiven die driemaal per jaar per 100-tal op een nationale wedstrijd winnen met daarnaast een aantal keer per 20-tal en per 10-tal mogen het predicaat van “goede duif” voeren. Een goede kweekduif is een duif die 2 of 3 van het bovengenoemde soort op de wereld zet.
Verder selecteren wij vooral op de natuurlijk gezondheid. Wanneer er meer dan 2 procent van de jonge duiven moet geëlimineerd worden dan scheelt er wat aan het hok... de basisgezondheid... de basisduiven niet goed genoeg... of te veel duiven op het hok.
Duiven worden hier nooit in de hand gekeurd of m.a.w. op eigen hok keuren op “mooi zijn” doen we nooit. Er moet diversiteit zijn in een gekweekte ploeg en ook alle “modellen” krijgen hun kans als ze goed presteren. Er wordt ook uit alle “modellen” gekweekt als hun palmares maar goed is.
Er wordt beoordeeld en geoordeeld op de behaalde resultaten... en dit verdict is keihard. Van de 70 weduwnaars bij de start bleven er aan het einde van de rit maar 30 over. Van de 70 duivinnen waren er 15 overblijvers... en van de 250 jongen waren er 105 die de selectie overleefden.”

Een gezellig hok

“Wij hebben 36 lopende meter vlieghokken en 10 meter kweekhokken. Gezellig voor melker en duif is het grootste kenmerk van onze hokken. Ze zijn een kopie van de hokken van vader en die heeft ook altijd goed gespeeld. De verluchting (niet regelbaar) vooraan het hok varieert van 1,5 m bij de duivinnen tot 3 m bij de doffers en de jonge duiven. De hokken hebben wel een groot dak maar ook daar is geen speciale verluchting voorzien.
De jonge duiven zitten gans het seizoen op stro. Dit zorgt voor warmte en gezelligheid en vooral veel nestjes (80 %) op de bodem van het hok. Nestjes op de vloer proberen wij in de hand te werken door kartonnen dozen en schuine plankjes te plaatsen op de bodem. Deze aanpak zorgt voor een uitstekende motivatie van de jonge bende.”

Motivatie

“Bij de weduwnaars wordt er niet gezocht naar extra motivatie en zij gaan de mand in zonder duivin en zonder nestschotel. Vermits wij de fond spelen moeten de duiven zo weinig mogelijk energie verspelen op voorhand... en het is natuurlijk ook minder werk.
Trouwens de doffers weten wat er gaat gebeuren. Ik mag een duif in de hand nemen op het hok en iedereen blijft gewoon in zijn nestvak. Neem ik een duif in de hand en ik ga er mee van het hok dan staat heel de kooi in rep en roer. Ze weten dat het dan inkorving is.
De duivinnen krijgen wel hun doffer te zien bij de inkorving maar lang niet meer zo punctueel als vroeger. Het gebeurt al jaren zo en een systeem dat zijn deugdelijkheid al bewezen heeft verandert men niet. De jonge duiven nestelen op de vloer en motiveren elkaar.”

ZO WERDEN ZIJ NATIONAAL KAMPIOEN
Bordeaux  5283 d. 18, 67
Brive      6842 d. 59, 56
Souillac  3641 d. 163, 150

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.