FREDDY & JACQUES VANDENHEEDE - 1e Nat. Kampioen Grote fond Jaarse

Zingem – Jacques en Freddy Vandenheede doen het al meerdere jaren effenaf schitterend in de duivensport. Er gaat geen jaar voorbij of we moeten koers zetten naar Zingem waar de twee broers een echt duivenimperium uitgebouwd hebben. Topposities in de kampioenschappen en asduif-titels zijn er gemeengoed geworden.

 In 2012 werden ze 1e Algemeen Kampioen K.B.D.B... in 2013 hadden ze de 1e Nationale Asduif Fond Oude K.B.D.B. en de 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarlingen K.B.D.B op hun hokken... en werden ze 1e Nationaal Kampioen Fond Jaarlingen K.B.D.B. In 2014 werden ze 1e Nat. Kampioen Grote Fond Jaarlingen en leverden meteen het bewijs dat de overstap naar de fond/grote fond wel degelijk geslaagd is.

Weduwschap met doffers...

 De broers Vandenheede kwamen aan de start van het seizoen 2014 met een ploeg van 90 doffers en 80 duivinnen op het weduwschap en ongeveer 240 jonge duiven.
De doffers vliegen hun laatste wedstrijd van het seizoen uit Tulle. Na aankomst van de wedstrijd blijven ze samen... er komen eieren... en er wordt 5 à 6 dagen gebroed. De eieren gaan weg... er wordt opnieuw gelegd en er wordt een ronde jongen gefokt. Dit is ook het moment dat de jonge doffers als jaarse weduwnaars in de ploeg ingepast worden. Ze gaan door de rui met een goede ruimengeling (alle merken onder elkaar) aangevuld met groentekorrel en muitzaad. Daarna blijven doffers en duivinnen nog samen, zonder nestschotel, en het kan gebeuren dat er nog enkele eieren moeten geraapt worden. Ook moeten er nog eieren geraapt worden in januari maar begin februari worden doffers en duivinnen echt gescheiden.De eerste koppeling vindt plaats begin april en er wordt gelegd. In het begin van de week wordt de duivin dan weggenomen en de doffer laat daarna de eieren liggen. Hij wordt ingekorfd voor een vluchtje in het weekend en wanneer hij thuiskomt zit de duivin klaar en begint het weduwschap(eind april).

Van het opleren van de weduwnaars wordter ernstig werk gemaakt. In zo’n 5 à 10 beurten gaan ze tot 60 km. Wanneer het lukt gaan ze tussendoor ook nog met de maatschappij tot 30 km. Daarna wordt het Péronne... Pont... Fontenay... Vierzon (oude) /Villemandeur (jaarse) en zo verder door tot Tulle (600 km).
De doffers worden gespeeld volgens het klassiek weduwschap maar bij de inkorving krijgen ze noch nestschotel noch duivin te zien. Niet nodig vindt Freddy want ze weten
veel beter wat er gaat gebeuren dan wij vermoeden. Wanneer ik op het hok kom en ik neem een duif in de hand dan komt er geen enkele duif uit haar woonbak. Wanneer ik een duif in de hand neem en er mee op gang ga dan staat heel het hok in rep en roer omdat ze weten dat de manden op de gang staan. Bovendien geloof ik niet in extra motivatie op die afstanden maar het kan wel effect hebben op de snelheidswedstrijden.

Er moet wel gewoekerd worden met de tijd om alle duiven te laten trainen. Wanneer de duivinnen naar een speciale wedstrijd toegroeien dan trainen de doffers die week maar één keer per dag... de duivinnen dan tweemaal. Trainen is zeker belangrijk en het moet kort maar hevig zijn. Een half uur is voldoende maar de duiven moeten wegtrekken...overkomen... een stevig tempo er op na houden en boven het hok openspatten. Een uitgebalanceerde voeding is ook een van de pijlers van een succesvolle duivensport.

De doffers worden om de 14 dagen gespeeld en van thuiskomst tot inkorving krijgen ze in een voederbak op de vloer van het hok superdieet gevoederd. Van zaterdag tot en met woensdag van de eerste week wordt het dus alleen superdieet. Van donderdag tot zondag krijgen ze ook nog individueel sportmengeling in hun voederbakje. Van maandag tot en met de inkorving wordt er sportmengeling en Energy individueel bijgevoederd. Na een half uur pikken wordt de dis afgeruimd. Bij aankomst van een wedstrijd zijn er elektrolyten in het drinkwater. Het weekend voor de inkorving worden er via het drinkwater vitamines verstrekt. Verder worden er geen voedingssupplementen verstrekt. Na aankomst van een vlucht krijgt de doffer gedurende twee uur z?n duivin... het hele seizoen lang. De doffers die dat weekend niet gespeeld werden kr?gen hun duivin gedurende 5 à 6 uur te zien. Duivinnen starten op grote jongen.De duivinnen vliegen hun laatste wedstrijd uit Argenton en trekken daarna een koppel jongen groot. Het is hier ook het moment om de jonge duivinnen in het team in te passen. Na het spenen van de jongen bl?ven doffers en duivinnen te samen en worden pas gescheiden begin februari. De eerste koppeling vindt plaats ca. 9 april zodat de duivinnen op Bourges I ingekorfd worden op grote jongen (19 dagen oud op de dag van de inkorving). De duivinnen brengen hun jongen alleen groot van zodra ze 12 dagen oud zijn. Bij aankomst van de wedstrijd zijn de jongen weg... zit de doffer klaar en begint het weduwschap. De duivinnen worden dag en nacht in hun woonbak opgesloten. Bij de inkorving komen ze wel samen met hun doffer en dat kan variëren van 10 minuten tot 2 uur... naargelang de beschikbare t?d. De paar keer dat de duivinnen toch thuisblijven tijdens het vliegseizoen wordt er geen tussenvluchtje gegeven. De duivinnen trainen volgens hetzelfde stramien als de doffers en worden in principe iedere week gespeeld. Op zaterdag en zondag wordt er individueel superdieet gevoederd... maandag en dinsdag wordt het dan sportmengeling... en op woensdag en donderdag sport met Energy. Vroeger gingen medicijnen of vitamines over het voeder. Nu gebeurt dat niet meer omdat de duiven dan niet meer voluit eten. Doffers en duivinnen zijn elkaar waard op de wedstrijden. Maar de doffers hebben een langere loopbaan omdat ze minder hard gespeeld worden op de vluchten. De duivinnen worden in principe om de week gespeeld en hebben dus een kortere loopbaan. Niet het onderste uit kan bij de jongen. Er worden ongeveer 240 jonge duiven gekweekt uit de kwekers en nog een deel van de vliegduiven. De beste vliegduiven worden met elkaar gekoppeld en de eieren worden meteen bij voedsterkoppels ondergeschoven (1e ronde). Bij het spenen van de jongen worden de geslachten niet gescheiden. Ze blijven het hele seizoen samen want er wordt met dejongen op nest gespeeld.

De jonge duiven worden verduisterd van begin maart tot half juni... van 18 u tot 8 u ‘s morgens. Er wordt daarna niet meer bijgelicht want bij de jonge duiven wil men het onderste niet uit de kan halen. Ook b? de jonge duiven wordt er goed werk gemaakt van het opleren. Ze worden zo’n10 keer weggevoerd tot 30 km. En het zou best nog meer mogen zijn zegt Freddy maar door het minder goed weer en gebrek aan tijd moeten we ons met een 10-tal keren tevreden stellen. Eens opgeleerd worden de jongen
tussendoor niet meer weggevoerd. De jonge duiven worden dus met een nestje gespeeld. De hokken z?n zo ingericht dat het merendeel van de jongen op de bodem van
het hok moet gaan nestelen. Veel nestjes heel dicht bij elkaar en de jongen motiveren elkaar. Duiven met heel kleine jongen worden nooit ingekorfd voor 2 nachten mand. De ervaring heeft geleerd dat de papvorming niet ideaal is om een goed resultaat neer te zetten. De laatste jaren gaan we b? de jongen op de rem staan in het vooruitzicht van een carrière als weduwnaar zegt Freddy. De jonge duiven vliegen maximaal twee nationale vluchten maar dan wel op een ideale nestpositie. Bij de duivinnen zijn dat kleine jongen en bij de doffers zijn dat grote jongen. “In 2013 hebben we een experiment gedaan en dat werd een tegenvaller. We hebben een ploeg jongen de 7 nationaals laten vliegen. Het resultaat was heel veel verliezen en uit wat overbleef hadden we wel twee superduiven. Die werden dan verder gespeeld als jaarduif en dat viel dan opnieuw tegen. We hebben in 2014 opnieuw hetzelfde gedaan en dat is ook verschrikkel?k tegen gevallen. De voeding van de jonge duiven is ongeveer identiek aan die van de oude doffers. Wanneer de jongen een nestje hebben (juli) dan wordt er tweemaal daags getraind. De 1e ronde werd 8 maal gespeeld... de 2e ronde werd 5 maal... en de 3e ronde werd 2 à 3 keer gespeeld boven de 300 km. De jongen hebben zeer goed gevlogen op de kleine halve fond terwijl er op de grote halve fond ( lees de nationaals ) te veel ups en downs waren.

Medisch

Vanaf de laatste wedstrijd in 2013 werden er geen medicijnen meer toegediend tot dat “het nodig werd” en bij de oude duiven werd zeker een afwachtende houding aangenomen. Tegen trichomonas werd er voor het seizoen (kan ook na 3 weken spelen) 5 à 6 dagen behandeld. Daarna werd er wekelijks één dag behandeld via het drinkwater. Voor de behandeling tegen luchtwegeninfecties werd er gewacht tot de resultaten wat minder werden en toen werd er 5 à 6 dagen behandeld.Tegen trichomonas werden de jongen op dezelfde manier behandeld als de oude duiven.Tegen de kopziekten werd er na het opleren 5 dagen behandeld. Deze behandelding werd nog eens herhaald voor Bourges en nog eens na wat mindere prestaties tijdens de nationale wedstrijden. De jonge duiven kregen af te rekenen met“one eye cold” en vanaf dan werd er bijna dagelijks gedruppeld. De behandeling werd daarna geleidelijk afgebouwd. Alleen de 3e ronde ontsnapte aanvankel?k aan deze oogkwaal.Daarna kreeg de derde ronde ook af te rekenen met deze plaag en kregen ook de 1e en 2e ronde nogmaals deze besmetting. Ook de 3e ronde werd op dat moment gedruppeld.

Selectie op de uitslag !

Een strenge selectie is het ordewoord van Jacques en Freddy Vandenheede ! Van de 90 oude doffers waarmee gestart werd bleef er één derde over. De selectie gebeurt op de behaalde kopprijzen en 3 maal per 20-tal op de vluchten van de waarheid is een must om te overleven. Een mooi model helpt niet want mooi is niet altijd goed en onder alle modellen zijn er goede duiven. Van de 80 duivinnen bleef er één vierde tot één vijfde over. De selectie is strenger dan bij de doffers omdat ze meer wedstr?den vliegen. De norm is hier 5 à 6 keer per 20-tal. Van de 240 jonge duiven bleven er zo’n 120 over. De jonge duiven vliegen te weinig wedstrijden om alleen op de resultaten te selecteren. Daarom wordt de afstamming ook in overweging genomen.

Het kweekhok

Een van de basispijlers van het kweekhok is nog altijd “het oude soort” (Mencke-Haelterman) met als uitschieters de “Zieken” en de “Freddy”. Dan hebben we nog de “Mattheo” die een zoon is van de “Limoges”... uit het stamkoppel van De Rauw-Sablon. Met Roland en Guy Nihoul werd er aan samenkweek gedaan. “De “Mastodont” (Vandenheede) “Romy II” (Nihoul) was een schot in de roos. De “Mastodont” is een zoon van de “Sjah”(zoon “Limoges” x “Goudklompje”) x “CoolerCouleur” (J. en J. Engels). De “Morgane” van Luc Vanaelst, Zingem ont-popte zich tot een uitstekende kweekduivin en werd moeder van de 1e Nat. Asduif Fond en de 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond. Een aantal nieuwkomers op het kweekhok wordt nog uitgetest.

De goeie duif

Een goeie duif is hier een duif die in haar carrière meer dan vijf keer per 100-tal gevlogen heeft. Enkele toppers die aan deze norm voldoen zijn ondermeer
“Annelise” B12/4186083 
1e Nat. Asduif Grote Halve Fond jaarlingen K.B.D.B. 2013 en
1e Prov. Asduif Grote Halve Fond jaarlingen K.B.D.B. 2013.

“Miracle Ace” B11/4244017  
1e Nat Asduif Fond K.B.D.B. 2013 en 1e Prov. Asduif Fond K.B.D.B. 2013.

Bender” B11/4220607
1e Nat. Asduif Grote Halve Fond K.B.D.B. 2012 en 1e Olympiade

duif “Marius” B09/4035303 en die schitterde met
2e Chateauroux 22.718 d...
1e Vierzon8336 d...
3eVierzon 5893 d...
3e Montlucon 6081 d...
17e Tulle 8323 d...
54e Chateauroux 16479 d...
1e Angerville 237 d .

“Science Fiction” B10/4101420
met 1e Nat.Tulle 6345 d
en moeder van 8e Nat. Asduif Grote Halve Fond oude... en ook moeder van
3e, 4e, 16e nat. Limoges 6907 d.

“Trigger Finger” B07/4093269 
3e Nat.Asduif Fond K.B.D.B. 2009.

Vooruitzichten 2015

Freddy Vandenheede : “Het is de bedoeling om in de toekomst nog minder druk te leggen op de jonge duiven. We gaan een 3e en 4e ronde kweken... we gaan die niet verduisteren... alleen goed opleren en geen competitie laten vliegen. We gaan daarb? een beperkte 1e ronde fokken (100 duiven) en daarmee de strijd aangaan op de nationale vluchten voor jonge duiven. Of we de 2e ronde in de str? d gaan werpen of ze gedeeltelijk spelen weten we nog niet. We gaan ook op de ingeslagen weg verder en voor de oude doffers zijn de wedstrijden van 600 - 750 km de hoofdbetrachting... de duivinnen worden gespeeld op de grote halve fond.

Varia

“Het rendement van de duivinnen is ogenschijnlijk hoger dan bij de doffers maar ze worden intensiever gespeeld en hebben een kortere carrière. We kunnen stellen dat zowel doffers als duivinnen die 10.000 km op de teller hebben op wedstr? den waar het echt om gaat niet slecht gevlogen hebben. Echte toppers gaan iets langer mee. Met de nieuwe indeling van de zones zijn wij niet van zone veranderd maar hebben we toch volgens ons inzien een betere positie gekregen. De favoriete positie is uiteraard meest westelijk op de grootste afstand in de zone. De nieuwe zone indeling is een tegemoetkoming aan de “buitenste kanten” van ons land. Maar of dat effect heeft moet nog afgewacht worden. Het “nationale spel” vinden wij een goed programma en dat niet alleen voor de grote hokken. De kampioenschappen worden gespeeld
met 1 en 2 en de kleine melker kan ook zijn effectieven verdelen zoals de grote hokken. Bourges II staat 3 weken na Chateauroux van 11 juli gepland en moet eigenlijk niet meer meetellen voor de nationale kampioenschappen oude duiven... 7 wedstrijden en gedaan. Ook het huidige fondprogramma is niet ideaal voor de tweejaarse duiven. Tussen Limoges- Limoges-Brive liggen er telkens 3 weken en dat is te lang. We zijn voor een degelijke dopingcontrole maar het storen van de duiven tijdens de
voorbereiding op de inkorvingsdag is niet ideaal. Laat de controle maar gebeuren in het duivenlokaal. Een randbemerking nog... zie de hoge prijzen die betaald worden voor de nationale asduiven ! Negen van de tien keer werden deze toppers nooit gecontroleerd op doping.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.