NIELS BROECKX - 1e en 3e Olympiadeduif Marathon Maastricht 2024

Liefhebber: 

Onderwerp: 

Oud-Turnhout is meer dan een afrit aan de E34. Het mag de laatste jaren gerust de duivenhoofdstad van de Noorderkempen genoemd worden. De kampioenenviering van de “Turnhoutse Fondvrienden” is zonder twijfel een van de mooiste duivenfeesten die de duivenwinter rijk is.

Oud-Turnhout ademt echt nog duiven. Je bent ook nooit zeker van je overwinning alvorens de liefhebbers uit “de overvlucht” ook hebben gepakt. De bekendste familienamen in duivenstad Oud-Turnhout zijn zonder enige twijfel Broeckx en Van Oeckel.
Vorig seizoen waren we nog te gast bij Leo en Maria Broeckx ter gelegenheid van hun internationale overwinning op Agen, vandaag zitten we aan de koffiekoeken bij hun zoon en schoondochter, Jan en Marleen. Onnodig 
te zeggen dat Jan de duivensport met de paplepel heeft meegekregen. Het zou me niet verwonderen moest bij Leo en Maria de pot soms al eens sportmengeling geschaft hebben.
Jan en Marleen vestigden zich in 2007 in Oud-Turnhout, en omdat ze in Baarle-Hertog reeds speelden onder de naam “Jan Broeckx” werd er in Oud-Turnhout dan maar gestart onder de naam van zoon Niels. Jan speelt al bijna 30 jaar met de duiven. Jan was bakker en Marleen deed de bakkerij/winkel. Dit betekent natuurlijk lange, zware dagen en vooral hele korte nachten. Geen evidentie om dit te combineren met duivenspel.
In 2012 werd de bakkerij echter van de hand gedaan en de focus kon nu meer komen te liggen op de hobby, duivenmelken dus. Dit leek te lukken, in 2012 presteerden de jonge duiven schitterend in Oud-Turnhout en een jaar later deden ze dit als jaarling nog eens over. Ondertussen grossieren ze in Oud-Turnhout in asduiven, olympiadeduiven en andere ronkende titels.
Ook dit jaar mochten ze hun koffers pakken en naar de Olympiade in Maastricht gaan. “Olympic F-16 Runner” (B19-6066027) en “Olympic Linci Runner” (B21-6083476), twee duivinnen, werden respectievelijk 1e en 
3e Olympiadeduif Marathon (categorie E). Tussen beide duivinnen van Broeckx in parkeerde Joost De Smeyter (Melden) zich op de 2e plaats, toch niet de eerste de beste op de langste afstanden. Dit toont aan dat het een prestatie was om u tegen te zeggen die Jan en Marleen afgeleverd hebben. “Het is een hele eer dat zo’n grote naam zich tussen onze duiven zet”, aldus Jan.

HOOGTEPUNTEN UIT DE CARRIERE

1e Olympiadeduif Fond (Cat C) Brussel 2017 : “Olympic 306’ke” (B14-6031306)
2e Olympiadeduif Fond (Cat C) Roemenië 2022 : “Olympic New Elfje” (B12-6130384)
1e Olympiadeduif Marathon (Cat E) Maastricht 2024 : “Olympic F-16 Runner” (B19-6066027)
3e Olympiadeduif Marathon (Cat E) Maastricht 2024 : “Olympic Linci Runner” (B21-6083476)

2e Nat. Argenton 2021 : “Argenton Runner” (B20-6153297)
3e Nat. Aurillac 2023 : “Aurillackske” (B19-6066126)
3e Nat. Montlucon 2015 : “Olympic 306’ke”

4e Nat. Kampioen snelheid jonge 2019
6e Nat. Kampioen GHF jaarlingen 2015
15e Nat. Kampioen GHF jonge 2015
20e Nat. Kampioen snelheid oude + jaarse 2020
25e Nat. Kampioen snelheid oude + jaarse 2021

9e Nat. Asduif GHF jaarse 2015
10e Nat. Asduif GHF jonge 2015
11e Nat. Asduif GHF jaarse 2013
14e Nat. Asduif snelheid jaarse 2020
15e Nat. Asduif GHF jaarse 2015
17e Nat. Asduif snelheid jaarse 2020
17e Nat. Asduif ALL ROUND oude + jaarse 2022
19e Nat. Asduif Fond oude 2023
22e Nat. Asduif Fond oude 2023

Superstar van de Maand juli Fond Gouden Duif 2014 
Superstar van het Jaar Fond Gouden Duif 2015

Veel jongen nodig

Veel koopt Jan niet bij, maar als hij iets haalt, moet het iets goed zijn. Zijn versterkingen komen vooral voort van bons die hij koopt, tot wel een 20-tal per jaar. Zo sla je immers twee vliegen in een klap. Je versterkt je hok en je steunt een vereniging. De versterkingen komen vooral van toppers uit de eigen streek. Als je in de Antwerpse Kempen woont, waarom zou je dan ver gaan rijden om versterking bij te halen? De pedigrees van de winnaars vindt u bij dit artikel, en kijk maar naar de namen die erop staan, Bart & Nance Van Oeckel (Oud-Turnhout, waarmee ze jaarlijks vijf duiven uitwisselen), Stefaan Lambrechts (Berlaar), Paul Voeten (Oud-Turnhout), Gaston van de Wouwer (Berlaar), Jos De Swert (Kessel), Bart Geerinckx (Wommelgem)...
Bij de selectie van de kwekers is vooral de afstamming heel belangrijk. Prestaties alleen volstaan niet, er moet ook een mooie pedigree bij horen om op het kweekhok in Oud-Turnhout terecht te komen. Jan en Marleen hebben een 50 kweekkoppels waaruit ze jaarlijks 300 jongen kweken om zelf mee te vliegen. Zoveel jongen hebben ze nodig om genoeg duiven te hebben voor alle afstanden.

De jongen worden verduisterd van begin maart tot eind juni van 17 u tot 8 u en ze worden bijgelicht van eind juni tot einde seizoen van bij het krieken van de dag tot 23 u. Ze worden stapsgewijs heel vaak weggevoerd (tot wel 40 maal) tot max. een 40 km. Komen ze niet vlot thuis, dan worden ze de volgende maal op dezelfde plaats gelost. Na het opleren wordt er onder normale omstandigheden eenmaal per week met hen gereden (60 km). Bij die opleervluchtjes mogen ze bij thuiskomst een kwartiertje samenblijven.
Vanaf begin juli wordt er op de schuifdeur gespeeld. Bij inkorving komen ze twee uur samen en bij thuiskomst mogen ze tot ’s anderendaags samen blijven.
Alle jonge duiven moeten op het einde van het seizoen minstens één Nationale vlucht in de vleugels hebben. Voor 22 jonge doffers wacht er een verlengd verblijf op de vlieghokken, de selectie gebeurt vanzelfsprekend aan de hand van hun prestaties. De duivinnen mogen allemaal blijven, hun selectie gebeurt pas later op het fondspel.

De hokken van Jan, Marleen en Niels Broeckx in Oud-Turnhout.De vrouwenhand

Jan is, zoals men dat in andere sporten vaak pleegt te noemen, een duivenroyalty, hij stamt uit een geslacht van duivenmelkers. Net als Mathieu en Thibau in de koers kreeg Jan het duivenmelken mee via de genen en via de papfles. Maar net zoals een renner niets is zonder een goede rennersvrouw aan zijn zijde, zo is ook het aandeel van menig duivenvrouw niet gering in het succes van manlief.
Zo is tevens het geval bij Jan en Marleen Broeckx. Marleen heeft zich helemaal gevonden in de passie van manlief en zij zorgt dan ook graag voor de vrouwenhand op het hok. Er zijn genoeg hokken te vinden waar nooit een vrouw een voet op zet, en toch zeggen alle melkers die een vrouw hebben die meehelpt dat die vrouwenhand iets extra toevoegt. Zonder peper en zout kan je perfect een voedzame maaltijd op tafel zetten, maar je ontbreekt dan toch net die extra touch die alles op smaak brengt.
Ons inziens is die meerwaarde vooral het brengen van rust. Rust binnen het gezin, waar twee zich met dezelfde hobby bezighouden, zal daar minder snel wrijving over ontstaan, en rust ook op het duivenhok. Of het iets te maken heeft met een moederinstinct laat ik aan wetenschappers over en durf ik zelf zeker niet te beweren, maar feit is dat vrouwen vaak beter zijn in het brengen van rust.

Bij Broeckx zijn de taken zo verdeeld, Jan doet de duiven/het duivenspel en Marleen staat in voor het poetsen, een badje geven, de partners klaarzetten van de thuiskomende duiven, pedigrees opstellen, invoeren van uitslagen, kortweg het hele randverhaal, zodat Jan zich enkel maar te focussen heeft op zijn duivenspel.
Een niet te onderschatten taak dus, zeker met de hoeveelheid duiven die ze in Oud-Turnhout onder de pannen hebben. De hokken zien er heel het seizoen onberispelijk uit en ondanks de beperkte verluchting heerst er een prima hokklimaat. Kan ook niet anders, hoe zouden ze immers zulke resultaten kunnen spelen op een slecht hok? Allemaal de verdienste dus van Marleen die er meer dan een volwaardige dagtaak aan heeft.
Bij thuiskomst laat Marleen na een tijdje de duivinnen bij hun partners. Na enige tijd laat ze de duivinnen eten en zet ze die terug bij hun partner tot de volgende ochtend. Dit is een vertrouwd gebeuren dat ze kennen. Rust brengen dus!

De Quiévrainvliegers

Jan en Marleen spelen met verschillende ploegen op verschillende hokken. Er is één hok van 3 m dat is bestemd voor de Quiévrainvliegers. In 2023 bestond die ploeg uit 17 oude en jaarse doffers die op klassiek weduwschap enkel dus Quiévrain (136 km) vliegen. Voor de vlucht krijgen ze geen partner te zien, alleen nestschalen. Wel durft Jan bij de Quiévrainploeg al eens een duivin op de gang te gooien om de heren wat heviger te maken. Bij thuiskomst mogen ze een uurtje bij hun partner.
Begin maart begint het opleren. Voor aanvang van het seizoen wordt er een keer of 2-3 gereden met de duiven en vanaf dan trainen ze tweemaal daags thuis en gaan ze iedere week de mand in naar Quiévrain.
Op zaterdag moet deze ploeg al vroeg de mand in want op hun hok komen de fondduivinnen thuis. Jan vind dit geen probleem, zo kunnen ze nog rustig gepakt worden, moet er niet gejaagd worden en zo zijn ook de doffers weer rustig wanneer ze ingekorfd worden.

De Noyonvliegers

Het tweede hok is dat van de Noyonvliegers. Voor alle afstanden hebben ze bij Broeckx dus een aparte ploeg. Als ze als jonge duif een Nationaal gevlogen hebben gaan ze naar de GHF, de Nationaals. Hebben ze dit niet gedaan dan blijven ze op halve fond, de doffers spelen ze hoofdzakelijk op de snelheid.
De Noyonploeg bestond vorig seizoen uit een 20 doffers en duivinnen die op totaal weduwschap gespeeld werden. Naar de toekomst toe zou Jan graag wat meer hafo spelen en daarvoor wordt dan naar deze ploeg gekeken.
De voorbereiding en het spel met de Noyonploeg is grotendeels dezelfde als deze voor de Quiévrainvliegers. Ook hier wordt tweemaal daags getraind. De weduwnaars niet lang, want dat heeft toch geen zin, die geven er al snel de brui aan. De duivinnen trainen uit zichzelf tot 1,5 u en gaan zitten hoort daar niet bij.

De fondvliegers

De derde ploeg dan, de fondploeg. De eerste twee ploegen hebben telkens 3 m hok, de derde ploeg heeft 6 m hok, het is dan ook de grootste ploeg. Om dit hok draait het uiteindelijk in deze reportage, hier huizen tenslotte de dames die het tot op de Olympiade in Maastricht geschopt hebben. Op die 6 m hok werd vorig seizoen gestart met 80 duivinnen op klassiek weduwschap (het seizoen werd beëindigd met een 50-tal). Waarom duivinnen? Omdat de doffers volgens Jan niet sterk genoeg zijn om elke week fond te vliegen. De dames moeten tot 5 weken na mekaar 700-800 km aankunnen.
De fondploeg werd verduisterd tot begin mei. Ze werden niet gekoppeld en mochten ook niet leggen, pas in mei kwamen ze 1 week samen met hun partner. Er werd voor het seizoen een paar keer gereden en daarna gingen ze via achtereenvolgens Quiévrain, Noyon en Melun richting de Nationale vluchten.
Ook hier worden geen partners getoond voor het inkorven. Bij aankomst mogen ze eerst een half uur rusten (de partners zitten nog opgesloten) daarna worden de duivinnen gepakt en één voor één bij de doffers gezet. Na een uurtje samen gaan ze terug uit mekaar en krijgen ze volle bak eten. Hierna worden de duivinnen weer individueel gepakt en mogen ze bij hun partner blijven tot ’s anderendaags. Wederom is het codewoord rust. Rust is heel belangrijk op de hokken in Oud-Turnhout.

Rovers

Roofvogels zijn ook hier een groot probleem. Dit jaar bleef de schade nog enigszins binnen de perken, maar het seizoen ervoor was echt rampzalig. Iedere dag werden er minstens twee gepakt tot er op een gegeven moment al 32 gepakt waren. De duiven waren zo bang dat ze zelfs niet meer durfden te eten. Tot overmaat van ramp werd toen ook één van hun beste duiven gepakt, die had vier keer na mekaar kop gevlogen, maar ja, daar kijken rovers natuurlijk niet naar.
Jan: “Dat was toen echt triestig, je zou voor minder de moed laten zakken. Je kan er zo weinig aan doen, je bent zo hulpeloos, dat is zo frustrerend. Je steekt al je tijd en energie in het kweken, opleren en trainen om je duiven tiptop te kunnen inkorven en dan duikt er zo’n smeerlap tussen. Ik ben dan begonnen met ze later los te laten, dan hadden ze al ergens anders een buffet gevonden. (lacht) Helaas is dit ook geen duurzame oplossing, je verschuift alleen maar het probleem naar iemand anders.”

Zo geraken de jongen gewend aan “volk” voor het hok...Hitteprotocol

Jan geeft in principe altijd duiven mee, behalve als hij echt geen schijn van kans maakt om te winnen. Dit is het geval bij NO-wind, knal op kop dus, dat is moordend voor de duiven in de overvlucht. De andere grote vijand is natuurlijk de hitte. Boven de 30°C worden er geen duiven voor de fond ingekorfd.
Wanneer het te heet is gaan ze enkel maar mee op Quiévrain of Noyon, zelfs niet naar de hafo. Dit laatste heeft geen zin volgens Jan. “Die fondduiven kunnen dat niet, hafo vliegen, die komen altijd veel en veel te laat thuis, ongetwijfeld omdat die onderweg regelmatig eens stoppen om te drinken. Heel nuttig en noodzakelijk op de fond, compleet tijdverlies natuurlijk op de hafo.
Wanneer het heet is worden de jongen heel vroeg weggevoerd (6u) en dan gebeurt het wel eens dat, wanneer ze door de hitte moesten thuisblijven, de fondduivinnen ook mee de korf ingaan naar Ranst.

Het medisch plaatje

Weinig spectaculairs te melden op medisch vlak. Jan is geen tegenstander van medicatie maar is evenmin iemand die veel medicatie gebruikt. Duivenvriend en overbekend duivenarts Raf Herbots wordt tweemaal per jaar bezocht en heel regelmatig hangt Jan bij hem aan de telefoon om raad.
De vitesseduiven krijgen voor aanvang van hun seizoen 5 dagen gele druppels over het voer ter voorkoming van tricho. De fondvliegers krijgen maandelijks een pilletje “4 in 1” (van Herbots) en alle oude en jaarlingen krijgen ieder jaar 10 dagen lang medicatie en daarna worden ze geënt tegen paratyfus.
De jonge duiven worden bij het spenen een eerste maal geënt tegen herpes en na 5 weken volgt dan een enting tegen paramixo en de pokken.

Wat schaft de pot?

De voeding op de hokken in Oud-Turnhout komt uit de mengfabriek van Beyers. De vitesseduiven krijgen heel de week de Vandenabeele-mengeling van Beyers. Op vrijdag komt hier kemp en snoepzaad bij en zaterdags (de dag van inkorving) wordt er niet gevoerd (en ook niet meer getraind). Bij thuiskomst krijgen ze dan de sportmengeling.
De fondduivinnen krijgen bij thuiskomst op zaterdag en zondag “volle bak” energiemengeling (ook de Noyonduivinnen krijgen dit). Van maandag tot woensdag krijgen ze dan Vandenabeele-mengeling als ontbijt. Maandag- en dinsdagavond krijgen ze ook deze Vandenabeele-mengeling. Woensdagavond wordt het energiemengeling en donderdag 2x energiemengeling.
In de loop van de week krijgen ze vitaminen, biergist, melkgist en conditiepoeder, allemaal producten van Herbots. Elektrolyten worden hier niet gegeven want dan drinken ze minder. Rust zal wel voor de nodige recuperatie zorgen.

Het seizoen 2024 is ondertussen reeds in volle voorbereiding. Hoe hij alles precies gaat aanpakken weet Jan nog niet 100% zeker, dat hangt tenslotte ook van de omstandigheden af. Ambitieus is hij echter zeker. Het palmares van Jan en Marleen mag ondertussen meer dan gezien worden. Ze ruilden hun warme bakkerij in voor een “hot” duivenhok en met succes. Eén ding ontbreekt er echter nog op hun palmares, een Nationale titel. 
Reeds driemaal waren ze zeer dichtbij “Argenton Runner” (B20-6153297) won 2e Nat. Argenton, “Aurillackske” (B19-6066126) won 3e Nat. Aurillac en “Olympic 306’ke” (B14-6031306) werd 3e Nat. Montlucon.
André en Anette Roodhooft halen al jaren duiven bij Jan en Marleen. In 2023 wonnen zij met “Marleentje” (B22-6060477) op Châteauroux (563 km) de 1e Nat. van 3.994 duiven en de snelste van 22.871. Dit voelde voor Jan en Marleen bijna aan als een eigen overwinning.
Dit jaar zijn er veel oude duiven naar het kweekhok verhuisd, dus van de oude verwacht Jan niet veel, maar voor zijn jaarse heeft hij hoge verwachtingen. Niet te heet, wat wind in de flank/staart en dan zouden de jaarlingen in Oud-Turnhout wel eens mee kunnen doen voor de prijzen, u weze gewaarschuwd!

Ons bezoek aan Jan en Marleen was veel te kort. Deze mensen ademen duiven en wanneer ze zich eens prikken komt er puur duivenbloed uit gedruppeld. Bovendien zijn het daarbovenop nog eens twee oergezellige, leuke mensen. Echte nuchtere Kempenaars ook, die hun nuchterheid alleen maar verliezen wanneer er iets te vieren valt. Gelukkig vieren ze vaak en veel in de Kempen.
Niets verloren echter, ik voel aan mijn theewater dat ik niet voor het laatst aan de keukentafel in Oud-Turnhout heb gezeten. Dat krijg je nu eenmaal als je ons koffie en koffiekoeken voert, dan komen wij maar al te graag terug.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.