WILLY DANIELS - 1e Nat. Asduif Grote halve fond jaarse

Liefhebber: 

Kessel – Kessel is een deelgemeente van de gemeente Nijlen en ligt in de provincie Antwerpen. De Sint Lambertuskerk was een schoolvoorbeeld van de Brabantse gotiek uit de 14e/15e eeuw en was toen een belangrijk bedevaartsoord. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerktoren gedynamiteerd door het Belgisch leger omdat de Duitsers anders een perfecte uitkijktoren zouden gehad hebben die de hele omgeving bestreek. Later werden de kerktoren en de wenteltrap volledig gerestaureerd. Het fort van Kessel maakte deel uit van de buitenste verdedigingsgordel van Antwerpen. Zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog was de rol van het fort vrij snel uitgespeeld. Na de Tweede Wereldoorlog werd het een recreatiegebied. Momenteel doet het dienst als overwinteringplaats voor vleermuizen.

Kessel zal in de duivensportgeschiedenis vooral herinnerd worden door Maurits Voets. Een minzame man die een excellente duivenmelker was en heel wat melkers zijn geslaagd met zijn duiven. 

Willy's vader Frans Daniels was duivenmelker ofschoon hij niet echt een hoogvlieger was. Van zijn 6 zonen was alleen Willy in duiven en duivensport geïnteresseerd. Vanaf zijn twaalfde mocht hij met vader meehelpen op het duivenhok en zijn taak bestond voornamelijk in het kuisen van de hokken en het inkorven van de duiven. Maar hij was bezeten van duiven en hij verslond duivenboeken bij de vleet.
In 1978 begon Willy met duiven aan de Veldstraat in Kessel en hij leerde Maurits Voets kennen. Maurits was tijdens zijn laatste levensjaren veel ziek en Willy ging daar regelmatig de duiven verzorgen. Maurits was een fijne melker en daar heeft Willy voor een groot stuk de knepen van de duivenstiel geleerd. 

ZO WON HIJ NAT. ASDUIF Grote halve fond jaarse
Argenton I Nat. 22.712 d. 3
Chateauroux I Zone B1 8584 d. 14
Chateauroux III Nat. 4389 d. 8
Chateauroux II Nat. 14.955 d. 120

Voetsduiven

Ook Willy Daniels groeide uit tot een duivenkampioen buiten formaat en zijn kolonie bestaat nog voor 70 procent uit Voetsduiven. De “Chabot” en de “Witflap” gaven goede nakweek maar de “Lichte Bourges” van Voets was een echte wereldtopper en zijn bloedlijn loopt als een rode draad doorheen de kolonie van Willy Daniels.
Later kwamen daar nog duiven bij van De Meyer en Zoon, Kessel. Zij waren de uitblinkers op de snelheid en deze vitessers werden in zijn stam ingekruist. Er kwam ook nog versterking van Jos Bastiaens, Wommelgem die het soort van L-B-J Geerinckx onder de pannen had. Ook bij Van Leest-Peeters, Nijlen werden enkele duiven gehaald waarmee goed gelukt werd. In 2015 werd er aan samenkweek gedaan met Paul Huls, Zonhoven en ook dat was een schot in de roos. Alfons Hens, Nijlen leverde via een bon de vader van “Sara” en “Selin” of de 1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jaarlingen in 2016 en 2017. Ook met een duivin van Gebr. Van Gestel, Bevel was Willy succesvol.
En het succes wenkte ! Willy Daniels werd het laatste decennium een gevierd kampioen en maakte naam en faam via het behalen van nationale overwinningen op de grote halve fond, een Olympiadeselectie en 1e Nationale Asduiven op de grote halve fond (zie kader). Zonder overdrijven durven we stellen dat hij een van de beste melkers van België is !

De kleine maar fijne hokinstallatie van Willy Daniels.15 duivinnen op weduwschap

Willy Daniels kwam aan de start van het seizoen 2017 met een ploeg van 15 jaarse duivinnen op het weduwschap... 60 jonge duiven en 19 koppels kwekers. 
De eerste koppeling heeft rond Kerstmis plaats en er wordt een koppel jongen groot getrokken. Er volgt later geen tweede koppeling meer. Vanaf oktober tot 15 maart komen de duivinnen niet meer los. Ze zitten overdag in de twee volières van elk 8 duiven en ‘s nachts gaan ze naar het slaaphok waar ze opgesloten worden in hun nestvak. Er zijn weinig problemen met het onderling paren. Na 15 maart begint de training en de duivinnen worden zuivering gevoederd.
Bij goed weer wordt er op 1 april gestart met opleren... bij slecht weer een week later. De duivinnen gaan in 4 etappes tot Mechelen (10 km) en worden telkens in groep gelost. Eens opgeleerd worden ze tussendoor niet meer weggevoerd en bij aankomst van de leervluchtjes zien ze hun partner niet. Vervolgens wordt het Brussel, Quiévrain, Noyon, halve fond tot La Souterraine (600 km).
Vanaf het inkorven voor de halve fond komen doffer en duivin samen. Een vijftal minuten is voldoende. Bij thuiskomst van een moeilijke nationale wedstrijd blijven ze tot ‘s avonds samen. Bij een lichtere wedstrijd wordt de duur van het samenzijn beperkt tot een paar uur.

In het voorjaar wordt er alleen ‘s avonds getraind en vanaf mei, wanneer het wat warmer is, wordt er tweemaal aan huis getraind. Het trainen is zeer belangrijk in de conditieopbouw en laat zien wanneer de duiven in orde zijn. De duivinnen trainen normaal een vol uur en dat wordt door Willy goed in het oog gehouden. Hij ziet graag dat de duivinnen zo’n 20 minuten wegtrekken. Eens ze op het dak neerstrijken dan worden ze meteen binnen geroepen. Ze worden telkens gevoederd op het slaaphok. ‘s Morgens na het voederen gaan ze naar de volière, ‘s avonds worden ze dan op het slaaphok in hun woonbak opgesloten.
Willy Daniels : “Het verblijf in de volières voor de hokken, waarvan alleen de voorkant open is, is belangrijk. De duiven krijgen daar veel meer zuurstof dan op het hok. Alleen moet er voor gezorgd worden dat ze niet in de tocht zitten. Het scherpt ook de natuurlijke weerstand aan en het wapent hen tegen de luchtweginfecties. En zoals altijd... het moet gebeuren met goede duiven.
Wegens het beperkt aantal plaatsjes op het vlieghok is de selectie hier uiteraard behoorlijk streng. Van de duiven die blijven wordt verwacht dat ze 4 keer per tiental vliegen op de grote halve fond. Van de 15 duivinnen bij de start bleven er aan het einde van de rit slechts 5 over en de open gekomen plaatsen worden aangevuld met de beste jonge duivinnen.
 Ik hou van een duif met een zachte pluim en een goed model. Onder goed model versta ik het langere type van duif met langere spieren. Een goede duif is ook altijd alert op het hok. Ik heb ook ondervonden dat de beste jonge duiven ook de beste oude duiven worden.
Waarom met duivinnen ? In 2010 ben ik begonnen met duivinnen te spelen en dat is goed meegevallen en ik ben dat blijven doen. Door plaatsgebrek is er geen plaats meer voor een hok voor weduwnaars. Voor de grote halve fond met 2 nachten mand zijn duivinnen beter dan doffers. Ze zijn veel kalmer in de mand dan de doffers. De meeste nationale wedstrijden worden gewonnen door duivinnen, wat uiteraard niet wil zeggen dat er geen goede doffers zijn.”

60 jonge duiven

Het spel met oude en jaarse duivinnen primeert in Kessel wat echter niet wil zeggen dat het spel met de jonge duiven niet belangrijk is. Er worden zo’n 60 jongen gekweekt uit vliegers en kwekers die aan de ouderdom van 25 dagen gespeend worden. Doffers en duivinnen gaan samen op hetzelfde hok. Er wordt verduisterd van 15 maart tot begin juli. Vanaf het opheffen van de verduistering tot einde seizoen wordt er bijgelicht.
Bij het opleren gaat het in een 6-tal etappes tot Mechelen en vervolgens 2 à 3 keer Quiévrain, Noyon, en de jonge ploeg is vertrokken. Na het opleren worden de jongen tussendoor niet meer weggevoerd. Willy vindt het wel een voordeel dat de jongen tussendoor nog eens weggevoerd worden maar hij voelt zich te oud voor deze job en dan heb je nog het steeds drukker wordend verkeer. In principe vliegen de jonge duiven 4 nationale wedstrijden. De jonge duiven trainen maar 1x daags en dat is ‘s morgens.
Vanaf de halve fond (eind juni) wordt de jonge bende op de schuifdeur gespeeld. Bij het inkorven komen doffers en duivinnen 1 à 2 uur samen. Bij aankomst van een wedstrijd blijven de partners samen tot ‘s avonds.
Op het hok van de jonge duiven wordt er niet gestreefd naar extra motivatie. De doffers hebben hun gewoon nestvak... de duivinnen zitten op kapelletjes. Er worden geen kartonnen dozen of wegkruipbakjes geïnstalleerd en er worden ook geen oude partners ingeschakeld.
Ook hier is de selectie behoorlijk streng. Van de 60 jonge duiven gingen er 12 (duivinnen) naar het vlieghok en de beste jonge doffers gaan naar het kweekhok.

MET EEN GOUDEN RANDJE
1e Nat. Asduif Grote halve fond jaarse 2017
1e Interprov. Vierzon 4853 jaarse 2017
1e Nat. Kampioen Grote halve fond jaarse 2016
1e Nat. Asduif Grote halve fond jaarse 2016
1e Nat. Chateauroux 9540 jaarse 2016 (snelste 16.390 d.)
1e Nat. Chateauroux 18.676 oude 2015
1e Nat. Chateauroux 5.887 jaarse (snelste 27.028 d.) 2015
1e Algemeen Kampioen Antwerpse Fondclub 2013
1e Olympiadeduif Halve fond Dortmund 2009
1e NAT. Argenton 5.022 oude 2008

“Selin”

“Selin” B16/6064083 is de 1e Nat. Asduif grote halve fond jaarlingen KBDB 2017 en zij is een volle zuster van “Sara”die op haar beurt de 1e Nat. Asduif grote halve fond jaarlingen KBDB 2016 werd. Het is een heel mooie geschelpte duivin met een zachte pluim. Zij is van het langere type met lange spieren zoals Willy ze graag ziet. Op het hok is het een rustige duif die gemakkelijk te motiveren valt. Bij aankomst van een wedstrijd is het een vlotte binnenloper. “Selin” en “Sara” werden beiden uit het fantastisch koppel “Florus” B13/6314344 (Alfons Hens) x “Sakira” B13/6051147 geboren. Het zou nog nooit gebeurd zijn dat twee zusters ieder de titel van 1e Nat. Asduif grote halve fond jaarlingen binnenhaalden.
Maar bovenal realiseerde “Selin” een fantastisch palmares met 1e semi-nat. Vierzon 4854 d (snelste van 12.926 d); 3e nat. Argenton 22.645 d; 8e nat. Chateauroux III 4.421 d; 67e nat. La Souterraine 16.613 d; 73e nat. Chateauroux 26.695 d; 120e nat. Chateauroux 14.955 d; 205e nat. Argenton 19.592 d; 254e nat. Argenton 11.503 d.

Zuivering “Maurice Casaert”

De 15 jaarse duivinnen werden elke week gespeeld. Ze moeten iedere week van het hok aldus Willy Daniels. Ze werden gespeeld volgens het schema van een nationale wedstrijd, een provinciale wedstrijd, een nationale wedstrijd, een provinciale wedstrijd enz. Na een heel lastige wedstrijd wordt er een tussenvluchtje van 100 km gevlogen en dat gebeurde in 2017 slechts één keer.
De basisvoeding in Kessel is zuivering “Maurice Casaert” van Vanrobaeys. Het is een lichte zuiveringsmengeling met kleine Franse maïs. Van zaterdag tot en met dinsdagmorgen wordt deze zuivering gevoederd. Van dinsdagavond tot en met woensdag wordt het deze zuivering + 1/4 Franse maïs. Op donderdag wordt het dan volle bak “Top Energy” (energierijke mengeling). Er worden mineralen van Backs verstrekt. Over het voeder wordt er wat biergist en melkgist gestrooid.
Op zaterdag bij thuiskomst zijn er elektrolyten in het drinkwater. Op zondag en maandag gaat er Avidress in het drinken en op dinsdag vitamines. Op woensdag en donderdag wordt er zuiver water gedronken.
Bij het binnenroepen na de training wordt er snoepzaad en pinda’s gevoederd.

Weinig medisch

Willy is de melker die de medische begeleiding zeer beperkt houdt. Voor aanvang van het vliegseizoen gaat hij op consultatie bij de dierenarts. Dan wordt er 3 dagen behandeld tegen trichomonas en 3 dagen tegen luchtweginfecties. In 2017 heeft hij geen van deze twee behandelingen in de loop van het seizoen moeten herhalen. Bij eventuele problemen wordt opnieuw de dierenarts geraadpleegd.
De vliegduivinnen werden ingeënt tegen paratyfus evenwel zonder medicijnbehandeling vooraf. 
Willy Daniels : “Duiven die goed komen moet je met rust laten. De duiven zitten zomer en winter in de volière en kunnen natuurlijke weerstand opdoen. Dat is zeer doeltreffend tegen de gevreesde luchtweginfecties.”

Volières voor de hokken.Volières voor de hokken

Er wordt gespeeld op 14 m vlieghokken voor jonge en oude duiven samen. De vliegduivinnen krijgen onderdak op hokken die 40 cm boven de grond gebouwd zijn... de hokken van de jongen staan zo’n 20 cm boven de grond. De volières voor de hokken zijn 1 m breed en 1 m hoog en alleen de voorzijde is open om tocht te vermijden. Ook de jonge duiven zitten overdag in de volière.
De duivinnen zitten op een hok met golfplaten. Boven en voor de duiven is een verluchtingstrook van een halve meter breed met windbreekgaas. De rest van het plafond is dicht. Het zijn behoorlijk droge hokken die alleen wat last van vochtigheid hebben in de winter. De hokken van oud en jong worden ‘s morgens gereinigd en overdag zitten de duiven in de volière. Eenmaal per jaar is er grote kuis. De drinkpot wordt 1x per week gereinigd.

Twee topkoppels

  • Een topkoppel is uiteraard B13/6314344 “Florus” x B13/6051147 “Sakira” die de ouders werden van “Sara” B15/6034008 en “Selin” B16/6064083 en die beiden 1e Nat. Asduif grote halve fond jaarse KBDB werden respectievelijk in 2016 en 2017.
  • Tweede topkoppel is B08/6373623 “Thomas” x B10/6025224 “Kiara” die de ouders werden van B15/ 6034025 “Kaat” met 1e Nat. Chateauroux 9.540 d en snelste van 16.390 d. “Kayala” is een zuster van “Kaat” en die vloog in 2016 8 op 8 op de nationaals van de grote halve fond.

Twee toppers

  • “Blauwe Stoces” B05/6231037 werd 1e Olympiadeduif Halve Fond Dortmund 2009. Hij sierde zijn palmares met 1e nat. Argenton 5.208 d; 1e Dourdan 884 d; 1e Pithiviers 720 d; 1e Melun 896 d; 2e Dourdan 762 d; 3e Pithiviers 402 d; 5e Interprov. Argenton 3879 d; 5e Interprov. Chateauroux 2424 d; 5e Noyon 234 d; 11e Toury 595 d; enz.
  • “Nikki” B11/6140876 met 1e Nat. Chateauroux ‘15 18.604 d; 4e Interprov. Vierzon 10.480 d; 33e Nat. Bourges 22.663 d; 51e Nat. Bourges 16.859 d; 81e Nat. Guéret 12.592 d; 175e Nat. La Souterraine 7176 d; 277e Nat. Bourges 19.655 d; 408e Nat. Guéret 7681 d; 431e Interprov. Vierzon 9004 d; 545e Nat. La Souterraine 9548 d; enz.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.