JOHN MEURYSSE – Kerstmis met een jong talent

Liefhebber: 

Oeselgem – Het West-Vlaamse Oeselgem ligt langs de Leie tegen de grens met Oost-Vlaanderen. De naam zou betekenen “woonplaats waar de Leie kronkelt”. Het dorp verloor heel wat van zijn idyllische omgeving door het rechttrekken van de Leie in 1974. De Oude Leie nabij de kerk werd daarna gedempt.

Het is stilaan hoog tijd om een bijdrage voor het Kerstnummer van 2014 af te leveren. We piekeren ons een pleuris om een melker te vinden die zou passen in het kader van “Stille Nacht, Heilige Nacht”. De meeste van de “oude glories” zijn reeds opgenomen in de liefde van de heer. En duivenmelkers als Jos Klak... Adriaan Janssen... en Arie van den Hoek lopen de dag van vandaag niet meer van de band...
We kozen resoluut voor een andere aanpak ! Een jonge duivenmelker... hij en zijn echtgenote Kathleen gaan nog iedere dag werken... en ze hebben drie zonen Robbe (7) en de tweeling Kobe en Niels (5) die daarbij nog alle drie voetbalgek zijn.
John Meurysse (39) uit de Palingstraat in Oeselgem past perfect in dat plaatje. De kerstboom heeft er een centrale plaats in de woonkamer en de kerststal is van een moderne snit. Het is reeds kerstvakantie en de kinderen zijn uitgelaten en blij en willen maar al te graag rond de kerstboom poseren.
John kan er een paar uurtjes tussenuit knijpen om ons zijn levensloop toe te lichten. Een carrière met veel hoogtepunten maar ook met enkele droeve momenten. Daarenboven speelde hij een schitterend seizoen 2014 en hij heeft enkele kleppers op zijn hok die de status van topduif dubbel en dik verdienen.

Grootvader Roger Meurysse had duiven en woonde juist naast de school. Toen de school uit was, en zijn ouders nog niet thuis waren van hun werk, sprong John bij grootvader binnen tot zijn ouders hem kwamen ophalen. Hij kreeg daar vrij snel een oude duivenkiel van opa aangemeten en ging mee de duiven soigneren.
Toen hij tien jaar oud was, is de jonge
Meurysse zelfstandig met duiven begonnen in Asper. In 1985 startte hij met 4 jonge duiven van grootvader op een hokje van 1,5 m x 1,5 m bij hen achter in de tuin. En wat was vader blij ! Hij mocht voorheen geen duiven houden van moeder de vrouw maar nu dat de zoon op slag duivenmelker werd was er geen houden meer aan.
In 1987 werd het eerste “echte” duivenhok gebouwd en dat gaf onderdak aan 9 weduwnaars... 30 jonge duiven... en 6 kwekers. De meeste duiven kwamen van het hok van grootvader. Nu nog overheersen de rode... de vale... en de roste duiven bij John Meurysse. Zij gaan allemaal terug naar “De Roden” van grootvader die hij in 1975 haalde bij de Gebr. Debaere, Nokere. De broers Debaere verkochten duivenvoeder en grootvader had een café waar duivengranen verkocht werden en zo kwam de fameuze “De Roden” in Asper terecht.
En het zat de nieuwkomers mee want in 1991 wonnen ze de 2e nationaal Bourges en de auto van Elite. In 1992 werden ze 1e provinciaal kampioen fond jonge duiven en 4e nationaal kampioen fond jonge duiven. In 1993 werd tegen meer dan 14.000 duiven 1e semi-nationaal Vierzon gewonnen. En ze waren vertrokken !
In 1995 kwam het eerste “vers bloed” van Gilbert Meire, Huise. Elk jaar werden daar 1 of 2 duiven gehaald.
In 1996 kwamen er duiven van Marc Piens, Zingem het team versterken. Uit de “Bonte Piens” x “Goed Bleekske” werd de fameuze “James Bond” (6e nat. asduif fond 1985) geboren. Vanaf 2000 werd de steven gewend naar de grote halve fond... en met succes. In 2003 werd de 1e provinciaal Bourges en in 2004 de 1e provinciaal Tours op het palmares bijgeschreven.
Drie duivinnen moesten de duiven “slimmer” maken en de combinatie van kracht en intelligentie was de bedoeling. In 2006 werd de duivin “Bo” van Ad Schaerlaeckens binnen gehaald. Daarbij kwamen nog twee gouden zetten of het aanschaffen van een dochter van de “Cunego” van Charel Vanlancker, Heurne en de duivin “Gilberte” van Gilbert Meire... een kleindochter van de “Gilbert” van Willem de Bruijn. Deze drie duivinnen maakten het mooie weer op het kweekhok... alles was rozengeur en maneschijn tot op 2 maart 2008 het noodlot toesloeg en vader kwam te overlijden.
John Meurysse : “Vader en zoon die samen hun hart aan de duivensport verloren hebben is een fantastisch gevoel. Je bent geen vader en zoon meer... je bent twee compagnons... je bent twee vrienden. Ik woonde vanaf 2003 in Oeselgem... vader woonde in Asper en hij had juist het hok van zijn dromen laten bouwen... wij telefoneerden wel 5 keer per dag met elkaar. En plots stond ik er helemaal alleen voor. Vader was de “soigneur”... ik deed meer de administratie... maar de duiven voederen en klaar maken voor een wedstrijd waren zijn job.
Twee melkers hebben mij een “snelle opleiding” gegeven en mij bijgeschoold. André Baeckelandt, Gavere was een vriend des huizes en Serge D’Hondt, Deinze had een winkel in duivensportartikelen. Hij heeft me heel wat bijgebracht over het voederen van de duiven. Verder wordt regelmatig telefonisch overleg gepleegd met Luc Vermeerbergen, Mol. Daarnaast heb ik veel boeken gekocht... kranten gelezen... en DVD’s over duiven bekeken.
In 2009 werd in Oeselgem met jonge duiven begonnen gefokt uit de oude basis van Asper. In 2014 kwamen er 2 zonen van de “Benji” van Gaby Vandenabeele, Dentergem bij. “Benji” of de nieuwe topper van de Vandenabeele-kolonie met 2x 1e prov... 2e prov... 3e prov... en 2x 8e prov op zijn palmares. Ook bij Loobuyck Jos & Jan, Aalter werd een zus gehaald van hun “Bordeaux” en een dochter van hun topkweker “Keikop”.

Klassiek weduwschap

Het seizoen 2014 werd aangepakt met een ploeg van 6 oude en 15 jaarse weduwnaars... 60 jonge duiven en 15 koppels kwekers. Tulle is de laatste wedstrijd van het seizoen voor oude en jaarse duiven. De weduwnaars krijgen vervolgens 2 weken hun duivin maar trekken geen late ronde jongen groot. Daarna worden doffers en duivinnen gescheiden en gaan naar de volière. Ze gaan door de rui met een goede ruimengeling... met veel look in het drinkwater... en propolis. Trouwens propolis wordt tweemaal per week verstrekt het hele jaar rond.
De eerste koppeling vindt plaats de laatste week van februari. Doffers en duivinnen blijven drie weken samen maar er wordt niet gekweekt. De gevormde koppels worden genoteerd... ze zullen partners blijven tijdens het weduwschap... en half maart worden de duiven opnieuw gescheiden. Eind maart begin april komen ze opnieuw voor 2 à 3 dagen samen en bij mooi weer worden ze opgeleerd. Na driemaal wegvoeren gaan ze met de club naar Moeskroen... vervolgens Arras... 2x Clermont... Fontenay... Tours/Chateauroux en dan zijn ze vertrokken voor het nationaal programma.

Om de veertien dagen wordt de volledige ploeg weduwnaars gespeeld en dat heeft het voordeel dat er een vrij weekend is voor het gezin. John en zijn vrouw gaan nog iedere dag werken en de drie kinderen zijn geen duivenmelkers maar voetballers en Robbe moet driemaal per week trainen. De duivensport moet hier wel degelijk inbinden ten voordele van het gezin.
John verwedt zijn kaarten op het klassiek weduwschap en gelooft niet in extra motivatie voor wedstrijden boven de 500 km. De duiven rustig houden vooraleer ze in de korf gezet worden is zeer belangrijk. Dus bij het inkorven alleen de nestschotel en geen duivin.

De 1/3 mengeling

De weduwnaars worden om de twee weken gespeeld en het voederschema ziet er uit als volgt. Na thuiskomst wordt er op zaterdag en zondag sportmengeling gevoederd. Op zaterdag zijn er elektrolyten (Dr. Schroeder) in drinkwater... op zondagmorgen is er Usne Gano in het drinken.
Van maandag tot en met vrijdag van de eerste week wordt er 300 gr zuivering (Dhoca) per maaltijd gevoederd voor 20 duiven. Vanaf zaterdag wordt het 1/3 fondmengeling (eiwitten) + 1/3 Race (Dhoca vliegmengeling) + 1/3 Dhoca Energy (vetten) en ook 300 gr. voor 20 duiven per maaltijd. Vanaf woensdag worden ook een paar pinda’s en wat snoep verstrekt maar de duiven worden niet opgevoederd naar de inkorving toe. Fondduiven moeten nog eten in de mand is de wijze raad van Gaby Vandenabeele en 2014 werd een succes op deze manier.
Verder worden de laatste 5 dagen van het lange afstandsprogramma van Dr. Brockamp gevolgd. Er wordt dan CMK (calcium + Magnesium + Karnitine) verstrekt. De laatste drie dagen wordt daar nog Catosal en Karbopower aan toegevoegd.

“Dieudonné” en “Dieumerci”

De twee lijsttrekkers van de kolonie zijn de broers “Dieudonné” B12/3127103 en “Dieumerci” B12/3127003. Ze zijn beide een zoon van “Bounty” x “Vaillant” (dochter “Fantoom”, Jens Loobuyck) en geboren uit een inteeltkoppeling naar de fameuze “James Bond”. Het moet gezegd dat “Dieumerci” als jonge duif beter was dan zijn broer “Dieudonné” maar als jaarling en oude duif liet deze laatste zich van zijn beste zijde zien.
Op het hok hadden de broers een woonbak dicht bij elkaar en in het voorjaar van 2014 merkte John dat ze onderling van duivin gewisseld hadden. Misschien zorgde deze partnerruil voor de nodige motivatie om een knap seizoen neer te zetten.
“Dieudonné” is een eerder lange duif met een lange soepele vleugel en de laatste vier pennen zijn even lang. Hij is goed gespierd... is goed gesloten achteraan... en heeft een zachte pluim. John houdt van een duif die goed presteert met zijwind en dat zijn duiven die zich doorgaans niet laten wegzetten. En dat deed deze klepper zeker niet. Hij werd met glans 2e Nat. Asduif Fond KBDB 2014 en 1e Prov. Asduif Fond KBDB 2014.
“Dieumerci” is volgens grootmeester Gaby Vandenabeele de beste kweker van de twee. Ook hij is een redelijk lange duif... heeft een lange vleugel... een zachte pluim... en is goed gesloten. Het enige verschil tussen de twee broers is de kleur van het oog. “Dieudonné” is een witoger en “Dieumerci” is een geeloger.

Medisch met mate

Na afloop van het vliegseizoen wordt er 10 dagen behandeld tegen paratyfus met een product van de dierenarts. Er wordt ook regelmatig gewisseld van product.
Half maart wordt een antibiogram opgesteld en op advies van de dierenarts wordt er behandeld. Voor aanvang van het vliegseizoen wordt er 10 dagen behandeld met “Broncho Sprint” en de 1e en 3e dag wordt een pilletje opgestoken tegen trichomonas/coccidiose (TKK). Verder in de loop van het seizoen krijgen de oude duiven na iedere fondvlucht 1/4 pil Flagyl opgestoken. Voor en na elke wedstrijd worden de befaamde “gele druppels” van Vydex toegediend. De jaarlingen hebben een medische begeleiding die in grote trekken gelijklopend is met die van de oude duiven maar John durft bij hen wel een behandeling overslaan.

Jonge duiven bijzaak

De ploeg jonge duiven (1e en 2e ronde) wordt alleen uit de kwekers gefokt. Ze worden verduisterd vanaf eind januari (bij het spenen) tot half juni. Alleen de duivinnen, die gespeeld worden bij Serge D’Hondt, worden bijgelicht vanaf half juli tot einde augustus.
De jongen worden niet opgeleerd maar gaan direct bij gunstige wind met de vereniging naar 25 km. De laatste jongen zijn dan doorgaans een dag onderweg. Na drie weken zitten ze op Clermont (180 km) en na twee à drie keer “Frankrijk” blijven er nog 45 over. De jonge doffers worden daarna ingezet op de provinciale wedstrijden en volgen niet het nationaal programma op de zware halve fond. Dit is inderdaad een nadeel voor het volgend seizoen want als jaarling moet er dan ook nog leergeld betaald worden.
De jongen worden met de schuifdeur gespeeld maar naar extra motivatie met kartonnen dozen en wegkruipbakjes wordt er niet gezocht. De hoofdbetrachting is het spel met oude en jaarse duiven.

Harde selectie

John Meurysse is een melker die selectie hoog in het vaandel voert. Hij heeft een hekel aan veel duiven en zijn ploeg oude wordt beperkt tot 4 à 6 duiven. De beste oude duiven gaan aan drie jaar naar het kweekhok. Van de jaarlingen wordt verwacht dat ze een paar keer per tiental vliegen en aan het einde van de rit blijven er 2 à 3 van de vijftien over. Bij de jonge duiven blijft de helft van de doffers over en in 2014 waren er dat vijftien.
De voorkeur gaat uit naar duiven uit de middelmaat... maar zeker geen grote duiven. Andere goede kenmerken zijn een zachte pluim... goed gesloten achteraan... en een perfect evenwicht. Een duif mag één keer ziek worden in haar leven en dan krijgt ze een knijpring aan haar poot. Laat de gezondheid het een tweede keer afweten dan wordt ze gewoon geëlimineerd. Maar aan een goede duif mankeert er zelden iets.

Het kweekhok

Op het kweekhok zitten 4 à 5 bewezen vliegduiven. Verder nog “Dieumerci” en “Spider”... of twee broers van “Dieudonné”. Ook nog een 3-tal kinderen van de “Blauwe Poitiers” (1e prov. asduif fond 2013, 4e nat. asduif fond 2013). Hij vloog als jonge duif bij John Meurysse maar voldeed niet bij de selectie en ging naar de buurman (93 j) waar hij een glanscarrière uitbouwde. Het hokbestand wordt verder uiteraard nog aangevuld met 9 kinderen van topdoffer “Dieudonné”.
Voor de vliegploeg wordt er vooral uit kruisingen gefokt. Tijdens de zomer wordt er aan inteelt gedaan met de beste duiven. Deze inteeltproducten worden daarna gekruist met de beste duiven.

Toch een goed hokklimaat

In Oeselgem wordt er gespeeld op 10 m duivenhok. Een hok moet droog en luchtig zijn maar door gebrek aan zon is het dat niet. Op de hokken van de weduwnaars hangen er warmtestralers tegen het plafond die gekoppeld zijn aan een hygrometer die afgesteld is op een vochtigheidsgraad van 70 % en een minimumtemperatuur van 10 graden. Vanaf de maand juli worden de warmtestralers niet meer gebruikt.
In het plafond is een verluchtingstrook aangebracht van 1 meter breed... voor en boven de duiven. De aanvoer van zuurstof gebeurt door een verluchtingrooster onderaan in de voorzijde van het hok. Een houten constructie voor de luchtinlaat zorgt er voor dat de frisse lucht niet rechtstreeks in contact komt met de duiven. Het dak is volledig dicht gemaakt... alleen de nok is open en zorgt voor de afvoer van de verbruikte lucht.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.