Liefhebber:
Onderwerp:
Brussegem – Brussegem is een deelgemeente van Merchtem en ligt op ongeveer 10 km van Brussel. Toen Erik Limbourg (60) zich in 1987 in Brussegem vestigde telde de gemeente nog een 30-tal duivenmelkers. Nu moeten ze het stellen met amper 10 duivenmelkers die hoofdzakelijk vitesse en halve fond spelen. Heden ten dage zijn Louis Van den Eynde en Erik Limbourg er de vaandeldragers in de duivensport.
Erik Limbourg heeft er terug een knap seizoen 2018 op zitten en klasseerde zich met twee Olympiadeduiven marathon op de Olympiade in Polen 2019. Een zoveelste bewijs van de klasse van deze grootmeester op de fond!
Vader en grootvaders
Erik Limbourg is uit een duivenmelkergeslacht geboren. Vader Gilbert Limbourg was een getalenteerde duivenmelker. Grootvader langs vaderskant, Jozef Limbourg, was duivenmelker en ook grootvader langs moederskant, Jozef Mettens, was duivenliefhebber. Jean Mettens, de broer van Jozef, was een excellente snelheidsspeler.
Eric woonde toen in Anderlecht en tijdens de vakantie ging hij altijd naar grootvader Jozef Limbourg in Vlezenbeek. Bij grootvader is hij besmet geworden met de duivenmicrobe en wanneer je hem niet vond zat hij bij grootvader op het duivenhok. Hij was toen 7 jaar maar aan 12 jaar kon hij reeds zelfstandig zijn plan trekken op het duivenhok.
Erik heeft daarna tot zijn achttiende met vader Gilbert samengespeeld. Hij voetbalde toen ook bij Anderlecht en dank zij deze relaties kwam hij met veel duivenmelkers in contact. De beste melker die hij toen leerde kennen was Victor Devogeleer, Anderlecht en duiven van deze kampioen zijn nog steeds in zijn huidige basis terug te vinden.
Op zijn achttiende kreeg hij een hok van vader en dat stond bij grootvader Jozef Limbourg in de wei in Vlezenbeek. Hij heeft daar twee jaar gespeeld en presteerde sterk met de jonge duiven. Hij schopte het tot 1e Prov. Kampioen Beginnelingen en 2e Nat. Kampioen Beginnelingen.
Hij leerde toen een meisje kennen wiens vader duivenmelker was en heeft dan 3 jaar gespeeld onder de naam Lemaire-Limbourg. Daarna vormde hij nog 3 jaar tandem onder de naam Vercleyen-Limbourg in Deftinge. Hij heeft op alle plaatsen met eigen duiven succes gehad.
Erik is in 1987 op zijn huidige locatie in Brussegem gestart en ook daar zat het succes op hem te wachten. In een schitterende carrière verzamelde hij 8 nationale, 3 internationale en 100 provinciale overwinningen. Zijn hoofdbetrachting is een “all round” duif te fokken die op meerdere afstanden haar mannetje kan staan.
1991 1e en 2e Nat. Asduif KBDB fond 1994 1e en 9e Nat. Asduif KBDB fond 2001 5e Nat. Kampioen jonge duiven 2005 1e Nat. Asduif KBDB fond 2006 1e Nat. Asduif KBDB fond 2007 2e Nat. Asduif KBDB fond 3e Algemeen Kampioen KBDB 4e Nat. Kampioen fond 2008 2e Nat. Kampioen grote fond 3e Algemeen Kampioen KBDB 5e Nationaal Kampioen jaarlingen 2009 4e Nat. Asduif KBDB fond 6e Nat. Kampioen KBDB fond 11e Nat. Kampioen KBDB grote fond 2010 9e Nat. Kampioen KBDB jaarlingen 2014 1e Algemeen Kampioen KBDB 2e Nat. Asduif KBDB fond jaarlingen 6e Nat. Kampioen KBDB grote halve fond jaarlingen 6e Nat. Kampioen KBDB fond jaarlingen 12e Nat. Asduif KBDB grote halve fond oude duiven 2015 2e Nat. Asduif KBDB halve fond jonge duiven 6e Nat. Asduif KBDB grote fond 2016 2e Nat. Asduif KBDB fond oude 5e Nat. Asduif KBDB fond jaarlingen 13e Nat. Asduif KBDB fond jaarlingen |
Basis van de kolonie
Eric is gestart met duiven van Victor Devogeleer en samen met vader werden er regelmatig duiven bijgekocht. Er werden o.a. duiven gehaald bij Jef De Ridder, Sint-Ulrikskapelle (ook de basis van De Rauw-Sablon).
Bij Raoul Verstraete werd er topklasse bijgehaald van de “Elvis”, “Mirage”, “Gouden Bol” en “Zilvervos”. Bij Norbert en Filip Norman werd “De Norman” bijgehaald.
Nu is het vooral het “oude soort” x De Rauw-Sablon (De Rauw-Sablon + Marcel Ael-brecht) of de lijn van de “Marseille” en het “Fijn Blauw” die aan de basis liggen van de huidige successen. Marcel Aelbrecht en Erik Limbourg bezorgden De Rauw-Sablon eeuwige roem !
Andere belangrijke aanwinsten zijn o.a. “De Joost” of de stamduif van Joost De Smeyter, Melden. Ook “Chenoa” of de 1e Olympiadeduif Marathon van Nederland van Gebr. Bas (Theelensoort) uit Dordrecht was een schot in de roos. Een recente aanwinst is “De Jan” van Jan De Bisschop, Asse die heel succesvol is in Brussegem.
Weduwnaars motiveren
Erik Limbourg kwam aan de start van het seizoen 2018 met 65 weduwnaars, 42 duivinnen op weduwschap, 80 jonge duiven van de eerste ronde, 70 jongen van de tweede ronde die alleen opgeleerd werden tot 370 km en 42 koppels kwekers waarvan er 13 in boxen zitten.
De weduwnaars worden half februari gekoppeld en na 10 dagen broeden worden de nestjes afgebroken. Einde maart/begin april volgt dan nog een tweede koppeling van een week bij het opleren van de duiven. Bij goed weer wordt er iedere dag opgeleerd tot 50 km als grootste afstand. In het weekend wordt het dan Quiévrain of Noyon en de doffers worden ingekorfd op “jagen”. Bij aankomst van de opleervluchten en Quiévrain/Noyon zitten steeds de partners thuis klaar. Eens opgeleerd worden de weduwnaars niet meer tussendoor weggevoerd. Na deze opleersessie van een week gaat de duivin weg en begint het weduwschap. Het wordt vervolgens Souppes/Chevrainvilliers, Vierzon, Bourges, Limoges en verder tot Perpignan. Er wordt bij voorkeur ééndaagse fond gespeeld.
Vanaf de grote halve fond komen de weduwnaars bij de inkorving samen met hun partner en Erik zorgt hierbij voor variatie. Soms wordt het helemaal geen duivin of de duivinnen komen gedurende een uur samen met hun partner. Een andere keer komen allemaal de duivinnen los op het hok en het kan ook dat de weduwnaars en duivinnen een halve dag samen komen voor de inkorving.
De weduwnaars trainen ‘s morgens en ‘s avonds. In het begin wordt er met de vlag getraind maar vrij snel wordt er vanzelf hard getraind. Hoe lang de weduwnaars trainen is niet zo van belang maar de manier waarop de duiven trainen is belangrijk. Het mag geen “bende eenden” zijn zegt Erik. Er moet schwung achter zitten !
De vliegploeg wordt door Erik zelf verzorgd want hij wil zijn duiven kennen. Een goede duif laat zich motiveren en een slechte kun je niet motiveren. Motivatie kan er komen door een doffer twee woonbakken te geven, door hem op een ander hok te zetten of door jaloezie op te wekken tegenover andere duiven. De weduwnaars worden alleen extra gemotiveerd wanneer ze de mand in gaan voor belangrijke klassiekers.
Erik Limbourg : “Motivatie is zeer belangrijk en alle grote zeges werden hier behaald via motivatie. Ik heb ook al goede duiven verspeeld door motivatie. Vliegt de extra gemotiveerde doffer eens verkeerd dan is het gevaarlijk om hem kwijt te spelen !”
Bij dit alles is de selectie belangrijk en een pedigree is niet alleen zaligmakend. Hoe strenger de selectie hoe betere duiven men bekomt maar men moet roeien met de riemen die men heeft. Met de jaren de lat steeds hoger leggen is werken aan de goede weg. Maar in de duivensport moet men direct bij de grote jongens spelen en dat is niet altijd gemakkelijk.
Duivinnen op grote halve fond
De 42 duivinnen op weduwschap worden begin maart voor de eerste keer gekoppeld en broeden 10 dagen. Later volgt er geen tweede koppeling meer. Bij goed weer worden de duivinnen gedurende een week opgeleerd en de doffers zitten bij aankomst thuis klaar. Daarna wordt het Quiévrain/Noyon. De duivinnen worden gespeeld op de grote halve fond of de kleine fond.
Ook de duivinnen trainen tweemaal daags maar ze vliegen niet lang en neerstrijken op het dak is altijd meteen binnen roepen. De duivinnen krijgen onderdak op een hok met kleine woonbakken en de bodem van het hok bestaat uit rollen om het onderling paren tegen te gaan. Duiven die toch onderling paren worden meteen van het hok gehaald. De duivinnen worden wel wekelijks gespeeld.
Bij de inkorving komen de dametjes vanaf de eerste vluchten steeds met hun partner samen. In het begin van het seizoen wordt dat heel kort gehouden maar naarmate het seizoen vordert duurt dat langer. Bij de duivinnen wordt er niet gezocht naar bijkomende motivatie. Maar de selectie is keihard. Het is goed mogelijk dat na 6 weken wedstrijd maar de helft van de duivinnen overblijft.
Olympiadeduiven
“Barcelona Triple 5” B14/2151083 en “Kleine Olympiade” B15/2015725 zijn de twee olympiadeduiven in de categorie marathon.
“Barcelona Triple 5” is een doffer uit de kleine middelmaat. Het is een gespierde duif die achteraan goed gesloten is. Hij heeft een zachte pluim en een pienter kopje. Het is een alerte duif die zich makkelijk laat motiveren.
Hij klasseerde zich met 1e Barcelona ‘17 2139 d, 238e nat. Perpignan ‘17 4620 d, 1e Barcelona ‘18 2048 d en 37e Perpignan ‘18 12.339 d.
* De normale regeling van de toegestane afwijking van 5% op de minimumafstand was volgens de KBDB niet van toepassing voor de categorie Marathon. Het betekende dat de wedstrijd Valence niet meer in aanmerking kwam en moest vervangen worden door de uitslag op Perpignan 2017 wat een minder gunstig coëfficiënt betekende.
“Barcelona Triple 5” kwam om 10.48.32 thuis van nationaal Perpignan, goed voor de 5e nationaal. Door een fout bij het klokken van de verplichte controlering was hij pas officieel geklokt om 11.24.14 wat resulteerde in de 17e prijs nationaal. Dit had voor gevolg dat “Barcelona Triple 5” een minder goed coëfficiënt behaalde en een aantal 1e Asduiftitels miste.
“De Kleine Olympiade” is eveneens een doffer van het kleinere type. Hij heeft een zachte pluim en een snugger kopje. Het is een kalme en regelmatige duif die zich ook makkelijk laat motiveren (andere woonbak). Hij klasseerde zich met 17e Agen 1216 d, 4e Narbonne 490 d, 31e Agen 1041 d, 2e Libourne ‘18 332 d.
* De normale regeling van de toegestane afwijking van 5% op de minimumafstand was volgens de KBDB niet van toepassing voor de categorie Marathon. Het betekende dat de wedstrijd Valence niet meer in aanmerking kwam en moest vervangen worden door de uitslag op Libourne 2018 wat een minder gunstige coëfficiënt betekende.
Geen specialist jonge duiven
De 80 vroege jonge duiven worden gefokt uit de kwekers. Van de beste kwekers worden soms wel eieren onderlegd bij andere duiven. Erik begint dit onderwerp met de nodige reserve en stelt dat hij geen uitblinker is met de jonge duiven en dat hij niet mee is met de actuele jonge duiven specialisten.
De jongen worden verduisterd van half maart tot de tweede week van juni van 18 u tot 8 u ‘s morgens. Er wordt bijgelicht vanaf 21 juni tot einde seizoen. Bij het opleren worden de jongen 15 x weggevoerd tot 50 km. Tussen de eerste wedstrijden van het seizoen, tot aan de kleine halve fond, worden de jongen nog 1x per week tussendoor weggevoerd. Daarna niet meer want bij de jongen mag men niet het onderste uit de kan halen want er wacht hen nog een carrière als jaarling en als oude duif. De jonge duiven trainen 1x per dag.
In het begin worden doffers en duivinnen samen opgeleerd. De schuifdeur wordt drie weken voor de eerste nationale vluchten ingevoerd. Bij de inkorving komen jonge doffers en duivinnen 1 u tot 1,5 u samen. Op de hokken worden motivatiebakjes gebruikt om de motivatie aan te scherpen.
Bijvoederen op de bodem
Het voedersysteem van Erik Limbourg blinkt uit door zijn eenvoud. Hij voedert drie mengelingen van Beyers of “Gaby Vandenabeele” (dieet), “Super Weduwschap” (sportmengeling) en kweekmengeling. Deze mengelingen worden gebruikt in functie van de wedstrijden. De duiven voor de ééndaagse fond worden om de 14 dagen gespeeld.
Van zaterdag bij aankomst van een wedstrijd tot en met woensdag van de eerste week wordt het 50% dieet + 50% sportmengeling. Op zaterdag zijn er Recup of Belgasol in het drinken. Aminozuren en vitamines worden gespreid verstrekt in de voorbereidingsperiode.
Van donderdag van de eerste week tot aan de inkorving wordt het 100% “Super Weduwschap”. De laatste twee dagen wordt er zuivere maïs (gele) en “Super Energy” van Beyers bijgevoederd. De duiven worden met de lepel in de woonbak gevoederd. Er wordt op de bodem nog bijgevoederd voor de duiven die nog honger hebben. Tot aan de inkorving de duiven laten eten is zeer belangrijk. Er worden geen snoepzaad of pinda’s verstrekt.
Medisch op het gevoel
Eén maal per jaar, voor Vierzon, gaat Erik Limbourg met zijn duiven op controle bij de dierenarts. Hij stelt zijn vertrouwen in de dierenartsen Peeters en Vandercruyssen. Voor en na het seizoen staat er een medicijnkuur gepland tegen paratyfus. In 2018 werd er ook ingeënt tegen paratyfus.
Voor aanvang van het vliegseizoen krijgen de duiven om de 3 à 4 weken drie dagen Alazol (tegen trichomonas) via het drinkwater. Tijdens het seizoen krijgen ze voor iedere fondvlucht 1/4 Flagyl opgestoken. Gele druppels worden niet gebruikt.
Tegen de luchtweginfecties werd er in 2018 eenmaal drie dagen behandeld (product Norbert Peeters). Erik verkiest dat de “kuren” kort en krachtig zijn. Verder wordt er probiotica verstrekt als Bioflorum, Power Fly en Recup. Ook gaat er biergist over het voeder. Na een moeilijke wedstrijd worden er oogdruppels toegediend. Wat de medische begeleiding betreft doet Erik veel op het eigen gevoel.
Prima hokklimaat
Erik Limbourg speelt op 30 m vlieghokken en heeft 20 m kweekhokken. Er zijn vijf afdelingen voor de vliegdoffers en twee voor de duivinnen. De voornaamste kweekkoppels zijn ondergebracht in kweekboxen. De vlieghokken hebben een uitstekend hokklimaat. Er is een verluchtingsstrook van 30 cm boven de gang voor de hokken. De nok van het hok is open. Er is een plankenvloer op de hokken met uitzondering van de jongen die op roosters zitten. Bij warme zomerse dagen kunnen er horren in de ramen geplaatst worden maar dat gebeurt zelden zegt Eric. De hokken worden tweemaal daags gereinigd. Een echte “grote kuis” gebeurt niet maar de hokken worden wel ontsmet (javel) en 1 à 2 keer per jaar onder handen genomen met de schroeivlam.
De lat hoog leggen
Jaarse en oude duiven worden geselecteerd op de uitslagen en moeten wel tweemaal kop vliegen. De jonge duiven krijgen meer respijt en bij hen speelt ook de afstamming een rol bij de selectie.
Er zitten veel goede vliegduiven op het kweekhok en de selectie gebeurt er op de kweekresultaten. Kweekduiven moeten binnen de twee jaar goede nakweek geven. Dichte inteelt kan op het einde van het seizoen maar deze duiven zijn alleen voor de kweek bestemd.
Enkele toppers
- B17/2005110 met 661e nat. Chateauroux 18.416 d, 70e Blois B.U. 1.534 d, 655e interprov. Vierzon 5.462 d, 29e nat. Bourges 19.133 d, 29e nat. Guéret 8.517 d, 39e Blois B.U. 1.091 d, 51e nat. Argenton 8.772 d, 64e nat. Chateauroux 4.631 d. Werd 14e Nat. Asduif Grote Halve Fond KBDB 2018.
- B16/2024195 met 75e Chevrainvilliers 2.869 d, 68e interprov. Vierzon 4.854 d, 49e nat. Bourges 20.759 d, 766e nat. Chateauroux 26.695 d, 460e nat. Argenton 11.506 d, 176e nat. Tulle 9.578 d, 12e prov. Blois 1.743 d, 67e nat. Bourges 20.284 d, 13e nat. Chateauroux 18.973 d, 194e nat. Guéret 5.331 d, 8e prov. Blois 521 d, 544e nat. Bourges 5.831 d. Werd 7e Olympiadeduif Grote Halve Fond 2019.
Downloads:
Auteur: